Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Het betreft hier een Limburgse vraag, maar dat is ook niet moeilijk, met drie Limburgse ministers. Het project M kennen wij allemaal in Limburg, en ik hoop intussen ook op een aantal andere plaatsen in Vlaanderen. Daarbij is het de bedoeling dat er echt een lik-op-stukbeleid wordt gevoerd. U hebt enige tijd geleden een plaatsbezoek gebracht, ik geloof dat dat via de procureur gebeurde. Daarin benadrukt u het positieve van dat project. Dit weekend werd er bijvoorbeeld nog een sanctie uitgesproken tegen iemand uit Lommel die racistische daden had gesteld. Het werkt dus wel. Dat wil zeggen dat er na een calamiteit of overtreding ook snel een veroordeling kan volgen.
U hebt toen gezegd dat u dat project over heel Vlaanderen zou willen uitbreiden, wat een goede zaak is. Maar hoe ziet u die uitbreiding? Is er zicht op een timing, en over hoeveel mensen gaat het? En de cruciale bemerking die ik altijd heb bij een bevoegdheid Justitie op Vlaams niveau, is dat u eigenlijk alleen via de justitiehuizen een inbreng hebt. De andere actoren zijn enerzijds het parket, en anderzijds de politie. Het zal dus via de justitiehuizen moeten gebeuren. Mijn vraag is dan ook hoe u die uitbreiding concreet ziet, en over hoeveel middelen en mensen het gaat. Denkt u dat jullie erin gaan slagen om in te breken in die bevoegdheid? Uw enige formele bevoegdheid is immers het luik justitiehuizen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb inderdaad op 30 januari het justitiehuis van Hasselt bezocht, onder andere om kennis te maken met het Project M. Dit Limburgs project zet sterk in op een lik-op-stukbeleid, door parketmagistraten en justitieassistenten samen met de politie te laten werken. Het startte vanuit het uitgangspunt om veelvoorkomende criminaliteit – misdrijven waar de burger zich aan stoort – snel en adequaat af te handelen. Vaak gaat het onder meer over diefstallen, vernielingen, belaging, bedreigingen, inbreuken tegen de Wapenwet, lokale drugsgebruikers en -dealers, en sinds kort ook partnergeweld en exhibitionisme.
Daders krijgen onmiddellijk een straf of een alternatieve maatregel opgelegd en er wordt ingezet op schaderegeling en bemiddeling, via de procedure ‘bemiddeling en maatregelen’, waardoor ook slachtoffers zich gehoord, erkend en betrokken voelen. Dat zorgt voor meer vertrouwen in Justitie en gemeenschapsgerichte straffen, wat vandaag de dag ook broodnodig is.
De specifieke afhandelingswijze van de nieuwe Sectie M van het parket Limburg maakt het mogelijk dat een parketmagistraat sneller een beslissing kan nemen over een dossier. Verdachten die door de politie op heterdaad betrapt en gearresteerd worden, spreken binnen de 24 of 48 uur met een parketmagistraat, waarbij onder meer meteen kan worden voorgesteld om het dossier af te handelen via de procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ bij de justitiehuizen. Bovendien kan de M-magistraat vanaf nu ook een beroep doen op de expertise van het justitiehuis Hasselt en Tongeren om na te gaan of een bepaalde zaak in aanmerking kan komen voor de procedure van ‘bemiddeling en maatregelen’ via het justitiehuis. Een justitieassistent zal daarvoor voortaan telefonisch bereikbaar zijn en een adviesverlening uitvoeren. Voor daders die niet direct gearresteerd konden worden, volgt binnen de twee maanden een beslissing.
Uit cijfers, uiteengezet tijdens mijn bezoek aan het justitiehuis, blijkt dat ingevolge het project M de doorlooptijd tot een beslissing van de magistraat aanzienlijk ingekort is van 160 naar minder dan 40 dagen. Dat is toch wel heel belangrijk voor slachtoffers, dat men ten eerste heel kordaat en snel reageert en dat er ten tweede ook effectief een bestraffing volgt, zodat we de straffeloosheid bij die criminele inbreuken kunnen aanpakken.
