Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's ik heb een vraag over het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP). Het GIP is een overzicht van alle investeringen die de eerstvolgende jaren zijn gepland binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt in welke dienst ervoor verantwoordelijk is. Het is echt de bedoeling om een geïntegreerde planning te hebben met duidelijke uitvoeringstermijnen, met budgetten en met de bedoeling om de investeringen op elkaar te kunnen afstemmen. Het gaat dus over doelstellingen en prioriteiten binnen het volledige beleidsdomein. Het GIP wijzigt de aparte investering- en onderhoudsprogramma’s.
Minister, in uw beleidsnota en ook in het regeerakkoord staat dat het de bedoeling is om de vervoerregio’s en lokale besturen actiever te betrekken bij de opmaak van het GIP. Daarbij, en dat is wel een moeilijkheid, moet maximaal rekening worden gehouden met de lokale beleid- en beheerscyclus (BBC). Een gemeente werkt voor haar begroting en planning met een andere timing dan de Vlaamse overheid.
Het GIP zal verder worden geprofessionaliseerd naar een planning- en realisatietool, waarbij ook het uitvoeringsproces in kaart zal worden gebracht. Het zal ook digitaal worden opengesteld voor het publiek dat zo een zicht krijgt op de raadpleegbare realisatiekalender.
Eind december bezorgde u het ontwerp-GIP 2020 aan het parlement. Vandaag is het 7 mei. Ik vraag me af waar het definitieve GIP blijft.
Minister, wat is de stand van zaken van het GIP 2020? Welke indicatieve timing hanteert u bij het verdere proces? Hoe en wanneer zal het definitieve GIP worden bekendgemaakt?
Wat is de impact van de coronacrisis en de coronamaatregelen op het GIP 2020?
In welke mate zorgt de input vanuit de verschillende vervoerregio's voor aanpassingen van het ontwerp-GIP?
Welke stappen werden er reeds gezet om tot die digitale en publiek raadpleegbare realisatiekalender te komen?
Minister Peeters heeft het woord.
Het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) 2020 zit momenteel in de laatste fase, namelijk de validatie van het definitieve GIP. De intentie was om het vroeger te brengen, maar u weet ook dat wij nog een begrotingsaanpassing hebben doorgevoerd in april van dit jaar waardoor we het GIP volledig budgettair hebben kunnen afstemmen.
Op dit moment is men binnen de verschillende entiteiten van het beleidsdomein MOW nog bezig met een laatste check-up in de hoop dat we dit binnenkort kunnen brengen. Ik prik er geen datum op maar het zit dus in de finale fase.
Er is geen rechtstreekse impact van de coronacrisis op het GIP 2020. Het GIP 2020 bevat immers de vastlegging van geplande studies, onteigeningen en uitvoeringsprojecten voor 2020. Het voorziet de verschillende entiteiten van de nodige vastleggingskredieten. In het memorandum dat ik heb afgesloten met de wegen- en waterbouwsector heb ik mij expliciet geëngageerd om het investeringsritme aan te houden. U zult dat zien in het GIP.
Er is dus geen rechtstreekse financiële link met de coronacrisis, wel hebben een aantal werven vertraging opgelopen wat zich misschien zal uiten in het betaalritme van de projecten. Ik hoop dat we alle opgenomen projecten zo snel mogelijk kunnen uitvoeren.
U vraagt in welke mate de input vanuit de verschillende vervoersregio’s zorgt voor aanpassingen van het ontwerp-GIP. Het was eigenlijk de bedoeling dat in de toekomst, en zo is dat ook omschreven in het decreet Basisbereikbaarheid, de verschillende vervoersregio’s binnen de krijtlijnen van hun eigen regionaal mobiliteitsplan, een advies geven over het GIP. Op dit moment is er nog maar nauwelijks een regionaal mobiliteitsplan klaar. Op dit moment blijft het dan ook beperkt tot het informeren van het GIP-proces en de GIP-werking aan de vervoersregio’s. In een latere fase, bij de opmaak van een volgend GIP, zullen de vervoersregio’s specifiek binnen de krijtlijnen van het plan, hun adviezen geven wanneer zij hun regionaal mobiliteitsplan klaar hebben.
