Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over het actieplan om de sport uit de coronalockdown te halen
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, de Nationale Veiligheidsraad kondigde in de persconferentie van 5 mei aan dat sportevenementen tot en met 31 juli 2020 verboden zijn. Dat lijkt logisch voor een aantal sporten. Maar ons sportlandschap is heel divers. Er zijn veel sporten die perfect contactloos kunnen worden beoefend. Die zijn vragende partij om al voor 31 juli hun wedstrijden te mogen hernemen. Samen met de Vlaamse sportbonden en samen met u is er een schema uitgewerkt met een concrete timing.
Om de sportsector gefaseerd te laten opstarten, werkte u samen met de Vlaamse sportbonden een schema met een concrete timing uit. Op 1 juni zou, als ik het goed begrepen heb, de individuele fysieke activiteit indoor kunnen starten, met maximum twee partners en één sportbegeleider. Op 15 juni zou zelfs al een beperkte groep in georganiseerd verband indoor kunnen sporten, mits social distancing. Vanaf 29 juni zouden alle sportactiviteiten kunnen starten, behalve wedstrijden buiten trainingsverband waar social distancing niet gegarandeerd kan worden. Vanaf 31 juli zouden sportevenementen met een gelimiteerd aantal deelnemers en toeschouwers kunnen plaatsvinden, inclusief wedstrijden waar social distancing niet gegarandeerd kan worden. We durven zelfs al spreken van het organiseren van massasportevenementen vanaf 1 september. Maar laat ons niet op de zaken vooruitlopen.
Die nota bevat ook telkens voorstellen over welke versoepelingen er in het ministerieel besluit moeten worden vastgelegd en welke stappen de sportbonden moeten zetten.
Nu zitten we in de fase dat er kan worden getraind in groepen die niet groter zijn dan twintig personen. De sportclubs mogen alleen heropenen op voorwaarde dat alle maatregelen genomen zijn om de veiligheid van de sporters te kunnen garanderen.
Paardensport Vlaanderen en de Landelijke Rijvereniging (LRV) hebben samen een strategie en een draaiboek uitgewerkt om binnen de nodige veiligheidsmaatregelen opnieuw aan paardensport te kunnen doen. Wie op een paard zit, heeft sowieso al een afstand van anderhalve meter. Aangezien die sport grotendeels in open ruimte wordt beoefend, kijkt men daar uit naar de mogelijkheid om vanaf 29 juni wedstrijden, in beperkte vorm, te organiseren – net zoals de andere contactloze sporten die samen met u die nota hebben ingediend.
Minister, ziet u, onder voorbehoud van het advies van de wetenschappers, nog openingen om van bovenstaand schema af te wijken voor wat betreft sportactiviteiten en -wedstrijden van contactloze sporten?
Bestaat er, concreet voor de paardensector, een mogelijkheid dat, indien de hygiënische maatregelen en de regels rond social distancing gerespecteerd worden, zowel sportactiviteiten als wedstrijden opnieuw kunnen starten vanaf 29 juni?
Bestaat de mogelijkheid om ook voor de overige contactloze sporten een vroegere versoepeling voor wedstrijden onder bepaalde voorwaarden toe te staan? Indien ja, voor welke sporten en onder welke voorwaarden?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, u hebt een actieplan gelanceerd om de Vlaamse sport, zowel de competities, de jeugdsport als de recreatieve evenementen, uit de lockdown te halen. Dit actieplan bestaat uit zes stappen. De Nationale Veiligheidsraad bevestigde alvast de eerste van die zes stappen.
De coach die aanwezig moet zijn, moet gediplomeerd zijn. Ik kreeg daar heel wat vragen over. Wat is gediplomeerd? Is dat een meerderjarige met bepaalde diploma’s?
In uw plan was ook voorzien om alle sportactiviteiten voor min 12-jarigen in openlucht en zonder toeschouwers toe te laten vanaf 18 mei. Dit werd niet bevestigd door de Nationale Veiligheidsraad. Waarom niet? Wanneer verwacht u dat ze die maatregel zullen nemen?
