Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, de voorjaarsdroogte dit jaar heeft een grote impact op het waterpeil van de waterwegen in heel Europa. Het waterpeil van de Rijn en de Donau is bijzonder laag. Het peil van de Maas – en dan zitten we in ons beider streek – bereikte begin deze maand in het meetpunt in Lanaken het laagste punt sinds het begin van de metingen in 1987. Het Albertkanaal, de belangrijkste binnenvaartverbinding van Vlaanderen, wordt gevoed door het Maaswater. De lage waterstand van de Maas heeft dus een directe impact op de binnenvaart en de economische bedrijvigheid in Vlaanderen. Zo worden schepen vandaag gegroepeerd door de sluizen geschut om een te snelle afvoer van het water te voorkomen.
Spoorwegoperator Lineas anticipeert alvast op mogelijke beperkingen in de binnenvaart deze zomer en legt bijkomende goederentreinen in tussen Antwerpen en het Ruhrgebied. De spoorwegen kunnen evenwel niet de volledige capaciteit bieden die verloren zou gaan bij te lage waterstanden in de binnenvaart. Er kan dus verwacht worden dat lage waterstanden zullen leiden tot meer vrachtverkeer op onze wegen.
Minister, welke maatregelen worden er genomen om de impact op de binnenvaart van het lage waterpeil op onze waterwegen te beperken?
Welke evolutie wordt er verwacht op het waterpeil van onze waterwegen deze zomer?
Op welke manier wordt de binnenvaartsector ondersteund om in te spelen op de evolutie waarbij er in de zomerperiodes vaker lagere waterstanden zouden voorkomen?
Dit brengt me bij mijn vierde vraag. Het goederenvervoer per spoor zou deels de trafieken kunnen overnemen die door de droogte niet met de binnenvaart kunnen plaatsvinden. Het merendeel van de trafiek zal evenwel door het wegvervoer worden overgenomen, wat dan weer tot een omgekeerde modal shift zou leiden. Welke maatregelen zullen worden genomen om ook tijdens droogteperiodes zo maximaal mogelijk op de duurzame transportmodi in te zetten?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Keulen, ik gun Lanaken uiteraard heel graag recordcijfers, maar u hebt in uw vraagstelling aangehaald dat Lanaken het laagste cijfer sinds het begin van de metingen in de Maas in 1987 had. Ik moet u meedelen dat er volgens De Vlaamse Waterweg een technische fout in het meettoestel zat. Het Hydrologisch Informatiecentrum van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft die technische fout inmiddels, op 5 juni 2020, rechtgezet. Ik gun Lanaken en uzelf heel graag positieve recordcijfers, maar in dit verband moet ik meedelen dat het niet zo ernstig was.
De droogte die er is, is te wijten aan drie opeenvolgende droogteperiodes in 2017, 2018 en 2019, alsook aan het feit dat er van april 2020 tot en met juni 2020 zeer weinig neerslag is gevallen. Dit betekent dat de droogte enorm ernstig is en een enorme impact heeft op onze Vlaamse waterwegen en uiteraard ook op de grondwaterstanden in de diverse waterwegen.
U hebt me gevraagd welke maatregelen op dit ogenblik worden genomen. De Vlaamse Waterweg is actief lid van de Vlaamse droogtecommissie, die in 2017 door toenmalig minister Schauvliege is opgericht en waarvan minister Demir op dit moment de trekker is. Als actief lid blijft De Vlaamse Waterweg alles opvolgen om gedurende een periode van waterschaarste toch een maximale dienstverlening te kunnen waarborgen en een aantal maatregelen verder te kunnen uitwerken.
Wat de waterbeschikbaarheid betreft, neemt De Vlaamse Waterweg een aantal waterbesparende maatregelen om het scheepvaartverkeer maximaal te waarborgen en om het waterverbruik te beperken.
