Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
In Vlaanderen zijn er ongeveer een half miljoen mensen die niet alles kunnen horen. Dat is dus een op de twaalf Vlamingen. Van hen zijn ongeveer zesduizend mensen van bij de geboorte of kort daarna doof of zwaar slechthorend. Zij gebruiken gebarentaal om te kunnen communiceren.
In 2006 werd de Vlaamse Gebarentaal (VGT) erkend via het decreet houdende de erkenning van de Vlaamse Gebarentaal van 5 mei 2006. Dit decreet bepaalt de symbolische erkenning van VGT als taal van dove en horende Vlaamse ‘gebarentaligen’ in de Vlaamse Gemeenschap en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.
Vlaanderen heeft de opdracht om informatie toegankelijk te maken voor doven en slechthorenden bij de media gelegd. Dit werd vastgelegd in het decreet betreffende radio-omroep en televisie van 27 maart 2009. Zo moeten bijvoorbeeld de nieuws- en duidingsprogramma’s van de openbare omroep VRT getolkt worden in de VGT. Daarvoor gebruiken de doven en slechthorenden een apart tv-kanaal. Hierdoor zijn de media in Vlaanderen steeds toegankelijker geworden voor dove mensen. Maar tijden veranderen. De overheid communiceert niet alleen meer via de klassieke mediakanalen, maar ook rechtstreeks met haar publiek via sociale media. Daarnaast heeft het Vlaams Parlement nu zelfs een eigen tv-zender.
In het Bestuursdecreet van 7 december 2018 worden een aantal principes en normen vastgelegd waaraan de overheidscommunicatie moet voldoen. Het inzetten van gebarentaaltolken bij communicatie vanuit de Vlaamse overheid is hierin niet opgenomen, en dat vinden we echt jammer. Wij zouden deze verplichting wel graag opgenomen zien worden omdat men daar anders niet aan denkt.
Tijdens de corona-epidemie waren er pas vanaf 17 maart 2020 gebarentaaltolken aanwezig op de dagelijkse persconferenties over het coronavirus van de FOD Volksgezondheid en het Nationaal Crisiscentrum (NCCN). Voor alle duidelijkheid: hier is Vlaanderen niet voor verantwoordelijk. Die tolken kwamen er pas na enkele dagen van communiceren en dit onder druk van Doof Vlaanderen. Zij maakten hier terecht een punt van. Zo waren op andere zenders, bijvoorbeeld de Nederlandse, vanaf het begin gebarentaaltolken aanwezig. Deze persconferenties werden en worden nog steeds live gestreamd, veel mensen kijken hiernaar. Ook doven willen de info correct en uit eerste hand krijgen.
Ere wie ere toekomt, op de persconferentie van 18 maart 2020 van de Vlaamse Regering was er wel een tolk VGT aanwezig. Men had lessen geleerd uit de kritiek van Doof Vlaanderen en men volgde het voorbeeld van de FOD Volksgezondheid en het NCCN.
Dit is echt heel belangrijk, want VGT is de eerste taal van de doven. De taal heeft een eigen grammatica en woorden die verschillen van het Nederlands. Ondertitels kunnen doven wel helpen om informatie te begrijpen, maar het best gebeurt de communicatie in hun eerste taal, de VGT. Dit garandeert dat iedere dove burger essentiële informatie goed begrijpt, wat in deze coronatijden van levensbelang is. Net zoals horende mensen graag uitleg krijgen in gesproken Nederlands, geven dove ‘gebarentalige’ burgers er de voorkeur aan om informatie in de VGT te krijgen.
Maar ons optimisme was slechts van korte duur. Op 3 april, 17 april en 25 april verspreidde u een videoboodschap via de sociale media om Vlaanderen aan te moedigen om vol te houden. Deze videoboodschap werd niet begeleid door een gebarentaaltolk. Nochtans bracht u hier een belangrijke boodschap. Ook dove en slechthorende Vlamingen moeten volhouden.