Drie vervoersregio’s, Antwerpen, Aalst en de Westhoek, zijn bij wijze van pilootproject eerder gestart. Er is hen al om advies gevraagd maar dat heeft geen formeel karakter en dus ook geen rechtstreekse invloed op het ontwerp-GIP. Het is de bedoeling lessen te trekken uit dat pilootproject zodat een volgend GIP daar mee op geënt kan worden.
Ten slotte vroeg u nog welke stappen er reeds werden genomen om tot die digitale en publiek raadpleegbare realisatiekalender te komen. Dat is inderdaad opgenomen in het regeerakkoord en anderzijds in onze beleidsnota. Daarbij hebben we duidelijk aangegeven dat we naar een realisatiekalender willen gaan, zodat we in de toekomst nog veel gerichter en efficiënter kunnen plannen.
Het GIP-team heeft zeven actiepunten naar voren geschoven, die van belang zijn om te komen tot een gedetailleerde capaciteitsinschatting om de acties te realiseren.
Over welke actiepunten gaat het? Ten eerste, de opvolging van de vereffeningskredieten (VEK) naast vastleggingskredieten (VAK) van het goedgekeurde GIP; ten tweede, de opmaak van een communicatieplan en een strategie voor het stakeholdermanagement; ten derde, de uitbouw van een GIP als planning- en realisatietool; ten vierde, het bepalen van de op te volgen indicatoren; ten vijfde, een portfoliobenadering met betrekking tot prioritering en selectie van te plannen projecten; ten zesde, een afstemming van het GIP met de begrotingscyclus en -werkwijze; ten zevende, een optimalisatie van het GIP-proces en de werking.
Dat zijn de zeven actiepunten die het GIP-team heeft vooropgesteld. U zult begrijpen dat we daarin een prioritering voorzien. Specifiek voor 2020 zijn de acties met nummers 1, 2 en 6 heel belangrijk. Het eerste is de afstemming van de vereffeningskredieten met de vastleggingskredieten, het tweede is de opmaak van het communicatieplan en het zesde is het afstemmen van het GIP met de begrotingscyclus en begrotingsopmaak, zodat we wel degelijk kunnen overgaan tot de realisatie van datgene wat in dat GIP is opgenomen.
De andere actiepunten zijn uiteraard ook belangrijk, maar die zult u terugvinden in de opmaak van het GIP voor 2021 en 2022, waaronder de realisatie- en planningstool.
Ik hoop dat uw vragen daarmee voldoende zijn beantwoord. Ik hoop ook dat we binnen afzienbare tijd het GIP kunnen presenteren in deze commissie. Daarnet, bij de interpellatie van de heer Rzoska, werd al een paar keer gevraagd naar die transparantie en duidelijkheid. Ik begrijp dat het soms niet altijd gemakkelijk is om het vanop afstand te volgen. Maar wat die bruggen en die kunstwerken betreft, zult u die 160 miljoen euro binnenkort in dat GIP terugvinden. Wat de prioritaire lijst van kunstwerken betreft, zult u die 90 miljoen euro terugvinden in ons GIP. Ik hoop dat we dit heel snel kunnen overhandigen aan de commissie. Het zit in de finale fase.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. Ik heb veel belangrijke dingen gehoord, maar vooral twee heel belangrijke. Ten eerste, de boodschap dat Vlaanderen het investeringsritme zal aanhouden. Dat is een belangrijke beslissing en een belangrijke boodschap naar al wie het nodig heeft: lokale besturen, maar ook de aannemers zelf die onze economie op die manier een duwtje in de goede richting kunnen blijven geven.
