Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, in de varkenshouderij is het couperen van staarten een heikel probleem. Varkens die in een monotone omgeving worden gehouden, gaan zich snel vervelen. Dat uit zich onder meer in agressie en kauwdwang, die vaak gericht is tegen de andere dieren. Hun staart is daarbij vaak het slachtoffer. Om verwondingen en ontstekingen te voorkomen, kiezen de meeste kwekers daarom om bij hun dieren de staart af te snijden of af te branden.
De Europese Commissie legde twaalf geleden, in 2008, een richtlijn vast dat de staart afsnijden een uitzonderlijke maatregel dient te zijn, die uitdrukkelijk gemotiveerd moet worden. Omdat ze vaststelde dat die regels nog te vaak dode letter bleven, werd dat in 2016 aangescherpt met aanbevelingen. Varkensboeren werden verplicht tot rapportage van hun inspanningen om verveling, frustratie en agressie in de stal te voorkomen.
In deze commissie ondervroeg voormalig collega Engelbosch in juni 2018 u nog over de stand van zaken inzake het Europees actieplan. U gaf aan dat Vlaanderen de Europese richtlijn ondersteunde met een eigen actieplan, dat ook in werking zou treden in september 2018. Dat hield de verplichting in geschikte verrijkings- en speelmaterialen in de stallen te voorzien, een beoordelingsrapport op te stellen en, in een later stadium, jaarlijks samen met hun bedrijfsdierenarts een actieplan op te stellen om staartbijten structureel aan te pakken in hun bedrijf.
Minister, is het Vlaams actieplan intussen goedgekeurd door de Europese Commissie? Zo neen, welke bemerkingen waren er? Wat zijn de moeilijkheden die het achterwege laten van staartcouperen in de weg staan? Hoe evalueert u de voorlopige resultaten van het Vlaamse actieplan tegen staartbijten en -couperen dat in werking trad op 1 september 2018? Is de problematiek besproken binnen de Vughtgroep? Zo ja, wat zijn hiervan de conclusies? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de voorziene verplichting om een actieplan op te maken op bedrijfsniveau tegen staartbijten? Heeft de regering concreet zicht op de impact van de hierboven vernoemde maatregelen tegen het couperen van staarten? Is er sprake van een daling? Op welke manier monitort de Vlaamse overheid dit?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben nog geen feedback ontvangen van de Europese Commissie over ons actieplan. Het couperen van de staarten van varkens wordt gedaan om staartbijten te voorkomen. Dat is natuurlijk ongewenst gedrag, dat tot zware letsels kan leiden. De oorzaken zijn multifactorieel en vooralsnog niet wetenschappelijk eenduidig. Er zijn verschillende factoren waarvan men weet dat ze een rol kunnen spelen, zoals bezettingsdichtheid, gebrek aan verrijking, de voeding en het klimaat.
Bij een uitbraak is het soms moeilijk vast te stellen wat de concrete oorzaak is. Tijdens een Nederlands project kregen verschillende varkenshouders die eerst goede resultaten hadden gehaald, plots te maken met een uitbraak van staartbijten. Het ging over gecoupeerde varkens en men dacht: die zijn goed bezig, wat we toepassen, werkt. Maar dan plots waren er uitbraken waarvan de oorzaken moeilijk te duiden waren. Men verwijst dan bijvoorbeeld naar hoge temperaturen, maar eenduidigheid en zekerheid daarover is er niet echt. Dat zorgt voor angst voor de zware gevolgen, wat varkenshouders ervan weerhoudt om daarmee te experimenteren, en dat is een nadeel.
Het couperen van de staarten werd inderdaad al besproken binnen de Vughtgroep. Daaruit blijkt dat de andere landen tegen dezelfde problemen aanlopen. De gesprekken in de Vughtgroep concentreren zich vooral op de internationale handel in biggen. Varkens worden vaak op een ander bedrijf vetgemest dan waar ze geboren zijn, maar de fokker moet binnen de zeven dagen na de geboorte beslissen om de staarten van de biggen al dan niet te couperen, soms zonder dat hij weet waar de biggen naartoe zullen gaan en dus zonder te weten of staartbijten een probleem is op het bedrijf van bestemming. Dat is een bijkomende moeilijkheid.
