Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Op 20 mei 2020 werd het jaarverslag 2019 van Child Focus verspreid. Het afgelopen jaar behandelden zij in totaal 3029 nieuwe dossiers, wat neerkomt op een tiental dossiers per dag. Child Focus heeft zowel aandacht voor vermiste kinderen als seksueel uitgebuite kinderen.
Wat de seksuele uitbuiting van minderjarigen betreft, heeft de stichting 1586 dossiers behandeld, wat uiterst zorgwekkend is. Uit dit jaarverslag blijkt dat het aantal dossiers betreffende seksuele uitbuiting van minderjarigen in de prostitutie is gestegen van 39 dossiers in 2018 naar 46 dossiers in 2019. In 36 procent van deze dossiers ging het om een jongere die in een jeugdvoorziening verblijft. Kwetsbare jongeren worden gezien als gemakkelijke prooien, zeker door tienerpooiers. Aan deze doelgroep dient dan ook bijzondere aandacht geschonken te worden bij de aanpak van deze problematiek.
Seksuele uitbuiting gebeurt niet enkel offline, maar ook online. Door de toenemende digitalisering doen er zich online ook steeds meer risico’s voor. E-safety staat dan ook centraal bij Child Focus. Sinds 6 juli 2017 ontvangt en analyseert Child Focus de meldingen van vermoedelijke seksuele misbruikbeelden van kinderen via het burgerlijk meldpunt ‘Stop seksuele misbruikbeelden van kinderen’. Communicatie lijkt daarbij een cruciale rol te spelen in het succes van dit meldpunt. Hier moet dan ook volop op ingezet worden.
Het jaarverslag wijst op een kleine toename van het fenomeen ‘sextortion’ in 2019. Bij dit fenomeen worden jongeren verleid om naaktfoto’s of filmpjes van zichzelf door te sturen, waarna ze afgeperst worden. Gezien de sterke toename van het aantal meldingen als gevolg van de lockdownmaatregelen in het kader van COVID-19, is een nieuwe campagne dan ook broodnodig. Jongeren zitten dezer dagen nog meer op het internet, waardoor ze dus ook meer blootgesteld worden aan mogelijk misbruik en hiertegen ook beter beschermd dienen te worden.
Minister, u gaf in uw antwoord op schriftelijke vraag nr. 383 aan dat er aan jeugdhulporganisaties wordt gevraagd om een beleid uit te bouwen omtrent seksueel grensoverschrijdend gedrag. Worden de jeugdhulporganisaties hierop gecontroleerd? Wordt dit beleid bij elke jeugdhulporganisatie geëvalueerd? Zo ja, op welke criteria? Zo neen, waarom niet? Welke initiatieven neemt u om kwetsbare jongeren nog meer te sensibiliseren omtrent seksuele uitbuiting?
Vorig jaar werd de gratis preventietool ‘Girl Power Squad’ ontwikkeld voor jeugdorganisaties. Wanneer wordt deze tool geëvalueerd? Op welke criteria zal deze tool geëvalueerd worden? Wanneer zal deze tool uitgebreid worden naar andere doelgroepen? Hoever staat de Vlaamse stuurgroep met de evaluatie van het actieplan inzake tienerpooiers? Hoe evalueert u de samenwerking tussen de betrokken diensten inzake de tienerpooierproblematiek?
Minister Beke heeft het woord.
Collega's, de verwachting dat organisaties een beleid uitbouwen rond seksueel grensoverschrijdend gedrag is een erkenningsvoorwaarde, en opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor voorzieningen in de jeugdhulp. Tijdens de inspecties door de Zorginspectie kunnen deze erkenningsvoorwaarden ook worden gecontroleerd.
Binnen de bepalingen inzake het kwaliteitsbeleid van een organisatie is een continue evaluatie van de bestaande processen en procedures een uitgangspunt. Er wordt van elke organisatie dan ook verwacht dat ze hun eigen beleid inzake seksueel grensoverschrijdend gedrag op systematische wijze evalueren. Hierbinnen moet er minimaal aandacht zijn voor volgende criteria: de voorziening ontwikkelt een geschreven referentiekader voor grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers; de voorziening hanteert een procedure voor preventie, detectie van en gepast reageren op grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers. In die procedure is een registratiesysteem opgenomen dat voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens; grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de gebruikers wordt gemeld aan de administratie.
