Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer De Reuse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de federale regeringsvorming is verre van rond, maar de roep om een verregaande of totale federalisering – noem het decentralisatie – van de gezondheidszorg en de financiering klinkt steeds luider en luider. Deze vraag is helemaal niet nieuw; het is een oude eis van de Vlaamse beweging om alle zorg voor onze mensen dichter bij de burger te brengen. En dat kan het best door het beleid voor onze mensen te organiseren op het Vlaamse niveau.
Momenteel is de gezondheidszorg reeds een persoonsgebonden bevoegdheid en geregeld op het niveau van de drie gemeenschappen: de Vlaamse, de Franstalige en de Duitstalige Gemeenschap. Maar nog vele zaken zijn niet overgedragen aan de gemeenschappen en verstoren het voeren van een gericht en verantwoord beleid. Gezaghebbende stemmen buiten de politiek, zoals onder meer mevrouw Moykens, secretaris-generaal van het Vlaams Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jan De Maeseneer, hoogleraar aan de Universiteit van Gent, Wouter De Geest, Voka-topman (Vlaams netwerk van ondernemingen) – en ik kan nog enkele mensen opsommen – verrijken het debat, elk met hun eigen insteek, elk met hun eigen visie, maar wel met dezelfde dringende vraag om de gezondheidszorg snel verder te regionaliseren.
Ook de politiek laat van zich horen in dit debat. Onze partij, het Vlaams Belang, is al langer voorstander van een volledige splitsing van de gezondheidszorg – en bij uitbreiding van het ganse Belgische bestel. Maar ook bijvoorbeeld minister Dalle zegt in De Weekbode, de Krant van West-Vlaanderen, dat onder andere de gezondheidszorg te complex georganiseerd is en een nieuwe staatshervorming in 2024 hiervoor soelaas moet brengen. Voor de N-VA is een volledige Vlaamse gezondheidszorg een van de eerste eisen en ook u, minister Beke, pleitte er in een vorig leven als CD&V-voorzitter nog voor dat de gezondheidszorg federaliseren bij een nieuwe staatshervorming prioritair is.
Voor ons is het duidelijk dat alles van de gezondheidszorg – en dat omvat alles van preventie, de organisatie van de zorg voor alle doelgroepen en de erkenningen tot de financiering – het best in één hand ligt, op Vlaams niveau.
Minister, hoe reageert u op de steeds luider klinkende roep om een verregaande, zelfs totale federalisering van de gezondheidszorg?
Welke voorbereidende stappen zet u om die vraag vanuit het middenveld, die steeds luider en luider klinkt, kracht bij te zetten?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik zal zeker niet tegenspreken dat de bevoegdheidsverdeling inzake de gezondheidszorg nogal complex is. Er zijn daarover ook al heel wat analyses gemaakt. U hebt er geciteerd en ik zou er u ook nog een aantal kunnen geven. Zo is bijvoorbeeld de versnippering in de geestelijke gezondheidszorg groot en zeker niet verminderd. Dit bemoeilijkt de aanpak van een aantal belangrijke problematieken.
Als er een zevende staatshervorming komt – en dat is mijn persoonlijke mening –, dan staat de gezondheidszorg zeker op de agenda.
U vraagt welke stappen er gezet zijn of gezet worden. Ik verwijs naar het regeerakkoord. Ik citeer: “In het licht van de belangrijke maatschappelijke uitdagingen is het noodzakelijk dat we de institutionele hindernissen aanpakken en een besluitvorming ontwikkelen die efficiëntie en de democratische beginselen met elkaar verzoent. De Vlaamse Regering nodigt de Vlaamse volksvertegenwoordiging uit om een grondige reflectie op te starten over de gewenste staatsinrichting en geeft ze de nodige vrijheid en ruimte om die concreet invulling te geven.”
Ik heb vernomen dat er op dit moment concrete afspraken gemaakt worden binnen het parlement over de samenstelling en de operationalisering van de opdracht van de werkgroep.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel voor dit heel kort en bondig antwoord, in tegenstelling tot dat op de vorige vraag.
In dit land zijn er inderdaad acht ministers bevoegd voor gezondheidsbeleid. Dat is veel te versnipperd, daar zijn we het duidelijk over eens. Voor ons is het duidelijk: er zijn twee verschillende maatschappijvisies in het noorden en in het zuiden van het land. Laat iedereen zijn eigen visie op gezondheidsbeleid ook maar ontwikkelen, maar laat ze die dan ook maar zelf financieren en daar de financiële verantwoordelijkheid voor dragen.
