Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, in het Vlaamse regeerakkoord en in de beleidsnota is de doelstelling van 4000 hectare bijkomend bos opgenomen. Daarvoor zou er een bosuitbreidingsstrategie worden opgesteld. De uitbreiding zou ook heel nauwkeurig gemonitord worden. Het eerste plantseizoen is nagenoeg afgerond. We vernamen tot op dit moment nog altijd niet hoe u de realisatie van die 4000 hectare bijkomend bos zult aanpakken, vandaar deze vraag.
In het klimaatplan waarmee u naar Madrid vertrokken bent, werd ook gesteld dat de koolstofopslag in de bodem in Vlaanderen constant zal worden gehouden en dat dat geen onderdeel zal uitmaken van het recht om koolstof te verhandelen. Dat betekent dat koolstofopslag ten gevolge van wijzigend landgebruik – de zogenaamde LULUCF-methode (Land Use, Land Use Change and Forestry) – niet mag dalen.
De meeste koolstof wordt opgeslagen in de bodem van bossen en oude graslanden. Bij het ontbossen of het scheuren van graslanden komt er ook heel wat koolstof vrij. Het is dus zeer belangrijk om voor bosbehoud te gaan en het kappen van bossen een halt toe te roepen. Als we dat niet doen, kunnen we die doelstelling onmogelijk halen.
U beloofde om een bosuitbreidingsstrategie voor te leggen aan de commissie. Dat zal op 24 maart gebeuren. U sprak over een bosteller, die u dan ook zult voorstellen. Ik zal u alvast mijn bezorgdheden meegeven en mijn vragen daarover stellen.
Wat is de stand van zaken? Wie is betrokken bij de opmaak van de bosuitbreidingsstrategie? Is er een soort taskforce samengesteld? 4000 hectare bos realiseren, is immers niet min. We hadden het bij een eerdere vraag over 400 hectare in Vlaams-Brabant. Dat is maar een fractie van die 4000 hectare. Zonder strategie zal het, zelfs voor die 400 hectare, niet lukken.
Wat is de scope van de bosuitbreidingsstrategie? Gaan we enkel de focus leggen op het aanplanten van nieuw bos, of houdt u ook rekening met ontbossing? Met andere woorden, zal de bosteller gaan over een nettobosbalans of niet? Zullen ontbossingen omwille van biodiversiteitsdoelen mee opgenomen worden in de balans?
In het rapport dat is opgemaakt door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en waarin de techniek van de boskaart en de bosinventarisatie werd vergeleken, is duidelijk aangehaald dat de techniek van de bosinventarisatie, met daaraan gekoppeld ook terreinbezoek, de voorkeur geniet om een correcte inventaris te hebben en correcte resultaten te verkrijgen. Zal die techniek gebruikt worden bij het bepalen van de bosbarometer of bosteller, of hoe u het ook wenst te noemen? Zal de inventarisatie met andere woorden op wetenschappelijke wijze gebeuren?
Zal de bosuitbreidingsstrategie ook gebruikt worden om de koolstofbalans te bepalen en te rapporteren voor LULUCF? Zal er een moratorium worden opgelegd voor het kappen van oud en waardevol bos dat ruimtelijk bedreigd wordt? Dat is heel belangrijk om onze klimaatdoelstellingen te behalen. Naast bos zijn er nog een aantal heel belangrijke waardevolle biotopen. Zo hebben ecologisch waardevolle graslanden ook een enorm grote koolstofvoorraad en een hoge biodiversiteit. Zullen die graslanden gevrijwaard worden van bebossing? Worden houtkanten en bosjes langs kanalen, wegen en spoorwegen ook meengenomen in de bosbalans? Zullen die zones met andere woorden beschouwd worden als potentieel te bebossen? En omgekeerd, zullen kappingen langs die infrastructuren ook meegenomen worden als we een nettobalans maken?
