Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, precies een week geleden, op 5 mei, deed het Duits Grondwettelijk Hof een uitspraak over het stimulusprogramma van de Europese Centrale Bank (ECB). Die kocht sinds 2015 via het public sector purchase programme (PSPP) al meer dan 2,5 biljoen euro aan staatsobligaties. De bedoeling was om de Europese inflatie op niveau te houden, maar het ondersteunde ook bepaalde eurolanden, onder andere Italië en Griekenland. Het programma liep van 2015 tot eind 2018 en werd vorig jaar terug opgestart.
Een aantal Duitse academici en politici spanden een rechtszaak aan tegen dit programma, omdat het volgens hen inging tegen de Grondwet. Het Duits Grondwettelijk Hof oordeelde enerzijds dat het opkopen van overheidsobligaties geen illegale monetaire financiering is, maar volgens de rechters zou het wel deels onwettig zijn omdat onvoldoende zou zijn aangetoond dat het opkopen van obligaties echt nodig was om de doelstellingen te bereiken.
Het Duits Grondwettelijk Hof geeft de ECB nu drie maanden om aan te tonen dat het opkoopprogramma wel degelijk proportioneel is. Indien er na deze verantwoording geoordeeld wordt dat dit niet het geval is, dan mag de Bundesbank niet langer deelnemen aan het aankoopprogramma.
Met de uitspraak gaat het Duits Grondwettelijk Hof ook deels in tegen de beslissing van het Europees Hof, dat oordeelde dat het programma wel wettig is. Het is een understatement als ik zeg dat dit toch wel voor wat politieke en juridische ophef heeft gezorgd. Ondertussen liet ook commissievoorzitter von der Leyen een reactie optekenen tegen het arrest. Daarin zei ze dat het laatste woord over EU-wetgeving door het Europees Hof van Justitie wordt gesproken en nergens anders. Ze alludeerde zelfs op een mogelijke inbreukprocedure.
De uitspraak van de Duitse rechters heeft geen onmiddellijk gevolg voor het beleid van de ECB. De vraag is wel hoe dit verder evolueert. Als de ECB de rechters kan overtuigen van de keuzes die zijn gemaakt, dan is er mogelijk geen probleem. In het andere geval kan de impact van de uitspraak wel groot zijn, kan er ook onzekerheid ontstaan voor het beleid van de ECB en kan er ook financiële instabiliteit optreden.
Minister-president, wat is de houding van Vlaanderen ten aanzien van de opkoop van staatsobligaties van eurolanden door de ECB? Hoe staat u ten aanzien van het arrest van het Duits Grondwettelijk Hof? Hoe schat u de gevolgen hiervan in?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het Europees Hof van Justitie behandelde in 2017-18 een verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Bundesverfassungsgericht, het federaal Grondwettelijk Hof van Duitsland, met betrekking tot dit programma. Het hof oordeelde op 11 december 2018 dat bij het onderzoek niets gebleken was van feiten of omstandigheden die de geldigheid kunnen aantasten van het programma voor de aankoop van door de publieke sector uitgegeven schuldbewijzen op secundaire markten.
De Vlaamse Regering erkent het bindende karakter van de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en heeft bijgevolg geen reden om te twijfelen aan het oordeel van het hof dat het opkoopprogramma van de ECB wettelijk is en het Unierecht respecteert.
Dat neemt niet weg dat het ook voor Vlaanderen essentieel is dat de ECB zich houdt aan haar bevoegdheden zoals vastgelegd in het Verdrag betreffende de werking van de EU, en niet interfereert met de begrotingsdiscipline opgelegd aan de lidstaten. Aankoopprogramma’s moeten dan ook steeds in overeenstemming zijn met de primaire doelstelling van de ECB inzake prijsstabiliteit.
Hoe sta ik tegenover het arrest van het Duits Grondwettelijk Hof? Het arrest is nog maar net geveld, en er zal ongetwijfeld nog veel inkt over vloeien. Het is niet aan mij als minister-president van de Vlaamse Regering om een oordeel te vellen over Duits staatsrecht en de verhouding tussen het Duits Grondwettelijk Hof, het Hof van Justitie van de Europese Unie en andere Europese instellingen. Dat neem niet weg dat de Vlaamse Regering de rechtsbeginselen die ten grondslag liggen aan het Europees recht en die nodig zijn voor een uniforme toepassing van het recht, erkent en ook respecteert. Ik zal dus samen met mijn raadgevers en diensten deze uitspraak en de potentiële gevolgen in ieder geval blijven opvolgen.
Hoe schatten we die gevolgen in? Het Duits Grondwettelijk Hof heeft de Duitse overheid verplicht om de ECB te bevragen over de ‘proportionaliteit’ van het opkoopprogramma. Zijn de economische gevolgen in verhouding met de monetaire doelstellingen? Als de ECB daar binnen de drie maanden niet op antwoordt, mag Duitsland niet langer deelnemen aan het programma. Aangezien Duitsland het grootste lid van de ECB is, zal het u niet verbazen dat de potentiële gevolgen van deze uitspraak aanzienlijk zijn. Daarnaast lijkt het me, gezien de invloed van Duitsland binnen de EU en de noodzakelijke Duitse steun voor de Europese opkoopprogramma’s, vrijwel onmogelijk voor de ECB om deze uitspraak zomaar te negeren. Vrijdag kwam er alvast een reactie van het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat normaal niet reageert op uitspraken van nationale rechters. Daarin zet dat hof duidelijk de puntjes op de i door te herhalen dat prejudiciële arresten van het hof bindend zijn voor de nationale rechters. Het is duidelijk dat over deze zaak nog niet het laatste woord is gezegd, maar in deze fase lijkt het ons vooral belangrijk dat erover wordt gewaakt dat deze uitspraak niet leidt tot bijkomende economische instabiliteit, op een moment dat de EU zich in moeilijk vaarwater bevindt.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord. Ik denk dat we op dezelfde lijn zitten. Enerzijds is dit toch een opmerkelijk arrest. Men kan zich de vraag stellen wat de rol is van die nationale gerechtshoven die eenzijdig gaan interpreteren wat wel of niet kan in Europa. Anderzijds is Duitsland een machtig land binnen onze Europese Unie. We moeten toch waakzaam zijn wat de impact voor de ECB betreft. Ik ben blij dat jullie dat ook zullen monitoren. Ik denk dat dat heel belangrijk is voor de financiële stabiliteit, al zeker op een moment als nu, nu we eigenlijk allemaal andere zorgen aan ons hoofd hebben. Ik denk dus dat we beter allemaal aan hetzelfde zeel kunnen trekken om tot een goed herstelprogramma te komen.
Ik heb geen bijkomende vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.