Heeft de Nationale Veiligheidsraad al haar visie gegeven op de volgende stappen van uw actieplan? De sporters komen, een beetje zoals de jeugd, aan het einde van hun verhaal. Zij zijn misschien economisch niet belangrijk genoeg. Verwacht u dat alle zes stappen aanvaard zullen worden indien de verspreiding van het virus de komende weken niet toeneemt? Kreeg u daar al bevestiging van?
Vanaf 1 juni zouden in uw plan indoorsporten mogelijk worden met maximum twee partners. Wordt die datum nu naar 8 juni verschoven? Behoort de klimsport tot deze categorie?
We hadden het daarnet over de paarden, maar ook de klimmers zitten met grote vragen. Iedereen heeft wellicht de open brief gekregen van de Klim- en Bergsportfederatie. Daarin wordt gevraagd of u de klimzalen extra kunt ondersteunen. Met slechts 29 klimzalen in Vlaanderen hebben zij dringend extra infrastructuur nodig. Zult u specifieke voorwaarden formuleren zodat zij aan de heropstart kunnen beginnen? Zij kunnen heel gemakkelijk de social distancing in stand houden.
Wij vernamen allemaal dat de jeugdkampen kunnen doorgaan. Dat was zeer goed nieuws. Ik ben ook jeugdig geweest. Ik deed mee aan jeugd- en sportkampen. Wel, er is geen verschil. Op mijn jeugdkampen bewoog ik evenveel als op mijn sportkampen. Minister, kunt u zeggen waar de grens ligt tussen een jeugdkamp en een sportkamp? Of begrijpt u er ook niets van?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, ik veronderstel dat in dezen vooral de paardjes uw eerste aandacht wegdragen.
Tijdens onze bespreking van twee weken geleden hadden we het al over ons advies en de werkzaamheden die we samen met de sector hebben ondernomen, op grond waarvan we, in samenspraak met de collega’s van de Duitstalige Gemeenschap en de Franse Gemeenschap, een plan voor de heropstart van de sportsector hebben kunnen opstellen. Ik heb dit voor advies overgemaakt aan de groep van experten die een exitstrategie ontwikkelen (GEES). Dit plan voorziet in verschillende fases, met één duidelijke logica: het doet er niet toe welke sportactiviteit je uitoefent, maar wel hoe. Dat is wezenlijk een criterium des onderscheids. Op die manier kun je per periode aangeven hoe er veilig gesport kan worden. Met dit voorstel willen we alle sportende Vlamingen en de clubs en federaties perspectief bieden. De in het plan vooropgestelde timings, die hier werden geciteerd, waren indicatief, maar volgen wel deze logica. Uiteindelijk is het op grond van ons voorstel dat de Nationale Veiligheidsraad ter zake een beslissing zou moeten nemen.
Er was en is vanuit de GEES appreciatie voor dit plan. De Nationale Veiligheidsraad heeft zich erop gebaseerd om de eerste versoepelende maatregelen te treffen op 4 en 18 mei.
Ik hoop dat de eerstkomende Nationale Veiligheidsraad zich over de rest van het plan zal uitspreken. Ik denk dat dit dan ook kan worden samengenomen met cultuurevenementen en -activiteiten.
Wij zijn nog bezig met die gesprekken. Ik kan daar nog niet volledig op vooruitlopen. De GEES volgt de timing die wij vooropstellen niet volledig. Zij zien een andere tijdsindeling. De eerstvolgende fase zou 8 juni zijn. Wij blijven aandringen om kinderen van minder dan 12 jaar te laten sporten. Wij hadden aanvankelijk voorgesteld hen al van in de eerste fase tot alle sportactiviteiten toe te laten, zonder beperking. Dat werd niet gevolgd. Ik snap die terughoudendheid. De experten van de GEES moeten ons behoeden voor onszelf. Maar nu zie ik toch weinig redenen om dat nog te behouden. Ik ga ervan uit dat dit in die beslissing zal zitten.
Op grond van de gesprekken die ik hierover gisteren nog heb gevoerd, kan ik zeggen dat het zal gebeuren met een andere timing en indeling. Wij trekken aan één zeel. Wij willen zo snel mogelijk zoveel mogelijk sportactiviteiten opnieuw toelaten. Maar de experten moeten ons natuurlijk behoeden voor onszelf.
