Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de open brief van vier werkgeverskoepels uit de zorgsector
Verslag
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, op dinsdag 25 februari jongstleden bezorgden Zorgnet-Icuro, het Vlaams Welzijnsverbond, Zorggezind en SOM, de federatie van sociale ondernemingen, een open brief aan minister-president Jambon. De vier werkgeverskoepels, die samen toch meer dan tweeduizend organisaties in Vlaanderen vertegenwoordigen en samen ongeveer 230.000 personeelsleden tewerkstellen, doen met die open brief een sterk appel. In de open brief doen ze een dringende oproep aan de minister-president, maar bij uitbreiding natuurlijk aan de hele Vlaamse Regering en natuurlijk ook in het bijzonder aan u, als minister van Welzijn, om het gezamenlijk doel van zowel de regering als de sector niet uit het oog te verliezen, en dat doel is een warm en zorgzaam Vlaanderen. Maar in de open brief klagen de werkgeverskoepels aan dat het momenteel niet de goede kant opgaat. De budgetten om het gemeenschappelijke doel te bereiken, zijn ontoereikend.
Ze verwijzen onder andere naar de vele alarmsignalen die verschillende media met de regelmaat van de klok laten weerklinken en de ongerustheid over het welzijn en de nood aan zorg in onze samenleving die de onderzoekers tonen. In hun niet-limitatieve opsomming gaat het over jongeren in kwetsbare opvoedingssituaties, mensen met een beperking, eenzaamheid, zelfmoordcijfers, familiaal geweld, vechtscheidingen en echtscheidingen. In de schriftelijke weergave van mijn vraag heb ik ze allemaal opgesomd.
In het regeerakkoord lezen we: “Wie hulp nodig heeft, laten we nooit in de steek. Voor de ondersteuning van kwetsbaren maakt de Vlaamse Regering de nodige budgetten vrij.”
Deze regering wil onder meer verder inzetten op het optimaal benutten van de budgetten die vrijgemaakt worden. Dat is een doelstelling waar niemand tegen kan zijn, aldus de briefschrijvers. Dat is ongetwijfeld ook een breed gedragen oproep vanuit onze maatschappij en vanuit dit parlement: geen verspilling meer.
Maar deze regering moet ook de hand in eigen boezem durven steken. Zijn de gevraagde besparingsverwachtingen realiseerbaar door elk van de getroffen organisaties zonder kwaliteitsverlies? In deze commissie kwam dit onderwerp al geregeld aan bod. Is er bij iedereen nog voldoende marge om te besparen of zitten bepaalde ondersteunende organisaties al op hun tandvlees?
In de brief verwoorden de briefschrijvers het als volgt: “Structuren en bovenbouw zijn er net om sociaal werkers, zorg- en hulpverleners te ondersteunen en ontlasten, zodat zij op een kwalitatieve manier hulp kunnen bieden. Zonder bovenbouw is er ook geen vorming, coaching, teamwerking, digitalisering, administratieve omkadering. Zonder bovenbouw kunnen we niet voldoen aan de verplichtingen die de overheid oplegt over veiligheid, preventie, privacy, sociale zekerheid, fiscaliteit en publieke aanbestedingen.”
Gelukkig zijn er in Vlaanderen ook veel vrijwilligers, heel wat mensen die zich belangeloos inzetten voor de zwakkeren in onze samenleving. Maar ook die hebben ondersteuning, een bovenbouw nodig.
De sector bekijkt met argwaan de plannen van deze regering voor de samenleving en ziet op de lange termijn weinig goeds. Daarom uiten ze hun bezorgdheid via deze open brief. Om de doelstelling van een warm en zorgzaam Vlaanderen waar te maken, zijn investeringen vereist in plaats van besparingen.
Minister, zult u samen de Vlaamse Regering ingaan op de dwingende bezorgdheid van de vier werkgeverskoepels? Wilt u samen met deze regering het gevoerde beleid en de budgetten opnieuw bekijken in positieve zin?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u hebt het vast al gemerkt: ik ben erg boos over het besparingsbeleid dat u doorvoert. En ik ben niet alleen. Komende donderdag zullen er duizenden mensen aan uw kantoor staan om te protesteren tegen uw besparingen. U staat stilaan helemaal alleen. Op de ministerraad zult u misschien nog wel applaus krijgen voor uw ijskoud besparingsbeleid. (Opmerkingen)
Inderdaad. Maar ik kan u zeggen: in de samenleving snapt niemand nog hoe CD&V zo’n beleid kan doorvoeren en verdedigen. Ik vraag mij echt af hoe wereldvreemd een mens kan zijn. (Opmerkingen bij CD&V)
Ja, collega’s. En uw wanbeleid neemt echt ongekende proporties aan. U blijft maar doorgaan met uw besparingen. U blijft maar doorgaan. U blijft zeggen: ‘Het is allemaal zo erg niet.’ En dat, minister Beke, terwijl iedereen die actief is in de sector, iedereen die zorg krijgt in de sector, tegen uw besparingsbeleid is. Het gaat niet alleen om mensen die zorg nodig hebben of die op een wachtlijst staan, het zijn niet alleen de werknemers uit de sector, het zijn nu ook de werkgevers van bijna alle Vlaamse zorginstellingen die protesteren tegen uw besparingsbeleid.
