Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Voorzitter, sinds begin februari 2020 ligt de verlaging van de maximumsnelheid op een strook van de autosnelweg E17 tussen de op- en afritten van Kortrijk-Oost en Kortrijk-Zuid weer op de onderhandelingstafel. Het voorstel is 90 kilometer per uur voor wagens en 70 kilometer per uur voor vrachtwagens. Gewezen minister van Mobiliteit Ben Weyts heeft beslist de maximumsnelheid op de R8 rond Kortrijk van 120 kilometer per uur naar 90 kilometer per uur te verlagen, maar de vraag om diezelfde maximumsnelheid op de E17 op het grondgebied van Kortrijk op te leggen, is een op een ‘njet’ gestoten. De E17 is immers een onderdeel van het hoofdwegennet en er was op dat moment te weinig zicht op de effecten die de aanpassing zou teweegbrengen.
Minister, naar aanleiding van een gelijkaardige vraag om uitleg over de verlaging van de maximumsnelheid op de Brusselse ring hebt u recent laten weten dat in het licht van het goedgekeurde Vlaamse luchtbeleidsplan 2030 breder zal worden onderzocht of een lagere snelheidslimiet al dan niet mogelijk en wenselijk is op andere delen van het snelwegennet. Eerst werd uitgekeken naar een onderzoek in een ruimer kader, maar vervolgens luidde het dat dit onderzoek nog niet meteen op tafel ligt en nog moet worden bekeken.
Minister, hebt u ondertussen de nota van de stad Kortrijk mogen ontvangen? Zo ja, is er naar aanleiding van dat schrijven al overleg met het stadsbestuur van Kortrijk geweest om de verlaging van de maximumsnelheid ook op de E17 van kracht te maken? Indien u ze hebt, kunt u mij die nota dan ook bezorgen?
Deelt u het standpunt van uw voorganger, minister Weyts, dat er eenduidigheid moet zijn met betrekking tot de snelheidsregimes op onze snelwegen?
Zijn er ondertussen metingen op de E17 gedaan of zijn er nu metingen aan de gang om na te gaan of de normen voor fijn stof worden overschreden? Zo ja, wat zijn de resultaten? Zo neen, overweegt u gedurende een representatieve periode een meetstation te installeren om de concentraties fijn stof in kaart te brengen?
Heeft het Agentschap Wegen & Verkeer (AWV) op die afstand al metingen van de geluidsoverlast verricht? Zo ja, wat zijn de resultaten daarvan?
Het stadsbestuur wil die snelheidsverlaging op korte termijn doorvoeren. Blijft u er, naar het voorbeeld van de verlaging van de maximumsnelheid op de Brusselse ring, bij dat een gelijkaardige verlaging op de E17 pas na een grondig onderzoek kan worden doorgevoerd? Op welke termijn zou er meer duidelijk kunnen zijn over een mogelijk onderzoek over de vraag of een lagere snelheidslimiet aan de orde is op de snelwegen rond de Vlaamse steden?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Ryheul, u vraagt me specifiek om een nota van de stad Kortrijk. U kunt in dit verband naar het bestuursakkoord van dat lokaal bestuur kijken. Ik denk dit akkoord online kan worden gelezen. Ik heb dat akkoord of een andere nota niet rechtstreeks ontvangen. Ik heb geen nota van het stadsbestuur ontvangen met daarin de specifieke vraag om de snelheid op de E17 te verlagen. Wat dat betreft, moet ik u dus een negatief antwoord geven.
Over uw tweede vraag deel ik het standpunt van mijn voorganger Weyts, namelijk dat de snelheidsregimes zo eenduidig en uniform mogelijk moeten zijn om de leesbaarheid van de wegsituatie te verzekeren. Deze leesbaarheid zorgt ervoor dat bestuurders automatisch weten hoe ze zich op een bepaalde weg moeten gedragen en welke snelheid ze kunnen verwachten.
U had ook een vraag over metingen van fijn stof. Het Agentschap Wegen en Verkeer voert geen metingen uit omtrent fijn stof; dat is eerder voor het Departement Omgeving. Dat houdt zich bezig met fijn stof en luchtkwaliteit.
Wij doen wel metingen rond geluidsoverlast. Er zijn in de omgeving geluidsmetingen uitgevoerd, specifiek met het oog op het al dan niet plaatsen van geluidschermen. Uit de resultaten van dit onderzoek kon niet besloten worden dat het plaatsen van geluidsschermen aangewezen of prioritiar was. Ik weet dat u doelde op geluidsmetingen met het oog op het reduceren van de snelheid. Na de metingen ben ik geneigd te concluderen dat de geluidsoverlast niet overdreven is.
U vroeg ook nog of we de verlaging van de maximumsnelheid pas willen doorvoeren na een grondig onderzoek. Dergelijke maatregelen, zeker op hoofdwegen, moeten gebaseerd zijn op objectieve beoordelingscriteria. Er dient hierover uiteraard overleg plaats te vinden met het lokaal bestuur, stad Kortrijk. Het al dan niet invoeren van een snelheidsverlaging moet daarenboven ook bekeken worden in het licht van de wegcategorisering.
