Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg is een sequel op het gesprek dat we vorige week hadden naar aanleiding van een vraag die ik toen heb gesteld over het Just Transition Fund (JTF) dat wordt opgericht in het kader van de financiering van de Green Deal van de Europese Unie. Zoals we vorige week al aangaven, gaat de financiering veel verder dan het Just Transition Fund. Daarom is het belangrijk het totaalplaatje te bekijken en deze nieuwe vraag te stellen.
Op 14 januari 2020 stelde de Europese Commissie haar plan met het mechanisme voor een rechtvaardige transitie voor. Het plan zet de lijnen uit om de financiering van de Green Deal mogelijk te maken. Dit biedt een kader om overheidsinvesteringen, maar ook privéinvesteringen te faciliteren en dit zal helpen om particuliere middelen vrij te maken via financiële EU-instrumenten.
We bespraken eerder al het fonds voor een rechtvaardige transitie van 7,5 miljard euro, als onderdeel van een pakket van ten minste 100 miljard euro aan gerichte steun voor de regio’s en sectoren die het hardst zullen worden getroffen door het maatregelenpakket van de Europese Green Deal.
Dat bedrag is maar een klein deel van het totale financieringsbedrag dat nodig is. De EU zelf rekent op 1000 miljard euro aan investeringen in de komende tien jaar, gefinancierd door de Europese Unie zelf, maar ook door nationale overheden en regio’s, particulieren en zeker ook bedrijven en financiële instellingen. Het investeringsplan van de EU bestaat uit drie pijlers: financieren, faciliteren en praktische ondersteuning bieden bij de investeringen.
Wat de financiering betreft is er het traditionele EU-budget binnen het meerjarig financieel kader (MFK), dat zo’n 503 miljard euro aan middelen voor klimaat en leefmilieu omvat. Daarnaast wordt een leenfaciliteit voor de publieke sector opgericht bij de Europese Investeringsbank (EIB) en die moet zo'n 25 tot 30 miljard euro aan investeringen mobiliseren. InvestEU moet er dan weer voor zorgen dat er zo’n 279 miljard euro aan publieke en private middelen worden vrijgemaakt.
En daarnaast zijn er nog middelen uit andere Europese programma's, zoals het Horizon-programma in functie van innovatie. Uiteraard zijn er ook nog de nationale klimaatfondsen die gespijsd worden met de ETS-inkomsten (emissions trading scheme), gecreëerd door Europa. Europa zorgt er dus voor dat er geld in uw laatje komt, minister. Er is dus een heel kluwen aan financieringsmogelijkheden. Kluwen is misschien wat negatief uitgedrukt. Er zijn heel veel opportuniteiten voor de financiering van de transitie waar we voor staan. We hadden het daarnet over de renovatie van onze woningen en de kosten die dat met zich meebrengt. Wel, de oplossing ligt allicht voor een stukje ook in Europa, minister. We rekenen erop dat we daar maximaal op kunnen inspelen.
Ik heb hierover een aantal vragen.
Kunt u een inschatting geven van het totale bedrag dat Vlaanderen de komende tien jaar nodig heeft om de ambities van de Green Deal, en dan vooral de eigen Vlaamse klimaatambities, waar te kunnen maken?
Welke Europese middelen ontvangt Vlaanderen nu al ter financiering van het klimaatbeleid in ruime zin? Dat gaat dan niet alleen over ETS-inkomsten maar bijvoorbeeld ook over innovatieprojecten rond klimaat.
Op welke financieringsmogelijkheden wilt u in eerste instantie een beroep doen?
Hoe kunnen we het palet aan opties optimaliseren zodat Vlaanderen zijn deel van de koek kan maximaliseren?
Welke initiatieven zult u daarvoor nemen, minister?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vraag. Op dit moment is de financiële impact van de Europese Green Deal nog niet in te schatten. Deze Green Deal is immers slechts een roadmap waarin de Europese Commissie de verschillende initiatieven aankondigt die ze de komende maanden en jaren zal nemen om haar klimaat- en milieudoelstellingen te realiseren.
