Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dit is een opvolgvraag over een thema dat al een paar keer aan bod is gekomen, de eerste keer in maart, nadat er acht socioculturele organisaties waren die een brief hadden gekregen dat hun gescomiddelen vervroegd werden stopgezet. Uiteindelijk is er tijdens de commissievergadering van 30 april ook verder op ingegaan. Minister-president, daar hebt u toen aangekondigd dat u terugkwam op de eerdere beslissing om die gescomiddelen vervroegd stop te zetten. Vanuit CD&V heb ik hier altijd gesteld dat voor ons een gemaakte afspraak een gemaakte afspraak was, u hebt dat op 30 april ook zo bevestigd. De CD&V-fractie was heel tevreden met die beslissing. Daardoor moeten de acht organisaties hun gesubsidieerde tewerkgestelden niet vroegtijdig ontslaan.
Daarenboven stelde u – en daar waren we toen ook heel blij mee – dat u per organisatie wilde bekijken of, naast de voortzetting van de gescomiddelen, zij niet structureel ondersteund zouden kunnen worden door de Vlaamse overheid. Indien hier mogelijkheden zijn, zou het het probleem van de gescomiddelen ook vanzelf oplossen. Indien er geen structurele oplossing gevonden zou worden, zouden de gekende gescomiddelen blijven bestaan, uitdovend weliswaar. U zou elke organisatie individueel op uw kabinet ontvangen om samen te bekijken welke mogelijkheden er zijn binnen de bestaande Vlaamse decreten.
Ondertussen zijn we meer dan anderhalve maand verder. Daarom informeer ik graag naar de stand van zaken van de gesprekken met de acht organisaties, en welke mogelijke oplossingen er eventueel zijn gevonden.
Hebt u elke organisatie al kunnen ontvangen? Indien niet, zijn alle gesprekken reeds ingepland? Kunt u eventueel al meer duidelijkheid geven of er oplossingen zijn gevonden per organisatie tot structurele subsidiëring?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Vooraf wil ik voor ieders goed begrip nog eens duidelijk stellen wat ik exact gezegd heb tijdens de commissievergadering van 30 april.
Ten eerste: de intentie om de gescomiddelen voor acht organisaties onmiddellijk stop te zetten, zetten we on hold. Ten tweede: de acht organisaties zullen alle individueel uitgenodigd worden om hun situatie te bekijken en hun werking te evalueren. Ten derde: op basis van deze gesprekken en evaluatie bekijken we welke oplossingen er binnen de bestaande decreten geboden kunnen worden. Ten vierde: indien er niet onmiddellijk een andere oplossing mogelijk is, gaan we de eerder gemaakte afspraken van de vorige legislatuur voortzetten. Dat waren de vier elementen.
Zeven van de acht organisaties gingen reeds in op de uitnodiging om rond de tafel te gaan zitten. De gesprekken lopen momenteel. Ik kan daar heel concreet over zijn. Met het Fakkeltheater hebben we samengezeten op 15 mei, met Elcker-Ik hebben we samengezeten op 2 juni. De gesprekken die gepland zijn: het kunstencentrum België op 23 juni, met w wh at* en met vzw Roer op 24 juni, en met Incar op 1 juli. We zoeken nog naar een datum om met Stroom vzw samen te zitten. Met de Vlaamse Kring voor Esthetica kregen we nog geen enkel contact. Ze reageren op geen enkel contact van het kabinet. We hebben sterke twijfels of die organisatie nog wel in leven is. Ik ga nu echt niet via Facebook een oproep doen om zich kenbaar te maken.
De gesprekken zijn dus aan de gang. Daarom kan ik ook nog geen duidelijkheid geven over de richting die we met elke organisatie uitgaan. De gesprekken zijn gepland, behalve met één organisatie, en met een achtste organisatie hebben we geen enkel contact. De evaluatie van die vereniging zal misschien niet zo positief uitvallen.
Ik nodig u uit om daar opvolgvragen over te stellen, want ik neem dat echt wel ernstig ter hand.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u, minister-president, om hier echt werk van te maken. Ik had die vier elementen heel goed begrepen, hoor. Ik had ook goed begrepen dat dit in de eerste plaats een inspanningsverbintenis is om tot een mogelijke structurele oplossing te komen. Langs de andere kant is het ook een resultaatsverbintenis, in die zin dat de gemaakte afspraken zullen worden gehonoreerd indien er geen oplossing wordt gevonden.
