Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Minister, ik zie dat u op een betere wei zit dan ikzelf. Verschil moet er zijn. Ik heb de wereld achter mij. U zit voor een prachtig landschap. Het is u gegund. U ziet er ook steeds meer uit als iemand die opgaat in dergelijke landschappen. Dat is niet slecht bedoeld. U past erin.
Alle gekheid op een stokje. Minister, u post niet zo veel op sociale media, maar als u dat doet, is dat wel met veel overtuiging. Ik heb gezien, en velen met mij, dat u een filmpje gelanceerd hebt waarin u, samen met een aantal collega-politici en een aantal imams, een oproep doet om tijdens de ramadan de lockdownregels te respecteren. Dat is op zich uiteraard een goede zaak. We zien ook dat dat nodig is. Er zijn al wat relletjes en rellen geweest, in Anderlecht maar ook hier in Borgerhout, waar ik woon. Op zich is dat dus een goede zaak.
Waar ik wel problemen mee heb, en vele mensen met mij, is het kritiekloos omarmen, vergoelijken, propageren van die islamitische traditie die ramadan heet. De ramadan is niet zo onschuldig als hij misschien op het eerste gezicht lijkt. Het is een traditie waarbij men zich uithongert. Tijdens de vasten gebeurt dat ook, maar dat is eigenlijk zeer ongezond, zeker voor jonge mensen, kinderen, tieners. Daarenboven zorgt die traditie voor heel veel slachtoffers in de islamitische wereld, in het Midden-Oosten maar ook bij ons. Er zijn heel wat getuigenissen van mensen die eigenlijk niet mee willen doen met de ramadan maar die zich daar toch toe verplicht voelen en die dan angstvallig toch meedoen tegen hun wil en daar eigenlijk echt onder lijden, zowel mentaal als fysiek. Fysiek omdat men niet mag eten en drinken zolang de zon op is, maar ook mentaal omdat men iets doet onder dwang, als gevolg van een sociale groepsdynamiek of tirannie.
In islamitische landen zijn de overheden bereid om mensen te straffen als ze niet meedoen. In zowat elk islamitisch land zijn er straffen voor het niet-volgen van de ramadan, in ons land is dat gelukkig niet het geval. Toch is die sociale druk heel groot. Er zijn ook al verhalen geweest uit scholen, waar moslimtieners bijvoorbeeld zelfs niet mee willen gaan zwemmen omdat ze angst hebben om dan water binnen te krijgen. Dat zijn toch allemaal verhalen die ons op zijn minst kritische kanttekeningen zouden moeten doen zetten bij die ramadan. Maar dan zie ik dat u in uw filmpje zegt: ‘het is een van de belangrijkste pijlers van het geloof’. U wenst de moslims ‘een mooie ramadan’ en sluit af met de islamitische groet ‘Eid Mubarak’.
Allemaal goed en wel, maar wat is op dat moment uw boodschap, minister Somers, als zelfverklaard minister van Samenleven, aan al die mensen binnen de moslimgemeenschap die niet willen meedoen aan de ramadan, maar dat toch moeten, onder druk van de moslimgemeenschap, de imam, de broer, de oom, de vader enzovoort? Waarom vergoelijkt u die traditie en verbindt u aan zo’n op zich goedbedoeld filmpje om die lockdownmaatregelen te doen naleven, geen kritische kanttekening, om ook al die mensen die uw filmpje zien en eigenlijk niet willen meedoen met de ramadan, toch een hart onder de riem te steken? Minister, kunt u dat in het vervolg, als u dat nogmaals doet, wél doen?
Ten slotte heb ik nog een vraag over het filmpje zelf: wiens initiatief was dat? Ik neem aan het uwe? Dat is misschien evident. En waar zijn de middelen vandaan gekomen om dat filmpje de wereld in te sturen? Ik dank u voor uw antwoord.
Minister Somers heeft het woord.
Collega, u weet dat ik een levenslang gevecht tegen overgewicht voer. En misschien heb ik een zekere fascinatie voor elke vorm van dieet. Vasten is daar ook een vorm van. Of dat een gezonde of niet-gezonde vorm is, daarover kan ik niet oordelen. Ik ben geen dokter.