U vraag tot slot op welke termijn er meer duidelijkheid zou zijn over een mogelijk onderzoek of de lagere snelheidslimiet aan de orde is op de snelwegen rond Vlaamse steden. Ik moet u het antwoord op die vraag schuldig blijven, want daar heb ik momenteel nog geen zicht op. De enige beslissing die we genomen hebben is die rond de R0. Dat is in deze commissie ook al aan bod gekomen. Voor de andere autosnelwegen is er op dit ogenblik geen voorstel om drastische snelheidsbeperkingen in te voeren.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Ik ben heel gelukkig met uw antwoord, minister, en ik heb geen bijkomende vragen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, uw antwoord stemt mij ook gelukkig. Ik weet dat we hier soms streven naar maximale lokale autonomie, maar ik denk niet dat het aan een stad of gemeente is om de snelheid te bepalen op autosnelwegen. Als iedere stad of gemeente dat zou doen, dan zou dat geen goede zaak zijn, zeker als ze bovendien nog zouden willen beslissen over het grondgebied van anderen – want in Kortrijk spreekt men van het stuk van de Franse grens tot Deerlijk, waar ook onze mooie stad Menen ligt. Ik hoop dat Kortrijk niet de intentie heeft om te beslissen over ons grondgebied.
Ik ben dus heel tevreden met uw antwoord. Het zijn niet de gemeenten die beslissen, maar er moet duidelijkheid zijn. Ook dat bevordert de veiligheid.
We zijn wel voorstander van digitale en dynamische snelheidsborden. Het zou goed zijn om daar meer in te kunnen investeren, bijvoorbeeld om in te zetten bij slechte weersomstandigheden of files. Dat is iets om in het achterhoofd te houden.
Minister, ik denk ook dat er andere maatregelen mogelijk zijn om de luchtkwaliteit te verbeteren, ook binnen uw bevoegdheid. Ik denk daarbij aan hoogstaand openbaar vervoer, een kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur – ook belangrijk –, vergroening van het wagenpark enzovoort. Al die zaken liggen binnen uw bevoegdheid en zijn goed voor het klimaat.
Nogmaals, ik ben blij met uw antwoord. Het is niet de taak van gemeenten om zich hiermee bezig te houden. Laat ons toch kiezen voor duidelijkheid op de autosnelwegen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik heb toch een andere insteek. Ik vind het opmerkelijk dat we pleiten voor autonomie en de kracht van lokale besturen, tot ze vragen beginnen te stellen waar we ietwat ongemakkelijk van worden. We zijn er uiteraard geen voorstander van om daar blind in mee te gaan. We moeten gecoördineerd werken, maar we zijn er al jaren voorstander van, ook bij Groen Kortrijk, om hier echt actief mee aan de slag te gaan en daar werk van te maken.
We kunnen tegen lage-emissiezones zijn, omdat ze een sociale impact hebben, maar dit hier is een heel eerlijke maatregel die voor iedereen geldt. Voor ons zijn verkeersveiligheid en gezonde lucht in een directe woonomgeving echt een prioriteit. Daar gaat het wel over, want de E17 loop niet door ‘the middle of nowhere’, maar door verstedelijkt gebied. In de directe omgeving wonen mensen, dus wij denken dat de stad Kortrijk absoluut redenen heeft zich om die vraag te stellen. Het lijkt mij heel logisch en belangrijk dat u, als minister, het gesprek aangaat met uw partijgenoot, de burgemeester, en ook met vele andere actoren in Kortrijk en dat u deze vraag niet zomaar wegzet met het argument dat men daar op lokaal niveau niets over te zeggen heeft of dat zoiets waanzin zou zijn. Laat ons gewoon ernstig het gesprek aangaan, want gezondheid staat voor ons centraal.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Vaneeckhout, ik heb hier niemand horen zeggen dat het waanzin zou zijn en dat we dat gesprek niet zullen aangaan. Veiligheid en luchtkwaliteit belangen ons allemaal heel erg aan. In deze commissie valt het begrip ‘lokale autonomie’ heel vaak. Ik blijf daar ook achterstaan.
In dezen gaat het echter over een autosnelweg en het hoofdwegennet. Als het over gemeente- of gewestwegen gaat of als het over aanpassingen aan de Wegcode of de Wegverkeerswet gaat, dan zeg ik inderdaad dat dat tot de lokale autonomie behoort, maar hier gaat het over autosnelwegen en het hoofdwegennetwerk. Ik denk dat het nog altijd aangewezen is dat we daarin zoveel mogelijk streven naar uniformiteit. Zeg ik daarmee dat er totaal niets kan of dat er geen inspraak mogelijk is van lokale besturen? Neen, dat zeg ik niet, maar voor ik drastische maatregelen voor dat hoofdwegennet neem, moeten we daarvoor een aantal objectieve criteria hebben. Dan kan het enige objectieve criterium niet de vraag van een stadsbestuur of een gemeentebestuur zijn. Dan gaan we iets te ver. Er moeten objectieve criteria zijn om te zeggen dat het om die en die reden echt aangewezen is om over te gaan tot drastisch andere snelheidsregimes dan de regimes die op de andere snelwegen gelden. Dat is heel duidelijk.
Als ik straks een heel aantal objectieve criteria heb – is dat omdat de luchtkwaliteit in het gedrang komt op de E17 of omdat er overdreven geluidsoverlast voor de omwonenden is – dan wil ik de snelheidslimiet zeker opnieuw evalueren, maar voor de stad Kortrijk of de E17 heb ik op dit ogenblik die objectieve criteria niet echt voorhanden. Daarom ben ik niet echt geneigd om nu zonder meer te zeggen dat ik dat zal doen. En daarmee trek ik de lokale autonomie zeker niet in twijfel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.