Ten tweede wil ik benadrukken dat ik blij ben dat het finale GIP er op zeer korte termijn komt. Ik zou u kunnen zeggen: gebruik het woordje ‘onverwijld’. Maar mensen die hun recente politieke geschiedenis kennen, weten dat het misschien niet altijd even veilig is om dat woord te gebruiken. Ik ben blij dat het er op korte termijn zal zijn. Dat is goed, omdat er op die manier duidelijkheid is voor steden en gemeenten over welke werken er komen.
Voor die lokale besturen is het ook belangrijk inzake communicatie. Zij moeten communiceren over hun wegenwerken, maar een burger, een inwoner maakt natuurlijk geen onderscheid tussen een gewestweg en een lokale weg, die weet ook niet altijd dat het kanaal in de gemeente en de bruggen daarover, geen eigendom zijn van de stad of van de gemeente. Het is goed dat we proberen die maximaal op elkaar af te stemmen en zo een soort verwachtingsmanagement organiseren voor onze burgers.
Dan kom ik meteen met een brugje tot mijn laatste punt: de inspraak vanuit de verschillende vervoersregio’s. Ik begrijp dat dit nu nog niet ten volle kon natuurlijk, er zijn nog geen regionale mobiliteitsplannen in alle regio’s, dat is iets voor volgend jaar. Maar ik wil er echt de nadruk op leggen omdat dat verwachtingsmanagement en de communicatie naar de inwoners belangrijk zijn. Ik heb zelf het absolute geluk om burgemeester te mogen zijn: u weet ook als geen ander dat wij altijd vooraan staan als er met loftrompetten wordt geschald, maar ook als er kritiek is, zeker inzake wegenwerken. Nogmaals, het maakt de inwoner dan absoluut niet uit wie de opdrachtgever is van wegenwerken of wat dan ook, wie ervoor zorgt dat er een nieuw fietspad aangelegd wordt, maar het is onze taak als lokaal bestuurder, maar ook als Vlaamse Regering, om dat maximaal op elkaar af te stemmen en ervoor te zorgen dat de burger een duidelijke communicatie daarover krijgt.
Minister, als het dan gaat over de inspraak vanuit de vervoersregio’s, heb ik een bijkomende vraag. U hebt gezegd dat er drie proefregio’s waren: Antwerpen, Aalst en de Westhoek. Die zijn bevraagd inzake het ontwerp-GIP. Hoe is die samenwerking verlopen? Gaat het echt over inspraak? Ik zou immers niet graag hebben dat we wegens een marketingsausje aan de lokale besturen zeggen dat we ze gaan betrekken, maar dat dat een loze belofte zou blijken. Zijn er echt wijzigingen gebeurd op vraag van de vervoersregio’s of hadden die op dit moment nog geen voorstellen? Ik hoop dat er echte inspraak is van lokale besturen. De Vlaamse overheid heeft daar ook enkel bij te winnen.
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, tijdens de regeringsonderhandelingen – ik heb toen dit luik mee mogen onderhandelen – heeft Open Vld heel sterk aangedrongen op de afstemming tussen het geïntegreerd investeringsprogramma, gewestelijk dus, en de lokale BBC’s. U was vrij concreet over de situatie rond de vervoersregio’s, dat spreekt nu duidelijk voor zich, na uw antwoord. Maar wat is er op dit ogenblik van de afstemming tussen de lokale besturen en hun BBC aan de ene kant en de redactie van het gewestelijke GIP? Die is er op dit moment dus nog niet. Kunt u daar nog iets meer duidelijkheid over geven? Dat is immers ook een belangrijk element in het regeerakkoord, die afstemming van de lokale BBC’s met het gewestelijke GIP, om op die manier vooral de burger te dienen en duidelijk te maken dat alles deel uitmaakt van een groter geheel en de overheid laten kennen als een professioneel manager als het gaat over het uitvoeren van grote infrastructuurwerken. Ik ben benieuwd naar uw antwoord.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Maertens, wij gaan zeker het investeringsritme aanhouden, het is goed dat nog even te benadrukken.
