Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, corona heeft een enorme impact op ons maatschappelijk leven. We zien elkaar niet meer, alles gebeurt online, virtueel. Dat heeft natuurlijk ook een impact op de werking van de overheid. Zo komt het dat de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) nog niet klaar is met de meerjarenplanning 2021-2024. Dat heeft vertraging opgelopen door de coronacrisis. Blijkbaar was het college gestart met een soort van participatie- en inspraaktraject om die strategische meerjarenplanning voorop te stellen. Dat is natuurlijk een speciale manier om een meerjarenplanning op te zetten. Door deze crisis zijn, door de opgelegde afstandsmaatregelen, de vele fysieke sessies niet mogelijk.
Het blijft opmerkelijk. In juni zal het bijna een jaar zijn dat de VGC is gestart. Zij hebben ook een bestuursakkoord. Maar er is dus nog altijd geen duidelijke richting. Een bestuursakkoord wordt gevolgd door een strategische meerjarenplanning waarin de visie duidelijk wordt gemaakt, en de beleidskeuzes, die uiteraard voortvloeien uit het bestuursakkoord.
De VGC heeft nog altijd een regierol van Vlaanderen in Brussel, en is de draaischijf van de Vlaamse Gemeenschap in Brussel. Door het uitblijven van de strategische meerjarenplanning is er een gebrek aan een langetermijnvisie, waardoor de Brusselse Vlaming en iedereen die daarbij betrokken is, weet welke richting de VGC zou willen inslaan.
De Vlaamse Regering wil met een duidelijk programma haar beleid in Brussel in de praktijk omzetten. Minister, het is uw verdienste en die van de hele Vlaamse Regering om het beleid van de Vlaamse Regering toch nog altijd te blijven focussen op de hoofdstad.
Het uitgebreid participatietraject van de VGC omvat sessies met talloze middenveldorganisaties. Dat klinkt zeer mooi. Er zijn ook een online bevraging en de inspraakwebsite Stadspiratie. Iedere Brusselse Vlaming heeft dat thuis ontvangen. Maar er werd in heel dit traject tot nu toe niet gesproken over de betrokkenheid van de Vlaamse overheid en bij uitbreiding van u als Vlaams minister en dus ook de hele Vlaamse Regering. Dat verwonderde mij toch.
We hebben het altijd over een partnerschap. De Vlaamse overheid of de VGC is de bevoorrechte partner en een van de belangrijkste stemmen in de beleidsformulering. Dan lijkt het me toch een evidentie dat de Vlaamse Regering, dat uzelf, rechtstreeks daarbij betrokken wordt. Minister, u hebt een specifieke rol als raadgevend lid van de VGC, maar eigenlijk moet de hele Vlaamse overheid, de hele Vlaamse Regering, betrokken worden, zodat het beleid van de Vlaamse Gemeenschap en de VGC in tandem, in partnerschap, en met een wederzijdse versterking kan worden vormgegeven in het belang van de Brusselse Vlaming, in het belang van iedereen die zich betrokken voelt bij het beleid dat Vlaanderen voert in de hoofdstad. Ik moet het niet opsommen, maar het is niet min. We hebben Onderwijs, we hebben op uw domein Jeugd, we hebben Welzijn, we hebben Cultuur, waarin Vlaanderen actief is. Dan lijkt het mij evident dat de Vlaamse Regering daarbij betrokken wordt.
Heeft het uitblijven van een VGC-meerjarenplan een impact op het rechtstreekse beleid en de inspanningen die de Vlaamse overheid in Brussel doet?
Hoe evalueert u het uitblijven van een meerjarenplan van de VGC? Hebt u het college reeds aangemaand tot een definitieve formulering? We zijn een jaar verder, en we spreken over een plan dat inderdaad over de hele legislatuur uitwerking moet krijgen.
