Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over het industriebeleid en het industrieforum
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Het economische relancecomité is opgericht en samengesteld. Hoe zullen de werkzaamheden verlopen? Welke timing is er vooropgesteld? We hebben gisteren een resolutie goedgekeurd. Hoe zal die daarin worden verwerkt? Welke concrete stappen mogen we verwachten?
In het regeerakkoord is opgenomen dat er een industrieforum opgericht zou worden voor halfjaarlijks overleg. Dat moet ook nadenken over de grote uitdagingen op het vlak van artificiële intelligentie, industriële ontwikkeling enzovoort. Het heeft een beetje dezelfde scope als het relancecomité. Zullen die samenwerken of zelfs in elkaar opgaan? Welke output kunnen we daarvan verwachten?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Vande Reyde, de eerste bijeenkomst van het industrieforum was gepland op 13 maart. Wegens de uitbraak van de coronacrisis in deze periode en de urgentie van overleg over de aanpak van deze crisis, heeft dit niet kunnen plaatsvinden. We stellen vast dat de meeste industriële sectoren zich relatief gezien vrij goed hebben kunnen handhaven in de periode van acute crisis. De gerapporteerde omzetverliezen zijn in vergelijking met sommige zwaarder getroffen sectoren doenbaar. Sommige industriële activiteiten, zoals voeding en farma, behoorden ook tot de zogenaamde essentiële sectoren die absoluut moesten kunnen blijven produceren.
De grootste zorg is het op peil houden van de solvabiliteit van onze ondernemingen. Daarom heeft de Vlaamse Regering ook een aantal maatregelen uitgewerkt. Er zijn vijf grote uitdagingen die zeker blijven bestaan. De eerste is de digitale uitdaging. We hebben het daar al uitgebreid over gehad. De tweede is de duurzaamheidsuitdaging. De derde is de vaardighedenuitdaging. Zeker de vraag naar digitale vaardigheden zal spectaculair toenemen. Ook de transitie naar groene economie vraagt nieuwe competenties van mensen. Vierde is de geo-economische uitdaging. Van alle handelsblokken is de Europese Unie wereldwijd de grootste vrijhandelszone. Ten vijfde is er de productiviteits- en competitiviteitsuitdaging. We zijn een zeer productieve economie, zo niet de meest productieve van Europa, maar de productiviteitsgroei neemt af. Dat is iets wat we al langer zien. Sleutelelementen daar zijn kostencompetitiviteit, investeringen in fysieke en digitale infrastructuur en in onderzoek, ontwikkeling en innovatie.
De specifieke aandacht voor de ondersteuning van de industrie zal een belangrijk onderdeel vormen van de economisch relance. Dat is de reden waarom ik uw vragen in die volgorde heb beantwoord. De industrie is immers de basis van de innovatiekracht in Vlaanderen en staat borg voor onze internationale competitiviteit en export.
En zo kom ik bij de relance die nu bezig is. Het economisch relancecomité onder voorzitterschap van professor Koenraad Debackere is reeds twee maal samengekomen. Alle experten hebben vanuit hun deskundigheid reeds een inbreng geformuleerd. Er is geen vrij zitje meer, collega Vande Reyde, maar ik heb begrepen dat er gisteren een voorstel van resolutie is ingediend in het parlement, wat een goede zaak is. Ik dacht dat dit kwam door mijn suggestie in de plenaire vergadering, maar dat zal wel niet helemaal correct zijn.
Het is de bedoeling dat er begin juli een eerste rapport wordt besproken met de Vlaamse Regering. De hoorzittingen die jullie hebben gedaan, zijn tijdig en goed gebeurd. De voorzitters van de twee relancecomités houden ook contact met elkaar in functie van een heel goede afstemming.
De opdracht van het economisch relancecomité houdt in onderbouwde voorstellen te formuleren aan de Vlaamse Regering om de relance vorm te geven. De experts hebben van ons de vrijheid gekregen om voorstellen uit te werken, maar uiteraard zal de regering beslissen wat er uiteindelijk zal gebeuren.