De uiteindelijke kostprijs van deze Green Deal voor Vlaanderen zal ook afhangen van de concrete invulling van deze initiatieven. Wat zal de Europese Commissie precies voorstellen? Wat zal het resultaat zijn van de daaropvolgende onderhandelingen met de lidstaten en het Europees Parlement? Daar hebben we vandaag nog geen zicht op.
De Europese Commissie kondigt in haar Green Deal bijvoorbeeld een verhoging van de Europese klimaatdoelstellingen voor 2030 aan. Het is op dit moment echter nog niet helemaal duidelijk hoeveel deze doelstellingen precies aangescherpt zullen worden: van 40 procent naar 50 procent of zelfs naar 55 procent? Het is evenmin duidelijk op welke manier de bijkomende inspanningen verdeeld zullen worden tussen de verschillende sectoren en lidstaten.
Indien bijvoorbeeld onvoldoende aandacht besteed wordt aan een kostenefficiënte verdeling van de inspanning en onvoldoende flexibiliteit toegestaan wordt voor het realiseren van de inspanningen, zal de factuur voor Vlaanderen oplopen, zowel voor de overheid, voor de gezinnen als voor de bedrijven. Daarom heb ik in mijn beleidsnota vorig jaar reeds aangekondigd dat ik bij de Europese initiatieven sowieso zal pleiten voor een realistische aanpak die niet mag leiden tot een verhoging van de energiefactuur, de concurrentiepositie van onze Vlaamse bedrijven vrijwaart, en ook rekening houdt met kostenefficiëntie op Europees niveau.
Wat betreft de kostprijs van de huidige Vlaamse klimaatambities: de Stroomgroep Financiering heeft ruwe inschattingen gemaakt van jaarlijkse investeringskosten tussen de 5 en 12 miljard euro per jaar om in Vlaanderen de energie- en klimaatdoelstellingen te realiseren. Het gaat daarbij om publieke en private investeringen in Vlaanderen die verband houden met de energie- en klimaatdoelen in een ruime benadering, die ook investeringen in mobiliteit, energie, scholen en dergelijke meeneemt. Die investeringen hebben niet allemaal strikt te maken met de energie- en klimaatdoelen, maar ze houden er wel verband mee.
Welke Europese middelen ontvangt Vlaanderen nu al ter financiering van het ruime klimaatbeleid? De Europese middelen waar we een beroep op doen zitten verspreid over verschillende kanalen, zoals u al zei. In het kader van het cohesiebeleid 2014-2020 en meer specifiek het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt een deel van de middelen bestemd voor innovatie en regionale ontwikkeling, ook ingezet om de transitie naar een koolstofarme economie te helpen realiseren. In totaal gaat het om ongeveer 70 miljoen euro aan EFRO-middelen.
Binnen de lopende EU-begroting ontvangt Vlaanderen ongeveer 2 miljard euro voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor de periode 2014-2020. 40 procent van die uitgaven zou moeten bijdragen aan klimaat. In realiteit is het effect van deze aanpak echter lager omdat ook acties die onrechtstreeks of slechts marginaal klimaatgerelateerd zijn, worden meegerekend.
Vlaamse bedrijven en overheden dienen regelmatig projectvoorstellen in in het kader van diverse Europese programma’s. Mijn diensten waren de voorbije jaren bijvoorbeeld succesvol in het verwerven van Europese middelen in het kader van drie Europese projecten voor het Clean power for transport-beleid, namelijk 4,4 miljoen euro, en het BE REEL!-project (Belgium renovates for energy efficient living!) dat mee uitvoering geeft aan het Vlaamse renovatiepact, namelijk 5,7 miljoen euro. Daarnaast kan Vlaanderen ook aanspraak maken op Europees geld voor het stimuleren van innovatie, zoals via het Horizon 2020-programma.
Eerst zetten we in op het optimaliseren van de werking van het Vlaams Klimaatfonds. Zoals ik reeds eerder aangaf, zorgen we dat hier voortaan gewerkt zal worden volgens het principe van cofinanciering, zoals dat ook bij vele Europese fondsen het geval is, zodat we de middelen kunnen verdubbelen.