Werd de Vlaamse overheid of u als minister van Brussel – niet als lid van de VGC, maar als lid van de Vlaamse Regering – betrokken in de totstandkoming van dit meerjarenplan 2021-2025? Indien dat zo is, kunt u dan ook toelichting geven over de aard en de stand van zaken in deze gesprekken? Indien dat niet zo zou zijn, zult u dan het VGC-college aanmanen de Vlaamse Overheid te betrekken bij de totstandkoming van dit meerjarenplan? Dat waren mijn vragen.
Minister Dalle heeft het woord.
Weet dat in de beleidsverklaring 2019-2020 het College van de VGC stelt dat het in deze bestuursperiode werk wil maken van een strategisch meerjarenplan 2021-2025, om zo ook de omslag te maken naar een verdere transversale overheid in de komende bestuursperiode.
Het meerjarenplan moet effectief van start gaan op 1 januari 2021. Concreet heeft de VGC in het eerste jaar van haar bestuursperiode voor de opmaak van het meerjarenplan inderdaad een participatief traject opgestart om de stem te horen van de Brusselaars, de burgerbewegingen, organisaties en lokale besturen. De collegeleden lanceerden hiervoor Stadspiratie, een participatietraject waarbij Brusselaars een stem krijgen in de opmaak van het meerjarenplan van de VGC. Op zich denk ik dat dat een goede aanpak is om bottom-up te bekijken wat de wensen en noden zijn van de Brusselaars. Ik heb zelf ook een participatief traject wat betreft mijn eigen subsidies. Ik ga niet naar alle Brusselaars stappen, maar ik ga wel met de betrokken organisaties kijken wat daar verbeterd kan worden. Dus op zich denk ik dat dat een zeer goede methodiek is.
De goedkeuring van het meerjarenplan door de Raad van de VGC is nog altijd voorzien voor eind december van dit jaar. Het klopt natuurlijk dat Stadspiratie vanwege de COVID-19-maatregelen in sterke mate bijgestuurd moest worden, dat is evident. De fysieke momenten zijn natuurlijk veel minder gemakkelijk te organiseren. Het is ondertussen opnieuw opgestart, zodat het strategisch meerjarenplan volgens de oorspronkelijke timing kan worden afgehandeld. In uw vraag suggereerde u dat de voorzitter van het College van de VGC, Elke Van den Brandt, andere zaken had gezegd ter zake. Volgens de gegevens die ik heb, is er geen sprake van een uitblijven of vertraging van het strategisch meerjarenplan 2021-2025. Collega Bex is ook aanwezig om dat desgevallend te bevestigen. Maar op dit moment hebben wij geen kennis van een vertraging, en gaan we ervan uit dat het nieuwe meerjarenplan ook op 1 januari in voege kan gaan.
Wat betrokkenheid betreft, zitten we vandaag natuurlijk in de fase van Stadspiratie en van bottom-up-betrokkenheid. Dat betekent dat men naar de burger en naar het middenveld gaat luisteren. Het bovengeschikte bestuur wordt in die fase niet geconsulteerd, en dat lijkt mij ook logisch. Maar het is evident dat ik als minister van Brussel met een raadgevende stem op het College aanwezig ben, en natuurlijk ook belast ben met de goedkeuring van de begroting en de jaarrekening van de VGC. Vanuit die realiteit verwacht ik dan uiteraard ook betrokken te worden bij de opmaak van het meerjarenplan in het najaar.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Dat klinkt uiteraard heel goed, zo’n participatief traject als Stadspiratie. Ik heb ook de uitnodiging gezien, en ik heb de website bezocht. Op die manier, met inderdaad een betrokkenheid van middenveldorganisaties en burgers, krijgt men soms een heel selectieve benadering en bereikt men een bepaald publiek maar zeker niet iedereen.