Het herstelplan met de solvabiliteitsmaatregelen is ondertussen beslist. Onze teksten zijn aan het economisch relancecomité ter beschikking gesteld. We willen zo snel mogelijk een aantal elementen operationaliseren. Dat heb ik ook aan jullie gezegd.
De industrie is wel betrokken geweest in de taskforce in het kader van corona. Er waren vergaderingen halverwege maart om onmiddellijk de vinger aan de pols te kunnen houden. Daar zaten Essenscia, Fevia, Agoria en Fedustria in.
Ik zal nu samen met de minister-president bekijken hoe we op korte termijn het industrieforum opnieuw bijeen kunnen roepen, maar alles is door corona in een andere versnelling gekomen. Er is betrokkenheid in functie van de economische relance om, als we daar zicht op hebben, het industrieforum ook een taak te geven in die relance om samen te werken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het is fijn te horen dat er al bijeenkomsten zijn geweest. Gisteren is er in de late uurtjes in de plenaire vergadering een voorstel van resolutie goedgekeurd. Er waren interessante debatten over, er zijn persartikelen over verschenen, goede en ook minder goede. De resolutie is er in elk geval, en dat is toch een belangrijk document van dit parlement. Het gaat over zaken die wezenlijk zijn. Het is ook een vrij lijvige resolutie.
Ik zit wel nog wat met de vraag hoe we onze inbreng vanuit het parlement zo goed mogelijk kunnen vertalen naar dat relancecomité. U zegt dat uiteindelijk de regering de beslissingen zal nemen, maar ik zou dat een klein beetje willen corrigeren: uiteindelijk is het het parlement dat de finale beslissing moet nemen. De betrokkenheid bij de werkzaamheden, zowel bij het industrieforum als bij het relancecomité, is nog altijd enorm belangrijk.
Ik begrijp dat er geen plaats is aan de tafel – veilige afstand en zo, dat begrijp ik allemaal –, maar kunnen we op een of andere manier toch onze resolutie komen toelichten en ook een gedachtewisseling of een concreet stappenplan met dat relancecomité bespreken om er zeker van te zijn dat dat werk niet verloren zal gaan en dat we niet gaan komen met een soort eindrapport waar het parlement dan nog eens over moet discussiëren. Op die manier wordt het natuurlijk moeilijk.
De vraagstukken over bijvoorbeeld globalisering en protectionisme die we daarnet hebben aangeraakt, zijn toch belangrijke zaken om mee te geven en de gedachten van het parlement daarover duidelijk te maken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik heb twee heel concrete vragen, zowel over het industrieforum als het relancecomité. Wat is de exacte samenstelling van het industrieforum? Hoe is de verhouding met de sociale partners? Ik herinner mij een SERV-advies (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) waarin zij expliciet vroegen om betrokken te worden en om feedback te krijgen van het industrieforum.
Ik neem aan dat wij niet worden uitgenodigd aan de tafel van het relancecomité. Dat zou misschien een beetje voor evenwicht kunnen zorgen in de ideologische samenstelling. Wij hebben de GEES-adviezen (Groep van Experts die belast is met de Exit-Strategie) publiek gemaakt. Misschien is het zinvol om hetzelfde te doen met de adviezen van de beide expertencomités, het economische en het maatschappelijke, zodat we daar iets meer inzicht in hebben. Dan kan het parlement daar verder mee aan de slag. Transparantie in het debat kan alleen maar zorgen voor een groter draagvlak en een daaropvolgende botsing van ideeën in dit parlementaire forum.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het is een historisch moment, zou ik zeggen: ik ben het eens met mevrouw Gennez. (Gelach)
Over de opmaak van de verslagen over wat er gebeurt binnen die comités, begrijp ik de vraag van de heer Vande Reyde. Maar je kunt daar uiteraard die kritiek bij zetten, maar dan begin je over evenwichten, zoals mevrouw Gennez zegt.
