Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Veuster heeft het woord.
Voorzitter, de Vlaamse overheid bezit tal van roerende en onroerende eigendommen, waaronder kunstwerken zoals bruggen, tunnels, keermuren, wegen, waterwegen, fietspaden, kaaien en sluizen. We kennen het allemaal. Het gaat evenzeer ook om rollend en varend materiaal.
De totale waarde van dit alles gaat zelfs richting 30 miljard euro.
Deze 'assets' moeten bij voorkeur als een goede huisvader, gemonitord, beheerd, onderhouden en desnoods vervangen worden. Dit beheer wordt ‘assetmanagement’ genoemd, maar dat weten jullie. Blijkbaar kan daaraan nog worden gesleuteld. Een beter assetmanagement is niet zonder belang, vooral omdat de levensduur van deze zaken vaak decennia, soms zelfs meer dan honderd jaar, overspant.
Tijdens de bespreking van de interpellatie van collega Rzoska over het ontbreken van een systematische aanpak van de zogenaamde brokkelbruggen in Vlaanderen, verwees u naar de studie van Deloitte ‘Eerst houden, dan bouwen’. Die studie toont aan dat er qua assetmanagement nog ruimte voor verbetering is. Hoe dan ook is assetmanagement een instrument om grote bedragen op een verantwoorde manier te gebruiken om de eigendommen van de overheid efficiënt en op lange termijn te beheren. Eenmaal volledig operationeel, is een volwassen assetmanagement een zelfs bijzonder efficiënt beleidsinstrument.
Ter illustratie volgende passage uit de managementsamenvatting van de studie ‘Eerst houden, dan bouwen’: “Ook inzake volwassenheidsniveau van het asset management binnen beleidsdomeinen Mobiliteit en Openbare Werken zijn er nog belangrijke stappen te zetten.” Zo scoort Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) wat assetmanagement betreft structureel lager dan het industriegemiddelde. En nog een citaat: “De noorderburen uit Nederland daarentegen passen al jaren een gedegen strategie toe wat betreft investeringen in publieke infrastructuur, wat hen op het World Economic Forum recent ook kroonde tot het ‘land met de beste infrastructuur van Europa’.” Deze studie merkt gelukkig ook op dat we op een punt gekomen zijn “waar de toestand van de assets en hun beheer nog omkeerbaar (is) en deze inhaalbeweging kan ingezet worden zonder grote gevolgen voor de publieke dienstverlening en de veiligheid”.
Minister, zult u de aanbevelingen uit deze studie ter harte nemen en inzetten op een volwaardig volwassen assetmanagement? Kunt u een stand van zaken geven over het huidige beleid rond assetmanagement bij het departement? Hoe zult u dat assetmanagement binnen MOW concreet aanpakken? Welke timing voorziet u hiervoor?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer De Veuster, voor uw vragen. Het hele verhaal van het assetmanagement en de studie van Deloitte is reeds uitvoerig aan bod gekomen in de commissie op 7 mei 2020. Toen hebben we duidelijk aangekondigd dat we de aanbevelingen in die studie zeker ter harte nemen en dat het wel degelijk een wake-upcall is dat er een en ander moet veranderen.
U vraagt specifiek of we de aanbevelingen ter harte nemen binnen het departement MOW en hoe we gaan inzetten op het volwassen maken van het assetmanagement. Ik kan wat dat betreft verwijzen naar onze beleidsnota waarin we daar wel degelijk aandacht aan hebben gegeven. We kondigen heel duidelijk aan dat onze infrastructuur efficiënt en optimaal beheerd en onderhouden moet worden. Er moet ook een continue en periodieke monitoring zijn, een kwaliteitsbeoordeling van de essentiële infrastructuur. Dan focussen we vooral op onze wegen, spoorwegen, bruggen, tunnels, sluizen, kortom alle mogelijke infrastructuur. Die moet uiteraard goed beheerd worden. Er moet ook een continue monitoring en een kwaliteitsbewaking zijn.