U bent blijkbaar bezig met een spelletje één tegen allen. Van de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), tot het steunpunt Mens en Samenleving (SAM) en de instellingen voor mensen met een handicap of Jeugdzorg: allemaal zullen ze donderdag betogen. Volgens u om de verkeerde redenen, omdat ‘ze het helemaal niet hebben begrepen’. U zegt keer op keer dat het eigenlijk geen besparingen zijn, maar investeringen. Maar het lijkt wel Dr Jekyll and Mr Hyde. Eerst komt u vertellen dat de besparingen eigenlijk fake news zijn, leugens. U zegt de hele tijd: ‘Ik bespaar niet, ik investeer net.’ (Opmerkingen van minister Wouter Beke)
Ja, dat zegt u wel. De dag nadien worden er inloopcentra voor daklozen gesloten. Ondertussen zijn al drie van die centra met sluiting bedreigd. Cruciale straathoekwerkers worden op straat gezet, verliezen hun job. Er zijn naakte ontslagen gevallen in de sector. Misschien moet u aan die mensen eens gaan uitleggen dat het geen besparingen zijn, maar investeringen: ‘hallo, beste mensen, goed nieuws: door mijn fantastisch investeringsbeleid en de vele miljarden extra budget die ik voorzie in de zorg, bent u ontslagen, dat gaat de zorg alleen maar ten goede komen’. Dat is wat er vandaag gebeurt in uw investeringsbeleid. Maar u zegt dan: ‘het is snoeien om te bloeien, we moeten nu eventjes op ons tandvlees zitten, eventjes een stap achteruit zetten om dan vooruit te kunnen springen’. Maar met ‘snoeien om te bloeien’ neemt u niet alleen het ijskoude en asociale besparingsbeleid van de N-VA over, u neemt ook het accent van collega De Wever over, want bij ons ‘in ’t stad’ verstaan wij onder ‘bloeien’ ‘bloeden’. Dat is effectief wat u momenteel aan het doen bent: met uw besparingen doet u de sociale sector bloeden.
Maar u hebt nog andere argumenten. U zegt dat u wel bespaart, maar enkel op overheadkosten, enkel op structuren, dat de dienstverlening daar niets van zal merken. U moet dan misschien eens nadenken of u kunt besparen op uw eigen overheadkosten. We hebben ondertussen geleerd dat jullie een luxueus en uitgebreid wagenpark hebben van wagens die per maand aan leasing meer kosten… (Opmerkingen. Rumoer)
Als u van heel de samenleving verwacht dat iedereen bespaart, dat iedereen efficiënter gaat werken, mag u ook eens beginnen kijken naar uw eigen kabinet. Met dat wagenpark kan echt wel wat overbodige kost weggesneden worden. Maar u zegt dat het enkel overheadkosten, enkel structuren zijn. Dan vraag ik mij af: dat inloopcentrum in Gent dat gesloten moet worden, zijn dat overheadkosten? Het inloopcentrum in Oostende dat bedreigd is met sluiting, zijn dat overheadkosten? Het inloopcentrum voor daklozen in Brussel-Bodegem, zijn dat volgens u overheadkosten? De meer dan 52 personeelsleden van het CAW, de psychologen, de schuldhulpverleners die momenteel hun job bedreigd zien, die moeten opstappen, zijn dat volgens u overheadkosten?
Maar er is nog een argument dat u steeds blijft gebruiken. Er zijn duizenden mensen die op straat komen donderdag, die zogezegd bang gemaakt worden. Ze zijn effectief bang. Minister, u zegt dan dat er geen geld is. Dat is altijd het laatste argument: er is toch geen geld, iedereen moet nu eenmaal besparen. U zegt dat de zorg in Vlaanderen 4 miljard euro te kort komt om alle noden op te lossen: ‘er is geen geld, we kunnen dat niet vinden, er is geen geld’. Maar ik vraag mij af: blijft u dat zelf effectief geloven? U leest zelf ook de kranten. Afgelopen week stond er in de krant dat er op een jaar tijd 172 miljard euro Belgisch geld versluisd wordt naar belastingparadijzen. Ik weet niet of u weet hoeveel keer 4 miljard euro in 172 miljard euro kan. Ik weet niet of u snel kunt hoofdrekenen, maar ik heb het berekend: 43 keer! 43 keer kan 4 miljard euro in 172 miljard euro. (Opmerkingen)
Collega’s, een beetje respect voor iedereen.
Kunt u afronden, collega Vandecasteele?
Ik rond af. Misschien moeten we dat geld eens gaan zoeken in de offshore bankrekeningen van Fernand Huts en consoorten, om daar het geld dan te gaan halen. Het is gemakkelijk om daklozen op straat te laten slapen en inloopcentra te laten sluiten, maar er zijn inspanningen nodig van de allerrijksten in onze samenleving om geld te hebben voor de zorg. Als we het daarover hebben, is dat zogezegd populisme, dan mag dat niet gezegd worden. Minister Beke, we gaan dat hier blijven zeggen. Er gaan heel veel mensen op straat komen. Gaat u bezig blijven met uw besparingsbeleid? Want ze gaan op straat blijven komen. Ze gaan niet stoppen na 5 maart, ze gaan op straat blijven komen tot u uw besparingen effectief intrekt en aan investeringen begint te werken, want dat is nodig in de zorg.
