Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Natuurgebieden kunnen een belangrijke bondgenoot zijn in een veranderend klimaat. Zo biedt het creëren van natuur kansen om water in tijden van overlast vast te houden en in tijden van droogte geleidelijk terug te geven. Dat zijn natuurlijke klimaatbuffers.
In Nederland werd in 2008 reeds een actieprogramma opgestart om dergelijke klimaatbuffers te realiseren. Natuurlijke processen krijgen de ruimte, waardoor de gebieden meegroeien met de klimaatverandering. De klimaatbuffers vervullen een rol bij het vasthouden en opvangen van water, het voorkomen van watertekorten, het temperen van hitte en het verminderen van de uitstoot van kooldioxide in de atmosfeer.
Veengebieden vergen in heel dat pakket een specifieke aandacht, niet alleen omdat deze gebieden zeer belangrijk zijn voor de biodiversiteit. Veen speelt ook een superbelangrijke rol in de strijd tegen de klimaatverandering. Slechts 3 tot 5 procent van de totale landoppervlakte op het noordelijk halfrond bestaat uit veen, maar die veengebieden bevatten wel 33 procent van alle koolstof in de bodem. Het zijn dus echt 'koolstofsinks', die we moeten behouden. Veengebieden hebben dus een groot potentieel om koolstof op te slaan en een positieve bijdrage te leveren aan de klimaatproblematiek.
Verdroging van veen is daarentegen nefast, zowel voor de biodiversiteit als voor de vrijstelling van de opgeslagen koolstof. Door Natuurpunt werd hier een pilootproject opgestart in het kader van een Europees project met partners uit België, Nederland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Een structureel beleid in Vlaanderen om veengebieden beter te beschermen, is nodig.
Minister, gaat u ermee akkoord dat een actieprogramma voor de realisatie van klimaatbuffers in Vlaanderen dringend noodzakelijk is? Wanneer zult u daar werk van maken? Gaat u ermee akkoord dat dringende maatregelen nodig zijn om de veengebieden in Vlaanderen te beschermen en te herstellen? Zult u hiervoor een actieplan opmaken? Wanneer mogen we dat verwachten?
Minister Demir heeft het woord.
In het ontwerp Vlaams Adaptatieplan 2021-2030 voorzie ik onder de strategie 'Groenblauwe netwerken maximaliseren' een maatregel rond het versterken van grote en kwaliteitsvolle natuurlijke en halfnatuurlijke gebieden. Grote groene ruimtes zoals stadsbossen, die fungeren als koele oases voor de bevolking en als bron van koele lucht voor de mildering van het hitte-eilandeffect, of natuurrijke riviervalleien en natuurlijke bufferbekkens die wateroverlast door rivieren opvangen en water kunnen vasthouden in de strijd tegen droogte, kunnen klimaatbuffers vormen.
De Vlaamse overheid werkt samen met lokale overheden en lokale belanghebbenden aan een klimaatbufferprogramma. Dit programma biedt de inwoners van verstedelijkte gebieden de vlot toegankelijke, koele en schaduwrijke gebieden aan die ze nodig hebben. Het programma legt ook grootschalige natuurgebieden en groenblauwe netwerken aan ter bescherming van gebieden tegen wateroverlast.
Ik kan al melden dat het Departement Omgeving, het Agentschap Natuur en Bos (ANB), de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), het instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) samen met de federale, Waalse en Brusselse partners, een voorstel voor een LIFE-project hebben ingediend. Een van de centrale acties in dat project is het opstellen en uitvoeren van een programma voor klimaatbuffers met focus op de verstedelijkte gebieden. Dit zal natuurlijk in overleg en samenwerking met de stakeholders gebeuren. Het project zal van 2021 tot 2028 lopen en zal hopelijk in september 2020 voor goedkeuring aan de Europese Commissie worden voorgelegd.
De rol van veengebieden in de koolstofopslag en in het vasthouden van water in verband met wateroverlast is onmiskenbaar. Zoals ik in het verleden heb aangehaald, wil ik de natuur actief inzetten om de gevolgen van de klimaatverandering te milderen. Moerassen en valleigebieden, waar de veengebieden een deel van uitmaken, spelen hier natuurlijk een belangrijke rol in.
Ik streef naar gezonde vallei-ecosystemen en wil tegen het einde van deze regeerperiode bijkomend 20.000 hectare natuur onder effectief beheer brengen. Ik wil de natuurlijke dynamiek in valleigebieden herstellen en, waar wenselijk, bijkomende natte natuur creëren. We moeten door middel van een gebiedsgericht programma ook actief inzetten op de geïntegreerde uitvoering van het herstel en de inrichting van wetlands, met het oog op de waterbeheersing, de natuurontwikkeling en de klimaatmitigatie. Het ANB, de VMM en Natuurpunt werken momenteel samen aan de opmaak hiervan. Vervolgens zullen ze met lokale gebiedscoalities gezamenlijk aan de uitvoering werken.
In het kader van de opmaak van het reactief afwegingskader voor de prioritering van het watergebruik in periodes van waterschaarste gaat bijzondere aandacht naar een betere bescherming van veengebieden tegen verdroging. Concreet heb ik recent de projectuitvoering goedgekeurd van het natuurinrichtingsproject ‘Zwarte Beek’. Hierdoor wordt in de vallei van de Zwarte Beek een van de grootste en dikste veenpakketten in Vlaanderen eindelijk beschermd en door een aantal belangrijke hydrologische ingrepen hersteld. Dit gebeurt met het oog op de versterking van de waterbuffering. Het eerstvolgende dossier dat op mijn tafel ligt, betreft het natuurinrichtingsproject ‘De Liereman’, dat ondertussen al tien jaar aansleept. Ik denk dat we dit dossier zeer snel kunnen afronden. Zo wordt weer een pak waardevolle veenpakketten hersteld.
Voor een accurate bescherming van de veengebieden hebben we onvoldoende zicht op de locatie van de veenbodems in Vlaanderen. Zeker voor de begraven veenlagen is dat het geval. Om die reden heeft het Departement Omgeving een studieopdracht lopen om de veenbossen in Vlaanderen gebiedsdekkend in kaart te brengen. Dat is belangrijk. Indien uit deze studie belangrijke leemtes naar voren zouden komen, zal ik daar op gepaste wijze naar handelen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat klinkt allemaal zeer goed en we zijn daar heel tevreden over, want er is echt werk aan de winkel. De voorbije vijftig jaar is in Vlaanderen meer dan 180.000 hectare aan moerasgebieden verdwenen. Het is belangrijk het moerasgebied te herstellen en uit te breiden. Ik spreek in eerste instantie over herstel.
U hebt een aantal goede plannen opgesteld en ik kijk dan ook heel hard uit naar het herstelplan voor de wetlands dat u met de verschillende stakeholders voorbereidt. Ik roep u nogmaals op om niet toe te laten dat bestaande moerasgebieden worden vernietigd, zoals mogelijk met de Groene Delle het geval zou zijn.
Een planning opmaken is supergoed, daar staan we 100 procent achter, maar bescherm ook wat er is, want we zijn al heel veel moerasgebieden kwijt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.