Mevrouw Lambrecht, de sportbegeleider die verplicht aanwezig moet zijn: dat kan ruim geïnterpreteerd worden. Wanneer je bepaalde veiligheidsvoorschriften oplegt, moet je daarvoor iemand kunnen responsabiliseren: iemand die binnen de groep de verantwoordelijkheid opneemt en erop toeziet dat die veiligheidsvoorschriften worden nageleefd en die desgevallend ter verantwoording kan worden geroepen. Je moet ertegen kunnen optreden. Anders heb je een groep zoals een Belgische staatsstructuur: iedereen is bevoegd maar niemand is verantwoordelijk. Dat willen we vermijden. Dat was de ratio van het hele gegeven.
Wij hebben voor ons stappenplan gepleit voor een ruime interpretatie. Ik weet dat dit aanvankelijk, in een eerste communicatie, strikt werd vertaald. Het ging dan om trainers. Maar in het ministerieel besluit werd dat toch iets losser geformuleerd. Gelukkig maar.
Jullie worden gecontacteerd door diverse sportfederaties. Ik word gecontacteerd door zowat alle sportfederaties. Ik heb begrip voor de noodkreet van de Klim- en Bergsportfederatie en de paardensector. De fitnesssector is nog een ander verhaal, want dat is niet alleen een sportieve maar ook een heel belangrijke economische sector. Veel indoorsportactoren zitten met veel vragen.
De sportsector is zwaar getroffen. Maar ik denk toch ook dat deze sector zich zeer veerkrachtig heeft getoond door als eerste met een zeer concreet stappenplan te komen. Dat stappenplan werd nu ook al uitgewerkt tot een concrete leidraad voor de hele sportsector, met uitgewerkte gedragscodes en protocollen per doelgroep. In functie van de federatie en sporttak in kwestie zijn we op grond van ons plan ook al aan de slag gegaan met de concrete uitwerking van protocollen, om te verhinderen dat je moet wachten op een beslissing van de Nationale Veiligheidsraad en daarna pas je concrete protocollen moet uitwerken. Dat werk hebben we gedaan. U kunt dat bekijken. Die documenten staan op de website van Sport Vlaanderen. We hebben zoveel mogelijk protocollen opgenomen. Het is dus een work in progress. Ik hoop dat we tegen de volgende Nationale Veiligheidsraad kunnen landen met een duidelijk perspectief, hopelijk ook met een verre horizont, inclusief de zomerkampen.
Wat was de ratio bij de Veiligheidsraad? Ik ben niet hun woordvoerder, maar ik begrijp wel de logica die ze gevolgd hebben, namelijk dat de jeugdkampen losstaan van de sportkampen en dat ze grosso modo dezelfde logica hanteren voor de sportkampen als voor de jeugdkampen. Maar aangezien enerzijds bepaalde sportactiviteiten vandaag nog altijd verboden zijn, zou het nogal gek zijn dat je anderzijds alle sportkampen zou toelaten, inclusief voor de sportactiviteiten die verboden zijn. Je zult daar sowieso een onderscheid moeten maken. Daarom lijkt het ook wel zinvol om die oefening en dus ook die communicatie te laten gelijklopen. We kunnen ervan uitgaan dat het gros van die sportkampen effectief zal kunnen plaatsvinden. Maar we moeten een slag om de arm houden als het gaat over de virusverdachte en risicovolle sporttakken die heel intense contactsporten zijn. Ik denk dan aan worstelen, karate en judo. De wetenschappers zijn voor die sporten – ongetwijfeld niet heel onterecht – toch enigszins terughoudend.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat dit voorbereidend werk is gebeurd en dat het stappenplan er is. Indien 1 juni eventueel 8 juni wordt, lijkt mij dat minder problematisch, als er maar perspectieven zijn.
Ik wil graag mijn pleidooi herhalen, dat ook in uw stappenplan naar voren komt. Ik begrijp dat men, in het begin van de exit, alle sporten over één kam heeft geschoren. Maar paardrijden, tennis of klimmen, waarnaar mevrouw Lambrecht verwijst, zijn natuurlijk niet vergelijkbaar met bijvoorbeeld judo, wat het mogelijk overdragen van het virus betreft. Ik denk dat het mogelijk moet zijn om daarin op het terrein een stap vooruit te zetten.