Een dergelijke meerjarenplanning is natuurlijk ook de uiting van een visie die een overheid zou moeten hebben. Dat is ook een basisdocument voor administraties. Nu lijkt dat bijzonder vaag te zijn: bepaalde ideeën oprakelen en bepaalde input krijgen. Maar natuurlijk is het ook de taak van de overheid om plannen uit te stippelen. Het is haar taak om visies, methodes, scenario’s te ontwikkelen en te zien wat haalbaar, betaalbaar en realistisch is. Als overheid moet je natuurlijk sturen en op basis van je bestuursakkoord proberen effectief iets tot uitvoering te brengen.
Het is inderdaad wel zo dat minister Van den Brandt in de Raad van de VGC gezegd heeft dat dit vertraging heeft opgelopen, dat begrijp ik ook, er zijn uiteindelijk fysieke beperkingen. Maar het kan niet zijn dat we moeten blijven wachten. Dat participatief traject is wat on hold gezet, en zoals u zegt nu misschien terug opgestart. Er moet natuurlijk een alternatief worden vooropgesteld. Als de maatregelen uiteindelijk verlengd worden, of wat er ook zal gebeuren, dan kan het niet zijn dat we in januari 2021 niet kunnen opstarten of dat er nog steeds geen meerjarenplanning zou zijn.
Ik vind het aan de andere kant wel jammer dat u zegt dat het bottom-up loopt, dat u er niet echt bij betrokken bent. Van een overheid zoals de Vlaamse Regering mogen we die betrokkenheid verwachten. Vlaanderen investeert heel veel geld in Brussel, ik sta daar 100 procent achter, maar dan vraag ik ook, als men bottom-up werkt, om toch even te kijken en overleggen, en te zorgen dat men de investerende partner erbij betrekt.
Men moet dat niet volledig overlaten aan de middenveldorganisaties. Ik stel mij dan ook de vraag op welke manier bepaalde projecten daadwerkelijk tot stand zullen komen of gekozen worden. Het is de taak van de overheid om haar verantwoordelijkheid te nemen, om een visie uit te dragen, en in dit geval, dat de VGC dat uiteraard in overleg doet met de Vlaamse Regering.
We hebben er al over gedebatteerd, naar aanleiding van de presentatie van uw beleidsnota was er al een lezing van dat VGC-bestuursakkoord met inderdaad heel wat projecten en oproepen. Er waren ook veel vragen om meer geld aan de Vlaamse Gemeenschap. Ik herinner me dat ik dat in het bestuursakkoord had aangehaald, maar dat er eigenlijk bijzonder weinig terug te vinden was over dialoog tussen VGC en Vlaamse overheid. Was er eigenlijk echt sprake van die constructieve samenwerking? Een bottom-up, oké, daar kan ik mee leven. Maar dan denk ik dat men natuurlijk ook naar de sponsor, de overheid, de Vlaamse Regering moet blijven kijken, dat de VGC niet zomaar cavalier seul kan spelen en gewoon aan Vlaanderen vraagt ‘geef ons geld, geef ons geld’ en voor de rest ‘laat ons met rust, want wij weten het in Brussel beter’. Ik pleit er als Brusselaar voor, als Brusselse Vlaming, dat die Vlaamse Regering daadwerkelijk betrokken wordt, dat er partnerschap is, maar dat er ook betrokkenheid is van die Vlaamse overheid in Brussel.
De heer Bex heeft het woord.
Collega’s, ik wil eerst en vooral de vraagsteller bedanken voor zijn vraag en ook de minister voor zijn antwoord. Ik denk dat het belangrijk is dat we hier in deze commissie ook af en toe het goede belichten van wat in Brussel gebeurt en niet alleen over het slechte praten. Ik wil heel kort aanhalen dat de VGC met Brussels helps, een platform om burgers elkaar te laten helpen, eigenlijk heel Brussel heeft meegekregen, over de taalgrenzen heen. Dat platform wordt door alle overheden in Brussel gebruikt om mensen toe te laten om elkaar te helpen. Dat lijkt mij een heel mooi initiatief.