De beperking van het waterverbruik gebeurt vooral door het schutten aan de sluizen. Naast de droogte zelf, is de scheepvaartintensiteit een bepalende factor. De Vlaamse Waterweg kan daar natuurlijk actief op inzetten, wat betekent dat er tijdens heel droge periodes enkel wordt geschut wanneer de kolk volledig met schepen is gevuld of wanneer een bepaalde maximale wachttijd is verstreken. Hoe langer de opgelegde wachttijd is, hoe minder schuttingen nodig zijn om alle schepen te versassen. De Vlaamse Waterweg zet al volop in op het gegroepeerd schutten voor plezier- en beroepsvaart. Natuurlijk heeft dat een economische kost en brengt dat vertragingen met zich mee. Het is alleszins een belangrijke maatregel om minder water te verbruiken.
Verder zijn ook een aantal lekdichtingswerken uitgevoerd. Die dichtingswerken zijn onder andere uitgevoerd aan de Gravensluis in Nieuwpoort, aan de sluis Asper, aan de sluis van Sint-Baafs-Vijve en aan de stuw van Merelbeke. Hierdoor gaat minder water verloren.
Verder heeft de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) heel wat bewustwordingscampagnes opgezet voor bedrijven en voor het grote publiek om spaarzaam met het gebruik van water om te gaan.
Verder heeft De Vlaamse Waterweg hogere zomerstreefpeilen ingevoerd, om zo een beperkte reserve op te bouwen. Dat betekent bijvoorbeeld dat het waterpeil van het Leopoldkanaal en het Afleidingskanaal van de Leie verhoogd wordt om zo een bijkomende buffer zoetwater aan te kunnen leggen.
Ik kan ook meegeven dat langs het Albertkanaal en de Kempische kanalen verschillende watervangen voor de bevloeiing van natuur- en landbouwgebieden worden dichtgezet. In eerste instantie werden die gedeeltelijk dichtgezet, maar sinds 25 mei zijn die voor 50 procent dichtgezet. Daar kan men dus geen water meer uit capteren.
Bijkomend kan ook gezegd worden dat het terugpompen van schutwater op de sluizen ook een oplossing is. De Vlaamse Waterweg heeft hiertoe aan een aantal sluizen met significant waterverbruik grootschalige pompinstallaties gebouwd, onder andere op het Albertkanaal te Ham, Olen en Hasselt, maar ook op de Leie in Harelbeke. Zo zorgt men ervoor dat het schutwater op de sluizen voor een groot stuk teruggepompt kan worden.
Verder hebben we ook nog mobiele pompen, omdat op sluizen waar nog geen grootschalige pompinstallaties zijn, men dat ook gebruikt op andere locaties via mobiele pompen, om zo veel mogelijk dat schutwater te kunnen opvangen.
Wat de watercaptatie uit de waterwegen betreft, zijn er ook specifieke afspraken gemaakt met drinkwatermaatschappijen om ook hier piekverbruiken volledig uit te vlakken en om de captatie van water te beperken.
In alle provincies geldt op dit ogenblik ook een captatieverbod op alle verschillende onbevaarbare waterlopen, om waterschaarste zo veel mogelijk te voorkomen.
Als al deze maatregelen ontoereikend zijn, zou men eventueel ook nog kunnen overgaan tot diepgangbeperking op de bevaarbare waterwegen. Maar dat heeft ook weer een enorme economische repercussie en dat is op dit ogenblik nog niet aan de orde. Maar als het langer blijft duren, is dat ook een maatregel die nog altijd mogelijk is.
U ziet dus dat we in tijden van corona, maar ook in tijden van waterschaarste met De Vlaamse Waterweg maximaal inzetten op het waarborgen van de dienstverlening enerzijds, en dat we ook tal van maatregelen blijven nemen om tegemoet te komen aan deze noodsituaties. Waterbesparende maatregelen enerzijds, en als deze niet volstaan, kijken we naar de andere maatregelen, en finaal naar de diepgangbeperking. Gelukkig is dat vandaag de dag nog niet nodig en gelukkig heeft het de voorbije dagen ook weer wat meer geregend. Hopelijk brengt dat voldoende soelaas en moeten we daardoor niet overgaan tot die diepgangbeperking. Maar we blijven het alleszins met De Vlaamse Waterweg zeker nog opvolgen.
De heer Keulen heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen. Het lijken mij heel praktische antwoorden en het moet verder gemonitord worden. En inderdaad, de weergoden lijken eigenlijk een voorschot te nemen, minister, op uw antwoord, want de laatste dagen hebben ze toch al een beetje gecompenseerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.