Het project M zorgt ook voor een afhandeling op maat van dader en slachtoffer – vooral dat laatste. De parketmagistraat beschikt over een waaier aan afhandelingsmogelijkheden, gaande van een waarschuwing tot een voorleiding bij de onderzoeksrechter. Als het dossier door de parketmagistraat georiënteerd wordt naar een afhandeling via de procedure ‘bemiddeling en maatregelen’, tracht de justitieassistent een voorstel uit te werken op maat. Voor de uitwerking en uitvoering van de opgelegde maatregelen wordt samen met de dader gekeken naar de feiten, zijn/haar verleden en eventuele oplossingen. Daarnaast bieden ze een luisterend oor aan slachtoffers en bespreken ze hun verwachtingen. Als beide partijen ervoor open staan, is ook een bemiddelingsgesprek mogelijk.
Ik heb dus vastgesteld dat het M-project in Limburg zorgt voor een snelle, krachtige en op maat gesneden reactie op criminaliteit. Maar dat kan enkel, zo is ook in mijn gesprek met de mensen naar voren gekomen, als de verschillende partners binnen de strafrechtsketen samenwerken en ook inzetten op die samenwerking. Dat is wat er in Limburg gebeurd is. We kunnen dus zeker niet spreken van een loutere of hoofdzakelijk federale bevoegdheid, zeker omdat hier vooral wordt ingezet op een alternatieve afhandeling en bemiddeling en maatregelen, allemaal zaken die onder onze bevoegdheid vallen. De Vlaamse justitie heeft hier dus wel een belangrijke rol in te spelen. Met dit project wil ik dus inzetten op een lik-op-stukbeleid en het effectief aanpakken van criminaliteit. Op die manier kunnen we op een geloofwaardige en kordate manier aan strafuitvoering doen en kunnen we het vertrouwen in justitie herstellen.
Het klopt dat ik aan het bekijken ben of die aanpak ook in de rest van Vlaanderen kan worden uitgerold. Daarvoor heeft mijn kabinet de afgelopen maanden al samengezeten met het parket van Antwerpen, Mechelen en Turnhout, dat zeer geïnteresseerd is. We zullen dat binnenkort ook bekijken met de andere Vlaamse parketten. Bij het verder uitrollen ga ik dus uiteraard in overleg met alle betrokken actoren, zowel met de federale actoren, de lokale parketten als de politiezones. Alleen zo kunnen we een verdere uitrol van dit project nastreven, met het oog op lokale accenten, maar toch met een uniforme werkwijze. Door dit lik-op-stukbeleid zullen er minder zaken doorstromen naar de klassieke taak van de justitiehuizen, namelijk probatie, en meer naar bemiddeling en maatregelen, waardoor ik ook een aantal middelen kan heroriënteren naar de uitrol van het M-project. Op korte termijn zal ik ook extra middelen inzetten op die manier van werken en bekijk ik met alle betrokken actoren hoe ik kan inzetten op een nieuw informaticasysteem om de snelle informatiedoorstroming te vergemakkelijken.
Ik ben dus bereid om dit project te trekken vanuit Vlaanderen. Dit zal tijd vergen, aangezien alle betrokken actoren anders zullen moeten werken. Ik ben ervan overtuigd, samen met vele anderen, dat op deze manier ingespeeld moet worden op kleine criminaliteit. Het alternatief is dat er geen gevolg wordt gegeven aan die kleine criminaliteit, en dat kan niet de bedoeling zijn. We willen dit uitbreiden en zijn in gesprek met verschillende actoren. Eén ding moet er wel zijn: iedereen moet erachter staan, anders gaat het niet lukken. De gesprekken die we tot nu toe hebben gehad, zijn positief. We zullen wel middelen vanuit de justitiehuizen kunnen reoriënteren, samen met het informaticasysteem.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord. Inhoudelijk sta ik volledig achter het project, maar u bevestigt wel dat het niet zo simpel zal zijn om dit op het terrein te realiseren. Op dit ogenblik stellen we in Limburg vast dat men bij het parket gehoopt had intussen al op veel meer plaatsen actief te zijn dan nu het geval is. Het niet zo sterke punt zit precies bij het parket, en dat betreft een federale bevoegdheid. Nogmaals, u hebt al mijn steun voor dit project, maar ons land is al ingewikkeld genoeg dat we niet moeten proberen met aankondigingspolitiek zaken voor te stellen die in de praktijk moeilijk te realiseren zijn.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik denk inderdaad dat een lik-op-stukbeleid zeer belangrijk is. Bij de bevolking is het vertrouwen in Justitie voor een deel weg, precies door die zeer lange procedures, zowel voor de dader die niet onmiddellijk en effectief zijn straf krijgt, als voor het slachtoffer dat niet meteen erkend of gehoord wordt.
