Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Vorige week kondigde Katholiek Onderwijs Vlaanderen een nieuw digitaal netwerk voor leraren aan. Het gaat om een pilootproject, maar de bedoeling is om in de loop van het schooljaar 2020-2021 het platform, Lerarennetwerk Katholiek Onderwijs Vlaanderen, open te stellen voor het volledige onderwijspersoneel van het katholiek onderwijs in Vlaanderen.
Op de website lezen we dat de concrete initiatiefnemer de pedagogische begeleiding van Katholiek Onderwijs Vlaanderen is. We lezen wat de opzet is van het nieuwe platform: “We bouwen daartoe samen met de leraren van onze scholen een laagdrempelig digitaal platform uit dat leraren in verbinding stelt met collega’s over de grenzen van de eigen school en regio heen. Het Lerarennetwerk werkt als een interactief platform, waar leraren samen materiaal ontwikkelen, elkaar inspireren, met elkaar overleggen en interessante materialen voor de concrete onderwijspraktijk delen. Zo willen we ook inspelen op de verdere digitalisering van het onderwijsveld.”
Dit doet wel sterk denken aan een ander, reeds bestaand platform, opgestart door leerkrachten en nu al jaren ingebed binnen het Departement Onderwijs, bij iedereen gekend: KlasCement. Ik denk dat KlasCement een heel succesvol initiatief is, dat netoverschrijdend meer dan 250.000 mensen uit het onderwijs bereikt. Ook deze coronaperiode toont aan dat dat platform een groot succes is. Vandaar mijn verbazing en mijn vragen.
Minister, wat vindt u ervan dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen met een eigen initiatief komt dat eigenlijk hetzelfde oogmerk heeft? Was u hiervan op de hoogte? Werden hier gesprekken over gevoerd?
Wat zijn de redenen die Katholiek Onderwijs Vlaanderen aandraagt om met een eigen platform te beginnen? Komt dit voort uit ontevredenheid over KlasCement? Hebt u daar al zaken over gehoord?
Zal dit niet net leiden tot minder efficiënte en minder effectieve uitwisseling tussen leerkrachten en scholenteams onderling? Je krijgt nu immers kleinere platforms in plaats van een groter platform waar iedereen dan zijn materiaal deelt. Ik vond dat eigenaardig. Graag uw reactie, minister.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ondersteun natuurlijk elk initiatief, ook een vrij initiatief, waardoor leerkrachten over de netten en koepels heen degelijk kwaliteitsvol onderwijsmateriaal kunnen uitwisselen. Voor ons onderwijs kan dat echt een verrijking zijn. Als we de leraar willen waarderen, erkennen we de job, het ambacht. Hij of zij is het best in staat om zelf te oordelen welk didactisch instrument bij hem of haar past, bij de doelgroep en de leerlingen, bij de stijl van lesgeven. De waardering van leerkrachten impliceert dat ze daarin de maximale vrijheid krijgen en maximale toegang hebben tot alle materialen. Ik wil elk initiatief vrij openzetten voor iedereen, over de netten en pedagogische inzichten heen.
We kennen de diverse initiatieven al. Het platform van KlasCement laat toe dat pedagogische begeleiders ook zelf collecties aanmaken van materiaal dat door hen als kwalitatief wordt beoordeeld of van materiaal dat ze zelf maken en online zetten. Ze kunnen ook gedeeld lesmateriaal aanpassen of verrijken met bijkomende informatie en opnieuw delen. Dat is ook zo bij de Leraarskamer, een onlineforum waarop leraren met elkaar overleggen. Ook daar kunnen pedagogisch begeleiders online ondersteuning bieden. De werking van KlasCement is net gebaseerd op de idee van elkaar inspireren en interessante materialen voor concrete onderwijspraktijk delen. 112.000 van de 250.000 actieve KlasCement-leden geven aan een onderwijsfunctie te hebben. Met andere woorden, 70 procent van het Vlaams onderwijspersoneel is KlasCement-gebruiker.
