Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, telraam.net, dat met behulp van sensoren en camera’s op honderden plaatsen in Vlaanderen op gewest- en lokale wegen het aantal auto’s, vrachtwagens, fietsers en voetgangers telt, toonde aan dat tijdens de lockdown mensen minder vaak met de auto reden maar in volle coronacrisis – pakweg tussen midden maart en eind april – wel even vaak de fiets bleven gebruiken. Ook mobiliteitsfederatie TRAXIO vermoedt dat tijdens de coronacrisis veel weggebruikers over hun dagelijkse verplaatsingen zijn gaan nadenken en na corona zullen willen overstappen op de fiets. Men leidt dat onder andere af uit de stormloop op de fietswinkels sinds de heropening en men vermoedt dat het advies van de overheid om het openbaar vervoer zoveel mogelijk te vermijden en je met eigen middelen te verplaatsen ook een belangrijke rol speelt in het meer fietsen. Bovendien zouden veel Vlamingen door de reisbeperkingen deze zomer een fietsvakantie in eigen land overwegen.
Minister, welke voorbereidingen treft de Vlaamse overheid vanuit mobiliteitsoogpunt om fietsvakanties in eigen land te stimuleren en te faciliteren?
Wordt vanuit de Vlaamse overheid op korte termijn gemeten hoe deze toestroom aan fietsers de drukte op de fietspaden beïnvloedt?
Beschikt de Vlaamse overheid over een lijst met fietspaden waarvan de capaciteit nu reeds verzadigd is? Zo ja, graag dit overzicht per provincie.
Plant u bijkomende inspanningen om de capaciteit van fietspaden te verhogen?
Naast fietsinfrastructuur is fietscomfort zeker even belangrijk. Voorziet u ook zaken die het fietscomfort doen toenemen, zoals publieke fietspompen, fietsbeugels aan verkeerslichten, en andere? Zo ja, waarin voorziet u en hoeveel?
Minister Peeters heeft het woord.
Wij stimuleren graag fietsvakanties in eigen land. Dat is goed voor onze eigen economie. Maar dat gebeurt natuurlijk niet vanuit mobiliteitsoogpunt. Wij vinden het alleszins heel belangrijk dat de recreatieve fietsers zich veilig en comfortabel op Vlaamse wegen kunnen verplaatsen.
Gisteren hadden we het Fietsrapport dat door de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) werd gelanceerd. We zien daarin dat er nog wel wat kan worden bijgebeend, maar gemiddeld was toch voor heel Vlaanderen ongeveer 61 procent tevreden.
Velen maken gebruik van het fietsknooppuntennetwerk, dat zich over heel Vlaanderen uitstrekt en dat drukke en minder veilige trajecten vermijdt. Met de aanleg van fietssnelwegen en het fietsvriendelijk maken van jaagpaden zijn er de laatste jaren veel aantrekkelijke fietsverbindingen bij gekomen en er staan nog heel wat projecten op stapel. Zo kan ik u al meegeven dat wij een paar weken geleden ons investeringsplan 2020 hebben goedgekeurd. Wij hebben specifiek voor fietsinfrastructuur in een bedrag van 180 miljoen euro voorzien voor 2020. Dat is om en bij een dikke 35 miljoen euro meer dan in 2019.
Sinds de zomer van 2019 voert het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) op vijftien locaties in Vlaanderen continu fietstellingen uit. Op deze locaties worden fietsers in beide richtingen geteld met behulp van inductielussen in het fietspad. De locaties kunnen op de website van het AWV gevonden worden: https://wegenenverkeer.be/wegen/fietsinfrastructuur/fietstelpunten.
Op basis van de teldata kunnen we een duidelijke groei in het aantal fietsers vaststellen vanaf april 2020. Op basis van deze verhoogde aantallen kan geen uitspraak gedaan worden over het motief van de verplaatsingen per fiets.
Opmerkelijk is dat er geen ochtendpiek gedetecteerd wordt en dat er een brede namiddag- of avondpiek is. Dat duidt erop dat het verhoogde aantal fietsverplaatsingen waarschijnlijk vooral recreatieve fietsers betrof. Er werd dan ook vooral ingezet op thuiswerk, waardoor het aantal woon-werkverplaatsingen een stuk lager lag. Sowieso willen we al het mogelijke doen om ook inzake woon-werkverkeer volop de kaart van duurzame vervoersmodi te trekken.