Minister Beke heeft het woord.
Wij hebben een Ford C-Max, een Opel Astra en twee Volvo’s, omdat die gemaakt worden in een bedrijf dat een plant heeft in België en Belgische werknemers tewerkstelt en Belgische belastingen betaalt. Ik weet niet of u daar iets tegen hebt, maar dat lijkt mij niet overdreven te zijn. Maar dat was niet de essentie van de zaak, denk ik.
Ik heb wel begrepen, collega Vandecasteele, dat u pleit voor een nieuwe staatshervorming waarbij de regio’s bevoegd zouden worden voor de fiscaliteit op het vlak van vennootschapsbelasting en personenbelasting. Dat is goed nieuws. Het gaat wel diametraal in tegen uw eigen partijprogramma.
Ik zit hier echter natuurlijk niet om uw partijprogramma te verdedigen. Ik zit hier wel om een aantal zaken naar voren te brengen die hier al dikwijls het voorwerp van debat zijn geweest. Ik heb echter begrepen dat u niet alleen het rapport van de ombudsman niet hebt gelezen, maar dat u ook het rapport van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) niet hebt gelezen. Dat is niet het rapport van de studiedienst van CD&V. Dat is ook niet het rapport van de studiedienst van de Vlaamse Regering. Dat zijn de sociale partners: dat zijn vakbonden, dat zijn werkgevers, dat zijn mensen waarvan u bij andere vragen dikwijls aan ons vraagt om mee in dialoog, in overleg te gaan om het nodige beleid uit te stippelen. Ik raad u aan dat rapport toch eens te lezen. Uit die analyse blijkt dat het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding een van de weinige is waar de investeringen in nieuw beleid groter zijn dan de besparingen. Enkel het bedrag van de uitgaven voor de lokale besturen ligt hoger dan dat voor dit domein. Er is voor 79 miljoen nieuw beleid en voor 58 miljoen euro aan besparingen in 2020. De nieuwe uitgaven liggen dus 36 procent hoger dan de besparingen, een evolutie die de volgende jaren alleen maar zal worden versterkt. Dat bevestigt de lijn dat er tegenover de gevraagde efficiëntieoefeningen een veelvoud is qua uitbreiding voor het zorg- en welzijnsbeleid.
U lamenteert hier al vele commissievergaderingen over de besparingen, niet alleen nu, maar de voorbije 5 jaar, de voorbije 10 jaar. De voorbije 10 jaar is de tewerkstelling in de welzijns- en zorgsector gestegen van 200.000 naar 350.000 mensen, rechtstreeks en onrechtstreeks. Via een schriftelijke vraag heeft collega Schryvers gevraagd wat de voorbije 5 jaar – toen het budget ook is gegroeid, van 11 naar 13 miljard euro ongeveer – de bijkomende tewerkstelling is geweest die dat budget in de sectoren van zorg en welzijn heeft voortgebracht. Collega Schryvers, ik heb u daar in de krokusvakantie, terwijl anderen met vakantie waren en wij hard aan het werk waren, op geantwoord. Wel, dat is een toename geweest van 232.000 naar 254.000 mensen. Dat is een toename van bijna 10 procent. De voorbije 5 jaar zijn er 20.000 mensen meer aan het werk gegaan, omdat alleen al de voorbije 5 jaar – ik zal niet teruggaan naar de voorbije 10 jaar of vroeger – is ingezet op bijkomende capaciteit.
U spreekt over besparingen, alleen over besparingen. Ik zal niet zeggen dat er de voorbije vijf jaar geen efficiëntieoefeningen zijn gebeurd, maar daartegenover staat ook wel een uitbreiding van het budget voor Welzijn van 2 miljard euro. Dat staat voor bijkomende capaciteit en ook bijkomende werkgelegenheid, van om en bij de 10 procent.
In het interview in De Morgen dat ik heb gelezen, lees ik vooral een oproep om te investeren in de sector, omdat de noden groot zijn. Dat is ook exact wat we zullen doen. Tegen 2024 komt er boven op de indexering 1,2 miljard euro bij. Ik heb hier debatten meegemaakt waarin men zei dat het groeibudget van 550 miljoen euro er is om mijn bestaand beleid te financieren. Dat is niet het geval. Nonsens. Dat komt boven op de 600 miljoen euro waartoe was beslist, maar die de komende jaren zal worden omgezet in bijkomende capaciteit op de diverse terreinen. We spreken dus over 1,2 miljard euro. Ik heb hier in de commissie horen zeggen dat die 550 miljoen euro over indexeringen zou gaan, dat dat niet gaat over nieuw beleid. Dat gaat wel over nieuw beleid. Het gaat dus niet alleen over 550 miljoen euro. Het gaat over 550 miljoen euro plus 600 miljoen euro, en daarnaast ook nog eens meer dan 800 miljoen euro indexering. Het gaat dus wel degelijk over 2 miljard euro die erbij komt, de indexeringen incluis. Als we die indexeringen weglaten – en daar moeten we het debat eerlijk over voeren – dan spreken we nog altijd over 1,2 miljard euro aan extra middelen die erbij zullen komen.
