Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bothuyne heeft het woord.
In het kader van de coronacrisis besliste de Vlaamse overheid dat elke werknemer die tijdelijk werkloos is geworden door de coronacrisis, een eenmalige vergoeding van 202,68 euro zou krijgen voor de betaling van de water- en energiefactuur, een forfaitair bedrag op basis van verbruiksgegevens van de gemiddelde gezinnen. De vergoeding kan pas worden uitbetaald nadat de rechthebbende de uitkering voor tijdelijke werkloosheid heeft gekregen en de Vlaamse overheid de gegevens van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) heeft ontvangen.
De website van de Vlaamse overheid geeft een overzicht van de data van uitbetaling, afhankelijk van de categorie waartoe men behoort en de datum waarop men tijdelijk werkloos werd door COVID-19. De uitbetalingen voor mensen die tijdelijk werkloos werden in maart 2020, hadden moeten plaatsvinden in de week van 18 mei 2020. We ontvingen signalen dat bij minstens een deel van de rechthebbenden in deze situatie de uitbetaling nog niet heeft plaatsgevonden. Tegelijk voorziet de regeling die we uitwerkten voor deze premie, dat de Vlaamse Regering de mogelijkheid heeft om bijkomende doelgroepen recht te geven op deze premie. Tot op heden werd hier nog geen gebruik van gemaakt. Ik ben benieuwd hoe het daar op dit moment mee staat.
Minister, hebt u met betrekking tot de uitbetaling van de water- en energievergoeding voor de rechthebbenden die tot einde maart 2020 tijdelijk werkloos werden door COVID-19, vertraging opgelopen? Zo ja, wat zijn hiervoor de redenen? Hebt u weet van vertraging bij de uitbetaling van de uitkering voor tijdelijke werkloosheid of het verkrijgen van gegevens bij de RVA? Hoeveel vergoedingen zijn er reeds effectief uitbetaald? Hoeveel vergoedingen verwacht u dat er zullen worden uitbetaald? Met welk bedrag komt dit overeen? Voorziet u gebruik te maken van de mogelijkheid om uitbreidingen naar doelgroepen toe te staan? Zo ja, wie zou hieronder vallen? Hoe evalueert u de premie en de effecten op de inkomenssituatie van de betrokkenen? Voorziet u nog dergelijke initiatieven om de energie- en waterfactuur van slachtoffers van de economische crisis te helpen? Zo ja, welke?
Minister Demir heeft het woord.
Op uw eerste vraag wil ik antwoorden dat er al ongeveer 700.000 premies zijn betaald. Gezien de samenwerking van verschillende Vlaamse en federale instellingen, de verschillende vakbonden en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), en binnen het kader van de verwerking van persoonsgevoelige gegevens, is dit al een hele prestatie.
De eerste automatische uitbetaling aan bijna 350.000 personen is gebeurd op 18 mei, op basis van de gegevens die we van de RVA en van de uitbetalingsinstellingen op 15 mei hebben ontvangen. De tweede betaling van nog eens bijna 350.000 personen heeft vorige week plaatsgevonden.
Er is een vlotte verwerking geweest door de Vlaamse administratie. We zijn voor de uitbetaling natuurlijk afhankelijk van de informatie die we doorkrijgen via de RVA, die op zijn beurt afhankelijk is van de uitbetalingsinstellingen. Uit de vele contacten die we hebben in het kader van deze uitbetaling, zijn we ervan overtuigd dat ook de RVA alles heeft gedaan om ons tijdig van de juiste gegevens te voorzien. Zij kijken natuurlijk ook de informatie na die ze krijgen van de uitbetalingskassen.
Er zijn vertragingen. We krijgen daar meldingen van via de 1700 – het callcenter van de Vlaamse overheid –, maar ook via directe mails en telefoons. Er zijn mensen voor wie de 202 euro zeer belangrijk is en die dat zo snel mogelijk willen ontvangen.
De oorzaken van de vertraging zijn divers. In veel gevallen zijn de gegevens van de federale overheid onvolledig of nog niet doorgegeven. Zo hebben wij vandaag 15.000 rechthebbenden waarvan we van de KSZ nog geen rekeningnummer hebben ontvangen.