Wat is de ratio van Katholiek Onderwijs Vlaanderen? Zij willen niet louter afhankelijk zijn van een externe partner en willen ook oog hebben voor de ‘community’, zoals zij het noemen. Ze willen het platform opzetten zonder een waardeoordeel te vellen over andere aanbieders, zoals KlasCement. Veel leraren maken gebruik van de content die KlasCement aanbiedt, maar daarnaast wil het nieuwe netwerk – lees Lerarennetwerk Katholiek Onderwijs Vlaanderen –, op vraag van pedagogisch begeleiders en leraren, inzetten op ondersteuning vanuit hun specifieke context en missie. Ze willen ook de community, hun gemeenschap, wat versterken. Men wil de verschillende betrokkenen binnen het onderwijs voor het specifieke deel van de ondersteuning van hun ledenvereniging met elkaar verbinden. Ze willen hun de kans geven inhoud te delen, maar ze willen ook dat leden met elkaar in communicatie kunnen gaan, wat kan leiden tot kennisdeling en groei in professioneel handelen. Die community wil dus producten en diensten leveren aan hun eigen eindgebruikers: de scholen en leraren. Dat is een beetje de ratio hierachter. Het is inderdaad een particulier en vrij initiatief.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Minister, nu breekt mijn klomp toch een beetje. Ik vind het zeer eigenaardig dat u helemaal meegaat in die uitleg van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Ik ben niet iemand die gauw tegen de koepels zal ingaan, want ik vind vrijheid van onderwijs ook bijzonder belangrijk, maar we hebben hier een perfect werkend, heel uitgebreid, ruim geconsulteerd platform, waar fantastisch lesmateriaal op staat en dat zijn dienst al heeft bewezen. Ik ben niet van mening dat er echt geld te veel is en dat er nog wat geld over is, zeker binnen de pedagogische begeleidingsdiensten, waarmee we niet goed weten wat te doen. ‘Weet je wat? We zetten ons eigen platform op.’ Dat lijkt me nu toch wel te ver te gaan. Ik weet dat er vrijheid van onderwijs is, maar dat u zomaar vlotjes die uitleg volgt, vind ik erg. Zou men het geld dat wij vrijmaken voor die pedagogische begeleidingsdiensten, niet beter efficiënter gebruiken?
Ik denk dat we in de toekomst moeten evolueren naar netoverschrijdende samenwerking waar het kan, voor die zaken waarvan we vinden dat de ingesteldheid niet zo belangrijk is en die gewoon heel interessant kunnen zijn voor zowel het katholiek onderwijs als het gemeenschapsonderwijs. Op KlasCement vindt iedereen zijn gading. In plaats van netoverschrijdende samenwerking gaan we opsplitsen. Ik vind dat eigenaardig en ik vind het zeker eigenaardig dat u, uw partij kennende, daar heel snel in mee stapt.
Ik sluit me aan bij deze vraag. Ik begrijp eigenlijk absoluut niet waarom Katholiek Onderwijs Vlaanderen met dit pilootproject start. Toen ik dat las, zag ik ook dat het Lerarennetwerk eigenlijk precies wil doen wat KlasCement al doet. Was KlasCement nu een platform geweest dat enorm slecht functioneert, waar geen leermiddelen op staan, waar mensen er de kantjes aflopen, waar geen materiaal of leden zijn, dan zou ik nog begrijpen dat er echt een alternatief nodig is. Maar KlasCement bevat 62.349 leermiddelen gedeeld door meer dan 255.000 leden – dat is enorm – gemodereerd door het Departement Onderwijs. En ook ten tijde van corona hebben die mensen alles uit de kast gehaald, zij hebben dag en nacht gewerkt en dat platform aangevuld.
We hebben in de commissie al vaak gezegd dat we versnippering tegen willen gaan en meer moeten rationaliseren. Wat mij betreft, is dit echt een onnodige versnippering. Maar ik hoor graag van de collega’s of zij er anders over denken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik heb ooit mijn stage gedaan op het secretariaat-generaal, afdeling ABC, beleidscoördinatie. Die afdeling ging over ICT in het onderwijs in 2001. We waren met twee mensen: ikzelf als stagiair en de ambtenaar Jan De Craemer en Stoop was daar ook nog bij. Dat was eigenlijk een heel klein clubje. En een van de grote dromen was toen een plaats te creëren waar leerkrachten dingen delen. En die plaats bestaat: KlasCement, los van koepel, los van kleur, geur, smaak, waar leerkrachten als professionals worden samengebracht.
KlasCement, ik vind dat woord ‘cement’ fantastisch: cement, bindmiddel, aan elkaar hangen, leren van elkaar. Want wat doen leerkrachten niet graag? Iets maken waar dan iemand anders mee gaat lopen. Dat noemen ze zweetdieven: ‘Ik maak iets en iemand anders neemt het weg en kopieert het.’ Maar hoe werkt KlasCement? Je zet er iets op, dat levert credits op en dan kan je er ook iets van afhalen: geven en nemen, rechten en plichten. En de zaken die erop staan, kunnen door leerkrachten en professionals worden beoordeeld en is volledig gethematiseerd en gemodereerd door het departement. Ik ken nog een aantal mensen die daar zitten en dat zijn geen ambtenaren onder de auspiciën van de minister. Dat zijn ook leerkrachten.