Deze middelen moeten ertoe leiden dat het hulpverleningsaanbod in de verschillende domeinen uitgebreid kan worden. Ik heb deze cijfers meermaals toegelicht in het parlement. U hebt de powerpointtabellen daarvoor opgevraagd; we hebben die hier ook toegelicht in het parlement. Vandaag ben ik al in gesprek met de verschillende sectoren, om te kijken hoe we die middelen het best kunnen inzetten in de verschillende domeinen. Want daaromtrent zijn we het hier allemaal eens: de noden in het domein van zorg en welzijn zijn groot, en zullen in de toekomst ook alleen maar toenemen. Ook dat heb ik vanaf dag 1 als minister van Welzijn nooit ontkend.
Ik lees aan het einde van de open brief van de werkgevers aan de Vlaamse Regering: “Maar gelukkig hebben we een gemeenschappelijk doel. Een warm en zorgzaam Vlaanderen. Waar voor iedereen een plaats is, en waar niemand er alleen voor staat. Een goed beleid op het vlak van welzijn en zorg is de hoeksteen daarvan. Dit vereist investeringen in plaats van besparingen.”
Ik ben het daar ook wel mee eens. Ik zal de dialoog met de sectoren dan ook voeren, om te kijken hoe we dat investeringsbeleid de komende jaren verder vorm kunnen geven, waarbij we steeds het belang van de zorgbehoevende en de zorgverleners, die dag in, dag uit instaan voor warme zorg, voor ogen houden. Want ook dat heb ik van bij het begin benadrukt: de besparingen die nu doorgevoerd worden, mogen niet los gezien worden van de investeringen die we de komende legislatuur zullen doen. Deze investeringen worden slechts voor 15 procent gefinancierd door het opnieuw inzetten van middelen uit de eigen sector. U hebt hier slogans naar voren gebracht waarin u zei dat ik pas zal investeren omdat ik eerst op diezelfde middelen heb bespaard. Dat is niet het geval. Dat geldt voor 15 procent, maar niet voor de andere 85 procent. U hebt dus voor 85 procent ongelijk. Dat bewijst mijns inziens dat we met deze Vlaamse Regering wel degelijk investeren in een warm en zorgzaam Vlaanderen. U hoeft mij niet te geloven, maar u mag het rapport van de SERV geloven; dat zijn de sociale partners van Vlaanderen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Dat we dat hier vandaag nog mogen meemaken: de Partij van de Arbeid die een open brief van de werkgevers aangrijpt om de belangen van de werkgevers naar voren te schuiven. Ik denk dat dit de nieuwe slogan wordt: in plaats van ‘Proletariërs aller landen’ wordt het ‘Werkgevers aller landen, verenigt u. De Partij van de Arbeid luistert’.
Als de werkgevers, na de betogingen en na het overleg dat ze ongetwijfeld met u en uw kabinet hebben gehad, met een open brief komen, dan is dat natuurlijk een noodkreet. Dan is dat ook omdat ze voelen dat men tekort zal schieten.
U citeerde daarnet uit de open brief, maar de volgende paragraaf is natuurlijk ook belangrijk. Daarin staat: “Wij vragen daarom met aandrang om de impact van uw besparingen in de verschillende sectoren onder ogen te zien en het gevoerde beleid opnieuw te bekijken.” Je moet natuurlijk altijd een volledig citaat geven als je van de open brief van de indieners gebruik wilt maken.
Een van de ondertekenaars, mevrouw Margot Cloet, gedelegeerd bestuurder van de grootste koepel, Zorgnet-Icuro, zegt nog meer. Zij zegt in De Morgen dat de regering onze zorgsector niet genoeg kent. Dat is het probleem. En mevrouw Cloet is natuurlijk niet de eerste de beste. Zij is hier tot 2017 ook meermaals aanwezig geweest als kabinetschef van uw voorganger, Jo Vandeurzen. Als zij zoiets zegt, dan luister ik. Dan zal dat ook wel een interessante stem zijn in het debat.
Mijn vraag is dan ook wat u zult doen om, samen met die hele ploeg, die hele Vlaamse Regering, de noden van de zorgsector beter te leren kennen. Want ik denk dat u ook uw collega’s zult moeten overtuigen om de budgetten die niet worden opgebruikt, richting Welzijn te laten vloeien, richting de gezondheid van de Vlamingen. Hoe gaat u uw collega’s daarvan overtuigen?
Mevrouw Cloet zegt in dat interview ook dat het budget niet elk jaar wordt opgebruikt, maar dat er grote noden zijn. Ze noemt onder meer investeringen in IT. In de beleidsnota van uw ploeg wordt heel veel naar IT-investeringen verwezen die moeten gebeuren. Ik denk dat dat ook een belangrijke schakel zal zijn om uw plan te kunnen uitrollen. Hebt u daar oor naar? Hoe ziet u dit?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, er gaan komende donderdag meerdere duizenden mensen aan uw kabinet staan om te protesteren tegen uw besparingen, omdat ze die voelen op het terrein. Ze moeten al heel lang besparen, het water staat hun tot aan de lippen. En opnieuw worden er van hen inspanningen gevraagd.