Ik voel nu aan dat het meer is dan een beleefdheidsbezoek. Daar ben ik ook heel tevreden mee. Ik hoop ook dat er oplossingen kunnen worden gevonden. Niet voor alle acht, of zeven, organisaties. Het is natuurlijk op basis van de eigenheid van elke organisatie dat kan bekeken worden of er een structurele oplossing mogelijk is. Kunt u al wat meer ingaan op welke mogelijke pistes u binnen de bestaande decreten zag voor die organisaties? Er kan worden gekeken naar het decreet Sociaal-Cultureel Werk en naar het Bovenlokaal Cultuurdecreet. Zo hebben voor het decreet Sociaal-Cultureel Werk 39 nieuwe organisaties een aanvraag voor structurele erkenning ingediend. Ik heb de lijst nog niet gekregen. Zit er een van die organisaties bij? En ziet u in het Bovenlokaal Cultuurdecreet mogelijkheden voor organisaties die een bovenlokale sociaal-culturele werking hebben? Of moet eerst de evaluatie van het decreet worden bekeken, om te weten of er daar in de toekomst mogelijkheden zijn?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister-president, ik vind het heel positief dat u, ondanks het vele extra werk dat deze crisis met zich meebrengt, toch al met de meeste betrokkenen hebt afgesproken. Ik heb een bedenking. U hebt gezegd dat u samen met de organisaties wilt bekijken onder welke structurele subsidies ze eventueel zouden kunnen vallen. We moeten wel in het oog houden dat de organisaties die worden overgeheveld, voldoen aan de criteria van de nieuwe subsidielijnen, dat is logisch, maar ook dat andere organisaties, die al in subsidielijnen zitten, daar geen schade van ondervinden qua middelen. Het is maar een bedenking, maar u zult daar ongetwijfeld rekening mee houden!
De heer Pelckmans heeft het woord.
Als minister-president Jambon ontroerd is door mijn inzet voor de podiumkunsten, dan ben ik ontroerd door de inzet van mijn collega Van de Wauwer voor dit probleem. Waarvoor dank. Het spreekt voor zich dat ik dit ook erg opvolg.
Nu het stof is gaan liggen na de beslissing, wil ik het standpunt van Groen nog eens scherpstellen. Het gaat over acht organisaties met een verschillende sectorachtergrond. Het moet de bedoeling zijn om in die blessuretijd die organisaties de kans te geven echt wel een onderkomen te vinden in een sectordecreet. Dat is meteen mijn antwoord op wat mevrouw Van Werde naar voren brengt. Uiteindelijk zal er wel een structurele oplossing moeten zijn. Die zal, vrees ik, alleen maar kunnen worden gevonden in aansluiting met het bestaande Sectordecreet. Het probleem is dat dit de chronologie van het indienen van een en ander wel bemoeilijkt. Kan in de gesprekken niet maximaal worden afgesproken dat die organisaties begeleid worden om de indiening bij hun sector te doen, zodat ze maximaal kans maken? Maar dat betekent natuurlijk dat we het eindoordeel overlaten aan een beoordelingscommissie, om op lange termijn een en ander tot een goed einde te brengen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van de Wauwer en mijnheer Pelckmans, zoals ik in mijn antwoord heb gezegd, zeg ik nu ook dat wij tegelijkertijd een evaluatie van die organisaties maken. Ik kan mij voorstellen dat niet elke organisatie even dicht bij een of andere sectorerkenning staat. Als we met bepaalde organisaties overeenkomen dat de sprong naar een of andere sectorerkenning haalbaar lijkt, zullen we die organisatie daarin begeleiden. Dat is evident.
Ik steek er mijn hand niet voor in het vuur dat we na de gesprekken en de doorlichting tegen alle acht organisaties zullen zeggen dat ze voor een van de sectoren in aanmerking komen. Het is mogelijk dat we sommige organisaties zullen zeggen dat we ons engagement ten aanzien van de gescomiddelen zullen nakomen, en dat is het dan. Met die gesprekken gaat echt een evaluatie gepaard.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, ik zal zeker ingaan op uw uitnodiging om hierover vervolgvragen te stellen, daar mag u van uitgaan. Ik hoop dat we in de toekomst zicht zullen krijgen op mogelijke oplossingen voor deze organisaties.
Het is uiteraard positief dat het niet enkel een gesprek is, maar dat er ook een evaluatie met eventuele begeleiding komt. Het is niet meer dan logisch dat enkel zij die voor erkenning in aanmerking komen, een erkenning zullen krijgen. Als we vaststellen dat er organisaties zijn die eigenlijk totaal geen werking meer hebben of die zelfs niet op oproepen reageren, zoals de Vlaamse kring voor Esthetica, moeten we zelfs kijken of het kan in die gevallen de gescomiddelen nog verder uit te betalen. Als een organisatie geen werking meer heeft, is dat natuurlijk iets wat we moeten bekijken.
Ik dank u nogmaals voor uw inzet. We zullen dit blijven opvolgen. Ik hoop op een oplossing voor zo veel mogelijk organisaties.
De vraag om uitleg is afgehandeld.