Wat vindt u ervan om gebarentaaltolken in te zetten bij de communicatie vanuit de Vlaamse overheid. Hoe ziet u dat?
Wat vindt u ervan om crisiscommunicatie, gesproken regeringsmededelingen, maar ook de Septemberverklaring en regeerverklaring te laten tolken in gebarentaal?
Hoe wilt u dit wettelijk verankeren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Om op uw eerste vraag te antwoorden: u geeft zelf aan dat we gezorgd hebben voor de inzet van een tolk Vlaamse Gebarentaal op de persconferentie die de Vlaamse Regering op 18 maart gegeven heeft bij de toelichting van de Vlaamse maatregelen om de effecten te ondervangen van de coronacrisis. Dat toont aan dat we wel degelijk rekening houden met de specifieke doelgroep van doven en slechthorenden bij de mondelinge communicatie van regeringsbeslissingen.
Dat er geen gebarentolk aanwezig was bij mijn videoboodschappen van 3 april en 17 april heeft ermee te maken dat die communicatie volgens een andere setting is verlopen, waarbij dat technisch en fysiek minder gemakkelijk realiseerbaar was. Deze boodschappen werden wel voorzien van ondertitels.
Ik wil er ook op wijzen dat de federale overheid de informatie over het virus en de maatregelen ook op de website www.info-coronavirus.be/translation bekendmaakt aan de hand van video’s in Vlaamse Gebarentaal. Het Crisiscentrum van de Vlaamse Overheid (CCVO) heeft deze website vermeld in zijn nieuwsbrief van 15 april 2020 en in een gerichte mailing aan verschillende departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid. De informatie staat ook nog eens in audio en in video op meerdere websites van de Vlaamse overheid. Op die manier wordt deze informatie zo goed mogelijk ontsloten en verspreid.
Uw vraag om dat te verruimen naar alle Vlaamse overheidscommunicatie is vooral van belang, denk ik, voor dringende en belangrijke mededelingen die voornamelijk of uitsluitend mondeling worden gegeven. Er is immers ook heel wat informatie beschikbaar langs schriftelijke weg, bijvoorbeeld via de websites van de Vlaamse overheid. In dringende gevallen, bijvoorbeeld bij crisiscommunicatie, wordt ook gewerkt met schriftelijke communicatie via sms-berichten. Burgers en vertegenwoordigers van bedrijven of organisaties kunnen ook steeds vragen stellen aan de Vlaamse Infolijn 1700, niet alleen via e-mail maar ook via social media, chatgesprekken en dergelijke meer.
Hoe sta ik ertegenover om crisiscommunicatie en andere communicatie te laten tolken in gebarentaal? Ik ben het met u eens dat we de focus in de eerste plaats moeten leggen op de voorlichtingsmomenten op initiatief van de Vlaamse Regering of van Vlaamse ministers of hun woordvoerders, en ook op de Vlaamse crisiscommunicatie. Bij belangrijke regeringsmededelingen worden de media meestal ingeschakeld voor het verspreiden van de informatie die mondeling gegeven wordt, via persconferenties of interviews. Voor doven en slechthorenden bestaat dan de mogelijkheid om die mondelinge informatie die verstrekt wordt via beeld en geluid, toegankelijk te maken aan de hand van ondertiteling van de mediaverslaggeving. Het zijn natuurlijk de media zelf, in het bijzonder de televisiezenders van de VRT en VTM, die daartoe dan het initiatief kunnen of moeten nemen. Zelfs bij live-uitzendingen is een ondertiteling technisch mogelijk, mits er een beperkte uitzendvertraging wordt toegepast.
Een andere mogelijkheid is inderdaad om te werken via een tolk Vlaamse Gebarentaal, zoals bijvoorbeeld op 18 maart laatstleden. We zullen zeker op de ingeslagen weg verder gaan en we zullen ook de mogelijkheid onderzoeken om hetzelfde te doen voor de Vlaamse crisiscommunicatie.