Ten tweede wil ik benadrukken – en ik vind dat goed – dat de VGC op volledig vrijwillige basis mee stapt in die beleids- en beheerscyclus van de Vlaamse overheid. De VGC is niet verplicht om zo’n meerjarenplan op te maken, maar beslist om, in lijn met wat de Vlaamse lokale besturen doen, daar toch in mee te stappen. Dan vind ik het wat jammer dat dat hier vandaag door sommigen eenzijdig negatief benaderd wordt. Het is natuurlijk zo – de minister heeft er ook al naar verwezen – dat de richting die de VGC de volgende jaren uit wil, duidelijk aangegeven is in het bestuursakkoord en dat dat, net zoals in andere steden en gemeenten, geconcretiseerd wordt in een strategisch meerjarenplan. Daar zit inderdaad een participatieluik in, collega Vanlouwe. Maar je kunt niet heel dat meerjarenplan herleiden tot dat participatieluik. Het is wel zo dat dat participatieluik enige vertraging heeft opgelopen. Maar collegevoorzitter Elke Van den Brandt heeft in de Raad van de VGC heel duidelijk gezegd dat die oorspronkelijke timing, om in december klaar te zijn met dat meerjarenplan, gehandhaafd blijft. Ik vind het wel jammer dat u daar onduidelijkheid over laat bestaan.
Als het van de N-VA afhangt, krijgen de Brusselaars minder, maar moeten ze zich wel meer verantwoorden. We mogen zelfs geen fietspad aanleggen of de top van de N-VA staat op zijn achterste poten. Daarover, mijnheer Vanlouwe, heb ik u niet gehoord. En dat gaat natuurlijk ook over het respecteren van bevoegdheden die afgesproken zijn.
Minister, ik wil afsluiten met een positieve noot. Ik ben ervan overtuigd dat u met de VGC verder in overleg zult gaan. Het strategisch meerjarenplan zal het geheel van de werking van de VGC omvatten. Ook de beleidsplannen en sectordecreten zullen zoveel mogelijk in het plan verwerkt worden. Ik vroeg mij af of u bereid bent om met uw collega’s in de Vlaamse Regering in overleg te gaan om te bekijken of in de toekomst ook de sectorrapportage geïntegreerd kan worden in die beleids- en beheersyclus.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s voor de bijkomende opmerkingen. Ik wil eerst twee elementen aangeven ten aanzien van collega Bex. Wat de sectorrapportage betreft, moet ik bekijken hoe we dat zullen doen. U overvalt me een beetje met uw vraag. Ik zal dat zeker nagaan.
Ik wil ook aangeven dat ik Brussels helps een mooi initiatief vind. Het gaat uit van drie partners: de VGC, BRUZZ en Muntpunt. We mogen niet vergeten dat dat een samenwerking is met drie van onze structurele partners.
Collega Vanlouwe, eigenlijk denk ik dat we het eens zijn. Als het gaat over politieke beslissingen, als het gaat over de lijnen voor de komende jaren, dan is dat uiteraard iets waar ik als waarnemer in de VGC bij betrokken wordt. Dat wordt ook formeel gemaakt door onder meer de goedkeuring van de begroting. Dat zijn de politieke beslissingen, waarbij het voor zich spreekt dat degene die in een flink stuk van de middelen voor de VGC voorziet en die uiteraard een toezichthoudende overheid is, daarbij betrokken wordt.
Het traject Stadspiratie daarentegen, het woord zegt het een beetje zelf, is een inspiratietraject waarbij bottom-up wordt gewerkt. Ik vind het wel normaal dat men daar niet de inspiratie zoekt bij hogere politieke overheden. Natuurlijk, wat men nadien doet moet die inspiratie, met die aangeleverde suggesties, dat is een politieke beslissing. Ik denk dat het aangewezen is dat ook de Vlaamse Gemeenschap hier effectief bij betrokken wordt.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw aanvullend antwoord.
