Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de Vlaamse huurmarkt, vooral het onderste segment ervan, staat onder druk. Het is niet gemakkelijk voor heel wat mensen om een woning te vinden binnen hun budget. Die problematiek hangt ook wel samen met een ander fenomeen, namelijk het ouder worden van vele van onze verhuurders, met name de vergrijzing van onze private huurmarkt.
Nu, de vergrijzing van deze huurmarkt houdt in dat steeds meer private verhuurders zich in de categorie 65-plus bevinden, 33 procent om precies te zijn. Dit is een groep verhuurders die zich één of twee woningen heeft aangeschaft om te verhuren, als aanvulling op hun pensioen. Eventueel trekken zij nog in hun appartement of kleine woning, wanneer ze niet meer voor hun grotere woning kunnen zorgen.
Hierbij komt ook nog dat deze groep zich vaak geen raad weet met de almaar strenger wordende regelgeving inzake woningkwaliteit en milieunormen. Dit zorgt ervoor dat deze verhuurders vaak liever hun woning verkopen in plaats van ze op de private huurmarkt aan te bieden. Dit alles zorgt samen voor een inkrimping van de private huurmarkt.
Tijdens vorige commissievergaderingen verwees u naar de huurwaarborg als maatregel om de verhuurders te ondersteunen. Dat is correct. Er moeten evenwel nog andere belemmeringen worden weggenomen bij oudere verhuurders en verhuren moet ook aantrekkelijker gemaakt worden bij jongere woningeigenaars. Het is dus belangrijk dat private verhuurders een duw in de rug krijgen; er is wat dat betreft nog werk aan de winkel.
Minister, deelt u de bezorgdheid omtrent de vergrijzing en bijhorende inkrimping van de private huurmarkt?
Plant u extra beleidsinitiatieven om verhuren aantrekkelijker te maken, in het bijzonder voor jonge woningbezitters? Zo ja, welke? Zo niet, waarom?
Ziet u nog belemmeringen voor mensen die hun woning verhuren?
Ziet u heil in een ontzorgingsprogramma voor bejaarde verhuurders?
Wat is de stand van zaken van de oprichting van het privaat verhuurdersplatform, zoals aangekondigd in uw beleidsnota?
Minister Diependaele heeft het woord.
Alvorens uw vragen te beantwoorden, ga ik eerst even kort in op de cijfers die u in uw inleiding gebruikt.
U stelt dat de vergrijzing van de private huurmarkt inhoudt dat steeds meer private verhuurders zich in de categorie 65-plus bevindt, namelijk 33 procent. Het Grote Woononderzoek (GWO) 2013 bevestigt inderdaad het grote aandeel oudere particuliere verhuurders, maar het is niet zo dat deze groep groter wordt. Ook uw opmerking dat het privaat huuraanbod verder inkrimpt wordt niet bevestigd door de cijfers. Die twee parameters lijken een zekere constante te zijn in het Grote Woononderzoek.
Volgens het Grote Woononderzoek 2013, bevindt een op de vijf gezinnen in Vlaanderen zich op de private huurmarkt. Dit is meer dan in 2005, toen dit aandeel volgens de Woonsurvey 18 procent bedroeg. Bijna 71 procent van de huurwoningen wordt verhuurd door particuliere verhuurders – private eigenaars van huurwoningen –, wat een hoog aandeel is in internationaal perspectief. Het grootste deel van deze groep doet hiervoor geen beroep op bemiddeling en organiseert de verhuur dus zelf. Het gaat om 41 procent van alle verhuurders. Daarnaast is er een groep van 26 procent die beroep doet op een immobiliënkantoor bij de verhuur. Een kleinere groep van 3 procent verhuurt via een sociaal verhuurkantoor (SVK). In vergelijking met 2005 wordt er in 2013 relatief meer beroep gedaan op immobiliënkantoren bij de verhuur, terwijl het aandeel zonder bemiddeling terugloopt. Het totale aandeel van de particuliere verhuurders is nagenoeg stabiel gebleven.
