Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, het doet mij plezier te horen dat wij het soms ook eens zijn. Misschien kunnen we het ook eens zijn over deze vraag.
Als ik goed ben ingelicht, werd het Landelijk infopunt voor vrouwen (Liv) in 2016 opgericht door toenmalig minister Schauvliege. Alle vrouwen die werkzaam zijn in de land- en tuinbouw in Vlaanderen kunnen er een beroep op doen, ongeacht hun politieke kleur of banden met een organisatie. Dit betreft dus ongeveer 20.000 vrouwen. Het Landelijk infopunt voor vrouwen ontvangt, naar men mij meedeelde, een jaarlijkse toelage van 100.000 euro. Het budget kwam tot nu toe van Plattelandsontwikkeling via de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), een bevoegdheid van minister Demir.
Het budget moet vermoedelijk tegen 1 juli 2020 – door de hoorzittingen werd mijn vraag wat later geagendeerd, ik zal in uw antwoord wel vernemen hoe het zit met die datum – opnieuw worden goedgekeurd. Het Liv wordt bemand door een juriste-economiste met ervaring in de land- en tuinbouwsector en is beschikbaar voor vormingswerk voor vrouwen. Liv is bereikbaar per telefoon, per mail of via afspraak.
De meeste vragen die bij het Liv toekomen, gaan over loopbaanplanning, sociaal statuut, wetgeving, erfrecht, kortom, over de plaats van de vrouw op een boerderij. Vrouwen in de landbouw zijn kameleons die zich aanpassen aan de noden van het gezin, het bedrijf en de sociale omgeving en daarom soms in moeilijkheden komen bij een relatiebreuk, een overlijden of bij ziekte van henzelf of familieleden. Vaak kunnen zij niet terecht bij de gebruikelijke erfbetreders op het bedrijf, omdat zij vaak enkel het belang van het bedrijf voor ogen hebben of commerciële bedoelingen hebben. Het Landelijk infopunt voor vrouwen is dus in feite een eerstelijnsadviescentrum en een doorverwijspunt naar de juiste expert.
Minister, behoorde dit project inderdaad eerder tot de bevoegdheden van minister Demir? Klopt het dat dit project werd of wordt overgeheveld naar het beleidsdomein Landbouw?
Mijn fundamentele vraag is: wordt dit project, dit kenniscentrum voortgezet? Welk budget staat daartegenover? En vanwaar komt dat budget?
En indien het project wordt voortgezet, blijft dit dan doorgaan onder dezelfde voorwaarden van beschikbaarheid voor álle vrouwen in de landbouw? Zal dit ook zo worden gecommuniceerd naar de buitenwereld?
Ten slotte heb ik een praktische vierde vraag: blijft hetzelfde telefoonnummer van Liv bestaan, met dezelfde bereikbaarheid en dezelfde naam?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik vind uw vraag heel relevant. Ik was een paar weken geleden met mijn collega, de heer Nachtergaele, op pad in de Oost-Vlaamse Ardennen en daarover werden toen ook al een paar vragen gesteld.
Het Landelijke infopunt voor vrouwen (Liv) werd tot nu toe gefinancierd vanuit de bevoegdheid Plattelandsbeleid, wat in de huidige Vlaamse Regering onder de bevoegdheden van mijn collega minister Demir valt. Het project is als dusdanig niet overgeheveld naar het beleidsdomein Landbouw. Het is onduidelijk of minister Demir de financiering van het Liv zal verderzetten. Als minister van Landbouw begrijp ik uw vraag wel, maar dit infopunt valt dus onder de bevoegdheid Omgeving, dat is historisch zo gegroeid. Vroeger zaten alle bevoegdheden hierover natuurlijk wel in één hand.
Ik hecht veel belang aan zowel het ondernemerschap als aan de aspecten rond welzijn en welbevinden in de landbouwsector. We bekijken met verschillende organisaties, waaronder het Liv, hoe zij hieraan een bijdrage kunnen leveren. Voor 2020 zijn vanuit mijn bevoegdheid dus nog geen inhoudelijke noch financiële engagementen naar het Liv toe genomen, maar ik bekijk wat nodig is. Er moet eerst gezien worden tot hoe lang de huidige financiering van minister Demir loopt en wat de noden in de toekomst zullen zijn.