Hoe zullen andere overheden van de Vlaamse administratie zoals het Agentschap Wegen en Verkeer, De Vlaamse Waterweg, de provincies, de lokale besturen en het middenveld betrokken worden bij deze doelstellingen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik zou de strategie voor het bebossingsprogramma graag toelichten in deze commissie op dinsdag 24 maart.
Om de strategie vorm te geven, heb ik een samenwerkingsverband opgezet tussen het Departement Omgeving, de Vlaamse Landmaatschappij, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek en het Agentschap voor Natuur en Bos. De aansturing gebeurt inderdaad door een gezamenlijke taskforce, waarin deze vier entiteiten vertegenwoordigd zijn. Begin februari ging een projectleider aan de slag die samen met de taskforce de verdere opmaak en uitrol van de strategie en de partnerdialoog trekt en coördineert. Zoals reeds eerder aangegeven, is het betrekken van een zo breed mogelijke waaier aan actoren een centraal en belangrijk onderdeel van de bebossingsstrategie.
De focus van de doelstelling 4000 hectare bijkomend bos binnen deze legislatuur is het realiseren van nieuw, bijkomend bos, los van compensatieverplichtingen. Ik vind dat het allemaal wat door elkaar wordt gegooid.
Daarnaast wil ik uiteraard alle beschikbare gegevens met betrekking tot ontbossingen en de realisatie van compensatiebos samenbrengen, zodat er een zo volledig mogelijk en transparant beeld ontstaat. Maar dat vormt niet de focus van het bebossingsprogramma, dat gaat over de realisatie van die 4000 hectare extra bos op tien jaar tijd.
Uit het rapport opgemaakt door het INBO, waarin de techniek van de boskaart en de bosinventarisatie werd vergeleken, werd duidelijk geconcludeerd dat de techniek van de bosinventarisatie de voorkeur geniet omdat ze de meest correcte resultaten oplevert.
U verwijst naar de Bosbarometer van BOS+. In deze vraag mengt u verschillende aspecten en veronderstellingen met elkaar. Van de scope van mijn bebossingsstrategie, springt u van monitoring en een veronderstelde bosbalans, nu bij uitbreiding, naar de bosinventarisatie van het INBO en naar de Bosbarometer van BOS+. U mag dat doen, u mag verwarring zaaien. U wilt vooral niet dat we 4000 hectare bos gaan realiseren, maar ik ga me daar niet op focussen. U mag dat doen.
Over de bruikbaarheid van de bosinventarisatie om de trend van het bosareaal in Vlaanderen te bepalen, verwijs ik naar advies A.3744 van het INBO. Dit advies geeft duidelijk aan dat de bosinventaris niet in staat is om op korte termijn – laat ons zeggen binnen de termijn van één legislatuur – op voldoende scherpe wijze veranderingen in het bosareaal te detecteren. Het is heel gemakkelijk voor u om af te komen met uw bosinventarisatie en dat deze niets oplevert. Ik stel voor dat u het advies daarover goed leest. Daar staat in dat we geen duidelijk beeld kunnen krijgen op korte termijn, we moeten de veranderingen in het bosareaal op lange termijn bekijken.
Over de Bosbarometer ga ik hier geen uitspraken doen.
Voor de nieuwe bossen die we de komende jaren aanleggen, wil ik zeker en vast een degelijke opvolging met controle op het terrein. Dat is het belangrijkste: hoeveel bos hebben we nu aangemaakt op het terrein, in de praktijk? Dat zal op die bosteller komen.
Neen, de LULUCF-rapportering over de koolstofbalans van het landgebruik in Vlaanderen gebeurt op basis van een afzonderlijk meetnet en volgens internationaal bepaalde regels.