De particuliere verhuurders in Vlaanderen hebben doorgaans een klein patrimonium. Volgens het GWO 2013 verhuurt ongeveer 64 procent 1woning en 88 procent maximaal 3. Slechts 6 procent verhuurt meer dan 4 woningen. Deze cijfers liggen in lijn met die van de Woonsurvey 2005. Toen bleek 85 procent van de particuliere verhuurders maximaal 3 woningen te verhuren en 60 procent 1 woning. Gemiddeld werden in 2005 2,2 woningen verhuurd per verhuurder, tegenover 2,0 in 2013.
De particuliere verhuurders zijn algemeen beschouwd ouder in 2013 dan in 2005. Waar in 2005 60 procent ouder was dan 44 jaar, is dit in 2013 opgelopen tot 76 procent. Het aandeel van de 64-plussers is echter stabiel gebleven en omvat een derde van de verhuurders in zowel 2005 als 2013. Het is dus vooral de groep van 46 tot 64 jaar die in omvang is toegenomen.
Over de omvang van de private huursector stelt de Woonsurvey 2018: in vergelijking met 2013 is het aandeel eigenaars niet significant gewijzigd. Dat is dus wat verschillend met uw analyse. Ook het percentage private huurders, dat in 2018 op 19 procent uitkomt, verschilt niet significant van het aandeel in 2013, toen dat 20 procent bedroeg.
Uw eerste vraag ging over de bezorgdheid met betrekking tot de vergrijzing. Het is weliswaar niet zo dat de problematiek zoals u ze stelt groter geworden is, maar dat neemt niet weg dat het grote aandeel particuliere verhuurders, en in het bijzonder oudere particuliere verhuurders, en de woningkwaliteit op de private huurmarkt wel degelijk onze aandacht vraagt. Het klopt immers dat niet alle verhuurders van niet-conforme woningen zich daarvan bewust zijn.
U haalt ook terecht de strenger wordende regelgeving inzake woningkwaliteit aan. De woningkwaliteit in 2020 is nu eenmaal geëvolueerd ten opzichte van de kwaliteit in 1970, dat is evident. Ik denk dat het goed is dat we die normen heel geleidelijk laten mee evolueren met de ontwikkelingen in de samenleving, onder meer op het vlak van duurzaamheid. Het sluit een beetje aan bij het antwoord dat ik daarnet heb gegeven voor studentenhuisvesting. Dat is dezelfde reglementering. De keerzijde van de medaille is dat daardoor misschien bepaalde verhuurders afhaken. Dat is natuurlijk een afweging die je maakt. Je gaat mee met de evolutie van de woonkwaliteit.
De vragen twee tot en met vier behandel ik samen. Die gaan over acties ten aanzien van de private verhuurders. Ik wil alvast aankondigen dat het mijn bedoeling is om de woningrenovatiepremie ook open te stellen voor particuliere verhuurders. De modaliteiten daarvan worden momenteel onderzocht, samen met mijn collega van Energie, minister Demir. Op die manier wensen we particuliere verhuurders ertoe aan te zetten te investeren in woningkwaliteit en energiezuinigheid.
Ik ben mij ervan bewust dat een financiële stimulans op zich niet zal volstaan. Ook ontzorging is, zoals u terecht stelt, een belangrijk aandachtspunt. In dat kader blijft het sociaal verhuurkantoor het belangrijkste instrument. We investeren veel financiële middelen in de werking ervan, opdat verhuurders die de administratieve rompslomp van verhuring niet zien zitten, ontzorgd worden. Maar we merken dat verhuurders niet altijd bereid zijn om de verhuur van hun woning volledig uit handen te geven. Bijkomende initiatieven dringen zich dan ook op.
Mijn voorgangster creëerde de mogelijkheid om verhuurdersorganisaties te erkennen en te subsidiëren. Inmiddels werden de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) Vlaanderen en de Verenigde Eigenaars erkend. Via deze erkenning hoop ik deze sector van particuliere verhuur op de markt te professionaliseren. Ik voorzie ook een jaarlijkse projectoproep naar verhuurdersorganisaties voor thematische of experimentele acties ter ondersteuning van de private huurmarkt.
De eerste projectoproep die ik zal lanceren, zal betrekking hebben op de ontzorging van private verhuurders bij woningrenovatie. Ik zal deze projectoproep nog dit jaar lanceren.