Daarnaast willen we de talrijke Europese financieringsinstrumenten beter en ruimer benutten voor het realiseren van de Vlaamse klimaatdoelstellingen. Zoals u weet, heeft de Europese Commissie voorgesteld om in de budgetperiode 2021-2027 minstens 25 procent van het EU-budget voor klimaatactie aan te wenden. Voor de periode 2021-2027 zal opnieuw geld uit het EFRO en de specifieke fondsen gericht op innovatie ingezet kunnen worden om bij te dragen aan onze klimaatdoelstellingen.
In de periode 2021-2027 zal het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) haar ambities op vlak van klimaat en milieu verhogen en de GLB-instrumenten en middelen optimaal inzetten om vooruitgang te boeken onder andere op vlak van broeikasgasdaling en koolstofopslag. Nieuw in de periode 2021-2030 is het Europese ETS-innovatiefonds, een fonds van ongeveer 10 miljard euro voor de subsidiëring van innovatieve projecten. Het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 omvat de ambitie om ten minste 2 procent van het fonds naar Vlaamse projecten te kanaliseren. Daarnaast willen we, zoals vorige week in de commissie werd toegelicht, dat middelen uit het Just Transition Fund naar Vlaanderen kunnen vloeien om de transitie te ondersteunen.
Daarom heeft Vlaanderen intussen opmerkingen op het ontwerplandenrapport overgemaakt aan de Europese Commissie. Hierin hebben wij gesteld dat Vlaanderen de aanbevelingen inzake aanwending van middelen van het Just Transition Fund niet ondersteunt. Naast Henegouwen moeten ook andere regio's in aanmerking kunnen komen. Vlaanderen trekt ook de gebruikte methodologie in het Just Transition Fund in twijfel. Onderhandelingen over de Just Transition Fundverordening moeten eerst afgerond zijn vooraleer hierover aanbevelingen kunnen worden gegeven. Gelet op het principe van subsidiariteit zijn de lidstaten beter geplaatst om aan te geven waar de middelen het best ingezet kunnen worden.
De verdeling van de Just Transition Fund over de lidstaten van de EU komt wellicht ook aan bod op de Europese top van 19 februari, waar ook het meerjarig financieel kader aan bod komt. Bij de voorbereiding van deze Europese top zullen we ook vanuit Vlaanderen voorstellen formuleren om de criteria voor de verdeling van de middelen uit het fonds bij te stellen.
Welke initiatieven zal ik nog nemen? De komende legislatuur wil ik zowel voor publieke als private investeringen maximaal Europese middelen aansnijden voor projecten die bijdragen aan de realisatie van onze klimaatdoelstellingen. Concreet zullen volgende initiatieven hieraan bijdragen. Met de Vlaamse Regering zullen we een specifieke taskforce opzetten om de verschillende Europese investeringsvehikels volledig in kaart te brengen, de opportuniteiten binnen deze financieringsvehikels en fondsen voor Vlaamse publieke en private investeringen te detecteren en een strategie uit te werken om maximaal deze Europese middelen aan te snijden. Een belangrijk deel van deze middelen zal worden gekanaliseerd naar klimaat- en energie-investeringen.
Het Departement Omgeving heeft recent de oprichting goedgekeurd van het EU-projectenloket, dat ervoor zal zorgen dat we maximaal gaan inzetten op het gebruik van EU-fondsen om milieudoelstellingen te helpen bereiken. Het loket heeft als doel het voorleggen van sterke dossiers aan Europa door bijvoorbeeld administratieve bijstand te voorzien om het indieningsproces te vereenvoudigen en zo de kansen op succes te maximaliseren. Het loket informeert daarnaast ook doelgroepen door infomomenten te organiseren, specifiek voor thema’s van het beleidsdomein, en door publicaties op de website.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik heb hier een heel andere minister gehoord dan degene die ik vorige week bezig heb gehoord na mijn vraag om uitleg toen.