Wat de communicatie en de inspraak naar die vervoersregioraden betreft, hebben we nu enkel bij wijze van proefdraaien het GIP al gepresenteerd door het voorbeeld van Antwerpen, Aalst en de Westhoek. Is dat echt een volledige advisering zoals voorzien in het decreet Basisbereikbaarheid? Zij hebben hier eigenlijk geen formeel advies gegeven, omdat dat dat niet fair zou zijn ten aanzien van de rest van Vlaanderen. Het is eigenlijk een soort proefdraaien geweest waaruit men procesmatig maar ook inhoudelijk lessen wil trekken: men gaat het GIP presenteren aan de vervoersregioraden, wat kunnen we daaruit leren? Dat was de bedoeling van het voorstellen van het GIP aan de betrokken vervoersregioraden en aan de lokale besturen.
Tegelijkertijd moet ik ook wel meegeven dat de administratie het aanbod heeft gedaan om een generieke, algemene toelichting te geven aan elke vervoersregioraad, zodat die nog eens het hele verhaal inzake het GIP-proces, de GIP-aanpak zou krijgen, met de richtlijnen die daaromtrent gelden en dergelijke. Ik weet op dit ogenblik niet of elke vervoersregioraad daar ook op heeft ingetekend, maar alleszins is die mogelijkheid er wel.
Er werd terecht gezegd dat het de mensen niet uitmaakt of een straat of weg nu in eigendom of beheer is van AWV en het Vlaamse Gewest of van de lokale besturen. Dat mag eigenlijk ook niks uitmaken. Die moet goed onderhouden en veilig zijn. Ik begrijp dus dat het voor die lokale besturen zeer belangrijk is dat ze die planning ook mee kunnen opnemen in hun beleids- en beheerscyclus (BBC). Het GIP dat nu voorligt, is nog maar beperkt tot 2020, maar gelijktijdig wordt nu ook al werk gemaakt van het GIP van 2021 en 2022, zodat we dat straks in een ruimer kader naar de vervoersregioraden en zodoende ook naar alle lokale besturen kunnen brengen, en zodat een en ander op elkaar kan worden afgestemd.
Ik moet eigenlijk opnieuw verwijzen naar wat we daarstraks hebben gezegd over het regeerakkoord en de beleidsnota. In de toekomst is het wel degelijk de bedoeling dat het echt een planningstool en een realisatietool kan worden, waarbij er een heel duidelijke wisselwerking is tussen enerzijds de BBC van de lokale besturen en anderzijds het GIP, dat gewestelijk wordt opgemaakt.
Tot slot wil ik ook nog meegeven dat de deur voor de lokale besturen hier te allen tijde open blijft. Er zijn al heel wat lokale besturen gepasseerd met hun specifieke verlang- of wenslijstje. Uiteraard mag dat in de toekomst ook. Ik denk dat we alleen maar door een goede wisselwerking te hebben met de lokale besturen zo veel mogelijk kunnen plannen en realiseren. Opnieuw, dat is in het belang van de veiligheid van eenieder. Daar willen we alleszins ten volle op blijven inzetten.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, bedankt. Ik zag daarnet dat uw deur letterlijk openstaat voor ons, dus dat is fijn om te zien. Alleen is Brussel iets te ver voor mij om dat op korte termijn met de fiets of te voet te doen. We zullen dus nog even wachten. Alleszins bedankt om ook die lokale besturen de hand te reiken. Het belang daarvan heb ik daarnet geschetst. Ik wil u ook vragen dat u de boodschap meegeeft aan uw administratie die dat voorbereidt, dat ze dat inspraaktraject goed en tijdig organiseert, en misschien een aantal lokale besturen al betrekt bij de voorbereiding van die inspraak, om te zien hoe we dat op een ordentelijke en goede manier kunnen doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.