Het is inderdaad de Nationale Veiligheidsraad die beslist. Maar ik ga ervan uit dat er ook in het zuiden van het land wordt getennist en paardgereden. Minister, hebt u daarover al contact gehad met uw Waalse collega? Want als die vraag zowel vanuit Vlaanderen als vanuit Wallonië komt, is dat een sterke vraag aan de Nationale Veiligheidsraad. Ik denk niet dat er een rationeel argument is om te zeggen dat we ook voor de sporten die vandaag perfect contactloos kunnen worden beoefend, de wedstrijden moeten blijven uitstellen tot 31 juli. Ik ben het er uiteraard wel mee eens dat die binnen een strikt protocol moeten plaatsvinden wat betreft publiek, catering enzovoort. Ik veronderstel dat iedereen het daarover eens is. We moeten op dat vlak stappen zetten. In Vlaanderen is er een paardensector die over de hele wereld bekend is, die een aantrekkingspool is. We moeten ervoor zorgen dat we daar geen achterstand oplopen, zeker niet in het professionele circuit. Ik merk dat er bijvoorbeeld in Nederland al wedstrijden worden georganiseerd. We moeten er toch voor zorgen dat we op dat vlak de trein niet missen. Want het is niet alleen een sportsector, maar ook een belangrijke economische sector.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik zal aan de klimsportsector meedelen dat de protocollen klaarliggen. Zodra u groen licht krijgt van de Veiligheidsraad, mogen zij starten. Dan verliezen zij geen tijd meer.
Ik denk niet dat er extra geld voor hen is. We moeten daar eerlijk in zijn. Ik beloof niets. Zij hebben extra geld gevraagd, maar ik heb geen bevestiging gekregen.
Wat de sportkampen betreft, minister, denk ik dat we op dezelfde lijn staan: regels hebben zin als ze logisch zijn. Dit verhaal is vergelijkbaar met het tweedeverblijversverhaal. Niemand kon nog uitleggen waarom mensen die in hun eigen appartement konden verblijven, met hun eigen sanitair, niet mochten gaan. Enerzijds zijn er contactsportkampen en anderzijds niet-contactsportkampen. Is het voor de Veiligheidsraad dan zo moeilijk om die in twee categorieën in te delen en iedereen die betrokken is bij de categorie niet-contactgevoelige sportkampen, al groen licht te geven?
Ik denk aan tennis. Iemand staat aan de ene kant van het terrein, de andere staat aan de andere kant. Of neem paardrijden. Je zit alleen op je paard. Of je bewaart onder elkaar afstand. Minister, misschien zitten er in de Nationale Veiligheidsraad niet genoeg mensen die sporten. Op de duur zou je dat denken. Zij willen wachten met judo en karate. Ik denk dat de federaties van die sporten dat begrijpen. Maar het is onbegrijpelijk dat de tenniskampen geen groen licht krijgen en dat de ouders daarover in het ongewisse moeten blijven. Minister, ik vraag u met aandrang om te vragen dat er in het uitvaardigen van regels enige logica zou worden gerespecteerd.
De heer Muyters heeft het woord.
Minister, ik ben heel blij met uw initiatief om tot een stappenplan te komen. Dat stappenplan gaat uit van de verschillen tussen de sporten en houdt rekening met het feit dat je meer of minder contact hebt met elkaar en welke de mogelijkheden zijn. Ik ben ook heel blij dat er al protocollen zijn opgesteld. Maar net als iedereen heb ik ook veel vragen gekregen. Een ervan vond ik, hoewel ik zelf geen skiër ben, heel gerechtvaardigd. Er zijn drie skipistes, waarvan twee in Vlaanderen. Dat is iets heel speciaals. Daar zijn weinig problemen in verband met social distancing. Ook het beschermend materiaal lijkt mij geen probleem. Dat wordt door de sector bevestigd. Zij vrezen dat zij, omdat zij indoor sporten, over dezelfde kam worden geschoren als de andere indoorsporten. Kan dit bekeken worden? Als zij aan alle voorwaarden voldoen, kunnen zij dan in het stappenplan vroeger mee aan bod komen?