Dit is een bijzonder belangrijk onderwerp. De cijfers die u noemt, geven dat ook aan: een ingeschatte investering die nodig is in Vlaanderen van 5 tot 12 miljard euro, dat zijn aanzienlijke cijfers. We kunnen dat alleen maar doen als we alle middelen daarvoor inzetten. De Europese Unie biedt op dat vlak heel wat kansen. Bijvoorbeeld door het opzetten van die taskforce en dat projectenloket kunnen we echt mensen op het terrein helpen om ervoor te zorgen dat we daar maximaal gebruik van maken.
Vlaanderen en België doen dat ook. De laatste cijfers van het Junckerfonds, de voorloper van InvestEU, duiden erop dat er 1,6 miljard euro aan Europese middelen vanuit dat fonds naar hier is gehaald, om in totaal 8,4 miljard euro aan investeringen mogelijk te maken. Dat is een hefboom van meer dan een op vier, wat nog eens het belang van die Europese middelen benadrukt. Er is bijvoorbeeld ook het ETS-innovatiefonds: 10 miljard euro, waarvan 200 miljoen euro naar Vlaanderen zou moeten komen. Dat relativeert ook de discussie over dat ene kleine fonds van het Just Transition Fund. Dat neemt niet weg dat we de kritiek nog altijd delen dat die verdeelsleutel fundamenteel fout zit en dat er onvoldoende rekening is gehouden met het belang van de Vlaamse industrie.
Minister, ik ben blij dat u uw opmerkingen hebt overgemaakt aan de Europese Commissie. Mag ik vragen dat u de opmerkingen die u aan de Europese Commissie hebt overgemaakt op het landenrapport, ook overmaakt aan deze commissie? U bevestigt non-verbaal dat u dat zult doen, waarvoor dank.
Kunt u tot slot aangeven wat op de Europese top uw concrete insteek zal zijn om ervoor te zorgen dat er meer middelen naar Vlaanderen kunnen komen en dat we met betrekking tot de financiering van de klimaattransitie effectief alle zeilen bijzetten?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik moet de opmerking van de heer Bothuyne helaas bijtreden dat we nu een heel andere minister horen, na de litanie van vorige week, die, zoals ik in de commissie had voorspeld, de media heeft gehaald, met terechte woorden als ‘De mean deal’, ‘De EU is de pedalen kwijt’, ‘Wat de EU doet, is schimmig’, ‘De EU is het noorden kwijt’, ‘We zijn beroofd als Vlaanderen’. Nu krijgen we een minister die zich plooit naar de geplogenheden van die tirannieke EU, die spreekt over een taskforce om dan te proberen om een beetje meer geld los te weken. Het kost ons tussen de 5 en de 12 miljard euro, maar als het gaat over het geld dat wij dan van de EU zouden krijgen, hoor ik geen cijfers in miljarden, maar in miljoenen. Dat is wat ik hier hoor. Ik kan dus alleen maar concluderen dat wat wij terug zullen krijgen, minder zal zijn dan wat die Green Deal ons zal kosten.
Ik zou expliciet van de minister willen horen of zij ervoor wil zorgen dat wij het geld dat wij moeten investeren om aan die zogenaamde Green Deal te voldoen, die 5 tot 12 miljard euro, op zijn minst terugkrijgen van de EU, en het liefst nog wat meer natuurlijk. Nogmaals, het kost ons 5 tot 12 miljard euro, en wat wij van de EU krijgen, is peanuts. Het gaat over honderden miljoenen, maar niet over miljarden euro’s.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, u hebt vooral gezegd wat u in de nabije toekomst wilt doen om meer geld naar Vlaanderen te halen, ofwel dat Vlaanderen krijgt wat het nodig heeft om zijn energie- en klimaatbeleid op de sporen te zetten.
Ik wil u ook aanraden – maar ik denk dat u dat sowieso zult doen – om eens te kijken wat Limburg op dat vlak heeft gedaan. Het is nu 33 jaar geleden dat Europa begonnen is met sociaaleconomische investeringen te doen in Limburg.