Het is onbegrijpelijk hoe u blind en doof blijft voor de signalen op het terrein, niet enkel van de mensen die zorg nodig hebben en van de mensen die er werken maar nu ook van de werkgevers. U blijft doof en blind en u blijft volhouden dat dit geen besparingen zijn maar investeringen en efficiëntieoefeningen. Uit de werkbaarheidsmonitor blijkt dat de werkstress in zorg en welzijn het snelste stijgt na onderwijs. In Vlaanderen, in een van de rijkste regio’s ter wereld…
Dat is niet dankzij uw programma.
In Vlaanderen moeten kinderen die in een moeilijke opvoedingssituatie zitten, 425 dagen wachten voor ze een plaats krijgen in een jeugdvoorziening. De wachtlijst voor mensen met een handicap zal onder deze legislatuur nog groeien met 10.000 mensen en u blijft daar lacherig over doen. Ik heb uw CD&V-programma inderdaad gelezen en daarin schrijft u dat u het zelf goed wilt hebben maar ook bekommerd bent om de anderen. Ken u het gezegde: half werk is geen werk? Het eerste deel is mooi in orde. U hebt met uw ministerploeg een mooi wagenpark en een mooi inkomen. (Rumoer)
Daar worden mensen wel boos van. De nodige zorg voor de mensen komt er niet, mensen moeten wachten op zorg en de werknemers moeten keihard werken en krijgen de zorg niet geboden aan de mensen die dat nodig hebben. Tegelijk zorgt u wel voor een goed inkomen en voor een mooi wagenpark voor uzelf. (Opmerkingen)
Mensen zijn daar zeer boos over en pikken dat niet langer. Het wordt tijd dat er effectief investeringen komen en geen besparingen, want het is nodig.
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik benijd u, niet zozeer om uw wagenpark maar wel om uw optimisme. Het gaat hier over een vernietigend stuk van heel belangrijke mensen uit de zorgsector en u haalt daar enkel het positieve uit. U zegt dit te lezen als een oproep om meer te investeren in de sector. Die mensen hebben het regeerakkoord en uw beleidsnota gelezen en zijn bezorgd omdat ze zien dat er tegen 2025 veel te weinig zal worden geïnvesteerd om de noden in de sector te lenigen.
Ik vind het pleidooi van Margot Cloet om die onderbenutting binnen welzijn beter aan te pakken heel interessant. Blijkbaar is er redelijk veel onderbenutting: 200 miljoen euro in 2018 en ongeveer 200 miljoen euro in 2019. Met dat geld of een deel daarvan zou al heel veel kunnen worden opgelost. Ik begrijp dat 0 euro onderbenutting niet mogelijk is maar 200 miljoen euro is veel geld. Als we dan zien hoe hoog de noden op verschillende plaatsen in de sector zijn, dan denk ik dat we ernstig moeten overwegen om een deel daarvan te gebruiken om bijvoorbeeld de besparingen op het Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling of de besparingen op het preventief gezondheidsbeleid terug te draaien. Er is hier al gezegd dat de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg langer worden. Als een deel van het geld van die onderbenutting zou kunnen worden gebruikt om daarin te investeren, dan wordt dat op een goede manier ingezet.
Minister, bent u bereid om die piste ernstig te onderzoeken, te bekijken hoe we die onderbenutting kunnen verminderen en ervoor kunnen zorgen dat die op een betere manier kan worden aangepakt?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik heb met grote verbazing geluisterd naar de vragen die zijn gesteld. Het zijn natuurlijk heel relevante vragen over een belangrijk thema. Wanneer mensen uit de werkgeverssector of de zorgsector vragen stellen en open brieven schrijven, dan is dat hun goed recht. Er is ook een betoging aangekondigd. In deze commissie waar we samen moeten zoeken naar oplossingen en in deze georganiseerde democratie waarin we fundamenteel van mening verschillen over hoe een aantal zaken moeten worden opgelost, hoor ik keer op keer – en niet voor de grote camera’s waar al eens extra woorden worden gebruikt om de uitzending te halen – parlementsleden uitspraken doen over het fundament van de zorg, over besparingen versus investeringen, over sectoren waar vandaag honderdduizenden mensen werken, en dat op één hoop gooien met uitspraken over de auto van de minister. Dat getuigt van het platste populisme dat ik al heb gehoord. Als u die toon blijft hanteren en dit blijft voeden, dan wordt dat op termijn gevaarlijk.