In uw laatste vraag vraagt u naar de oprichting van het privaat verhuurdersplatform. We hebben dat inderdaad in de beleidsnota naar voren geschoven. Dat zal de tweede projectoproep zijn die we lanceren. Dat is voor 2021. De bedoeling is dat het een initiatief van de private sector is, maar om dit initiatief aan te moedigen zullen we de projectoproep uitschrijven. Bij het privaat verhuurdersplatform zullen private verhuurders zich kunnen aansluiten, waarbij de risico’s van verhuring gespreid worden onder de verschillende aangesloten verhuurders. Ook hiervan moeten de nadere modaliteiten nog worden uitgewerkt. Dat is iets voor volgend jaar.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Er moet inderdaad voldoende aandacht gaan naar de private huurmarkt, zowel naar de sociale markt als naar de private huurmarkt. Beide zijn heel belangrijk voor een breed en correct aanbod op onze markt. Ik vind het goed dat u positief reageert op mijn vraag.
Wat de maatregelen betreft die u voorstelt, is het inderdaad een goede zaak dat er meer aandacht moet worden gegeven aan ontzorging. Dat is het belangrijkste punt van mijn vraag, dat is een beetje mijn zorg. De mensen worden ouder, en de instrumenten die momenteel bestaan, zijn niet voldoende. U haalt ook aan dat financiële stimuli alleen niet voldoende zijn. Daar zitten we zeker op dezelfde golflengte. Het is goed dat eraan wordt gedacht om de woningrenovatiepremie ook open te stellen voor de private huurmarkt. Maar we beseffen met zijn allen dat dat niet voldoende zal zijn. Bijkomende maatregelen gaan zeer zeker nodig zijn. Het SVK is daarbij inderdaad een zeer goed instrument, maar dat zal niet voldoende zijn.
Het is dus echt wel belangrijk dat de private sector aangemoedigd en ondersteund wordt, en dat we kijken naar ontzorging, en dan niet alleen door het SVK. Ook onze woonloketten of andere diensten moeten onze verhuurders toekomstgericht meer begeleiden, meer ondersteunen. Het is echt belangrijk, want vaak zijn oudere mensen, die heel veel zorg dragen voor hun woning, niet op de hoogte van de nieuwe reglementeringen. Het is echt wel belangrijk, want die oudere verhuurders die al heel lang verhuren, die vaak niet zijn aangesloten bij eigenaarsverenigingen of wat dan ook, maar die het doen zoals ze altijd al hebben gedaan, zijn zich niet bewust van de strengere eisen, als het niet vaak genoeg in de media komt.
Ik denk dat de verhuurders die al lang verhuren, momenteel niet worden bereikt. We moeten echt wel een tandje bij steken en ervoor zorgen dat zij nog andere stimuli krijgen om ontzorgd te worden. Met andere woorden: er gaat in deze commissie heel veel aandacht – en zeer terecht – naar de sociale huurmarkt, maar we moeten toch ook meer aandacht geven aan de private huurmarkt.
U hebt de cijfers wel beaamd die ik heb aangehaald, namelijk dat de verhuurders effectief geen grootgrondbezitters zijn. Heel vaak denkt men dat het rijke mensen zijn, omdat ze een tweede of een derde woning hebben, maar dat is niet het geval. Vaak hebben ze een woning die ze verhuren, en als de huurder niet betaalt, komen ze soms zelf in financiële problemen. Ook daar moet wat meer rekening mee worden gehouden.
We moeten zorgen dat het huuraanbod niet inkrimpt. Ik heb ook het Vlaamse Woononderzoek gelezen. Ik heb via andere kanalen andere cijfers gekregen, vandaar dat ik ze ook heb aangehaald. Ik denk echt wel op de markt te zien dat er nu vaak woningen worden verkocht die in het verleden werden verhuurd. We moeten goed naar de markt kijken en er echt wel rekening mee houden. We moeten de inkrimping, die ik nu al wel wat op de primaat private markt kan zien, voor zijn zodat die zich niet al te snel doorzet.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende opmerkingen.
Wat de cijfers betreft, denk ik dat ze duidelijk zijn. U zegt dat u woningen verkocht ziet worden die voordien verhuurd werden en nu niet meer worden verhuurd. Het omgekeerde gebeurt natuurlijk ook. Er zijn woningen die vandaag niet worden verhuurd maar na verkoop wel worden verhuurd. Ik zou uit die empirie niet te veel proberen af te leiden. Ik denk dat de cijfers heel duidelijk zijn. Ze zijn wat ze zijn.