Alle gekheid op een stokje. Ik ben minister en ook burger in een pluralistische samenleving die ervoor gekozen heeft om religies te erkennen. Niet elk land doet dat. Elk land heeft zijn eigen systeem in het omgaan met religies en levensbeschouwingen. Wij hebben een systeem van erkende levensbeschouwingen. De islam is daar een van. Ik heb de neiging om altijd positief te staan tegenover feestdagen of zaken die voor de mensen belangrijk zijn. Als cultureel christen, maar tegelijkertijd ook atheïst, doe ik dat met heel veel plezier ook op Pasen. Sinds kort doe ik dat ook op het orthodoxe Pasen, omdat dat gemeenschappen zijn die ook relatief nieuw zijn in Vlaanderen. Ik doe dat voor de joodse gemeenschappen, en als ik morgen nog andere gemeenschappen leer kennen, zal ik dat ook doen. Ik vind het belangrijk, omdat dat een signaal is van inclusiviteit. En dat is op geen enkele manier het vergoelijken of ondersteunen van een bepaalde religie. Het is het respect opbrengen voor de verscheidenheid en de realiteit dat er in ons land, in Vlaanderen en in België, een paar honderdduizend mensen tot dat geloof behoren of minstens tot die culturele traditie behoren. Ik vind dat een minister van Samenleven en Binnenlands Bestuur daartegenover een positieve houding moet aannemen. Ik ben ook blij dat verschillende collega’s, over de partijgrenzen heen, dat op diezelfde manier hebben gedaan.
Het is inderdaad een film die werd opgenomen in het kader van de grote uitdaging waarvoor we als samenleving staan: de coronacrisis. Ik was aangenaam verrast door de positieve houding van alle levensbeschouwingen, allemaal: de christelijke, de atheïsten, die in de meimaand belangrijke feesten hebben, de protestantse gemeenschap, maar ook de moslimgemeenschap. Zij leggen allemaal verantwoordelijkheid en burgerzin aan de dag. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de voorbije tien dagen van de ramadan de zaken over het algemeen – er zullen zeker uitzonderingen zijn, dat is altijd zo en dat is ook logisch – op een zeer verantwoordelijke manier, met heel veel burgerschap en zin voor engagement, zijn verlopen. Dat maakt mij alleen maar blij. Er zijn mensen die op voorhand op sociale media allerlei horrorscenario’s voorspelden. Wel, de realiteit is dat Vlaanderen toch blijkbaar allemaal wat gemoedelijker en beter kan functioneren dan in de angstpsychose die sommigen daarrond hadden.
Het initiatief is tot stand gekomen in een samenspel. Mensen uit de islamitische gemeenschap zelf opperden dat het een goed idee kon zijn om ter zake nog eens een duidelijke boodschap uit te sturen. We hebben dat met plezier gedaan. Ook de andere collega’s, een aantal burgemeesters uit grote steden die heel divers zijn, hebben daaraan meegewerkt. Ik ben hun daar ook dankbaar voor.
Dat filmpje is 350.000 keer bekeken en dat heeft misschien wel bijgedragen. Dat weet je nooit achteraf, dat kun je moeilijk inschatten, maar alles verloopt vandaag op een heel positieve manier in Vlaanderen. We hebben nog eens een rondvraag gedaan bij de burgemeesters van de belangrijkste steden waar heel veel mensen met migratieroots wonen, en ook daar krijgen we alleen maar signalen dat het overgrote deel – plaatselijke uitzonderingen zullen de regel bevestigen – van de Vlamingen, ongeacht hun religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond, dit op een zeer goede manier doet.
Het juiste bedrag dat men had gegeven, ken ik niet. Ik zal u dat zo snel mogelijk overmaken. Dat is geen enkel probleem.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord, zeg ik, maar eigenlijk hebt u niet geantwoord op mijn vraag. U hebt gemerkt dat ik mij zeer coulant heb opgesteld. Ik denk dat uw filmpje inderdaad in beginsel een goede zaak was om te maken. Het doet me ook plezier van u te horen dat er een initiatief was, ook vanuit de moslimgemeenschap, om een dergelijk filmpje te lanceren om te voorkomen dat er wordt gezondigd tegen de coronamaatregelen. Dat is allemaal goed en wel.
Overigens vind ik het fijn te horen dat u zich cultureel christen noemt. Dat hebben wij dan absoluut gemeen. Ik heb natuurlijk gezien op Twitter dat u heel wat reacties hebt gekregen van mensen die zeggen: u wenst wel de ramadan, maar dat doet u bijvoorbeeld niet voor Pasen. Hier benadrukt u dat u dat wel doet, en dat is ook zo.