We zitten hier in het Vlaams Parlement en een beetje Vlaamse ambitie is hier toch wel op zijn plaats. U verwijst op het einde zelf naar het Vlaams regeerakkoord, waarin u zegt dat het parlement hier het nodige initiatief moet nemen. Ik hoop dat u dat dan ook ondersteunt, want zoals u ongetwijfeld weet, heeft onze fractie een voorstel gedaan tot het oprichten van een commissie Staatshervorming, juist met het oog op het voorbereiden van de komende staatshervorming die op ons afkomt, zodat dat gedragen kan worden door een breed veld binnen ons eigen parlement. Tot onze grote spijt werd de oprichting van die commissie echter afgewezen door alle andere partijen. Ik verneem nu dat u wel zegt dat men overgaat tot de voorbereidingen. Ik mag dan veronderstellen dat een dergelijke commissie bij deze toch door uw partij ondersteund zal worden. Ik zal het ook overmaken aan onze fractieleider dat er ondertussen toch bredere steun komt, want het is wel nodig dat we nu reeds beginnen met de voorbereiding van een zevende staatshervorming en daar niet mee wachten tot op het laatst.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, zoals u weet, zijn wij zeker ook al lang voorstander van homogene bevoegdheidspakketten. Wij steunen u dus volledig, ook al is het uw persoonlijke mening dat de gezondheidszorg op de agenda moet komen bij een eventuele staatshervorming. Maar ik zou zeggen: wacht daar niet op laten we proberen om dat al op andere manieren te organiseren. Dit gaat natuurlijk over het feit dat een gezondheidsbeleid gevoerd moet worden, aangepast aan de noden. We zijn op werkbezoek geweest in verband met de ouderenzorg. Ouderenzorg is een Vlaamse bevoegdheid, terwijl normering federaal zit; we hebben daar toch duidelijke, specifieke noden gehoord die de roep om verandering naar een verdere homogenisering van de bevoegdheden zeker noodzakelijk maken. Kijk maar naar hoe wij werken rond preventie. Het gaat erover dat je de juiste accenten kunt leggen en de prioriteiten kunt aanpassen aan de noden. Maar vanuit onze fractie hebt u dus alleszins onze steun.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik moet jullie niet uitleggen dat wij een institutionele Kafka hebben in onze gezondheidszorg; er zijn hier al een heel aantal voorbeelden gegeven. Dan kun je natuurlijk twee richtingen uit. Je kunt alles verder in stukjes gaan knippen en hopen dat het dan beter gaat, of je kunt proberen om een aantal zaken terug samen te brengen. Als we vandaag kijken naar bijvoorbeeld de aanpak van de coronacrisis, lijkt het mij heel duidelijk dat dat eerste een zeer slecht idee is, dat die versnippering heel contraproductief werkt en dat je op die manier geen gecoördineerde aanpak kunt doen. Ik denk bijvoorbeeld aan ‘contact tracing’, heel belangrijk in het tegengaan van corona, dat op dit moment een gemeenschapsbevoegdheid is en door drie verschillende agentschappen uitgevoerd moet worden in een land dat nauwelijks een zakdoek groot is en slechts 10 miljoen inwoners telt, evenveel als de provincie Wuhan in China, waar men bijvoorbeeld wel een centrale aanpak kan doen.
Ten tweede, als je zaken regionaliseert, moet ook je financiering geregionaliseerd worden. Dat lijkt mij een bijzonder slecht idee, want dat wil zeggen dat je de sociale zekerheid gaat moeten splitsen. Het is evident dat dat niet efficiënt is, want dan moet je een aantal agentschappen gaan ontdubbelen, administraties gaan ontdubbelen en nieuwe methodes vinden om overeen te komen tussen de verschillende regio’s. Je creëert dus alleen maar meer structuren.
Minister, vindt u dat ook geen twee belangrijke redenen om te zeggen dat het toch niet zo’n heel goed idee is om die gezondheidszorg verder te gaan regionaliseren, zeker als u ziet hoe hard u zelf in de problemen komt door de loskoppeling van uitgaven en inkomsten in de sectoren die wel al geregionaliseerd zijn?
Minister Beke heeft het woord.
Ik weet niet of China nu het beste voorbeeld is om te zeggen dat de aanpak van corona daar als beste gewerkt heeft. Mij lijkt dat het tegendeel te zijn.
Dat we met acht of negen ministers van Volksgezondheid in dit land samenzitten, dat is inderdaad best veel. Ik heb gezien dat de voorzitter van MR zegt dat men in Wallonië van drie of vier ministers best naar één minister kan gaan. Het staat hem vrij om dat te doen, want dat zou een aantal zaken ook wel iets gemakkelijker maken, maar ik ga mij daar op zich niet in moeien.
De manier waarop wij de coronacrisis aanpakken wijst op een goede samenwerking met het federale niveau, met respect voor elkaars bevoegdheden, maar met de gemeenschappelijke ambitie om die problematiek zo goed mogelijk te managen. Frankrijk is een eenheidsstaat en kijk eens naar het aantal slachtoffers daar. U zegt dat dat een groot verschil maakt, mijnheer D’Haese, maar u zult zien dat er wat dat betreft geen causaal verband bestaat.
De heer De Reuse heeft het woord.
Voor onze partij is het duidelijk dat we niet terug willen naar de jaren ’30 van de vorige eeuw, waarin alles unitair was. De Vlaamse strijd heeft genoeg bewezen dat de belangen van de Vlamingen, die we hier trouwens allemaal moeten verdedigen, het best worden gediend bij zelfbestuur. We zitten hier inderdaad op een snijpunt van twee culturen en die hebben elk hun visie op een aantal zaken zoals gezondheidszorg. In het kader van efficiëntie en van een nuttige en goede aanwending van de gelden, moet een totale federalisering van de gezondheidszorg een eerste stap zijn. Ik ben heel blij van de collega’s van zowel CD&V als de N-VA te horen dat dit heel belangrijk is. Wij hopen dan op ook steun voor de oprichting van een commissie staatshervorming om onder andere dit probleem goed voor te bereiden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.