Wij overleggen hierover met de Kruispuntbank en met de sociale zekerheid. De kans is groot dat deze rekeningnummers bij een volgende transfer van gegevens aangeleverd zullen worden. Bij de 700.000 betaalopdrachten bleken ongeveer 1000 betalingen niet uitgevoerd vanwege diverse redenen: een onbestaand nummer, een geblokkeerd nummer of een fout rekeningnummer. Verder zijn er nog enkele beperkte groepen waar de uitbetaling nog niet heeft plaatsgevonden. Denk bijvoorbeeld aan grensarbeiders waarvoor het attest nog ontbrak.
Zodra we de nodige gegevens hebben om te betalen wordt de overschrijving binnen enkele dagen uitgevoerd. Naast de eerder vermelde aantallen en pistes wordt nu ook een brief voorbereid die we naar mogelijk enkele duizenden personen gaan zenden om hen te vragen hun rekeningnummer zelf op te geven. Dat gaat dan over de gevallen waarbij het rekeningnummer niet klopt. Ze kunnen het doorgeven, en dat wordt dan bekeken en gecontroleerd.
We hebben reeds 702.855 personen ontvangen via de RVA of de KSZ voor automatische uitbetaling in het kader van artikel 6. Daarvan zijn er ongeveer 16.000 personen die we nog niet hebben kunnen uitbetalen vanwege een ontbrekend of foutief rekeningnummer.
Van de in totaal 704.305 dossiers hebben we 688.314 personen reeds effectief kunnen uitbetalen. Dit cijfer verandert natuurlijk elke dag aangezien we geregeld betalingsopdrachten invoeren, en de uittreksels van de banken met de uitgevoerde en geweigerde betalingen enkele dagen later kunnen toekomen.
Op basis van de informatie die wij hebben, hebben we dit berekend voor 850.000 personen die in aanmerking zouden kunnen komen. Maar we zitten nog aan ongeveer 700.000 mensen. We hebben daar een budget van 171 miljoen euro voor.
Wat de uitbreiding naar doelgroepen betreft, ben ik op dit moment in overleg met een aantal kabinetten. We zijn aan het bekijken of we dit naar bepaalde doelgroepen moeten uitbreiden. We moeten dat natuurlijk in nauw overleg doen met de federale collega, omdat zij ook voor een aantal groepen al oplossingen heeft. We bekijken dat verder.
In verband met uw laatste vraag denk ik in ieder geval dat we snel hebben gehandeld. Dat is niet evident, omdat wij zelf niet over die gegevens beschikken; de Vlaamse overheid is niet in het bezit van al die rekeningnummers. We hebben die 202 euro vrij snel kunnen uitbetalen op basis van de mails over problemen met schuldbemiddeling en budgetmeters. U zult die waarschijnlijk ook krijgen. Ik denk dat dit de juiste keuze is; voor die mensen is die 202 euro zeer belangrijk.
De regering heeft ook afgesproken dat dat een eenmalige uitbetaling zou zijn.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, bedankt. Ik heb niet altijd even goed alle cijfers begrepen. Het zou nuttig zijn mocht u die nog schriftelijk kunnen overmaken, zodat we de juiste getallen kennen.
Als ik het goed begrepen heb, zijn er op dit moment ongeveer 688.000 dossiers uitbetaald. Dat is een heel flink aantal. Ik denk dat voor heel veel mensen dit bedrag mee het verschil maakt om rond te komen doorheen deze crisisperiode. Het totaalbudget van 850.000 personen zal dus allicht niet nodig zijn, begrijp ik, of opgebruikt worden. Want u verwacht niet meer dan die 702.000 dossiers. Zo begrijp ik het uit uw antwoord. Daar moet u straks misschien nog wat duiding bij geven.
Minister, ik denk dat het goed is dat de administratie contact opneemt om juiste uitbetalingen te krijgen. Het is mooi dat die 16.000 mensen rechtstreeks worden gecontacteerd. Dat is een bijkomende inspanning van u die een belangrijk signaal geeft met betrekking tot het sociaal gelaat van de Vlaamse Regering.