Ondertussen, minister – ik denk dat u de bedragen wel kent –, heeft Limburg 600 miljoen euro gekregen van Europa. Dat heeft geleid tot 2 miljard euro investeringen in tweeduizend projecten. Dat pakt u best slim aan want er zit heel wat in. Het is verstandig dat u vandaag een heel andere toon aanslaat omdat het de enige manier is om iets gedaan te krijgen. Soms is het nodig om eens kwaad te worden en dat is goed, maar het is ook goed om te kijken hoe we dat verstandig aanpakken, om wars van de emotie en met ratio te krijgen waar we recht op hebben.
Solidariteit impliceert natuurlijk wel dat je meer krijgt op het moment dat je dat nodig hebt, maar dat je weggeeft als je te veel hebt. Ik zeg niet dat Vlaanderen nu meer moet geven of krijgen, dat laat ik in het midden. Maar dat is natuurlijk het alfa en omega van solidariteit. Als dat zou betekenen dat je altijd meer krijgt dan je erin steekt, dan is dat natuurlijk geen solidariteit.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, ik sta volledig achter wat mijn collega zegt. Alleen, u bent Vlaams minister en we willen dan ook graag de volledige Vlaamse cijfers hebben. Als men hier aangeeft hoeveel Vlaanderen precies nodig heeft om die transitie te maken, dan wil ik dat op papier zien staan. Ook wat we krijgen uit gelijk wel fonds van Europa wil ik op papier zien staan. Wat Vlaanderen krijgt, en niet wat België krijgt.
U bent Vlaams minister en ik wil u hier elke keer op wijzen: haal zoveel mogelijk bevoegdheden naar u toe. Sta op uw strepen want het is duidelijk dat u hier werd teruggefloten door uw coalitiepartners en dat is jammer. De vorige keer deed het goed aan het hart om u bezig te horen. Wij pleiten er dus voor om zoveel mogelijk centen naar Vlaanderen te krijgen.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega Pieters, ik snap uw bemerking niet. Misschien waren er vorige week meer decibels, maar de inhoud was dezelfde: we gaan voor een rechtvaardige deal.
De minister antwoordde – maar toen was u hier nog niet – dat de Green Deal momenteel een aankondiging is. Het is nog niet beslist in richtlijnen, het is een aankondiging. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
U bent later binnengekomen, maar de minister heeft duidelijk gezegd dat het een aankondiging is. In het regeerakkoord staat, en wij en onze meerderheidspartners hebben altijd gezegd, dat het realistisch en kostenefficiënt moet zijn op EU-niveau en niet concurrentievervalsend.
Met andere woorden, het moet een rechtvaardige deal zijn, wat nu is aangekondigd maar nog niet uitgewerkt. Recentelijk was ik op een netwerkevent bij de Europese Commissie waar het ging over de Green Deal en dat werd daar bevestigd: we hebben iets aangekondigd en we gaan nu kijken hoe we dat concreet kunnen uitwerken en hoe we de middelen concreet moeten verdelen. Er zijn totale sommen op geplakt.
Het is een mean deal.
Ik heb het over kostenefficiëntie op EU-niveau en wat de minister daarmee bedoelt. Zij bedoelt daarmee dat je moet nakijken dat straks niet alle middelen worden gefocust op de Green Deal en dat je daardoor geen sociaal beleid meer zou kunnen voeren of geen beleid over veiligheid. Dat is dezelfde boodschap die de minister vorige keer heeft gebracht over het JTF, inhoudelijk dan.
Waarover ik wel verheugd ben, is het EU-projectenloket. Daar moeten we enorm op inzetten. We hebben in de vorige legislatuur de vraag al gesteld aan de minister van Economie en Innovatie hoe het komt dat weinig Vlaamse bedrijven meedoen aan de Europese projecten en dat de slaagkans ook zeer laag is. In andere landen werkt dat veel sterker. Het is een soort van centraal loket waar bedrijven langs kunnen gaan, waarbij men gezamenlijk probeert te kijken naar wat er haalbaar is bij Europa.
Dat heeft misschien deels te maken met de staatsstructuur, maar daar moeten we niet naar kijken. We hebben gewoon een Vlaams loket nodig, een EU-projectenloket en daar moeten we proberen alle krachten te bundelen om te zien wat we van Europa kunnen binnenhalen.
