Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister, de export van landbouwproducten blijft voor Vlaanderen een belangrijke steunpilaar van het economisch beleid. Het handelsoverschot dat we binnen Vlaanderen creëren via de uitvoer van onze kwaliteitsvolle landbouwproducten vormt een belangrijk deel van het totale Vlaamse handelsoverschot. Door de coronacrisis heeft de totale export een zware deuk gekregen, waardoor we ook in Vlaanderen zware verliezen optekenen inzake de uitvoer van landbouwproducten.
Voor de Vlaamse zuivelproducenten is de export eveneens zeer belangrijk. In 2018 ging de uitvoer van zuivelproducten voorbij de 2 miljard euro en hadden we hierdoor een handelsoverschot van 273 miljoen euro. Van deze export ging maar liefst 83 procent naar landen binnen de Europese Unie, waardoor ons continent veruit de belangrijkste afzetmarkt is voor onze zuivelproducten.
Op 12 juni kwam de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) daarnaast met haar jaarverslag voor 2019. Daarin zien we voor het eerst sinds lang een handelsoverschot voor zuivel op federaal niveau. De BCZ ziet een toename van de export naar derde landen buiten de EU tot 21 procent, maar stelt ook vast dat 79 procent van de zuivelexport van ons land naar EU-landen gebeurt. Het stilvallen van de export tijdens de coronacrisis bedreigt uiteraard het belangrijke marktaandeel van onze zuivelsector binnen en buiten Europa. De crisis is daarnaast een belangrijke opportuniteit voor de Vlaamse zuivelsector om nog aan marktaandeel te winnen binnen en buiten Europa.
Minister, u kondigde vorige week aan dat u de export van Vlaamse landbouwproducten zou steunen wegens de zware impact van de coronacrisis op de cijfers. Het gaat hierbij om 300.000 euro extra budget voor het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) om enerzijds deel te nemen aan voedingsbeurzen en anderzijds om innovatie binnen de landbouwsector te steunen met een ‘incubator agrovoeding’.
Bij de voorstelling van het jaarprogramma van VLAM voor 2020 werd het totaalbudget begroot op een goede 4 miljoen euro, waarvan een kleine 3 miljoen euro werd voorzien voor binnenlandse acties en de rest voor acties binnen en buiten de EU.
Minister, hoe evalueert u de huidige stand van zaken rond de Vlaamse zuivelexport en de cijfers van 2019?
Hoe zullen uw plannen voor de relance van de landbouwexport rekening houden met de zuivelexport? Hoe zal het belangrijke Europese marktaandeel en het groeiende aandeel voor export naar derde landen worden meegenomen in uw economisch relancebeleid voor de zuivelexport?
Heeft VLAM aanpassingen doorgevoerd aan haar jaarprogramma voor de promotie van Vlaamse zuivelproducten in binnen- en buitenland? Zo ja, op welke manier geeft deze promotie invulling aan de belangrijke bedreigingen en opportuniteiten van de zuivelexport binnen en buiten de EU?
Hoe zult u de Vlaamse zuivelexport de komende weken en maanden blijven monitoren? Hebt u nog plannen om de relance voor de landbouwexport te blijven ondersteunen de komende maanden, indien deze maatregelen onvoldoende blijken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, de Belgische export van zuivelproducten kende de voorbije jaren, zoals u aanhaalde, een zeer mooie gestage groei. Volgens de cijfers van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie nam de totale export van zuivelproducten in tien jaar toe met 1 miljard euro of maar liefst 40 procent.
Als we de uitvoer van het jaar 2019 van zuivelproducten van dichterbij bekijken, dan was 79 procent van de zuiveluitvoer op de interne markt gericht en 21 procent op derde landen.
Wat is mijn evaluatie van de cijfers? Wij maken zelf deel uit van de Europese douane-unie, wat natuurlijk verschillende voordelen biedt. Het gaat over een markt met 500 miljoen consumenten die over het algemeen stabiel is. Dankzij de eurozone zijn we ook niet onderhevig aan wisselkoersfluctuaties, politieke instabiliteit of protectionistische maatregelen. De interne EU-markt is wel een mature markt, waarop de zuivelconsumptie vrij traag toeneemt. Wie op onze interne markt wil groeien, moet proberen marktaandeel te veroveren, omdat de markt zelf weinig groeit.
Buiten de EU, en vooral in de zich ontwikkelende landen, is de situatie een beetje anders, want het zuivelverbruik neemt daar sterk toe. De groeimarkten zijn daarentegen wel een stuk instabieler. Denk aan het Ruslandembargo van 2014. En ook logistiek kunnen er obstakels opduiken.
Handel ligt aan de basis van onze welvaartsstaat en het is goed dat onze ondernemingen de marktopportuniteiten benutten, maar dat moet natuurlijk wel doordacht gebeuren. Het is nooit goed om alle eieren in dezelfde mand te leggen, maar daar zijn onze bedrijven zich heel goed van bewust.