U begrijpt dat ik niet onmiddellijk kan ingaan op alle initiatieven die financiële ondersteuning vragen wanneer een andere minister die stopzet. Er waren ook besparingen in 2020. Ook de coronacrisis vergt extra budgettaire inspanningen, maar ik wil nog eens benadrukken dat ik dit een waardevolle organisatie vind die waardevolle initiatieven neemt.
Er zijn dus nog geen concrete afspraken over het verdere traject gemaakt. Het lijkt me in ieder geval logisch dat het doelpubliek niet wijzigt en alle vrouwen gebruik moeten kunnen maken van de dienstverlening van het Liv. Communicatie naar de buitenwereld is een taak van het Liv zelf. Ik vind ook niet dat het aan mij als minister is om te bepalen welk telefoonnummer en naam het Liv al dan niet moet hanteren. Dat geldt ook voor hun bereikbaarheid, wat tot hun interne organisatie behoort. Het lijkt me persoonlijk wel evident dat de continuïteit inzake bereikbaarheid het best zoveel mogelijk behouden blijft zodat het doelpubliek hiervan geen hinder ondervindt.
Ik zal mij zeker actief inspannen om een oplossing te zoeken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en voor uw waardering voor dit project. Dat dit niet tot uw bevoegdheid behoort, vind ik een anomalie. Ik denk dat we een inspanning moeten leveren om die bevoegdheid over te hevelen naar het beleidsdomein Landbouw, net zoals een aantal andere zaken, voorzitter. We hebben tijdens de vorige legislatuur heel wat discussies gehoord over wat er nu wel en niet onder het beleidsdomein Landbouw moet vallen, zoals Dierenwelzijn. Met waardering en respect voor het project komen we echter niet veel verder.
Het gaat om een jaarlijkse subsidie van 100.000 euro die, als ik goed ben ingelicht, op 1 juli 2020 ten einde zal lopen. Dat betekent dat het infopunt vanaf nu zonder financiering zit en men op vrijwillige basis moet verdergaan. Als ik hoor dat u nog niet echt weet of de financiering nog zal verdergezet worden, kom ik niet veel verder met dit antwoord. De coronacrisis wordt soms te pas en te onpas gebruikt om te zeggen dat men met besparingen zit. Ofwel gaan we verder met de financiering van dit infopunt, ofwel zeggen we tegen de mensen dat we daarmee stoppen en dan is het aan henzelf om het bijvoorbeeld via vrijwilligers verder te zetten.
Ik heb buiten uw waardering voor dit project eigenlijk geen concreet antwoord op mijn vraag gekregen. Ik weet hoe het gaat in de politiek: u zegt dat u in overleg zult gaan met minister Demir, maar dat betekent dat we pas over een paar maanden antwoord zullen krijgen. Ik heb de mensen die mij gecontacteerd hebben beloofd om hen een antwoord te bezorgen. Ik had op een positief antwoord gehoopt, maar dat is helaas niet het geval. Ik hoop dus dat u zo vlug mogelijk het gesprek met minister Demir kunt voeren en dat u zo vlug mogelijk uitsluitsel kunt geven over het verderzetten van het project en de bijbehorende financiering.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik deel uw bezorgdheid over het voortbestaan van het Liv, ik heb daar ook al een aantal schriftelijke vragen over gesteld, eerst aan minister Demir en daarna aan minister Crevits.
Minister, ik ben blij dat u het nut inziet van het Liv en dat u bevestigt dat het op een relatief onafhankelijke manier verder zou moeten kunnen werken, want dat is de bezorgdheid van een aantal mensen die gebruik maken van de diensten van het Liv. Ongeacht wie voorziet in de middelen, is het vooral belangrijk dat de dienstverlening kan blijven bestaan en ik hoop dan ook dat u samen met minister Demir die extra middelen kunt vinden om de dienstverlening te handhaven.