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vele tussenkomsten. Vorige week ging het over de middelen inzake het Just Transition Fund. Mijn standpunt op dat vlak is niet veranderd, evenmin als dat van de regering. Ik weet niet of de collega’s op de hoogte zijn, collega Bothuyne, maar het standpunt dat ik hier heb gegeven, ging over het Just Transition Fund en het feit dat de Europese Commissie een ontwerp maakte waarin staat dat de middelen uit dat fonds – ik had het dus niet over andere Europese fondsen – alleen naar Henegouwen zouden gaan en niet naar Vlaanderen. Daar ben ik ook vandaag – en dat is een regeringsstandpunt – zeer categoriek over: dat is onaanvaardbaar. We gaan dat dus niet aanvaarden. Ik heb dat hier ook heel duidelijk gesteld.
Ik ben blij dat de Europese Commissie de dag daarna wakker geschoten is en onmiddellijk gezegd heeft: ‘minister, het is maar een ontwerp’. Ja, maar soms moet je natuurlijk, als Vlaams minister, wakker zijn en wakker blijven en zeggen: ‘dit gaan we niet aanvaarden’. Dat is wat ik vorige week over dat fonds, en over wat de Europese Commissie voorstelde, heel duidelijk gezegd heb. Dat is ook een regeringsstandpunt. De brief met dat standpunt is vertrokken naar de Europese Commissie. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Demir heeft gevraagd om volgende rechtzetting aan het verslag toe te voegen: “Het gaat om een standpunt en niet om een officiële brief. De zin ‘De brief met dat standpunt is vertrokken naar de Europese Commissie.’ moet bijgevolg gelezen worden als ‘Dit standpunt is overgemaakt aan de Europese Commissie.’”)
Wij trekken dus de gebruikte methodologie in twijfel. Wij willen andere criteria formuleren, zodat ook Vlaanderen middelen uit dat fonds kan ontvangen. Wij hebben hier ook havens die die transitie moeten doorvoeren, zoals de haven van Gent en de haven van Antwerpen. Dat was vorige week mijn standpunt en dat is ook vandaag mijn standpunt. We zullen dat standpunt ook op die Europese top van 19 februari bekendmaken. Welke voorstellen we daar zullen doen, wordt op dit moment nog besproken binnen de regering. Dat moeten we nog verder afstemmen. Maar er is dus een brief vertrokken over de aanwending van de middelen van het Just Transition Fund. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Demir meldt dat 'er is dus een brief vertrokken' gelezen moet worden als 'er is dus een standpunt overgemaakt'.) Het woord ‘just’ betekent rechtvaardig. Als er 0 euro komt, sta me dan toe om te zeggen dat ik dat niet rechtvaardig vind. Ik denk dat het standpunt van Vlaanderen heel duidelijk was.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, de reactie op het landenrapport krijgen we dus nog toegestuurd. Dat is positief. Dat kunnen we dan nalezen.
Misschien nog voor de geschiedenis: toen ik mijn vraag om uitleg indiende, bevatte die effectief kritische elementen, zowel over de allocatie – de verdeelsleutel dus – in het Just Transition Fund als over de manier waarop de middelen uiteindelijk zouden worden toegewezen. Dat dat een regeringsstandpunt is en dat u het standpunt van CD&V op dat vlak bijtreedt, daar kan ik dus alleen maar blij om zijn.
Minister, de manier waarop we dat doen, is ook belangrijk om resultaten te bereiken. Ik ben blij met uw toon van vandaag, die een stuk positiever is.
Ik heb ook nieuws gehoord, collega’s, van de collega’s van het Vlaams Belang, die duidelijk pleiten voor een sterkere Europese Unie, voor meer geld voor Europa, zodat er ook meer geld besteed kan worden in het kader van de Green Deal. Dat is een nieuwe positie van onze collega’s. Ik ben blij met dit voortschrijdend inzicht. Ik denk dat we daar nog veel van zullen horen. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
De vraag om uitleg is afgehandeld.