Natuurlijk vergeet u altijd wel mensen, zoals bijvoorbeeld de hindoes, de sikhs, de boeddhisten of de jaïnisten. We hebben natuurlijk talloze religies in dit land. U als man van de superdiversiteit moet dat toch weten. De vraag is dan: waarom de ene groep wel en de andere groep niet? Misschien dat u dan toch de hindoes en de boeddhisten, toch ook wel significante groepen, en de sikhs toch ook vanaf nu de wensen overbrengt. Dat zou ik toch willen vragen.
Minister, u hebt niet geantwoord op mijn vraag. Wat ik u heb gevraagd, is heel helder. Als u nogmaals zo'n filmpje opneemt, kunt u dan zo inclusief zijn – dat is de formulering van mijn vraag – dat u ook al die mensen in de moslimgemeenschap – geloof mij, minister Somers, ik ken daar veel mensen en het zijn er heel veel – die de ramadan eigenlijk maar niks vinden, die eigenlijk niet willen meedoen, die slechts meedoen omdat ze zich verplicht voelen, omdat ze worden geïntimideerd of zelfs soms bedreigd, en die zich dus in die periode zeer ongelukkig voelen en helemaal niet thuis voelen in de samenleving, ook een hart onder de riem steekt?
Kunt u, als u een dergelijk initiatief neemt of uw wensen uitstuurt, ook benadrukken dat u als minister van Samenleven er ook bent voor die mensen die dat eigenlijk niet willen doen, maar die niet anders durven en die dus onder een soort van tirannie leven in de maand van de ramadan? Ik heb zelf al een aantal keer getwitterd – dat is dan het tegendeel van wat u tweet – dat ik alle mensen op aarde die zich al dan niet moslim noemen en niet willen meedoen aan de ramadan, veel moed en veiligheid toewens in deze periode.
Ik zeg niet dat u dat eenzijdig moet tweeten of mij moet retweeten – dat zult u wellicht ook nooit doen –, maar misschien is het wel een insteek die u kunt meenemen in het vervolg, als u nog eens wensen voor de ramadan wilt overmaken.
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, ik ben blij dat u van zichzelf zegt dat u eenzijdig bent. Dat doet me plezier, dat is het begin van een loutering en van een bezinningsperiode. U weet dat de ramadan een periode is van bezinning. Op de een of andere manier bent u dus ook aan het meedoen.
Voor alle duidelijkheid voor uw achterban: mijn baard heeft weinig te maken met de ramadan. Ik weet dat dat beelden of referenties naar imams oproept. Ik help u uw volgende tweets en uw sociale media te verzorgen.
Er zijn zes erkende godsdiensten in ons land. U doet een goede suggestie. Ik ga die zes erkende religies systematisch op hun belangrijkste feestdag een verbindende boodschap geven. Sommige godsdiensten hebben heel veel feestdagen. De katholieke Kerk heeft elke dag de naamdag van een heilige. Dat gaan we natuurlijk niet doen.
Het zal u misschien verbazen, maar ik ben het met u eens dat het heel belangrijk is dat we het recht van mensen om uit een religie te treden of om niet deel uit te maken van een religie of levensbeschouwing moeten garanderen en beschermen. We zullen een duidelijk beleid voeren. Er moet een heel helder kader zijn dat dit mogelijk maakt voor mensen die geboren zijn of opgegroeid in een religie of levensbeschouwing, of zich daar op een zeker ogenblik toe bekend hebben, maar die niet langer wensen daar nog deel van uit te maken. Dat moet kunnen, onbevreesd en zonder dat men dwang uitoefent op deze mensen. Ik vind dat een heel principieel en belangrijk onderdeel van een diverse samenleving. Mensen moeten de vrijheid hebben om te geloven, maar ook de vrijheid om niet te geloven. Wie dat niet aanvaardt, plaatst zich op dat punt buiten de rechtsstaat, buiten onze rechtsstaat, buiten de moderniteit en de samenleving die wij zijn.