De verschillende koepels werken daaraan mee en zij kunnen perfect zoveel moderatoren, pedagogische begeleiders of influencers in die lerarenkamer stoppen als ze willen, daar stempeltjes op zetten om duidelijk te maken waarvoor ze gebruikt kunnen worden, zelf hun leerkrachten verwijzen naar bepaalde items. Dat kan allemaal.
Ik begrijp dan ook echt niet waarom men dit probeert na te bouwen. Ik zal stout zijn. Wil men van modereren naar censureren? Is er foute inhoud? Ik neem aan van niet, want wanneer een leraar vindt dat de inhoud niet past in het katholieke opvoedingstraject, dan geeft die dat niet, dan plukt die dat daar niet en gebruikt die dat niet.
Als we werkelijk willen – en dat is een oprechte oproep van mezelf – dat leerkrachten professionals zijn, dan moeten wij hen ook als professional waarderen. Mevrouw Grosemans, ik moet u corrigeren, want u was fout daarnet: het zijn intussen al 62.438 leermiddelen. Tussen daarstraks en nu zijn er al 100 leermiddelen bij gekomen. Zo fantastisch is dat.
Leerkrachten kiezen zelf wat ze nodig hebben. De ‘rubbish’ die erop staat, gaat eraf, want niemand deelt of apprecieert die; die wordt niet gebruikt en gaat er dus af.
Men wil nu een eigen platform. Betekent dit dan dat die leerkrachten KlasCement niet meer mogen gebruiken en enkel het eigen platform nog mogen gebruiken, of erger nog, dat ze op twee plaatsen moeten gaan zoeken? Dat is tijdverlies, dat is versnippering, dat is zo zonde.
En dan – en dat is misschien een slecht kantje van mij – ben ik geneigd te zeggen: er zijn dus nog middelen – geld, tijd en ICT-middelen – over om dit parallel netwerk op te zetten.
Minister, ik begrijp wat u aanhaalt. U probeert te zeggen dat iedereen vrij is in dit land. En dat is waar. Er is onderwijsvrijheid en iedereen is vrij om op te zetten wat hij wil. U kunt geen brief sturen naar Katholiek Onderwijs Vlaanderen: ‘Ik zeg dat dit niet kan.’ Collega’s, we kunnen ook geen decreet maken. Ook al zitten we in het parlement, we kunnen geen decreet maken waarin we zeggen dat ze dat niet mogen doen. Maar samen met collega’s Grosemans en Meuleman stel ik mij daar wel ernstige vragen bij.
Langs deze weg wil ik graag een oproep doen – en dan sluit ik af, voorzitter – aan de collega's uit het katholiek onderwijs om er toch eens goed over na te denken. Is dit werkelijk waar de leerkracht op zit te wachten, op iets nieuws, maar dan hetzelfde als iets wat al bestaat? Of zitten leerkrachten op andere zaken te wachten van pedagogische begeleiding, zoals we in het regeerakkoord hebben geschreven: in de klas, in de school, concreet? Misschien een begeleidingssessie voor de mensen die nog niet op KlasCement zitten: wat ze daar kunnen vinden, hoe ze erop kunnen zoeken, hoe ze kunnen nagaan welke items passen in Zill (Zin in Leren! Zin in Leven!) en in het pedagogisch project van het katholiek onderwijs? Ik denk dat dát misschien wél een zinvolle besteding is: de leerkrachten die er nog niet op zitten, daar naartoe te leiden. Die warme oproep wil ik doen. Ik zou het jammer vinden dat de leerkrachten al hun tijd en energie zouden moeten verdubbelen.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik ben absoluut fan van KlasCement. Ik heb er eens naar gekeken en ondertussen ken ik het een beetje. Het is bijzonder goed; ik heb geen enkel woord van kritiek op KlasCement. Maar de collega's moeten natuurlijk ook wel eerlijk zijn: het initiatief van Katholiek Onderwijs Vlaanderen is iets anders. Vandaag worden er inderdaad elke minuut – of elk uur, zoals u zegt, mijnheer Daniëls – leermiddelen op KlasCement gedeeld. Dat is inderdaad bijzonder goed, absoluut. Daarover bestaat geen discussie.