Dan stookt u niet alleen onrust in de sector, dan maakt u mensen bang, dan haalt u fundamenten weg, dan haalt u geloofwaardigheid weg. U kunt hier op alle mogelijke manieren uw partijprogramma, uw voor mij verwerpelijke ideeën, brengen. Daarom zijn wij van compleet verschillende partijen. U hebt daartoe alle mogelijkheden. Maar vindt u het nu zelf verstandig wanneer het gaat over zorg, over de meest kwetsbaren, om hier in deze commissie, waar we serieus met elkaar kunnen babbelen, waar we tijd voor elkaar maken en waar we kunnen repliceren, dat te herleiden tot ‘minister, u hebt wel een mooie auto’. Vindt u dat nu serieus? Ik zou erover nadenken welke rol u speelt als parlementslid. Als u daarop blijft doorgaan, als dat de toon wordt en u dat zaadje blijft planten, dan lost u niets op in de zorgsector, dan gaat u niemand helpen. Dan zet u misschien voor uzelf een campagne op poten maar dan maakt u bepaalde dingen kapot die ooit in onze zorgsector en in onze samenleving zo nodig zullen zijn, voor eender welke partij. Maar u, net zoals ik, kunt hier zeggen wat u wilt. Ik vraag u gewoon om er eens over na te denken of dat de toon is die u hier keer op keer wilt aanslaan.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik ben dit echt beu. Ik ben dit echt kotsbeu. Dit is een parlement onwaardig, die constante fakenewsshow van de PVDA, met nul intentie om tot oplossingen te komen. Het enige wat u hier doet, is mensen met een beperking, ouderen die zorg nodig hebben en jongeren met psychische problemen voor uw kar spannen om fotootjes en filmpjes op Facebook te kunnen plaatsen. Dat is het enige wat u hier doet. Schaamt u zich daar niet voor? U komt hier ongeveer een keer om de twee maanden langs in deze commissie, u hebt nog nul keer een oplossing voor een bepaald probleem aangereikt. Met mijn complimenten aan Groen dat ondanks zijn kritische input, dat geregeld wel doet. U hebt hier nog nul keer gezegd hoe u de wachtlijsten zou aanpakken. U hebt hier nul keer gezegd wat uw oplossing is voor het groeipakket, voor meer efficiëntie. U hebt nul intentie om dat te doen en dat interesseert u ook helemaal niet. Het enige dat u interesseert is om mensen die zorg nodig hebben, te laten passen in uw politieke fakenewsshow. Ik ben dat echt beu. U negeert staalhard de feiten die door de SERV – dat is inclusief de vakbonden die meewerken aan de aanbevelingen – naar voren worden gebracht. Die feiten zijn dat er in het domein Welzijn middelen bijkomen – 21 miljoen euro in 2020 – in plaats van afgaan. Voor de hele legislatuur komt er 550 miljoen euro bij. U moet stoppen met die zever! Er wordt niet koud en kil bespaard. Er komen middelen bij. En ja, daar worden keuzes in gemaakt. Dat is toch onze taak als politici! U doet dat natuurlijk niet want u doet ook niet mee aan het beleid. U zegt gewoon ‘tralala’ en praat over auto's van ministers enzovoort. Dat is geen politiek! Ga gewoon op Facebook en kom niet naar het parlement, dan zijn we van dat gezever af! In deze commissie werken wij eraan om de wachtlijsten weg te werken, om het systeem beter te maken, om te zorgen dat mensen zorg krijgen en de steun die ze nodig hebben. Echt waar, ik ben het echt beu dat we hier constructief met andere partijen discussies voeren terwijl u daar constant tussenkomt met uw fakenewsshow. Ik zou zeggen: schaam u en kom gewoon niet meer naar dit parlement. Kom hier gewoon niet meer terug, u kunt dat gewoon thuis doen!
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, is er iemand in deze zaal aanwezig die pro wachtlijst is? Neen. Als dat wel zo is, steek dan uw hand op. Neen. Is iedereen aan het proberen om die wachtlijsten op welke manier dan ook in te korten? Ja. En als we morgen een ongelooflijke overvloed hebben aan middelen, dan zullen we dat doen. En weet u wat deze regering heeft gedaan? We hebben gezegd dat je niet anders kunt dan proberen de werkzaamheid omhoog te krijgen. Waarom? Omdat het inkomsten genereert en die inkomsten kunnen we net gebruiken om die wachtlijsten en die noden aan te pakken. Er is niemand, noch van de meerderheid noch van de oppositie, die die nood werkelijk niet ziet.
Mevrouw Vandecasteele, toen ik de vraag las die u had ingediend, dacht ik dat dit nog best een interessant debat zou worden. Kunnen we nog dingen brengen van de werkgevers die ook zelf op zoek gaan en aan wie wij ook dingen vragen om te doen, onder andere wat betreft de tussenstructuren? Maar neen. U komt hier tussen. Ik ben benieuwd welk filmpje we straks op Facebook zullen zien, hoe het geknipt is, hoe een aantal tussenkomsten van collega's van meerderheid en oppositie daar niet in zullen zitten. Ook het antwoord van de minister zal er allicht niet in zitten. En een aantal ambetante stukjes die u zelf hebt gebracht, zullen er allicht ook niet in zitten. U bent trouwens de F-35’s vergeten! U bent ze vergeten!
Stel nu dat we meegaan in uw redenering, dat we de twee Volvo’s verkopen, de Opel en de Ford, we verkopen ze. Heel boeiend! Wat gaat u daarmee doen? Ten eerste gaan we langer wachten op de minister. De minister gaat minder rond kunnen gaan in Vlaanderen. Dat zijn aankopen die over drie jaar gespreid zijn. Ik zal het kort uitleggen: dat is een eenmalige ontvangst waar u geen recurrente kosten, dat zijn de lonen, mee kunt betalen. Stop daar dus gewoon mee. En als u federale zaken wilt doen, heel fijn, heel tof, maar dan kan ik alleen maar de collega en de minister terecht op een andere plaats wijzen. Dus stop daar mee. Jammer, dit had een interessante vraag kunnen zijn, maar u hebt ze volledig om zeep geholpen.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik heb heel goed geluisterd naar uw antwoord. Wij willen vanuit onze fractie ook altijd echt meezoeken naar oplossingen. Maar ik wil toch de volgende situatie eens aan jullie voorleggen.