De initiatieven rond de sensibilisering van kwetsbare jongeren rond seksuele uitbuiting, vallen hoofdzakelijk onder het luik preventie van het Vlaams actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers. Vanuit de Vlaamse stuurgroep wordt er momenteel gewerkt aan een vormingsplan waarin de verschillende betrokken partijen de juiste handvatten aangereikt worden. Ondersteunend hieraan wordt een draaiboek met alle concrete informatie ontwikkeld.
Ook het opnieuw onder de aandacht brengen van het materiaal dat uitgewerkt werd door Child Focus, en de mogelijkheden van de ondersteuning door de referentiecentra mensenhandel, zitten vervat in dit traject dat erop gericht is de kennis over en de focus op deze problematiek te vergroten.
We werken ook mee aan het nationaal actieplan (NAP) Gendergerelateerd Geweld, waarin alle acties die betrekking hebben op het thema van seksuele uitbuiting, gebundeld worden. Dat plan is momenteel in opmaak. We blijven bovendien actief betrokken bij de uitrol van het plan Generatie Veerkracht, zoals voorgesteld door collega Benjamin Dalle, en dat we samen hebben voorgedragen aan de Vlaamse Regering.
Dit plan schenkt veel aandacht aan maatschappelijk kwetsbare jongeren. Zodra de toekenning van projectmiddelen die voortvloeien uit Generatie Veerkracht, gefinaliseerd is, worden de geselecteerde projecten die gelinkt kunnen worden aan dit thema, toegevoegd aan de preventieve en vormingsacties die uitgerold worden vanuit het Vlaams actieplan.
De preventietool ‘Girl Power Squad’ werd ontwikkeld door Child Focus. Aangezien Child Focus mee aansluit op de Vlaamse forumgroep slachtoffers tienerpooiers, en aangezien de ontwikkeling van deze tool zeer nauw aansluit op de actie die betrekking heeft op het stimuleren van e-safety en een veilig, gesensibiliseerd gebruik van sociale media en internet, wordt dit mee opgevolgd vanuit deze stuurgroep.
Voor de evaluatie hiervan zal er worden gekeken naar het aantal organisaties die er gebruik van maken, naar het profiel van de gebruikers en de ervaringen.
Child Focus onderzoekt momenteel op welke manier deze tool verder uitgebreid kan worden, onder meer naar jongeren uit de Romagemeenschap, en naar dove en slechthorende meisjes.
De acties binnen het Vlaams actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strakkere aanpak van tienerpooiers zijn onderhevig aan een continue evaluatie, die uitgevoerd wordt door de leden van de Vlaamse stuurgroep. Op de laatste stuurgroepbijeenkomst werd een vernieuwd plan van aanpak uitgewerkt, waarbij er enerzijds een werkgroep is samengesteld die zich voornamelijk zal toespitsen op het luik rond vorming en sensibilisering, en anderzijds een werkgroep die de samenwerking tussen de betrokken actoren verder concretiseert en evalueert. Dit moet het mogelijk maken om gerichter en efficiënter in te zetten op de acties die aan deze thema’s gelinkt zijn.
Het voorbije jaar is er heel wat veranderd op het vlak van zowel aanbod als verwachtingen rond samenwerking. Er werden nieuwe innovatieve woonvormen erkend, het project rond assessment van Payoke kende een eerste evaluatie, de uitbreidingsronde beveiligend verblijf werd afgerond en de evaluatie van het aanbod van vzw Nest heeft geleid tot een hernieuwd aanbod. Ook het aanmelden bij Payoke, en het eventueel gebruikmaken van hun aanbod tot assessment, werd na evaluatie bijgestuurd.