Maar ik begrijp inderdaad dat de pedagogische begeleidingsdiensten van Katholiek Onderwijs Vlaanderen het ruimer willen bekijken en dat ze, als het ware, naast het afstandsleren ook aan afstandsbegeleiding willen doen. Want in de toekomst zullen die begeleidingsdiensten dat veel minder moeten doen en daarom willen ze zoveel mogelijk leerkrachten bereiken. Vanuit dat idee werd dat onlineplatform opgezet. In die context kan ik dat wel begrijpen.
Het idee op zich is goed, maar ik ken de gevoeligheden en voel ze heel goed in deze discussie. In de toekomst moeten we daarover dan misschien eens doorbomen; dat is geen enkel probleem wat mij betreft. De idee op zich van een onlineplatform dat veel verder gaat dan het zuiver uitwisselen van leermiddelen, dat gaat over het uitwisselen van kennis, van ervaringen vanuit die pedagogische begeleidingsdiensten, online in plaats van fysiek, een netwerkorganisatie om snel en wendbaar te kunnen reageren op alle uitdagingen die door leerkrachten worden aangereikt, dat is natuurlijk veel meer dan zuiver het delen van de leermiddelen.
KlasCement zou die functie inderdaad ook kunnen opnemen, maar dan moet die tool vandaag worden uitgebreid, want vandaag bezit het die functie niet. Daarnaast zie ik dat ook in andere netten, zoals in het provinciaal onderwijs, dergelijke initiatieven bestaan. Maar de essentie blijft voor mij dat het op zich een goed idee is dat, naast het afstandsleren, de pedagogische begeleidingsdiensten, die het met minder middelen zullen moeten doen, zo'n concept maken, met een online netwerkorganisatie waarin, veel meer dan middelen alleen, ook kennis en ervaring kunnen worden gedeeld. Zo kunnen leerkrachten worden versterkt en dat is uiteindelijk de opzet en het doel. We kunnen dat dus ondersteunen.
Minister Weyts heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik neem geen verdediging op; ik licht gewoon het standpunt toe van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Wij hebben hun gevraagd waarom ze een en ander organiseren en ik heb u gewoon meegegeven wat hun beweegredenen ter zake zijn. Dit is een vrij initiatief en ik kan dat niet verbieden. Men zegt ook dat dat geen extra uitgaven genereert. Maar voor niets gaat de zon op. Ik blijf KlasCement financieel ondersteunen en dit initiatief ondersteun ik financieel dus niet. Het is aan de leden van Katholiek Onderwijs Vlaanderen en aan de scholen die een ledenbijdrage betalen, om te oordelen of dit een efficiënte besteding is van uiteindelijk ook hun middelen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Ik ben echt niet overtuigd, noch door de uitleg van de minister, die dan spreekt namens het katholiek onderwijs en hun standpunt vertolkt, noch door die van de heer Brouns, die ongetwijfeld ook spreekt namens het katholiek onderwijs. Als er inderdaad hiaten zijn in het huidige KlasCement en men wil nog meer interactieve manieren om andere zaken wat betreft de digitalisering van onderwijs bereiken, dan denk ik dat samenwerking nog altijd efficiënter zal zijn. Ik kan me voorstellen dat die noden er zijn bij het katholiek onderwijs, bij het stedelijk onderwijs, het provinciaal onderwijs en bij iedereen die de omslag naar de digitalisering heeft moeten maken, maar ik ben ervan overtuigd dat het op dit vlak en ICT-gewijs een pak efficiënter is om het samen te doen. We weten allemaal hoe duur het wel niet is om een platform uit te bouwen. Mij maak je niet wijs dat dat niets extra kost. Wij weten hoe duur ICT-ontwikkelingen zijn.
En inderdaad, de middelen zijn schaars en pedagogische begeleiding is belangrijk op de werkvloer. Er moet gekeken worden naar manieren om de middelen goed te besteden.
Voorzitter, ik weet niet of het een goed idee is om KlasCement uit te nodigen om dit toe te lichten, zodat wij van hen eens kunnen horen wat de problemen zijn en kunnen nagaan of dat niet op een andere manier kan worden opgevangen en of er niet kan worden samengewerkt, want ik vind het te zot om het hierbij te laten. Ik hoor dat er toch wel wat draagvlak is bij de collega's om hier wat verder op door te gaan.
Mevrouw Meuleman, ik heb het genoteerd voor een van de volgende regelingen der werkzaamheden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.