Zoals ook al is aangegeven, werken de verschillende parketten anders. U zult met die moeilijkheid geconfronteerd worden: de context is anders en de werklast is anders. Komt dat ook al naar voren tijdens het overleg? De vraag kwam uit Limburg en werd beantwoord door een minister uit Limburg. Ik kom zelf uit West-Vlaanderen en ik ben zeker vragende partij voor contact van uwentwege met onze West-Vlaamse actoren om dit soort lik-op-stukbeleid verder uit te rollen.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Ik heb begrepen dat er in Hasselt een scherm geplaatst is zodat via dat scherm met de magistratuur contact opgenomen kan worden om een beslissing te hebben. U zegt nu dat dit op het niveau van de politiezone is. Ik heb dat niet zo goed begrepen. Is het een magistraat die op dat moment een beslissing neemt? Daar huiver ik een beetje voor. Het is niet de bedoeling dat we computers zullen hebben waar we feiten, of een misdrijf, gaan invoeren en die dan een strafmaat geven. Daar begint het een beetje op te lijken als het zo zou zijn. Ik heb dus niet zo goed begrepen wat daar precies gebeurt in Hasselt.
Het is gewoon een virtueel loket. In plaats van de politieman die normaal voor u zit als u aangifte komt doen, komt er een scherm. De agent zit niet achter de balie, maar tien kilometer verder.
De burgemeesters van Hasselt, die ook aanwezig was bij de voorstelling, zal morgen in de plenaire vergadering aanwezig zijn, en dan kunt u hem daarover ondervragen.
Minister Demir heeft het woord.
Die politieman neemt ook geen beslissing, zo ver zijn we nog niet gevorderd. De vraag van mevrouw Van dermeersch is daarmee beantwoord: de politieman neemt gewoon een aangifte aan.
In verband met dit project, probeer ik wel vanuit mijn bevoegdheden een antwoord te bieden op de vraag naar een lik-op-stukbeleid en ervoor te zorgen dat veelvoorkomende criminaliteit, voor sommigen misschien klein, maar die groot kan worden, toch wordt aangepakt.
We zien ook dat de parketten wel geïnteresseerd zijn in het project. Ik kan dan twee dingen doen: niets doen en het overlaten aan het federale niveau of met de bevoegdheden die ik heb ten aanzien van de justitiehuizen ervoor zorgen dat in al onze provincies, de lokale politie, de parketten en justitiehuizen worden samengebracht om zo een antwoord te bieden op dat lik-op-stukbeleid. Men kan me misschien kwalijk nemen dat ik te veel doe, maar niets doen is voor mij zeker geen optie wanneer het gaat over de aanpak van dit soort van criminaliteit.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik neem u zeker niet kwalijk dat u dat doet, dat is het punt niet, maar met mijn toch wel enige staat van dienst denk ik dat u op een bepaald moment toch bij de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie terecht zult komen om dat project over heel Vlaanderen te kunnen uittekenen. Zo niet, vrees ik dat het zal blijven bij een aantal experimenten. Nogmaals, ik sta 100 procent achter dat project en wens u daar veel succes mee, maar dit is natuurlijk een zeer delicate aangelegenheid en bovendien een bevoegdheid die ook zeer gevoelig ligt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.