Er worden altijd sportkampen georganiseerd in die indoorskipistes. Krijgen die ook groen licht indien de sportkampen zouden worden gelanceerd?
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, ik sluit mij aan bij de terechte vragen van mijn collega Ceyssens en mevrouw Lambrecht.
Minister, ik vond uw antwoord goed. U hebt inderdaad een plan voorgeschreven. Ik begrijp de logica die u hanteert: zo voorzichtig mogelijk en zo veilig mogelijk ervoor zorgen dat mensen opnieuw kunnen sporten. Maar er moet wel een zekere logica achter zitten. Ik hoop dat die sportkampen voor min 12-jarigen zo snel mogelijk opnieuw kunnen worden toegelaten. Tennis, klimmen, vormen van atletiek en nog andere sporten: de mensen snakken er enorm naar. Dit is een heel ontwrichtende periode. Sporten helpt om gezond te blijven en om fysieke uitdagingen te krijgen. Sporten geeft perspectief. Het verlicht de ongemakken. Ik hoop dus samen met u dat wij daar dezer dagen vanuit de Nationale Veiligheidsraad duidelijke antwoorden op krijgen.
Minister, ik gebruik de vragen om een brug te maken naar de compensatie en de noodfondsen. Ik heb daarover een informatieve vraag. Iedereen heeft het gehad over het noodfonds voor de sportclubs die de voorbije weken en maanden inkomensverliezen hebben geleden. Daarover wordt gesproken in heel wat commissies. Iedereen kijkt ernaar met heel wat vragen. In Nederland is er een noodfonds opgericht van 110 miljoen euro. Ik vraag niet naar het bedrag. Ik vraag wanneer we eindelijk perspectief zullen hebben. Weet u om welk bedrag het zal gaan? Komt de sport ervoor in aanmerking? Wanneer komt daar duidelijkheid over? Heel veel mensen kijken daarnaar uit. Het begint hoe langer hoe meer in heel veel sectoren te veel verwachtingen op te wekken. Ik zal daar heel eerlijk over zijn. Ik vrees dat de teleurstelling bij velen groot zal zijn. Hoe sneller wij daarover perspectief kunnen bieden, hoe beter.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister, ik sluit graag aan bij de vraagstellingen van de collega’s. Wat de wedstrijden betreft, is het sportlandschap uiteraard heel uiteenlopend. De ene sport is zeker de andere niet. Bij contactloze sporten lijkt het dan ook eerder logisch om na te gaan of men al vroeger kan overgaan tot wedstrijden, uiteraard in strikte omstandigheden en met strikte afspraken.
Het verschil tussen sport- en jeugdkampen stuit soms op wat onbegrip. Minister, u hebt terecht de logica van de Veiligheidsraad verdedigd. Ik begrijp het wel en kan daar voor een groot stuk in meegaan. Maar anderzijds is er een groot verschil tussen contactloze sportkampen en niet-contactloze sportkampen. Minister, kunt u dit opnieuw laten agenderen, zodat dit wat sneller kan worden getrancheerd op de Veiligheidsraad?
Minister, een vraag die ik herhaaldelijk heb gekregen, is een vraag in verband met trainingen voor sporters op A-niveau, zeker indoor. Volgens een aantal van de mensen die mij daarover mailen, zouden ze daarmee al opnieuw gestart zijn in Nederland en zouden Zweden en het Verenigd Koninkrijk daar nooit mee gestopt zijn. Ze maken zich natuurlijk zorgen dat ze op competitieniveau een achterstand aan het oplopen zijn omdat wij die trainingen nog niet toelaten en andere landen wel. Is er daar al perspectief op?
Kan dat dan misschien zo vroeg mogelijk worden opgestart voor die beperkte groep, zodat zij zich kunnen voorbereiden op wedstrijden en geen achterstand oplopen ten aanzien van andere landen, wanneer die competities weer zullen starten? Hebt u daar al zicht op?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft de vraag rond financiering: dat is een regeringsbeslissing, en daar kan ik niet op vooruitlopen.