Hetzelfde geldt voor de uitbreiding van de doelgroepen die u nog bekijkt. We hebben al eerder gesuggereerd te kijken naar de mensen met een contract voor individuele beroepsopleiding (IBO). Ik krijg ook veel reacties van mensen die niet tijdelijk werkloos worden, maar door de crisis meteen definitief werkloos worden. Ook zij zien natuurlijk een zware inkomensval en hebben geen recht op deze eenmalige premie. Tot slot heb ik weet van een aantal sectoren, zoals de scheepvaart en de baggeraars, die stricto sensu niet voor de huidige regeling in aanmerking lijken te komen. De vraag is of u deze verschillende groepen kunt bekijken en misschien nog meer duiding kunt geven bij welke groepen u eventueel nog onderzoekt om voor deze premie in aanmerking te komen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, ik wil nog even tussenkomen met betrekking tot het laatste puntje. We hebben gisteren allemaal de dramatische berichten van de Nationale Bank van België gehoord. Kort samengevat is het geld op.
Nu wordt dit specifiek voor bijkomende doelgroepen gevraagd. Als er iets discriminerends bij is, kan ik daarin komen. Het gaat dan misschien om de koopvaardij. Als het om de kwetsbare groepen gaat, kan iemand zeggen dat we ons sociaal gelaat niet tonen, maar we hebben maandag wel op de persconferentie beslist om driemaal 15 miljoen euro via de OCMW’s ter beschikking te stellen. De OCMW’s kunnen op basis van de lokale autonomie zelf beslissen wat ze daarmee doen. We hebben nog dergelijke maatregelen genomen. De Federale Regering heeft voorzien in bijkomende maatregelen voor de OCMW’s om de kwetsbare groepen te ondersteunen. Straks is het dubbelop. Ik zou dan ook vragen om voorzichtig te zijn. Als iets discriminerend is en als het niet correct is dat iemand dat krijgt en iemand anders dat niet krijgt, moet dit worden bijgepast. Dat moeten we dan zo snel mogelijk doen, desnoods met het Vlaams Parlement, zodat het niet tot het einde van het jaar moet duren. Als het erom gaat bepaalde groepen nog meer te geven, hebben we andere kanalen. Er is voorzien in verschillende budgetten voor de lokale besturen en de OCMW’s.
Minister Demir heeft het woord.
Zoals iedereen weet, loopt het toepassingsgebied van het decreet tot 17 juli 2020. We verwachten de komende weken een update van de nieuwe lijsten. Om die reden is de berekening gemaakt. Op basis van de informatie die we krijgen en opvolgen, gaan we er wel van uit dat die 850.000 personen in aanmerking zouden kunnen komen. We krijgen wekelijks of om de paar weken de lijsten met betrekking tot de extra doelgroepen. Uiteraard moeten we hier heel goed naar kijken en moeten we bewaken hoe we dat doen. Daarom ben ik hierover in overleg met de verschillende kabinetten om een beslissing over die kwetsbare groepen te nemen.
In elk geval denk ik dat het heel goed is dat de Vlaamse Regering voor de lokale besturen en de OCMW’s de nodige budgetten heeft vrijgemaakt, want zij kunnen op maat van de kwetsbare gezinnen nagaan wat de financiële problemen zijn en waar we kunnen bijpassen. Dat kan goed op maat gebeuren. Ik denk dat dit een passende maatregel is, zeker om die eerste maanden een beetje te overbruggen. Er zijn, voor alle duidelijkheid, daarnaast heel wat andere maatregelen genomen, ook door de Federale Regering.
We verwachten volgende week nog een update van de lijst met betrekking tot een aantal technisch werklozen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik dank de minister voor de bijkomende informatie. Die cijfers zien we dan ongetwijfeld straks wel passeren via de commissiesecretaris.
Wat de uitbreiding van doelgroepen betreft, moeten we inderdaad geen subsidie op subsidie geven, maar iemand die bijvoorbeeld een IBO-contract heeft, zit niet in de scope van de OCMW’s. Ik denk dat dat zinvolle uitbreidingen zijn om te gaan bestuderen, minister. Ik begrijp dat u daarover volgende week nieuws zult brengen en eventueel nog een aantal bijkomende groepen zult kunnen helpen in dezen, waarvoor dank.
De vraag om uitleg is afgehandeld.