Ik sluit me aan bij de bezorgdheid dat het jammer zou zijn dat de toelage aan deze toch wel waardevolle initiatieven tussen kant en wal zou vallen in een discussie over bevoegdheden, al dan niet platteland versus landbouw. Dit is een zorg die door iedereen hier wordt gedeeld.
Minister Crevits heeft het woord
Mijnheer Sintobin, ik dacht eigenlijk dat u zeer blij zou zijn, niet dat het mijn levensdoel is u blij te maken maar ik vond mijn antwoord wel helder. Ik zal het nog eens proberen samen te vatten.
Vooreerst: ik vind het Liv heel belangrijk en de dienstverlening moet gecontinueerd worden. We zullen dat sowieso oplossen, u mag daar geruststelling over geven. Collega Nachtegaele heeft mij daar persoonlijk over aangesproken toen we een aantal weken geleden aangesproken zijn door het Liv. Maar waar ik moeite mee heb, collega's, is dat als de financiering bij iemand wordt stopgezet, zomaar van een andere minister wordt verwacht dat die dat overneemt. We moeten daar fatsoenlijk over praten, minister Demir heeft me nog niet bevestigd dat dit sowieso wegvalt. Ik zal dit nu eerst met haar doorspreken om te kijken hoe of wat, maar sowieso zullen we het oplossen. Ik wil dat de dienstverlening wordt gecontinueerd en dat het doelpubliek breed blijft, ongeacht of men al dan niet lid is van een organisatie. Maar wanneer Landbouw financiert, moeten we zeker zijn dat het afgestemd is op onze eigen beleidsaccenten. Ik wil dit doen maar dit kan voor mij geen precedent zijn wanneer dit voor een andere minister geen prioriteit meer is. Dit past niet zo goed bij Omgeving maar wanneer het naar mij wordt overgeheveld zonder middelen, moet ik er wel geld voor zoeken.
Ik heb inhoudelijk wel begrip voor de bezorgdheden die er zijn en ik begrijp ook wel waarom dat logischerwijze bij Landbouw zou kunnen terechtkomen maar we moeten het ook kunnen inpassen. We zullen een oplossing zoeken maar voor mij mag dit geen precedent zijn. Dat zult u vanuit mijn positie ook wel begrijpen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik heb niet gezegd dat uw antwoord niet helder was, integendeel, ik heb gezegd dat ik een positief antwoord heb gekregen inzake waardering en dergelijke. Ik wil de mensen van het infopunt ook niet ontgoochelen, zij wachten op duidelijkheid. Zoals de voorzitter zegt, zou het spijtig zijn dat we in een discussie belanden over tot wiens bevoegdheid dit behoort en dat er een aantal maanden of jaren passeren zonder financiering toe te kennen. Ik weet ook wel dat u niet plots zomaar 100.000 euro uit uw hoed kunt toveren.
Ik vind het wel een beetje vreemd – dat moet ik eigenlijk aan minister Demir zeggen – dat op het moment dat de financiering afloopt, wij vragen moeten stellen op vraag van het infopunt en dat daar vanuit de politiek, vanuit de bevoegdheid van minister Demir niet tijdig op ingegaan wordt. Het is spijtig dat dit moet gebeuren zonder dat wij dit eigenlijk weten, en dat wij moeten worden aangespoord door het infopunt zelf om politieke vragen te stellen en daarmee naar u te komen terwijl dat eigenlijk niet uw bevoegdheid is. Ik reken er echter op, dat hebt u toch zo aangekondigd, dat u samen met minister Demir zo snel mogelijk voor een oplossing zult zorgen. Ik hoop dat dit zo snel mogelijk gebeurt en dat de financiering eventueel met een compromis à la belge – elk de helft – wordt verzekerd.
Het jaar is al halfweg. Wij rekenen inderdaad op een oplossing maar de minister is een duidelijk engagement aangegaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.