U weet dat het de federale overheid is die inzake de coronacrisis instaat voor de coördinatie en dus ook voor de communicatie. Het CCVO speelt daarbij een ondersteunende rol, maar voert hierover zelf geen externe communicatie. Wanneer het CCVO in de toekomst zelf crisiscommunicatie zal moeten voeren, zullen we alleszins aandacht besteden aan de specifieke doelgroep van de doven en slechthorenden. Ik zal aan het CCVO vragen om zo spoedig mogelijk een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid om een tolk gebarentaal in te schakelen voor mondelinge Vlaamse crisiscommunicatie. De televisiezenders zullen het best betrokken worden bij dat overleg, maar de prioritaire rol die het CCVO momenteel moet opnemen voor de bijdrage van de Vlaamse overheid aan het crisisbeheer rond het coronavirus door de federale overheid, mag hierdoor natuurlijk niet in het gedrang worden gebracht.
De regeringsverklaring en de Septemberverklaring zijn uiteraard ook belangrijke mededelingen, maar daar liggen de zaken toch ietwat anders. Vooreerst worden deze verklaringen afgelegd in het Vlaams Parlement. Kort daarna, meestal nog dezelfde dag, is daarvan een zo goed als letterlijke weerslag te vinden op de website van het Vlaams Parlement. Dat geldt evenzeer voor de parlementaire debatten die daarop volgen. Indien het toch wenselijk zou worden geacht om simultaan bij het afleggen van die regeringsverklaringen een vertaling te voorzien door een tolk Vlaamse Gebarentaal, zijn het, mijns inziens, de diensten van het Vlaams Parlement die dat moeten organiseren. De regeringsverklaring, de Septemberverklaring, breng ik daar op vraag van het Vlaams Parlement; de regeling van die werkzaamheden is dan ook voor het Vlaams Parlement. Maar voor alle duidelijkheid, ik ben er niet op tegen dat dat zou gebeuren.
Ik zie geen meerwaarde in een wettelijke verankering van de werkwijze om tolken Vlaamse Gebarentaal in te zetten bij de Vlaamse overheidscommunicatie. Dat gaat over een interne werkwijze die gehanteerd moet worden door de Vlaamse Regering en haar diensten. We hebben geen reglementaire basis nodig om de nodige aandacht te besteden aan deze problematiek en om daartoe de nodige initiatieven te ontwikkelen. U weet dat we in het regeerakkoord resoluut gaan voor minder regeldruk en voor een vermindering van regelgeving, waar mogelijk. Maar de problematiek ligt mij wel na aan het hart en we zullen ernaar handelen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw antwoord.
Ik wilde zeker geen kritiek geven, want ikzelf – en iedereen met mij – kan vaststellen dat er tijdens deze periode echt moeite gedaan wordt om doven en slechthorenden bij elke vorm van communicatie te betrekken door in een VGT-tolk te voorzien.
Nu, ik hoor ook wel de goodwill om daar aandacht voor te hebben, maar als u dat niet in engagementen gaat vastleggen, dan zal het ook van die goodwill afhangen. Dan zal het afhangen van welke minister of dienst die communicatie moet voeren. Dat is een eerste punt.
Ten tweede denk ik dat Vlaanderen en ook het Vlaams Parlement een statement zouden kunnen maken door onze eigen communicatie, zoals de Septemberverklaring, simultaan in VGT te laten tolken. U zegt wel dat mensen dergelijke zaken achteraf kunnen nalezen via streaming of het verslag, maar ik denk dat we het zelf ook niet leuk zouden vinden, mochten we die communicatie niet kunnen volgen in onze eigen taal en pas een half uur of een uur nadien via een ander kanaal op de hoogte worden gebracht. Ik denk dat het dus qua dienstverlening heel fijn zou zijn, mocht Vlaanderen zijn communicatie onmiddellijk in VGT laten tolken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.