Zoals ik al zei, zijn we daar tijdens de commissievergadering van 7 mei 2020 al heel uitgebreid op ingegaan. Toen ging het specifiek over de toestand van de kunstwerken. Ik heb toen verwezen naar de studie van Deloitte. In deze studie wordt niet alleen ingegaan op het verhaal van onze kunstwerken maar worden ook de drie assetthema’s ten volle besproken: land, kunstwerken en water.
Er blijkt ook uit die studie dat er ten volle moet worden ingezet op twee pijlers. Enerzijds, zegt men, is er een duidelijke en grote nood aan extra middelen voor het onderhoud van de infrastructuur. Daarvoor is een gericht plan van aanpak in opmaak. Momenteel bekijken we of we ook in het kader van het economisch relanceplan eventueel extra middelen kunnen vrijmaken. U hebt het gisteren misschien gevolgd in de plenaire vergadering. Daar is meermaals verwezen naar de moed-investeringen (mobiliteit, onderzoek en ontwikkeling, energie en digitalisering), naar datgene waarin expliciet moet worden geïnvesteerd. Daarbij staat de m natuurlijk voor mobiliteit, voor onze assets die we ten volle moeten koesteren en waaraan we alle aandacht moeten geven. Daarvoor zijn er ook heel wat extra middelen nodig. Dat blijkt zeker uit die studie van Deloitte.
Anderzijds moet er volgens de studie een verdere implementatie zijn van een professioneel assetmanagement. Men moet ervoor zorgen dat de bijkomende middelen die we kunnen aanwenden, zo efficiënt en effectief mogelijk kunnen worden ingezet. Daarmee zijn we op dit ogenblik bezig. Ik ga niet alle mogelijke acties opsommen die we binnen het Departement MOW op dit ogenblik doorlopen om tot een volwassen assetmanagement te komen. Ik denk dat dat allemaal wat ver zou leiden, maar ik wil u zeker meegeven dat we het risicobeheer heel nauwgezet opvolgen, net als het data- en informatiebeheer, het levenscyclusbeheer en het continue verbeteren. Dat zijn vier extra elementen waarop we specifiek actie ondernemen om te komen tot een heel duidelijk gericht assetmanagement, dat dan ook tegelijk beleidsdomeinbreed wordt getrokken. Die assets hebben we immers uiteraard bij alle entiteiten binnen MOW, en we moeten daar een heel grondig management voor opleggen.
U vroeg een stand van zaken. Ongeveer een maand geleden hebben we met de diverse entiteiten van MOW samengezeten om te bekijken hoe we dat kunnen aanpakken. De kwestie van de kunstwerken is natuurlijk een heel belangrijk gegeven, met onze diverse categorieën kunstwerken. Op dat vlak moet er ook dringend een en ander gebeuren. Het gaat echter verder dan dat. Het gaat over alle assets die we hebben. Daar zijn we op dit ogenblik dus volop mee bezig. Ik verwacht dat we alleszins in het najaar van de administratie een gericht plan van aanpak kunnen krijgen om dat assetmanagement toekomstgericht veel beter en op een volwassen manier te doen verlopen.
Ik zal me vandaag niet vastpinnen op een heel concrete timing, maar alleszins zou onze administratie in het najaar een duidelijk plan van aanpak kunnen meegeven. Ik hoop dat we daar dan ook heel gericht mee verder kunnen gaan.
De heer De Veuster heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik heb er alle begrip voor dat u nog niet alle details kunt geven. Ik hoop dat we die in het najaar dan wel zullen krijgen, want dit is een belangrijk iets. Als er, zoals gisteren reeds in de plenaire vergadering werd gezegd, met het moed-principe heel wat extra aandacht kan gaan naar mobiliteit, dan zullen we dat natuurlijk ook met heel veel interesse volgen. De details zullen we dan wel krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.