In al deze initiatieven staat samenwerking centraal. Om hierin te stroomlijnen, wordt, zoals eerder gezegd, een nieuwe werkgroep opgericht. Ik verwacht dat deze werkgroep de wijze waarop op het terrein samengewerkt wordt, zal evalueren en aanbevelingen zal formuleren naar de Vlaamse stuurgroep die gericht zijn op het verhogen van de performantie en de efficiëntie van de samenwerkingen. De opstart hiervan is gepland nog voor de zomer.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. De tienerpooierproblematiek blijft een belangrijk aandachtspunt. Er moet meer aandacht komen voor de slachtoffers van die tienerpooiers. 47 aangiftes lijkt niet veel, maar veel slachtoffers durven geen aangifte te doen uit angst of schaamte. Daardoor blijft het tienerpooierschap een onderschat fenomeen met een hoog ‘dark number’. Het is nochtans noodzakelijk dat slachtoffers de nodige hulp krijgen om verdere gevolgen en traumatisering te vermijden.
Ik heb nog twee bijkomende vragen. Neemt u initiatieven om de aangiftebereidheid te vergroten? Hoe kan er nog meer proactief worden gewerkt ten aanzien van slachtoffers?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik wil van de gelegenheid gebruikmaken om de aandacht te vestigen op de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG's). In het antwoord op een vraag van mevrouw Schryvers in het najaar meldde u dat er een specifieke werkgroep met de deelstaten zou worden geïnstalleerd met het oog op een betere samenwerking met de zorgcentra en de regio’s. Kunt u daar een stand van zaken over geven?
De heer Parys heeft het woord.
Het is altijd te fijn om te zien hoe een schriftelijke vraag leidt tot een opvolgvraag van een collega.
Minister, ik heb een aantal punctuele vragen over dit dossier. In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag heb ik gelezen dat in 2019 slechts 12 dossiers aan Payoke werden overgemaakt terwijl er eigenlijk 47 nieuwe dossiers werden opgestart en 64 lopende dossiers werden behandeld. Dat is een relatief laag cijfer. Daarom mijn vraag: waarom slechts 12? Wat is er met die andere gebeurd?
We hebben het daarnet al gehad over Girl Power Squad, een instrument van Child Focus dat jeugdhulpverleners kunnen gebruiken om kwetsbare meisjes in een voorziening weerbaar te maken tegen tienerpooiers. Uit het antwoord op mijn vraag blijkt dat er 85 aanmeldingen zijn. We kunnen echter niet opmaken of die 85 aanmeldingen zijn gebeurd door personen uit verschillende jeugdinstellingen of uit één jeugdinstelling. Minister, kunt u ervoor zorgen dat die rapportering wat fijnmaziger is, zodat wij kunnen weten waar die 85 aanmeldingen effectief zijn gebeurd?
In het antwoord op mijn schriftelijke vraag gaf u ook aan dat de Vlaamse stuurgroep een draaiboek uitwerkt dat moet dienen als ondersteuning, waarbij een aantal handvatten worden aangereikt aan iedereen die betrokken is bij die problematiek van tienerpooiers. Dat draaiboek lijkt mij een leerwaarde te zijn voor jeugdhulpvoorzieningen en zou nu ongeveer klaar moeten zijn. Minister, is het draaiboek al beschikbaar en kunnen wij dat inkijken? Dat zou interessant zijn voor onder andere de werkgroep vormingsplan.
Tot slot een laatste vraag over het nationaal actieplan ‘strijd tegen mensenhandel’, dat in 2019 is afgelopen. Er zou overleg worden opgestart over een nieuw actieplan 2020-2024. In het najaar van 2019 zei u dat u daarover zou samenzitten met alle partners. Wat is de stand van zaken daar?
Minister Beke heeft het woord.
Er zijn een aantal concrete vragen waar ik nu geen antwoord op kan geven, maar die ik zal doorgeven aan de administratie. We plannen zelf een werkbezoek op 15 juni, en dan zullen een aantal vragen bekeken kunnen worden.
De rapportering is gebeurd vanuit verschillende instellingen, maar het zou wel goed zijn om de registratie verder te verfijnen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Gezien de toename van het aantal meldingen moeten we bijzondere aandacht blijven hebben voor deze problematiek. Ik zal de initiatieven die de minister neemt, blijven opvolgen in de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.