Mijnheer Bex, u haalt er punten bij die er niets mee te maken hebben, zoals de fietspaden. De minister verwees naar het voorbeeld van Brussel Helpt. Nu is het weer een VGC-verhaal. Wel, het is een verhaal waarbij de Vlaamse overheid ook betrokken is. Ik weet dat u dat niet graag hoort en ook uw partij hoort dat niet graag. Zonder Vlaanderen was dat project er niet. De financiering ervan gebeurt door Vlaanderen, de VGC en Muntpunt. Maar het meeste geld komt natuurlijk, rechtstreeks of onrechtstreeks, van de Vlaamse overheid. Dat is typisch de houding van Groen: u minimaliseert dat telkens. Wanneer Vlaanderen zich terugtrekt uit Brussel, zal alles in elkaar stuiken, alles wat de VGC doet. De financiering komt van Vlaanderen. Ik wil dat u ophoudt met uw misprijzende houding tegenover Vlaanderen. U moet daarmee ophouden. Want op die manier zaagt u de tak af waarop u zelf zit. En u doet er telkens mee verder.
Minister, ik apprecieer het zeker dat u telkens probeert om de VGC daarin te sturen. Ik begrijp uiteraard dat zo'n Stadspiratie, een burgerbetrokkenheid of een betrokkenheid van de middenveldorganisaties, niet van bovenuit moeten worden opgelegd. Maar wanneer men middenveldorganisaties, verenigingen en dergelijke probeert te betrekken, moet de uiteindelijke keuze, zoals u zelf zegt, bij de politiek liggen. Daarvoor hebben wij een mandaat gekregen. Ik vind dat de VGC dat dan niet alleen kan beslissen, maar dat dat moet gebeuren in partnerschap, in overleg met de Vlaamse Regering, de Vlaamse overheid. Ik hoop dan ook dat u de betrokkenheid van de Vlaamse Regering, van de Vlaamse Gemeenschap continu op tafel blijft leggen in uw contacten bij de VGC, u als lid van het College van de VGC. Ik hoop dat er inderdaad een input komt van de middenveldorganisaties en verenigingen. Dat kan evengoed een input zijn die vanuit Vlaanderen, vanuit uw kabinet, vanuit de Vlaamse overheid komt. Ik hoop dat er zo snel mogelijk een meerjarenplanning komt die perspectief geeft om op constructieve wijze zoveel mogelijk samen te werken.
Het zou in januari van start gaan. Laten we hopen dat we binnenkort opnieuw een normaal leven kunnen hebben, en dat die projecten er kunnen zijn. Ik hoop dat de input die vanuit Vlaanderen moet komen, er zeker zal zijn. Vlaanderen moet worden betrokken, zeker bij de keuzes die er moeten worden gemaakt.
Ik blijf het herhalen ten aanzien van de collega’s van Groen en sp.a: Brussel is geen eiland. Brussel heeft Vlaanderen nodig. Brusselse Vlamingen hebben Vlaanderen nodig. Kijk naar het onderwijs, kijk naar cultuur, kijk naar welzijn, kijk naar Brussel Helpt en andere initiatieven. Brussel heeft Vlaanderen nodig. Ik hoop dat u niet verder doet met Brussel als een eiland af te zonderen binnen Vlaanderen en eigenlijk een bepaald misprijzen te tonen voor Vlaanderen. Wanneer u het hebt over de fietspaden, kan ik daartegenover meteen het voorbeeld plaatsen van de vele fietssnelwegen naar Brussel. Zelfs in mijn gemeente, Ganshoren, is er een fietssnelweg komende uit Vlaanderen die stopt aan de grens met Brussel. En er gebeurt niets. Er gebeuren hier en daar studies. Vlaanderen heeft inspanningen gedaan om de pendelaars op de fiets te krijgen. Vlaanderen heeft daarin geïnvesteerd. Ook vanuit Leuven, via Zaventem en Diegem, kun je naar Brussel fietsen. En dan stopt het in Brussel. U doet alsof Vlaanderen daar geen interesse voor zou hebben, maar dat klopt gewoon niet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.