VLAM doet op het vlak van de exportwerking heel wat inspanningen in het reguliere programma. In Europa zet VLAM in op de aanwezigheid op belangrijke vakbeurzen, zoals u uiteraard weet. Voor beurzen in derde landen gaat VLAM nog een stapje verder. Bedrijven die melk ophalen bij onze boeren, kunnen gratis intekenen op beursdeelnames. Op zich is dat een heel mooie stimulans voor bedrijven die exporteren.
Momenteel stoten we wel op het fenomeen dat beurzen nog geannuleerd of uitgesteld worden en dat er grote onzekerheid is over wat nog kan doorgaan en wat niet. Ook op het vlak van verplaatsingen is het nog niet evident. Maar VLAM stelt zich wel bijzonder flexibel op en stuurt zijn programma continu bij in functie van de actualiteit.
Op het vlak van budget voor zuivelacties zijn er geen aanpassingen aan het programma as such doorgevoerd. Wel is het binnen het programma een continu schuiven met de tijdslijn. De permanente dreiging van het al of niet opflakkeren van COVID-19 doet heel snel schakelen. De acties van het eerste semester zijn bijvoorbeeld doorgeschoven naar het tweede semester.
Wij volgen de export van de zuivelsector op en doen dat in goede samenwerking. U weet dat we samen met de minister-president een taskforce export hebben opgericht. Landbouw en VLAM maken daar ook prominent deel van uit. Er is ook extra promotiebudget voorzien, voor de land- en tuinbouw in het algemeen. Veel problemen voor de zuivel zijn immers ook problemen voor andere sectoren. We zetten daar heel fors op in, omdat we beseffen dat onze Vlaamse land- en tuinbouw zeer exportgevoelig is. Het is van belang om, zodra er zuurstof ontstaat, zeer kort op de bal te spelen om geen markten te verliezen door wat er nu gebeurd is.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Bedankt, minister. Flexibiliteit en monitoring zijn inderdaad twee belangrijke begrippen in deze coronatijden. Ik heb nog een bijkomende vraag. U pompt 300.000 euro extra in VLAM. Daarvan wordt 200.000 euro gebruikt voor de zogenaamde incubator, die innovatieve ideeën moet steunen in het buitenland. Hebt u er zicht op of de zuivelexport daar ook bij betrokken is? Lopen daar ook innovatieve projecten die gesteund kunnen worden door die incubator?
De heer Ongena heeft het woord.
Bedankt, mijnheer Nachtergaele, voor uw vraag over het jaarverslag van de zuivelexport. Ik heb dat ook gelezen, en wat daarin vooral opviel, was de positie van China. China is de top tien binnengekomen van exportlanden, met een heel sterke stijging van 27 naar 49 miljoen euro. Dat is mooi, maar als we dat vergelijken met Nederland en Frankrijk, is dat peanuts. Daar gaat het om bedragen van 900 en 789 miljoen euro, wat er toch op wijst dat daar misschien nog wat groeimarge zit om te exporteren. Daarom heb ik nog een kleine bijkomende vraag. Plant men initiatieven, of een onderzoek richting China, om te kijken welke zuivelproducten goed liggen in de Chinese markt? Ik weet natuurlijk niet in welke mate corona daar een invloed op zal hebben, maar los van corona is het wel interessant om eens te kijken naar die Chinese markt voor onze zuivelproducenten.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, die vraag over het extra budget van VLAM komt eigenlijk bij een volgende vraag van de heer Vandenhove aan bod. Daarom heb ik daar iets beknopter op geantwoord, om het evenwicht wat te zoeken in de antwoorden. Anders had ik nu al alles gezegd. Maar ik heb al geknikt, dus u weet dat het antwoord uiteraard bevestigend is. De zuivelsector zal daar inderdaad bij betrokken worden.
Mijnheer Ongena, in China is er vooral interesse voor melkpoeder en room van bij ons. VLAM volgt die markt van heel nabij op, om ook op nieuwe prioriteiten te kunnen inspelen. Dat is voor ons een superinteressante en relevante markt.
De EU-melk is in het algemeen zeer gegeerd in China omdat men daar problemen heeft gehad met de voedselveiligheid bij lokale melk. Ze kijken dus naar Europa, en dat biedt opportuniteiten. Nederland en Frankrijk zijn op zich grotere zuivelexporteurs dan wij maar de zuivelproductie is daar ook hoger. Maar we werken eraan, want ik ben het zeker met u eens dat dit een zeer mooie opportuniteit is.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Inderdaad, wij zijn netto-exporteur. We hebben kwaliteitsvolle producten. We hebben heel wat troeven, en u zei het al dat elke crisis een opportuniteit is. Ik sluit mij dus ook aan bij de collega. Laten we deze crisis aangrijpen om verder te proberen groeien. Laten we proberen om onze export, en niet alleen van zuivelproducten, uit te breiden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.