Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, het Steunpunt Wonen publiceerde recent een rapport over een mogelijk nieuw opleidingskader voor de woningcontroleurs in dienst van publieke instanties en over de manier waarop ook de private actoren kunnen worden ingeschakeld bij de uitvoering van woningcontroles. Het rapport geeft aan dat er voor elke persoon die optreedt als woningcontroleur, een opleiding wordt georganiseerd door het agentschap Wonen-Vlaanderen, en dat die ook moet slagen voor het bijhorende examen. Het zijn enkel die erkende woningcontroleurs die vervolgens de technische verslaggeving nog voor hun rekening zouden mogen nemen. Lokale besturen en de gewestelijke overheid kunnen de financiële afweging maken om dit met eigen personeel te doen of per opdracht een beroep te doen op private woningcontroleurs. Met betrekking tot de controleurs die er vandaag al zijn, tonen bevragingen blijkbaar aan dat er een ruime nood is aan een opleidingskader, eventueel ook extern, omdat het systeem vandaag ontoereikend zou zijn en er onvoldoende specifieke opleiding is, en die ook onvoldoende frequent is.
Minister, zal het opleidings- en bijscholingstraject voor de erkenning worden georganiseerd door de overheid, of zult u hiervoor samenwerken met een erkend opleidings- en examencentrum? Welke instantie zal dan instaan voor de erkenning en certificering van woningcontroleurs? Lokale besturen vrezen blijkbaar ook dat het aantal geweigerde conformiteitsattesten zal stijgen als er meer private woningcontroleurs worden ingeschakeld, omdat zij louter technisch zouden beoordelen. Hoe staat u tegenover die vrees? Plant u eventueel de opstart van een stakeholdersgroep om de belangrijke technische elementen, zoals richtlijnen in verband met de interpretatie van de vereisten, richtlijnen omtrent veelgemaakte fouten, veelgestelde vragen enzovoort, samen op te volgen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Collega’s, dit is een thema dat ik echt van dichtbij wil opvolgen. Ik probeer daar ook spoed achter te zetten. Ik denk dat medewerkers daar hoorndol van worden. Ik denk immers dat dat een belangrijk instrument is om die woningkwaliteit in Vlaanderen omhoog te duwen. Daar hoort echter wel heel wat werk bij. Ik begin met u de timing te geven. De wetgeving inzake die private woningcontroleurs zal er in de loop van 2021 zijn, en de inwerkingtreding in 2022. We moeten daarvoor een traject samenstellen, met de opleidingspartners. Die certificering moet worden opgezet. Die opleiding zelf moet worden doorlopen. Het vergt dus wel wat werk en voorbereiding om dat goed te doen. Ik blijf dat opvolgen, opdat we daar zo snel mogelijk mee zouden gaan. Ik hamer daar zelf op, maar dat vraagt natuurlijk wel wat werk, dus we moeten heel dat traject doorlopen, zowel decretaal als wat de uiteindelijke uitvoering betreft.
U vroeg welke instantie de opleiding in de toekomst zal verzorgen. Eigenlijk moet dat nog worden opgehelderd. Dat is het overleg dat bezig is. We bekijken de mogelijke pistes momenteel samen met het agentschap Wonen-Vlaanderen en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS). Ook moet nog worden opgehelderd wie zal instaan voor de erkenning van gecertificeerde woningcontroleurs. Dat waren uw eerste twee vragen.
Woningcontroleurs hebben de taak om neutraal en objectief technische vaststellingen te doen. We zetten daarom in op het nastreven van een uniforme beoordelingspraktijk. Dat is ook een onderdeel dat zeer veel tijd vraagt. Dit zal op verschillende manieren gebeuren. De opleiding is dezelfde voor alle woningcontroleurs, ongeacht of zij door een overheid of een privaat bedrijf worden tewerkgesteld. Aan het verkrijgen en behouden van een erkenning zullen voorwaarden gekoppeld worden die onder meer betrekking kunnen hebben op het hanteren van een uniforme werkwijze. Wonen-Vlaanderen zal het technisch handboek met richtlijnen voor alle woningcontroleurs actueel houden. Dat handboek krijgt vanaf 2021 bovendien de vorm van een ministerieel besluit.
De woningcontroleurs kunnen rekenen op ad-hocondersteuning en begeleiding door ervaren woningcontroleurs van Wonen-Vlaanderen. Eventuele afwijkende beoordelingspraktijken zullen worden bijgestuurd. Daarnaast zijn de lokale besturen verantwoordelijk voor de te voeren procedure. Zij zullen in de toekomst ook gebruik kunnen maken van de waarschuwingsprocedure.
De steden en gemeenten zijn vragende partij voor de opleiding en certificering van woningcontroleurs. Zij kiezen uiteraard zelf of zij een beroep doen op eigen of private woningcontroleurs. Ze houden daar zelf de touwtjes in handen. Op deze manier blijven de lokale besturen de regie voor de woningkwaliteitshandhaving in handen houden. De eindverantwoordelijkheid blijft bij hen. In de administratieve procedures om een conformiteitsattest af te leveren of om een woning ongeschikt of onbewoonbaar te verklaren, zijn het de burgemeesters die de uiteindelijke beslissing nemen.