In het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 heeft de Vlaamse Regering het engagement genomen om te voldoen aan de ‘no debit rule’ in de sector LULUCF. Dat betekent dat Vlaanderen tegen 2030 geen koolstof uit zijn bodems meer gaat verliezen. Daartoe zal een LULUCF-actieplan opgesteld worden, dat het effect van beleidskeuzes op de koolstofvoorraden in kaart brengt. Dat gaat over beleidskeuzes in het ruimtelijke beleid, het landbouw-, water-, bos- en natuurbeleid en het materialenbeleid. Extra bos en bebossing vormen een belangrijk element om in Vlaanderen aan de ‘no debit rule’ te voldoen. De wijze waarop een lidstaat zijn koolstofbalans moet rapporteren in kader van LULUCF, is internationaal vertaald.
Zal er een moratorium aangekondigd worden op het kappen van oud en waardevol bos dat ruimtelijk bedreigd wordt? Nogmaals, de focus van de doelstelling en de bosuitbreidingsstrategie is het realiseren van 4000 hectare bijkomend bos tijdens deze legislatuur. Het regeerakkoord stelt daarnaast ook duidelijk dat we inzetten op ‘het maximaal vrijwaren van bestaande waardevolle bossen’. Ik heb mijn administratie de opdracht gegeven om in hun advisering en in haar vergunningenbeleid zeer terughoudend te zijn als het gaat over het kappen van oud en waardevol bos. Ook bij de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen gaan we dat deel zeker en vast meenemen.
Bepaalde graslanden zijn beschermd, onder andere in functie van hun bestemming en hun ligging binnen de speciale beschermingszones. Het is evident dat bij het plannen van bebossingsprojecten de geldende regelgeving op dat vlak wordt gerespecteerd. Daarnaast werkt de taskforce richtlijnen uit waarmee de doelstellingen rond bijkomende bossen en de doelstellingen rond halfopen natuur, zoals bloemenrijke graslanden en ruigten, op elkaar worden afgestemd.
De bossen die in rekening worden gebracht, zullen bossen zijn die als bos kunnen worden gecatalogeerd overeenkomstig het Bosdecreet. Het Agentschap Wegen en Verkeer, De Vlaamse Waterweg, de lokale besturen, het middenveld en de provincies zullen worden aangezocht om de doelstelling inzake bosuitbreiding mee te helpen realiseren en zich in onderling overleg te engageren om een kwantitatieve taakstelling vast te leggen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister. Ik begrijp dat het nog niet volledig is en dat we op 24 maart meer zullen vernemen.
U verwijt mij dat ik er een zootje van maak, maar ik moet vaststellen dat u zelf een aantal zaken door elkaar haalt. Ik herhaal gewoon uw eigen woorden van in deze commissie. U sprak toen over een bosbarometer, nu spreekt u over een bosteller. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Dat doet er niet toe. Het gaat over het bijhouden van wat er gerealiseerd wordt. Wat mij zeer sterk verontrust, is dat u zich er niet toe wilt engageren dat de bosoppervlakte uitbreidt. U zegt hier, tenzij ik het niet goed begrepen heb, dat u gaat tellen hoeveel bossen erbij komen. U zegt niet dat dat een nettobalans is. En dat is natuurlijk essentieel. Gaat het hier over een netto-uitbreiding? Of gaat u enkel tellen wat u zelf bijkomend plant en telt u wat er gekapt wordt, niet mee? Dat is de essentie van al mijn vragen. Als we echt voor bosuitbreiding willen gaan, dan zult u moeten vertrekken van wat de oppervlakte nu is en er bijkomend realiseren. En als er gekapt wordt, moet er nog extra gerealiseerd worden.
Voor mij is de essentie van de vraag: gaat het hier over een netto-uitbreiding of zult u enkel tellen wat u zelf bijkomend plant en wat u de afgelopen weken inderdaad heel vaak in Vlaanderen bent gaan doen? Dat is natuurlijk geen netto-uitbreiding, dat is een uitbreiding, maar er kan tegelijk evenveel of zelfs meer gekapt zijn. Dat is voor mij de essentie van het verhaal. Daar wil ik een heel duidelijk antwoord op, anders zijn we verder aan het dweilen met de kraan open.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, in de vorige legislatuur hebben we vaak discussies en interpellaties gehad over het meetinstrument en hoeveel bos erbij komt, hoeveel bos er effectief is. We hebben onder meer het voorbeeld gekregen van een rond punt met wat bomen erop en dat stond ingekleurd als bos. We hebben echt heel wat zaken zien passeren.