Op basis van het huidige cijfermateriaal kan nog niet worden vastgesteld dat autoverplaatsingen massaal vervangen zouden worden door fietsverplaatsingen in het woon-werkverkeer. Dat is niet af te leiden uit deze cijfers, noch uit de cijfers van Telraam.
AWV blijft de fietsers tellen en de cijfers monitoren op die vijftien locaties. We hopen dat in de toekomst nog meer te kunnen doen.
Op dit ogenblik hebben wij geen gegevens over fietspaden waar de capaciteit nu reeds verzadigd is. Wij hebben geen data over capaciteitsproblemen op fietspaden, maar dit is zeker een aandachtspunt. Met de lancering van de toolbox duurzame mobiliteit doen wij alleszins een oproep aan de lokale besturen om de situatie op het terrein op te volgen en op plaatsen waar dit nodig is, de publieke ruimte zodanig in te richten dat er meer ruimte is voor fietsers en uiteraard ook voor andere duurzame vervoersmodi, zoals steps maar ook de voetgangers.
U vraagt naar bijkomende inspanningen om de capaciteit van fietspaden te verhogen. Op 14 mei lanceerden wij een grootschalige fietscampagne. Die hebt u waarschijnlijk al gezien langs de Vlaamse wegen en autosnelwegen. Langs de autosnelwegen roepen wij op om de fiets te nemen voor de volgende verplaatsingen; langs de gewestwegen is er de boodschap ‘Goed bezig’. We hebben die grootschalige fietscampagne opgestart in samenspraak met Fietsberaad, de VSV en de voetgangersbeweging. Samen met hen en met het Departement Mobiliteit en Openbare Werken hebben we een toolbox samengesteld die de lokale besturen volop informeert over wat de mogelijkheden zijn. Ik weet niet hoeveel mensen de uitgebreide webinar van de VSV vanmorgen hebben gevolgd. Daarin informeren we de lokale overheden over wat nodig is om bijvoorbeeld een fietsstraat in te voeren, om schoolomgevingen grondiger aan te pakken, over hoe ze fiets- en wandelpaden kunnen verbreden, vakantiestraten inrichten, de socialdistancingmaatregelen zoveel mogelijk kunnen respecteren, over extra fietsenstallingen en dergelijke meer. Anderzijds zijn er ook mogelijkheden om een aantal snelle en misschien tijdelijke infrastructuurwerken te laten uitvoeren, die wij op de gemeentewegen voor 50 procent subsidiëren en op de gewestwegen volledig ten laste willen nemen als het gaat over bijvoorbeeld bredere opstelplaatsen voor wachttijden aan zebrapaden of over extra fietsinfrastructuur. Als dat met behulp van verfwerken of andere weginfrastructuur kan worden uitgevoerd, kan men een beroep doen op dat recent gelanceerd subsidiereglement.
Wat betreft uw vraag over bijkomend fietscomfort kan ik u zeggen dat de maatregelen die in de toolbox worden voorgesteld voornamelijk gericht zijn op tijdelijke of duurzame maatregelen naar aanleiding van een corona-exitstrategie en zich vooral richten op het creëren van meer ruimte voor de fietsers en voetgangers. Indien een gemeente de oproep voor subsidies wil aangrijpen voor een aantal comfortmaatregelen voor fietsers, dan zullen die, mits een goede motivatie, met de nodige soepelheid behandeld worden.
Wat de gewestwegen betreft, is het zo dat AWV zelf niet in fietspompen of fietsbeugels investeert. Als steden en gemeenten die willen installeren op het gewestdomein, kunnen ze uiteraard een aanvraag indienen bij AWV om te kijken of dat kan en aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat het meer fietsen en de fietsvakanties betreft, verwijst u meteen naar het bedrag van 118 miljoen euro in het investeringsplan. Dat zijn de cijfers, maar velen, waaronder ikzelf, kijken na of er meer kilometers fietspaden komen. We hebben de laatste cijfers opgevraagd en ik denk dat u die cijfers niet graag gaf, omdat het aantal bijkomende kilometers fietspad bedroevend laag is.