Het Vlaams actieplan is nog niet volledig in werking getreden, omdat de feedback van de Europese Commissie nog op zich laat wachten. Er werd wel al ingezet op een strengere interpretatie en scherpere controle van verrijkingsmateriaal bij varkens en meer bepaald op het beboeten van varkensboeren die geen of onvoldoende verrijkingsmateriaal voorzien. De varkenshouders werden hierover ook gesensibiliseerd. Maar een gebrek aan geschikt verrijkingsmateriaal blijft nog steeds een van de meest voorkomende overtredingen op varkensbedrijven, dus hier zullen we verder op controleren en beboeten indien dit niet verandert.
De verplichting om een jaarlijks actieplan op te maken tegen staartbijten door de varkenshouder werd nog niet ingevoerd. Hier werd gewacht op het oordeel en de suggesties van de Europese Commissie. Als dit uitblijft, wil ik toch ook het voortouw nemen en een versnelling hoger schakelen. We kunnen niet blijven wachten op een reactie van de Europese Commissie. Ik zal hier dan zelf regelgevend werk van maken. Hiervoor zal ook naar de werkwijze in de ons omringende landen gekeken worden.
Tot slot: er bestaat geen monitoring van het aantal varkens waarvan de staart gecoupeerd wordt. Er zijn daarover dan ook geen cijfers beschikbaar.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik vind het bijzonder jammer dat de feedback van de Europese Commissie over dat Vlaams actieplan zo lang op zich laat wachten. Op die manier gaat er kostbare tijd verloren. Ik ben dan ook tevreden dat u aangeeft dat u een versnelling hoger wilt schakelen en zelf regelgevend werk wilt maken van dat actieplan voor de varkenshouders. Ik denk dat het voor hen ook een meerwaarde zou zijn, want het is voor hen niet evident om keuzes te maken. Ze zijn bang voor een uitbraak van staartbijten op hun bedrijf. Het is ook zo dat varkens niet altijd op het bedrijf waar ze geboren worden blijven. Daardoor moeten varkenshouders keuzes maken voor anderen. Dat maakt het voor hen natuurlijk bijzonder moeilijk. Ik ben ook wel tevreden dat er in eerste instantie ingezet wordt op sensibilisering. Het is voor de varkenshouders belangrijk om over alle informatie te beschikken om goed aan de slag te kunnen gaan.
U geeft aan dat de controles momenteel vlot verlopen. Zijn er ideeën over de manier waarop we die in de toekomst nog kunnen optimaliseren? Wordt dit mee bekeken bij de opmaak van een regelgevend kader?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil u bedanken om een stand van zaken te geven, minister. Ik vind het zeer positief dat u samen met de sector sterk inzet op de sensibilisering, zodat iedereen goed weet wat de mogelijkheden zijn.
Wat de reactie van Europa op het actieplan betreft: hebt u enig zicht op de reden waarom Europa nog niet gereageerd heeft? Is er communicatie van u of uw administratie naar Europa om een reactie te krijgen? En wat is de reden dat die reactie zou uitblijven? Is men nog verder een aantal zaken aan het nakijken of onderzoeken, hebt u daar enig zicht op? Het zou toch wel interessant zijn om daar een beter beeld over te krijgen. Het is heel belangrijk dat er een gelijk speelveld behouden kan worden over de hele sector – wij hebben dat in het verleden ook altijd aangegeven – en dat de expertise- en kennisuitwisseling het best gebeurt en Europa daarin een belangrijke partner is. Vandaar mijn bijkomende vragen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Ik had nog een kleine bijkomende vraag in verband met het actieplan van Vlaanderen. U gaf aan dat u nog wacht op het oordeel van de Europese Commissie en dat u zelf actie gaat ondernemen als dit nog lang aansleept, wat zeker positief is. Ik had graag geweten welke termijn u daarop plakt, om zelf die actie te ondernemen. Gaat u nog een maand wachten, een jaar, twee jaar?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil niet meer wachten. Het is ondertussen al in 2018 aan de Europese Commissie bezorgd en ik denk dat er intussen ook nog eens herinneringen zijn gebeurd. We gaan daar dus niet meer op wachten en daarom nu al starten met de regelgeving.
We gaan ook zorgen voor een toename van het aantal controles – we hebben dat eigenlijk al gedaan. We zullen dat doen op basis van de inspectieplanning: dit is jaarlijks en in een specifiek controleplan dat wordt opgesteld door de dienst Dierenwelzijn, waarbij deze thematiek natuurlijk ook wordt meegenomen.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik ben uiteraard heel tevreden dat we niet meer gaan wachten, dat er actie zal worden ondernomen wat het actieplan betreft, maar ook wat de controles betreft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.