Ik weet dat het niet gemakkelijk is. Net zoals bij de nulmeting van het zwerfvuil en het verpakkingsplan is het meetinstrument van heel groot belang. We hebben allemaal hetzelfde doel, het regeerakkoord is daar duidelijk over. Er moet deze legislatuur 4000 hectare bos bij komen.
Het is ook belangrijk dat kan worden aangetoond dat dit effectief gebeurt. U zegt dat er op het terrein effectief moet worden gecontroleerd. Dat is inderdaad heel belangrijk. Men moet ter plaatse gaan. Alle betrokken instanties die tot nu toe in vergaderingen werden samengezet, moesten overeenkomen over welk meetinstrument er nu gaat beslist worden. Welke weg gaan we nu definitief inslaan? Het is belangrijk dat de neuzen toekomstgericht met de keuze van het nieuwe meetinstrument in dezelfde richting staan. Dat is heel belangrijk. Dat is een uitdaging.
Ik heb u daarnet het woord ‘bosteller’ in de mond horen nemen. Ik kijk echt wel uit naar de toelichting die u gaat geven op 24 maart. Het is echt belangrijk dat de neuzen van iedereen echt in dezelfde richting staan en dat we toekomstgericht het bos realiseren, zodat we van die belachelijke discussies kunnen afstappen en effectief op het terrein tot realisaties overgaan.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, collega’s, ik wil even benadrukken dat ik getuige ben geweest samen met velen van jullie van de bij tijd en wijle – je zou zeggen hilarische als het niet zo ernstig was – discussie over de instrumenten die beschikbaar waren. Er kwamen hoorzittingen en kaartjes die niemand nog kon begrijpen. Mevrouw Evenepoel kon het niet altijd even helder uitleggen in haar toelichting. Het was voor niemand een verkwikkelijke zaak.
Het voornemen van de minister om daar voor eens en altijd komaf mee te maken, en te focussen op een instrument dat effectief hanteerbaar is en dat uitgaat van een samenwerkingsverband tussen heel veel actoren op het terrein, is een ongelooflijk goede zaak. Ik ben er eigenlijk van overtuigd dat er op dit ogenblik in Vlaanderen al flink wat gebeurt. Ik kijk naar lokale besturen, ik kijk naar privébedrijven of ondernemingen. Zij doen samen met andere partners effectief aan bebossingsprojecten. Alleen weten we dat het op dit moment onvoldoende is.
Ik hoop dat het samenwerkingsverband dat de minister heeft geschetst en waar we op 24 maart meer over zullen vernemen, de nodige antwoorden kan bieden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij deze vraagstelling. De discussies uit het verleden in dit parlement kunnen we nalezen in de verslagen. De conclusie was heel duidelijk. De minister heeft ze daarnet goed samengevat: elk meetinstrument heeft zijn interpretatiewaarde. Het is belangrijk dat daar rekening mee wordt gehouden.
Minister, u wilt uitkijken naar een nieuw meetinstrument. Klopt het dat dat de bosteller wordt? Gaat dat over de concrete realisaties op het terrein van het bijkomend aanplanten van bomen of bossen? Dat was me niet helemaal duidelijk. Het meetinstrument zou specifiek dat weergeven en verder niet alle andere cijfers in beeld brengen. Heb ik dat goed begrepen? Kunt u mij dat bevestigen? Uiteraard moeten we het eens zijn over de meetmethodiek en dat duidelijk in beeld krijgen.