U meet op vijftien locaties. Ik vind dat persoonlijk zeer weinig voor een fietsstreek als Vlaanderen. Het is al goed dat we gegevens hebben, want meten is weten, maar ik kan enkel hopen dat er veel actie zal volgen op de vraag of de fietspaden het aantal fietsers aankunnen, maar ook op de vraag of ze niet beter verschuiven en dergelijke.
Mijn vierde vraag was wat u zult doen om de capaciteit van de fietspaden te verhogen. Met capaciteit bedoel ik natuurlijk dat u ervoor moet zorgen dat er meer volk onder betere, veilige omstandigheden op die fietspaden kan fietsen. U verwijst naar de fietscampagnes, maar het is niet omdat er een campagne is dat ik comfortabeler kan fietsen, al zeker niet zo op de tweerichtingsfietspaden. Die campagnes zijn goed en ik ondersteun ze, want ze zijn nodig.
De toolbox voor lokale gemeenten is ook een goede zaak, maar u moet wel opletten. Ik heb het vaak over gewestwegen gehad, maar u hebt bijna elke vraag beëindigd met de bal naar de lokale besturen door te spelen. Het is altijd hetzelfde. Als de schepen van Mobiliteit in die steden graag en veel fietst en het fietsen belangrijk vindt, scoort hij goed. Ik verwijs naar Kortrijk. Ik ken die man persoonlijk. Hij heeft een goed rapport, maar hij zit zelf hele dagen op zijn fiets. Ik zie dat in andere steden. Ik zal geen steden noemen, maar als de beleidmakers daar zelf niet meer fietsen, schuift dat fietsbeleid een paar treden naar onderen. Dat is nu eenmaal zo. Als de schepen van Sport zelf sport, is dat soms een beetje beter, want hij weet waarover hij het heeft.
Ik vind het een beetje gevaarlijk dat u alles telkens naar de lokale besturen doorstuurt. Ik zie dat in mijn eigen stad. Vaak gaat het stadsbestuur voor enorme projecten en worden de kleine, leuke zaken vergeten. Als we naar Kopenhagen kijken, zien we daar een hele fietssfeer. Iedereen kan ermee lachen, maar dan heb ik het over die fietspompen, die fietsbeugels en die verkeerslichten op ooghoogte van de fietsers. Dat zijn kleine, leuke zaken die er mee voor helpen zorgen dat mensen graag en meer fietsen. We kunnen hopen dat de lokale besturen het doen, maar ik ben ooit met fietspompen begonnen. Ik ben een jaar uitgelachen, maar nu kunnen de mensen daar al wat inkomen. We kunnen wachten tot de lokale besturen het doen, maar ik denk dat u veel meer kunt sturen en richtlijnen geven. U kunt het AWV naar die gewestwegen laten kijken. Waarom zou een lokaal bestuur vragen om op een gewestweg een fietspomp te plaatsen?
Minister, als ik u zou zijn, zou ik dat anders aanpakken en een beetje meer sturen. Ik kan enkel hopen dat u goed blijft meten en dat we na een aantal jaren zien of het fietscomfort al dan niet vooruitgaat.
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, ik ben een schepen die graag eet. Er zijn dan ook veel goede restaurants in Dendermonde. Alle gekheid op een stokje, hier is gezegd dat een schepen een goede schepen is als hij graag fietst, want dan is de mobiliteit in orde. Dat heeft natuurlijk te maken met investeringen. Indien een gemeente gemeentewegen heeft waar geen fietspaden liggen of waar fietspaden niet mogelijk zijn, dan gaat het om de gewestwegen en is die gemeente gewoon afhankelijk van de investeringen die zijn gebeurd. Zo is dat. Ik heb daar gisteren nog het woord over genomen.
Minister, u moet uiteraard de capaciteit op de fietspaden monitoren, maar we moeten nu het werk voortzetten dat is voorzien. Voor mij is het essentieel dat de gevaarlijke punten eruit gaan en dat scholieren op die kruispunten veilig kunnen oversteken. Dat zijn de eerste punten waarop ik me verder zou toespitsen. Het werk op dat vlak verder uitrollen, is voor mij essentieel.
Ik ga er inderdaad mee akkoord dat je monitort, maar we mogen niet beginnen – en daar vrees ik een beetje voor – plots alles anders te gaan doen door de coronacrisis. Daar ben ik niet voor. Ik houd niet van improvisatiepolitiek. Wat er is voorzien zijn investeringen, en die moeten worden uitgevoerd. Die zijn al lopende vanuit de vorige regering en dus moeten die worden doorgetrokken.