Een verslag naar het parlement brengen, zoals ook gebeurt bij de GEES, heeft ook de mogelijkheid dat we via vragen om uitleg in de commissie of zelfs met bijkomende resoluties, die dan meer in detail gaan over bepaalde onderwerpen, wel degelijk de regering kunnen bijsturen. Het mooiste voorbeeld is wat beslist is en maandag op de persconferentie gezegd is, zeker als het gaat over de sociale maatregelen. Dat is gebaseerd op een resolutie die enkele weken daarvoor werd goedgekeurd en waarin duidelijk stond dat we aan de regering vroegen om tegen 5 juni een aantal zaken te doen. Er is niet gestart op 5 juni, maar op een paar dagen na is men wel degelijk naar buiten gekomen met een aantal voorstellen die in lijn zitten met de resolutie. Ik denk dat de werking rond vragen om uitleg, een verslag krijgen, eventueel een hoorzitting of een resolutie, maakt dat wij vanuit het parlement, de wetgevende macht, wel degelijk de uitvoerende macht kunnen bijsturen. We moeten er vooral over waken dat we dat element kunnen handhaven.
Ik heb omtrent het industrieforum nog een bijkomende bekommernis, als ik het zo mag uitdrukken. Het industrieforum is niet nieuw, dat is gewoon beslist in het regeerakkoord. Daarin staat duidelijk dat er halfjaarlijks een overleg plaats zal hebben rond het industrieel beleid met de belangrijkste industriële sectororganisaties. Overleg is uiteraard goed, maar ik weet uit het verleden dat een dergelijk overleg vaak resulteert in enkel het focussen op de eigen belangenbehartiging op korte termijn en op het verdelen van de mogelijke taart, vooral dan de financiële taart. Ik wil erop aandringen dat er voldoende expertise aan bod komt die ervoor zorgt dat we wel degelijk met een visie naar buiten komen vanuit dat industrieforum en dat het er niet enkel over gaat hoe men de taart verdeelt en hoe men zijn eigen belang kan verdedigen.
De betrokkenheid van het parlement is bijzonder belangrijk bij relancewerkzaamheden maar ook bij het economisch beleid tout court. Gisteren al hebben leden van de diverse relancegroepen en -comités onze resolutie opgevraagd, collega Vande Reyde. Die circuleert daar al en is dus al terechtgekomen bij degenen die ermee aan de slag kunnen en moeten gaan.
De resolutie zegt ook heel uitdrukkelijk dat we aan de Vlaamse Regering stelselmatig een rapportering zullen vragen over de relancewerkzaamheden. Ik denk dat we hier in de commissie op regelmatige basis het debat gaan voeren met de minister maar uiteraard ook met het relancecomité. Op het moment dat we een zicht hebben op een bijna-eindproduct, zullen we die mensen uitnodigen in het parlement en rechtstreeks met hen het debat aangaan op basis van de resolutie en van ons aller inzichten en ook op basis van hun werk. Ik denk dat we daarmee heel kort op de bal kunnen spelen.
Minister Crevits heeft het woord.
Dankjewel. Ik ben een beetje verbaasd over de teneur van sommige tussenkomsten. Ik heb nog eens opgezocht wat een resolutie nu eigenlijk is. Een resolutie is een tekst van het parlement met aanbevelingen aan de regering. Het heeft ook politiek gezag, en in de jaarlijkse beleidsbrief moet de regering zeggen wat ze met de resoluties van het parlement heeft gedaan.
Ik ben ook parlementslid geweest, en voor mij persoonlijk heeft een resolutie toch een bijzondere waarde. Als er een eensgezindheid is tussen drie partijen van de meerderheid die een resolutie neerleggen, vind ik het toch wel raar dat er precies wantrouwen is over wat ermee wordt gedaan. Als de oppositie dat vraagt, dan begrijp ik dat. Maar dat de meerderheid zich daar grote zorgen over maakt, dat vind ik wat verbazend, temeer omdat ik er in de dertien jaar dat ik minister ben, echt niet om bekend sta dat ik geen openheid in debatten zou toestaan of niet bereid zou zijn om grondig van gedachten te wisselen.