Uw pleidooi om nog meer ondersteuning te bieden aan de verhuurders, volg ik deels. Ik vind het altijd zeer vreemd dat een liberaal pleit voor overheidsondersteuning voor een privé-initiatief, zeker in die mate waarin u het bepleit. Ik denk dat we al zeer veel doen. SVK zorgt voor ontzorging. We ondersteunen de verenigingen van verhuurders met subsidies. We doen bepaalde projectoproepen met het oog op maatschappelijke noden die we willen lenigen met betrekking tot duurzaamheid en dergelijke meer. Er is de woningrenovatie voor verhuurders. U zult ook wel weten dat verhuurders het niet graag uit handen geven. Je ziet het ook aan de cijfers. Het is nog altijd een privé-initiatief en men wil dat ook behouden.
We geven wel degelijk een zekere ondersteuning, maar als ik uw pleidooi hoor, lijkt het er bijna op alsof we ze bij het handje moeten nemen om elke stap te doorlopen. Het lijkt mij absoluut niet de bedoeling van deze vorm van ondernemerschap. Ik denk dat we aan die mensen de nodige vrijheid moeten laten en dat wij het kader moeten creëren waarbij zij het privé-initiatief kunnen blijven doen.
Dus ja, een bepaalde ondersteuning en de SVK's voor ontzorging, dat is er zeker, ook met een maatschappelijk doel. Ook zijn er ondersteuning en projectoproepen als we het doel hebben om maatschappelijke noden, rond duurzaamheid meestal, te lenigen. We stellen de renovatiepremie open voor verhuurders voor het maatschappelijk doel van verduurzaming. Maar ik ga niet al te veel ingrijpen op het privé-initiatief van verhuurders, dat is hun eigen aangelegenheid.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik ben een trotse liberaal, en vrijheid is voor mij heel belangrijk.
U hebt ook aangehaald dat meer mensen naar de immosector stappen, omdat er strengere reglementeringen zijn. De SVK’s zijn daarin ook heel belangrijk. Maar als ik het over ontzorging heb, zie ik gewoon heel vaak dat dat met de woningkwaliteit heeft te maken. Heel veel mensen zijn zich niet bewust van de strengere reglementeringen. In de media heeft men het wel over de dubbele beglazing, de dakisolatie en de rookdetectoren, dat weet men, maar er komt nog veel meer bij kijken dan alleen dat. Het is gewoon belangrijk dat verhuurders een betere begeleiding krijgen. Ze hebben vaak een oudere woning, dat is gewoon de realiteit, die ook nog betaalbaar is in het onderste segment van de verhuurmarkt. U hebt zelf aangehaald dat u bezig bent om de woningrenovatiepremie ook open te stellen voor private verhuurders, en ik denk dat dat belangrijk is. Ik denk dat woonloketten zich ook meer moeten richten op de verhuurders, niet alleen door een infoavond te organiseren – want dat is wat er nu vooral gebeurt, en neen, dat is niet voldoende. Dat bedoel ik met die ontzorging.
U zegt dan dat u schrikt dat een liberaal daarover begint. Ik vind dat niet meer dan normaal. We moeten met z’n allen de bezorgdheid hebben dat alle mensen nog de vrijheid hebben om een woning te huren, toekomstgericht naar hun keuze en hun betaalbare mogelijkheden.
Ik zie in de praktijk gewoon wat er aan het gebeuren is: heel veel woningen op de private huurmarkt die nog betaalbaar zijn voor dat onderste segment worden nu met rasse schreden verkocht. Ik wil u gewoon melden dat u er rekening mee moet houden dat dit aan het gebeuren is. Het is misschien nog maar de beginfase, want volgens de cijfers die u hebt aangehaald uit het Vlaams woningonderzoek, is dat nog allemaal vrij stabiel, maar dat is nu, de laatste tijd, aan het veranderen. Ik wil u daarop wijzen, en vandaar dat ik als trotse liberaal zeg dat u dat moet bekijken, daar rekening mee moet houden en ervoor moet zorgen dat mensen die ontzorgd worden, beter begeleid worden en dat de woonloketten, de woonconsulenten daar in de toekomst meer aandacht voor moeten hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.