Wat mij vooral interesseert is het garanderen van de veiligheid. Het moet inderdaad veiliger. Maar daarvoor zijn we ook een stuk afhankelijk van de gemeente en van het gewest. Ik zou daar dus in blijven verderdoen. Ik zie ook in Vlaanderen dat er een tendens is naar meer fietspompen, fietsbeugels en dergelijke. Het is overal wel bezig, alleen gaat het wel een beetje traag. We zitten soms ook voor een stuk met onteigeningen en plannen die moeten worden gemaakt. Ik hoop dat we daar de snelheid kunnen aanhouden, ondanks corona. Dat wilde ik even toevoegen. Ik dank u.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, laat me eerst toch eens duidelijk zeggen dat de coronacrisis heel veel nadelen heeft, vooral op economisch en menselijk vlak. Maar als we er toch een voordeel kunnen uithalen, dan is dat wel het fietsbeleid, het fietsen op zich. Meer en meer mensen kopen een fiets en meer en meer mensen gaan ook gebruikmaken van de fiets.
Nu, als we echt naar een mental shift willen gaan, de modal shift waar we in deze commissie ook al heel veel over hebben gebabbeld en gediscussieerd, dan is dit nu echt het moment. Ik denk dat we deze opportuniteit met beide handen moeten grijpen om maximaal in te zetten op de fiets. En dat doet u ook. U hebt dat onder andere gedaan met uw laatste grote mediacampagne: ‘Blijven fietsen allemaal’. U hebt er ook naar verwezen. Er zijn verschillende slogans die langs de gewestwegen te zien zijn.
U hebt ook heel veel bijkomende middelen vrijgemaakt voor de lokale besturen. Er is ook onder andere die toolbox. Ik denk dat het ook wel goed is om daar maximaal op in te zetten, omdat we de mensen vooral voor die kleine verplaatsingen, voor woon-werk- of woon-schoolverkeer, zoveel mogelijk moeten aanraden om de fiets te nemen, zeker voor die kortere afstanden.
Minister, hebt u al enig zicht op al die genomen acties – de mediacampagne, de toolbox? Hebt u enig zicht op wat dat op het terrein heeft teweeggebracht? Hebt u bijvoorbeeld zicht op hoeveel lokale besturen er al hebben ingelogd of gebruik hebben gemaakt van die toolbox? Ik denk dat het ook wel een interessant gegeven zou zijn om te weten welke gemeenten en welke vragen er hier met die toolbox aan bod komen.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik ga beginnen met mevrouw Fournier als laatste spreker. Het klopt wat u zegt. Als er al een voordeel is, dan is het dat steeds meer mensen de fiets gebruiken. Daarnaast zijn er minder files en heeft iedereen van het tele- of thuiswerken geproefd. En dat is sowieso belangrijk inzake onze mobiliteit en die modal shift. Als er al voordelen zijn, zijn dat de enige drie pluspunten die we uit deze crisis kunnen halen. Daar volg ik u volledig in.
U vraagt of we nu al een duidelijk zicht hebben op wat die campagne en zeker ook die toolbox met zich heeft meegebracht. Dat hebben we nog niet, maar we hebben wel al diverse reacties gekregen. Er kwamen zelfs reacties van lokale besturen die al een aantal initiatieven hadden genomen, en vroegen of ze dat mochten indienen. Het is op zich natuurlijk te begrijpen dat ze dat willen doen.
We hebben het snel moeten uitrollen en ze kunnen indienen tot 15 juni, dacht ik. Het staat alleszins duidelijk op de website. Maar ik denk dat we pas na 15 juni of zelfs iets later de evaluatie zullen kunnen maken of lokale besturen er al dan niet gebruik van maken. Ze kunnen het alleszins, en ik denk dat de webinar van de VSV vanmorgen toch zeer interessant was. Daar werd aan de lokale besturen enerzijds nog eens de toolbox uitgelegd, en anderzijds ook tal van goedepraktijkvoorbeelden. Daar kunnen de lokale besturen alleen maar uit putten. Dat wilde ik al meegeven.