‘Les extrêmes se touchent’, misschien – op dat heel specifieke punt ben ik het met u eens. Alleen vind ik dat u die boodschappen niet allemaal met elkaar moet verwarren en door elkaar moet draaien. Ik zal dus rekening houden met uw bezorgdheid. Ze staat trouwens in de beleidsbrief. Ik ben vast van plan om ook in de toekomst ervoor te zorgen dat mensen die cultureel of religieus tot de islam behoren en Vlaming zijn van mij een heel duidelijk signaal krijgen dat ze een volwaardig deel zijn van de samenleving.
Ik ben samen met u blij dat de Moslimexecutieve en ook een aantal andere vooraanstaande mensen binnen de moslimgemeenschap mee het initiatief hebben genomen om in deze toch heel uitzonderlijke periode een krachtig signaal te sturen naar de moslims in Vlaanderen: ‘Ook al hebben wij een traditie van heel veel samenkomen in deze maand, wij kunnen dat nu niet doen. Wij hebben de plicht, als burger, om deze regels na te leven.’
In dezen is dat tot nu toe – ik houd hout vast en hoop dat alles goed verloopt – heel goed verlopen. Ik heb daarover contact gehad met de burgemeesters van de grootste steden van Vlaanderen. Men zegt dat dit tijdens de ramadanperiode op een voortreffelijke manier verloopt, een uitzondering hier en daar niet te na gesproken. Op een groep mensen van een paar honderdduizend in Vlaanderen zul je er natuurlijk altijd wel een of meer – ik zal er geen aantal op kleven – vinden die naast de lijntjes kleuren. Dat was trouwens bij mensen die niet tot de islamitische gemeenschap behoren in Vlaanderen ook het geval. Er zijn momenten geweest waarop het wat moeilijk was. Ik kijk altijd naar het positieve. Ik geloof in de positiviteit. Ik ben dus blij met hoe alles de voorbije dagen is verlopen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, u spreekt over het wensen overbrengen aan de erkende religies. De boeddhisten, hindoes en jaïnisten behoren daar tot nader order niet bij. Ik vind het jammer dat u dat onderscheid maakt. U doet het alleen voor de erkende, de niet-erkende zijn ook significante groepen. Misschien moet u daar toch nog eens over nadenken.
En dan wat die eenzijdigheid betreft. Ik kaart een probleem aan. Een familie of groep moslims die vrijwillig de ramadan doen… Ik zit in de politiek om problemen aan te kaarten. Niet om mij bezig te houden met wat, althans op het eerste gezicht, goed gaat. Het probleem is – en ik wil het benadrukken want u fietst er omheen – dat er in onze samenleving heel veel mensen binnen de moslimgemeenschap zijn die niet aan die ramadan willen meedoen.
U begint over de islam verlaten, maar daar heb ik het eigenlijk helemaal niet over. Er zijn heel wat mensen binnen de moslimgemeenschap die zich wel moslim noemen – misschien gaan ze er later wel uit, dat weten we niet – maar die toch niet willen meedoen aan die ramadan omdat ze het zo moeilijk vinden om niet te eten en te drinken. We kunnen ons daar allemaal een voorstelling van maken.
Ik zag een moslim, uit Nederland weliswaar, die terecht de vraag tweet hoe al die mensen in de moslimgemeenschap die stiekem willen eten en drinken, dat zullen doen tijdens die lockdown. Dat is daardoor natuurlijk ook veel moeilijker geworden omdat ze zich toch veel vaker in familiale kring bevinden, waar ouders, of broer of oom, er strikt op toezien dat ze niet eten of drinken. Ik maak me daar toch oprecht zorgen over en ik benadruk dat ik vind dat u als minister van Samenleving de plicht hebt om telkens wanneer u aan moslims die boodschap geeft met de ramadan, daaraan toe te voegen dat u een hart onder de riem wilt steken van diegenen die niet mee willen doen maar niet anders kunnen of durven. Ik denk dat deze groep veel groter is dan u zich kunt of wilt indenken.
Als ik in Antwerpen rijd, dan zie ik toch wel andere dingen dan wat burgemeesters u misschien vertellen, namelijk dat alles voortreffelijk gaat. Wanneer ik voorbij de Delhaize in mijn buurt passeer, dan zie ik alle mensen netjes op een rij met anderhalve meter afstand aanschuiven. Wanneer ik echter voorbij Tanger Markt rijd in Borgerhout, dan zie ik daar taferelen waarbij iedereen chaotisch door elkaar loopt. Dit even als kanttekening over de opvolging van de coronamaatregelen tijdens de ramadan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.