Wat uw laatste vraag betreft: ook bij ons is dat nooit gestopt. Maar de vraag is: hoe definieer je de A-sporters? Enerzijds kan er nu al, in beperkte groep en met respect voor social distancing en hygiënemaatregelen, worden gesport, dus ook collectief, maar met de nodige afstandsregels.
Heel specifiek zijn er de olympische sporters. Er is een lijst van sporters die toch wel vrij ruim is. Ik heb de cijfers niet bij de hand, maar ik denk dat het om meer dan honderd topatleten gaat. Voor hen zijn de faciliteiten opengebleven die Sport Vlaanderen ter beschikking stelt. We hebben daar dus specifiek aandacht voor gehad, om ervoor te zorgen dat er geen concurrentieel nadeel zou zijn. We zijn daarmee gestart nog voordat de beslissing was genomen met betrekking tot de Olympische Spelen en de afgelasting daarvan. Het is blijven doorgaan.
Mevrouw Lambrecht, te weinig sporters in de Veiligheidsraad... Tja, er zitten ook geen kinderen in de Veiligheidsraad, dat verklaart misschien ook het een en ander.
Alle gekheid op een stokje: het is echt onze bedoeling, en ook die van de veiligheidsexperts van de GEES, om te komen tot een zo maximaal mogelijk coherent geheel van maatregelen. Maar regels zijn per definitie altijd enigszins arbitrair. Dat zal soms dus ook wel wat discussie met zich meebrengen. Zoals elke beslissing die vandaag wordt genomen, is er altijd wel wat kritiek en interpretatieve speling. Ik denk dat die contacten goed lopen. Er wordt enerzijds een onderscheid gemaakt tussen indoor en outdoor, inclusief de skiactiviteit, en anderzijds tussen contact- en niet-contactsport.
Dat zijn duidelijke criteria, maar dan kun je nog altijd discussiëren over wat een intense contactsport is, wat er allemaal onder die categorisering valt.
Ik hoop dat we zeker tegen 3 juni, misschien vroeger, die knoop kunnen doorhakken. Ons standpunt is duidelijk. Ik heb gisteren nog met de GEES samengezeten. Ik doe dat met mijn collega’s van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap. Wij hebben hierover één visie. Ik heb het stappenplan voor de heropstart van de sporten doorgesproken met de collega’s van de Franse en Duitstalige Gemeenschap. Zij hebben beperkte correcties aangebracht maar hebben zich daar grosso modo bij aangesloten. Dat zit dus goed. Ik hoop dat die ene visie een vertaling krijgt in een zo coherent mogelijk geheel van heropstartmaatregelen in de sport, en dat we die coherentie kunnen doortrekken naar de sportkampen. Rond alle sportactiviteiten die zijn toegelaten, moeten er sportkampen kunnen worden georganiseerd, zij het dan ook onder de voorwaarden zoals ze zijn geformuleerd voor de jeugdkampen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil nog een kleine toevoeging maken. Ik verwacht daar nu van u geen antwoord meer op. In de grensstreek zijn er natuurlijk nogal wat sporters van wie de club zich aan de andere kant van de grens bevindt. Op dit ogenblik kunnen zij de grens niet over om hun sport te beoefenen of om te trainen. Misschien kan dit ook nog eens onder de aandacht worden gebracht.
Ik ben alleszins blij van u te horen dat u dit stappenplan hebt doorgesproken met uw collega’s van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap en dat zij het er in grote lijnen mee eens zijn. Dan staat de Nationale Veiligheidsraad niets meer in de weg om beslissingen te nemen in die zin, zodanig dat na 30 juni bijvoorbeeld de wedstrijden van de niet-contactsporten ook al kunnen herstarten. Uiteindelijk zal dit ertoe leiden dat er meer wordt gesport. Sporten is gezond, en dat hebben we nodig in deze periode.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik kan enkel maar hopen dat er naast de logica die er eindelijk is gekomen om aan de jeugd te denken, de logica er nu zal komen om aan de sport te denken. Mijn collega zegt dat sport zeer goed is voor de gezondheid. Ik denk vooral aan de mentale gezondheid. Het valt niet uit te leggen dat ouders geen perspectief krijgen met betrekking tot de sportkampen. Minister, ik reken op uw krachtdadigheid. Ik denk dat u gesteund wordt door de hele commissie.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.