Mevrouw Lambrecht, ik volg u niet helemaal in een aantal kritieken die u hebt gegeven. U zegt dat het voor u niet gaat om de bedragen maar om de extra kilometers fietspaden. Ik wil wat dat betreft mijnheer Meremans al danken voor zijn tussenkomst, maar voor ons gaat het om meer dan alleen maar die kilometers fietspaden. Voor ons gaat het over de veiligheid. Wij voorzien in de aanleg van fietstunnels en fietsbruggen, met andere woorden veilige oversteekplaatsen. Maar we voorzien ook in conflictvrije kruispunten, het verbreden van bestaande fietspaden of de heraanleg van fietspaden die vandaag in minder goede toestand zijn.
We doen dus meer dan alleen maar die extra kilometers. Als u mij alleen maar wilt afrekenen op de hoeveelheid extra kilometers aan fietsinfrastructuur, dan zeg ik dat het voor mij vooral van belang is dat we veilig kunnen fietsen op toegankelijke en goed berijdbare fietspaden die breed genoeg zijn en massaal gebruikt kunnen worden. Daar zit natuurlijk ook een extra aantal kilometers in, maar het is meer dan dat, zoals de heer Meremans ook al zei.
U vraagt ook naar meerdere locaties waar er geteld kan worden. Ook daar gaat het over meer recent aangelegde fietspaden en vooral fietssnelwegen, omdat daar inductielussen in aangebracht kunnen worden. Die zijn juist nodig om een telling te kunnen doen.
U zegt dat ik continu de bal doorspeel naar de lokale besturen inzake het comfortabeler maken van fietspaden. Ik wil de bal niet doorspelen naar de lokale besturen, maar u weet dat lokale besturen uiteraard heel wat fietspaden en fietssnelwegen in eigen beheer hebben. U zegt dat wij de lokale besturen moeten sturen. Neen, ik wil ze vooral faciliteren, informeren en subsidiëren. Ik denk dat dat beter is dan te betuttelen of te sturen. Daar pas ik voor.
Ik denk dat heel wat lokale besturen, ongeacht het feit of ze al dan niet een sportieve schepen van Mobiliteit hebben, kiezen voor een fietsvriendelijke gemeente. Ik denk niet dat dat afhangt van de sportiviteit van deze of gene schepen. Ik denk dat ze allemaal die kaart trekken. We krijgen ook meer dan eens uiteenzettingen over de herinrichting van publieke ruimtes en velen volgen dat op. Ik wil dus geen betutteling of sturing, maar informeren, faciliteren en subsidiëren. Dat doen we dan ook.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, veel van wat u zei, klonk mij als muziek in de oren.
Zoals u het tijdens de eerste vraag ook niet fijn vond dat men u wou framen, vind ik het ook niet fijn dat ik geframed word als iemand die zegt dat een stad maar een goed fietsbeleid kan hebben als die een sportieve schepen heeft. Ik heb gezegd dat het wel een voordeel is, zoals in Kortrijk, als je zelf op de fiets zit. Als je als mama 's morgens twee kinderen op de fiets naar de schoolpoort moet brengen, dan ondervind je zelf hoe het is. Ik vind dat altijd beter op elk domein. Dat sluit niet uit dat iemand die nooit op een fiets zit, toch een zeer goed fietsbeleid kan uitwerken.
Ik vraag uiteraard meer kilometers fietspaden. Ik vind het fantastisch als u zegt dat ik na het fietspad op een fietsbrug zal kunnen en mijn traject via een fietstunnel zal kunnen verderzetten. Uiteraard zijn het veel dingen bij elkaar, maar ik zie nog altijd in heel veel steden en gemeenten dat ze er met een beetje schilderwerk op de grond – levensgevaarlijk – ineens comfortabele, nieuwe, verkeersveilige fietspaden bij hebben. Dat is zeker geen steen naar u, want u bent pas gestart. U kunt niet rechttrekken wat in twintig jaar niet overal is gebeurd, maar de mental shift moet er komen. Zoals mevrouw Fournier zei: ‘the time is now’. We mogen hopen dat dit zo is. Het komt nu uit alle hoeken dat je moet fietsen. We hopen dat we daardoor geld voor uw beleid kunnen krijgen om veilige fietstrajecten te maken.
Ik denk dat wij meestal hetzelfde zeggen. Als iemand flagrant niet genoeg doet voor een veilig verkeersbeleid, dan denk ik dat u ook zin hebt om u daarmee te moeien, maar we mogen dat niet altijd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.