Stel nu, minister, collega’s, dat u hevige heuppijn hebt en erg moeilijk stapt. De dokter raadt u een nieuwe heup aan, want anders ga je definitief in een rolstoel belanden. In het ziekenhuis erkent men de ernst van de situatie, maar men meldt u dat het jaarbudget voor heupoperaties op is. Misschien volgend jaar, misschien het jaar daarna, of binnen vijf jaar kun je geholpen worden. Stel u eens voor dat we in deze situatie zitten. Zouden we dit aanvaarden van onze gezondheidszorg, dat mensen met heupproblemen niet weten wanneer zij verder geholpen kunnen worden? Dat is iets dat we momenteel in onze eigen zorg- en welzijnsomgeving meemaken. Mensen met een handicap moeten wachten, hebben een probleem en weten niet wanneer ze aan bod komen.
Komen er middelen bij? Ja, minister, rekenkundig komen er middelen bij, maar ik denk dat er te weinig middelen zijn om alle zorg die onze Vlaamse maatschappij op dit moment stelt, in te vullen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat u reageert met een verontwaardiging en gebrek aan oplossingen en een overvloed aan retoriek die u zelf verwijt aan de vraagsteller.
Collega, ik bedank u trouwens voor het compliment. Ik vind het fijn dat u noteert dat wij constructief aan oppositie willen doen, dat is ook echt zo, dat is gemeend. Oplossingen centraal stellen, goed bestuur en empathie, dat gaat voor mij en voor ons vanzelf.
Ik stel vast, minister, dat er op schriftelijke vragen nauwelijks antwoord komt, dat er op mondelinge vragen ook regelmatig niet wordt geantwoord. Ik merk ook dat collega Anaf van sp.a een van de weinigen is die hier wel inhoudelijk op ingaat buiten ons. Ik zou de minister en de collega’s van de meerderheid erop willen wijzen dat dit wel een vaststaand feit is. De sector is ongerust, de sector maakt bedenkingen, de sector heeft duidelijke berekeningen gemaakt en legt die neer. Ik stel voor dat u er gewoon op reageert en er goed bestuur tegenover stelt.
Wat uw opmerkingen over schriftelijke vragen betreft, het Reglement dat zegt dat schriftelijke vragen binnen de maand beantwoord moeten worden. Als dit niet gebeurt, kunt u ze laten omzetten in een vraag om uitleg.
Mag ik kort reageren, voorzitter? Het gaat vooral om het feit dat er zeer weinig inhoud in de schriftelijke vragen zit.
Minister Beke heeft het woord.
Ik heb een antwoord op een schriftelijke vraag van collega Schryvers hier gebruikt om het debat te stofferen met inhoudelijke gronden. Want je kunt natuurlijk proberen om met veel slogans aan politiek te doen, zoals u, collega Vandecasteele, daarstraks geprobeerd hebt. Ja, we wonen hier in een van de rijkste regio’s, dat is niet dankzij u en uw programma, dat is ondanks u en ondanks uw programma. Dat we hier in een van de rijkste regio’s wonen, maakt dat we inderdaad kunnen inzetten op Welzijn. Vergelijk eens hoeveel Vlaanderen inzet op Welzijn met wat er in Brussel gebeurt, met wat er in Wallonië gebeurt. Vergelijk dat eens in euro’s, in centen en in procenten. Maak die vergelijking eens. Ik wil die uitdaging wel eens met u aangaan. U zou verschieten! (Opmerkingen)
Collega’s, laat de minister antwoorden.
Dat is één.
Twee, u kunt op een heel populistische manier spreken over dienstwagens. Ik denk niet dat dat op mijn departement ‘grote stoef’ is. Mochten we die nu allemaal verkopen, dan zouden we niet één persoon op de wachtlijst een rugzak kunnen geven. Wij doen niet aan dat populisme.
U bent een aantal commissievergaderingen niet geweest. U hebt hier de helft van het verhaal gemist. Ik ben wél in deze commissie geweest, om te zeggen dat ik naar de Vlaamse Regering ben gestapt om met Mozaïekbesluit 4 te beslissen dat we de komende jaren 12.300 mensen zullen helpen, 1700 mensen meer dan oorspronkelijk voorzien! 1700 meer, met maatregelen, moeilijke maatregelen. Dat zijn maatregelen die ik niet onder de mat wil vegen, maar niemand, noch van de meerderheid, noch van de oppositie, heeft die maatregelen in essentie in vraag gesteld. Dát is de realiteit.
U doet aan populisme, wij doen aan beleid. Wij zorgen ervoor dat er mensen worden geholpen. U maakt inderdaad de mensen bang, u maakt dat er mensen op straat komen en ongerust zijn. Als ik uw Facebookberichten zou beluisteren, dan zou ik ook bang zijn. U máákt de mensen bang. (Opmerkingen van Lorin Parys)
Dat is nergens voor nodig. Zullen we middelen genoeg hebben om iedereen op elke plaats de komende vijf jaar te helpen? Neen. Dat heb ik ook nooit beweerd. Zullen we het maximale doen om zo veel mogelijk mensen te helpen? Ja. Ik zeg het nog eens: ik ben hier in de commissie geweest met 550 miljoen euro uitbreidingsbeleid. Wat zei men toen? Dat dat niet eens zou volstaan om de aangegane engagementen te betalen. Voor de volgende vijf jaar gaat dat over 600 miljoen euro. Wel, die zúllen wij betalen, samen met die 550 miljoen euro. Dat is dus bijna 1,2 miljard euro. We hebben op het einde van de legislatuur gekeken naar eenmalige maatregelen. Opnieuw hebben we miljoenen daarvoor naar Welzijn gebracht, om daar noden te lenigen.