Ik heb er ook geen enkel probleem mee mochten jullie voorzitter Koen Debackere binnen twee weken bijvoorbeeld uitnodigen om eens langs te komen. Dat is allemaal perfect voor mij, want de relance zal onze gezamenlijke intelligentie vragen. Ik houd ook wel van de botsingen die er zijn. We hebben daarnet een kleine discussie gehad binnen de meerderheid. Sowieso gaan er grote discussies zijn over de keuzes die we maken, maar uiteindelijk moet elke discussie die we hebben in het belang zijn van het herstel en van het toekomstperspectief voor onze economie. En daar is elke insteek voor mij bijzonder waardevol.
Wat de resolutie zelf betreft: ik weet niet of ze rechtstreeks in de plenaire zal worden geagendeerd of dat ze eerst naar de commissie gaat. Dat is jullie agenda. Maar sowieso zitten jullie qua timing zeker en vast goed. Ik heb gisteren ook nog eens in het parlement meegegeven dat dat sowieso zeer goed zit.
Ik kijk dan nog even naar de andere vragen. Wat de samenstelling betreft, collega Gennez, had ik gezegd dat Essenscia, Fevia, Agoria en Fedustria daar in zitten, plus de Vlaamse Regering. Maar zoals ik zei, zijn we nu bezig met de relancecomités. Je hebt het maatschappelijk relancecomité, en het economisch relancecomité gaat dan naar de regering, naar de groep waar de sociale partners in zitten. Het is dus niet zo dat die sociale partners niet betrokken zijn, zij gaan uiteindelijk mee het finale voorstel uitwerken dat dan voor besluitvorming naar de regering gaat.
Wat de verslagen betreft: het lijkt mij absoluut logisch dat de rapporten publiek worden. Het zou er nog aan moeten ontbreken dat dat allemaal in de geheime coulissen blijft liggen. Als je de samenstelling van je comité publiek maakt, zal het rapport ook publiek verschijnen. Ik vind het iets anders als het over de discussies gaat. Ik vind dat zo’n comité intern zwaar mag discussiëren, en mensen moeten in alle openheid kunnen discussiëren. Als je het dan eens bent en je schrijft een rapport, dan is dat een rapport van iedereen samen, tenzij men zou opteren voor minderheidsstandpunten die ingenomen worden. Dat is dan hun eigen keuze. Maar niet elke discussie die wordt gevoerd, moet je publiek maken. Zij moeten intern kunnen overleggen, en dan schrijven ze een rapport. Het lijkt mij dan ook logisch dat dat rapport publiek wordt gemaakt. Men moet ook wel kunnen werken aan gedragen documenten. Er is ook nog een onderscheid tussen de onafhankelijke werking van dat comité en de verwerking van de resultaten in de reflectiegroep met onder andere de sociale partners en de regering.
Die relanceresolutie werd gisteren al goedgekeurd in de plenaire, dus het debat is al volledig gevoerd. Dat is heel snel gegaan. Dat maakt het nog waardevoller, want het wordt nu al naar ons als Vlaamse Regering doorgestuurd. Jullie kunnen die resolutie ook aan het comité toelichten, en ik ben ook verplicht om de elementen die we wel en niet meenemen ook in de beleidsbrieven op te nemen. Collega Vande Reyde, je bent de vraagsteller, maar je bent met je partij ook deel van de Vlaamse Regering. Dat mag je ook niet vergeten, natuurlijk.
Tot hier mijn antwoorden. Ik kijk ook uit naar de boeiende inhoudelijke discussies die gevoerd zullen worden.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik wil opmerken dat door mijn vragen zeker geen wanhoop sijpelt, maar dat ik het volste vertrouwen heb in u, minister, en zeker ook in Koenraad Debackere, die in het universitaire weefsel een heel goede reputatie heeft. Dit is zeker geen blijk van wantrouwen. Het gaat fundamenteel over de rol van het parlement. Het is mijn hoogstpersoonlijke mening dat wij heel veel macht die ons eigenlijk toekomt, niet benutten. Het gaat niet alleen over dit soort zaken, maar over budgetten die worden gestemd. Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat we bij zulke belangrijke zaken, zeker als we daarover een voorstel van resolutie hebben neergelegd, opvolging vragen. Daar blijkt echter zeker geen blijk van wantrouwen uit, en ik ben er zeker van dat we van deze mensen de nodige feedback zullen krijgen, zowel van de meerderheid als van de oppositie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.