We hebben heel duidelijk een gezamenlijke doelstelling om bosuitbreiding te kunnen realiseren. In het belang van de LULUCF- en andere doelstellingen die prioritair moeten worden bereikt, is het belangrijk dat we dat op een goede en gestructureerde manier doen. Wij hebben altijd aangegeven dat de bestemming heel belangrijk is, dat we voldoende aangesloten kwalitatieve bossen kunnen bereiken. Ik moet toegeven dat ik ook uitkijk naar uw plan van aanpak, om vooral ook die zaken mee te kunnen realiseren, zodat we voor verschillende doelstellingen tegelijkertijd stappen vooruit kunnen zetten.
Het is niet altijd evident om een transparant beeld te krijgen van de opvolging van de boskap, en van welke kap in het kader van welke doelstelling gebeurt. Ik heb u daar een schriftelijke vraag over gesteld. Enerzijds gebeurt dat in het kader van instandhoudingsdoelstellingen, anderzijds in het kader van eventuele andere doelstellingen, die dan niet altijd even scherp en duidelijk zijn vastgelegd. Ik wil u vragen om daar een transparanter beleid in te krijgen, omdat daar heel wat vragen rond rijzen met betrekking tot de opvolging: in het kader van welke doelstellingen worden afspraken gemaakt of worden beheerplannen afgesproken of goedgekeurd? Dat is zeker nog een uitdaging waar we verder mee aan de slag moeten.
Minister Demir heeft het woord.
We komen daar binnenkort op terug, dus ik kan kort zijn.
Collega Schauvliege, ik heb wel geantwoord: er komt 4000 hectare netto extra bos bij. Ik ben daar heel duidelijk over. En bossen die aangelegd worden in het kader van boscompensatie, tellen we niet mee. Ik hoop dat dat nu duidelijk is. Die oppervlakte compenseert hetgeen gekapt werd.
Soms moet er wel gekapt worden. U zult dat ook weten via uw mandatarissen, in Bierbeek bijvoorbeeld. Daar moeten 31 eiken gekapt worden voor een fietspad. Ik heb gezegd dat men ook moest opletten voor het dasprobleem daar. Maar het waren ook jullie mensen die hevig zegden dat dat fietspad er zo snel mogelijk moest komen. Ik zou willen dat we hier niet met twee maten en twee gewichten werken. We moeten heel goed weten waarover we praten. Ik ben ook niet altijd voor kappingen, maar soms moet het helaas gebeuren, bijvoorbeeld in Bierbeek, voor een fietspad, waar jullie mensen ook achter staan. Ik heb gezegd dat men ook het dasprobleem moet oplossen, want dat is ook belangrijk. U zult dat ook wel belangrijk vinden, en ik hoop uw mensen in Bierbeek ook.
4000 hectare netto bos: ik hoop dat ik duidelijk ben.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw zeer duidelijke antwoord. Ik wil daarbij benadrukken dat wij nog nooit gezegd hebben dat er geen enkele boom mag sneuvelen voor een andere doelstelling. Wij willen wel een nettobalans die positief is. Laten we daar heel duidelijk over zijn.
Ik heb heel wat vragen gesteld. Ik heb niet op alles een antwoord gekregen. Ik ben blij dat u bevestigd hebt dat het hier over een netto-uitbreiding gaat. We zullen u daar dan ook aan houden, als u uw plan voorlegt. Wij kijken uit naar 24 maart. We hebben u de afgelopen weken en maanden op heel veel plekken zien verschijnen om zelf een boompje in de grond te steken, maar het zal vooral de taak zijn om ervoor te zorgen dat iedereen aan de slag is. Want met alleen zelf boompjes in de grond te steken, zullen we het niet halen. 4000 hectare is veel. Dus we gaan al die partners nodig hebben. We moeten een kader creëren dat dit mogelijk maakt, een kader dat kansen biedt om dat te realiseren. Dat is een heuse opdracht.
U vindt in mij een partner om dat te ondersteunen, maar wij zullen dat inderdaad kritisch opvolgen. We willen echt dat die 4000 hectare er komen en dat dit niet op de kap is van het kappen van bossen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.