Wonen-Vlaanderen werkt momenteel een nieuw technisch handboek uit, conform het nieuwe decretale kader voor de woningkwaliteitshandhaving dat in werking treedt op 1 januari 2021. Hierbij wordt ook een beroep gedaan op de expertise van de woningcontroleurs van lokale besturen via een speciaal daartoe opgerichte contactgroep. Het is de bedoeling dat dit handboek periodiek aangepast wordt aan nieuwe inzichten en casussen op het terrein. Er zal daarbij uiteraard verder overleg met diverse actoren nodig zijn. Welke vorm dit precies moet krijgen en welke actoren hierbij moeten betrokken worden, moet nog uitgeklaard worden.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik hoop dat ik met mijn vraag niet heb bijgedragen tot een verdere dolheid van uw medewerkers. Ik begrijp ook dat er nog veel in voorbereiding is. Laat mijn vraag dan vooral een ondersteuning zijn en een teken dat dit ook voor ons een bijzonder belangrijk instrument is, waarbij lokale besturen in de cockpit blijven zitten om de woningkwaliteit op hun grondgebied te handhaven maar daarin ondersteund worden door professionals. We zullen dit samen met u verder opvolgen. Ik zal dan proberen u op te jagen en u kunt uw medewerkers opjagen en dan geraken we er zeer snel.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag de heer Coenegrachts geruststellen: ik zal eveneens de minister en zijn kabinet mee opjagen.
Ik heb hier enkele weken geleden ook al vragen over gesteld. Het is goed dat u, minister, nog eens benadrukt dat het geen verplichting is. In de vraag staat – maar ik denk niet dat dit bewust is – dat “private controleurs zullen worden ingeschakeld”. Het is goed dat benadrukt wordt dat de lokale autonomie hier ook speelt.
Ik denk wel dat, als steeds meer lokale besturen verplichte conformiteitsattesten zullen invoeren – en dat zou niet onlogisch zijn voor het efficiënt gebruik van mensen en middelen –, er door lokale besturen een beroep zal worden gedaan op private controleurs, naast het eigen personeel. Omdat u garandeert, en dit zult organiseren in een ministerieel besluit, dat de opleidingen en certificeringen uniform zullen verlopen, zal het eigenlijk wel niet uitmaken of het ambtenaren zijn dan wel private controleurs.
Het is goed dat u daar spoed achter zet. Het regeerakkoord wil ook streven naar zoveel mogelijk kwalitatieve woningen. De lokale overheden maken gebruik van die incentive door conformiteitsattesten verplicht te maken, in Aalst bijvoorbeeld al vanaf 1 januari 2021. De verplichte opleiding en de certificaten komen daarna, dat zal niets te vroeg zijn. U doet er goed aan om met bekwame spoed verder te gaan.
Ik hoop en ik denk dat de vrees van de heer Coenegrachts ongegrond is. De lokale besturen vrezen dat er strenger of verschillend zal worden opgetreden door private of overheidscontroleurs, maar ik denk dat dit niet zal gebeuren. De opleiding en de uniformiteit zullen wel een rol spelen.
De extra waarschuwingsprocedure is trouwens een goede inlassing om het draagvlak om te streven naar kwalitatieve woningen voor iedereen in Vlaanderen, te vergroten, ook bij de eigenaars en verhuurders van woningen. Die waarschuwingsprocedure is eigenlijk een extra oproep om, voor de bestraffing of de sanctionering, iets te doen aan de kwaliteit van woningen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik wil nog één zaak benadrukken. U hebt terecht gezegd dat er uniformiteit moet zijn, dat het belangrijk is dat het technisch allemaal juist is en dat het allemaal op dezelfde manier gebeurt. Laat ons ook zeker niet vergeten dat empathie, het sociale en het menselijke, ook zeer belangrijk zal zijn in dit hele proces. Dat zal ook moeten worden meegenomen en op een goede manier moeten worden aangepakt. Het is een aspect dat we zeker niet mogen vergeten, naast de technisch aspect en het kwalitatieve aspect. Het menselijke aspect, hoe je dat overbrengt en hoe je ter plekke gaat, is heel belangrijk om mee te nemen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, ik ben het er helemaal mee eens dat mensen die vaak bij mensen thuis moeten gaan, dit op een beleefde en empathische manier moeten doen. In de opleiding zal er ook ruimte moeten zijn voor hoe men een woonst betreedt. Dat is belangrijk en daar ben ik het helemaal mee eens. Maar, voor alle duidelijkheid: de empathie en de menselijkheid die men aan de dag moet leggen, maakt natuurlijk geen verschil ten aanzien van de technische vaststellingen die zij moeten doen. Dat blijft overeind. Ik denk dat we het daarover eens zijn.
Ik kan het heel eenvoudig stellen, en ik begrijp ook wel dat er moeilijkere dingen zijn, maar asbest op gevaarlijke plaatsen is er of is er niet. De nodige isolatie of schimmel, is er of is er niet. Elektriciteit die niet correct werkt, is er of is er niet. Daar komt weinig empathie aan te pas, maar in de omgangsvormen natuurlijk wel. Ik ga er ook van uit dat iedereen een zekere vorm van beleefdheid aan de dag legt. We zullen ook te maken krijgen met moeilijke gevallen waar er weerstand is en daar zal het zeker nodig zijn. Absoluut akkoord, maar de vaststellingen die zij doen, moeten natuurlijk wel technisch correct zijn. In mijn ogen mag daar geen empathie spelen want de technische vaststellingen moeten correct worden gedaan.
Daarenboven heb ik er duidelijk op gewezen dat de uiteindelijke beslissing bij de burgemeester blijft liggen, bij de bevoegdheid van het lokale bestuur. Bij het overbrengen van die boodschap kan hij natuurlijk in de mate van het mogelijke, zonder afbreuk te doen aan de technische vaststellingen, de nodige empathie aan de dag leggen. Dat mag van lokale besturen worden verwacht, maar dat zal meestal ook het geval zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.