Er is de vraag wat we met onderbenuttingen doen. Dat zijn de serieuze vragen. Dat bekijken we op dit ogenblik. Het is inderdaad zo dat er soms onderbenuttingen zijn. De zesde staathervorming heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er een aantal onderbenuttingen waren omdat we met afrekeningen uit het verleden rekening moesten houden en bekijken hoe we daar precies mee zouden omgaan. We hebben echter onder andere van die onderbenuttingen gebruikgemaakt om personeelskosten die we niet hebben gedaan, te investeren in informatica. Dat is een zinvolle vraag. Dat moeten we durven bekijken, en dat hebben we in de voorbije periode ook al gedaan.
Er is hier ook gesproken over de werkbaarheidsmonitor van de SERV. Die zegt inderdaad dat de werkstress toeneemt. We hebben daar ook al eens een debat over gehad, ik veeg dat niet onder de mat, maar die zegt ook dat 85 procent van de zorg- en de welzijnsactoren geen probleem ondervindt op het vlak van werkbetrokkenheid, dat 84 procent geen probleem heeft met motivatie, dat 89 procent geen probleem heeft met de combinatie van werk en sociaal leven.
In plaats van daar karikaturen van te maken, laten we bekijken waar de problemen zitten, en die uitdaging wil ik graag met u aangaan. Laten we dan bekijken wat de reële, redelijke en realistische oplossingen zijn, want daar zullen de mensen mee vooruitgaan, diegenen die donderdag misschien op straat komen en die vele anderen die donderdag niet op straat zullen komen, maar die donderdag zullen werken voor al die mensen in kwetsbare posities.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, dank u wel. Het is natuurlijk een beetje jammer dat het onderwerp van de open brief, zijnde de steun aan de structuren en de bovenbouw, hier eigenlijk een beetje is verdronken. Het ging opnieuw over de wachtlijsten en wat weet ik allemaal. Daar hebben we inderdaad al heel wat discussies en heel wat vragen over gehad.
Maar goed, ik stel vast dat u zegt dat de overschotten inderdaad zullen worden aangewend voor investeringen in de sector. Dat stemt ons tevreden. De werkgevers zijn echter met een open brief gekomen. Zij kijken ook vooruit. Zij zien ook dat dit te kort zal zijn voor bepaalde sectoren. Ik denk dat u toch nog een tandje zal moeten bijsteken, samen met uw collega’s van de Vlaamse Regering.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Het is duidelijk dat ik hier vloek in de neoliberale kerk. (Opmerkingen van Lorin Parys)
Ik zeg dingen die ik blijkbaar niet mag zeggen. (Opmerkingen)
Ik word hier overladen met alle zonden van Israël: ik ben een populist, ik ben gevaarlijk, ik ben niet verstandig, ik maak dingen kapot. Welke rol speel ik eigenlijk als parlementslid? Dat komt zowel van CD&V als van Open Vld en de N-VA. Ik moet goed gek zijn, om het samen te vatten.
En ik kan blijkbaar enkel een goed parlementslid zijn als ik meega in jullie verhaaltje, jullie eeuwige riedeltje. Ze zijn ondertussen meerdere keren herhaald. Het gaat zogezegd niet om besparingen maar om investeringen. Het gaat niet om besparingen maar om efficiëntieoefeningen. Het gaat om besparingen omdat er nu eenmaal geen geld is. En dat mag ik blijkbaar allemaal niet in twijfel trekken. Ook die duizenden mensen die op straat komen mogen dat niet.
Ik zeg u dat die mensen dat niet langer pikken. Dat is net het probleem. In een rijke regio als Vlaanderen – een van de rijkste regio’s ter wereld – zeggen wij dat we kinderen die thuis worden mishandeld, niet kunnen opvangen. En hetzelfde geldt voor mensen met een handicap. Onder uw beleid gaan ze met tienduizend mensen extra in de wachtrij staan. Dat is de realiteit. Maar als ik dan spreek over waar we het geld moeten halen, dan ben ik plots een populist. Ik trek dat in twijfel, en mensen trekken dat in twijfel. 172 miljard euro stroomt weg naar belastingparadijzen. (Opmerkingen van minister Wouter Beke)
Minister, u zit met CD&V al tientallen jaren aan het stuur in het federaal parlement.
En zo hebben we Vlaanderen tot een van de rijkste regio’s van de wereld gemaakt.
U hebt die staatshervormingen zelf doorgevoerd. U hebt ervoor gezorgd dat de inkomsten van de uitgaven worden losgekoppeld. Welja, die inkomsten liggen federaal. En we moeten daar zorgen voor eerlijker belastingen. We moeten vermijden dat al dat geld naar belastingparadijzen gaat, zodat wij hier, in een van de rijkste regio’s ter wereld, de zorg kunnen bieden aan de mensen die die zorg nodig hebben
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.