Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, in het Vlaams regeerakkoord wordt bepaald dat de Vlaamse Regering de Vlaamse Woonraad zal afschaffen en vervangen door een stakeholdersoverleg. Dat biedt onzes inziens het voordeel dat we korter op de bal kunnen spelen en dat het middenveld zeker nog geconsulteerd wordt op het moment dat er echt nog ruimte is voor input.
Zo’n stakeholdersoverleg kun je natuurlijk op vele manieren vormgeven. In de beleidsnota maakt u duidelijk dat in 2020 een gestructureerde aanpak zal worden uitgerold. Daarbij wordt onder andere het volgende vermeld: “Deze input verstrekt informatie over de standpunten van de stakeholders, de mogelijke knelpunten en opportuniteiten.”
In eerdere vragen om uitleg in deze commissie gaf u aan dat er geen verslag zal worden gemaakt van het overleg met de stakeholders. Het lijkt me evident dat er geen letterlijke verslagen worden overgemaakt, net om ervoor te zorgen dat de verschillende betrokkenen in vertrouwen het debat kunnen voeren. Voor de controlefunctie van het parlement is het desalniettemin belangrijk dat de mogelijke knelpunten, opportuniteiten en alternatieven die door de geconsulteerde organisaties naar voren worden geschoven, gekend zijn.
Minister, op welke manier zullen de overwegingen vanuit het stakeholdersoverleg omtrent de knelpunten, opportuniteiten en alternatieve pistes bij het besluitvormingsproces bekendgemaakt worden?
Minister Diependaele heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mevrouw Jans. Ik ben het helemaal eens met de analyse die u in uw vraagstelling maakt. In het licht van de controlefunctie van het parlement, die ik helemaal wil ondersteunen, staat het u natuurlijk ook vrij – we hebben die discussie al gehad bij de bespreking van de beleidsnota – om die mensen uit te nodigen. Dat is perfect mogelijk. Het lijkt mij trouwens ook een goede zaak dat jullie die als commissie horen.
Zoals eerder gesteld, is het de bedoeling om het proactieve stakeholdersoverleg structureel te verankeren in het beleidsveld Wonen. Het decretale initiatief voorziet welomlijnde opdrachten, waarbij de bevraging naargelang de opdracht zeer gericht, dan wel generiek kan worden opgezet. Dat maakt een flexibele werkwijze mogelijk. De administratie moet zich daarop organiseren. De nodige stappen worden gezet. Het is daarbij uiteraard noodzakelijk om te werken binnen de wettelijke contouren van het Bestuursdecreet en bijgevolg rekening te houden met de principes van openbaarheid en transparantie. Dat betekent dat, ongeacht de opdracht, steeds geopteerd zal worden voor een of andere vorm van duiding van het stakeholdersoverleg.
Zo zullen er visienota’s over verschillende thema’s worden uitgewerkt en de input van de stakeholders zal telkens als een afzonderlijk stakeholdersverslag bij de visienota worden opgenomen. Hiermee wordt voldaan aan de vereiste principes van openbaarheid en transparantie. Dat is evenzeer het geval wanneer stakeholders worden geconsulteerd in het kader van het capteren van ontwikkelingen die relevant zijn voor het beleidsveld Wonen. Ook hier zal het overleg resulteren in een meer uitgebreide verslaggeving, mogelijk in de vorm van een rapport.
Het betreft evenwel een heel ander opzet wanneer direct betrokken stakeholders niet eenmalig geconsulteerd worden, maar effectief op participatieve wijze betrokken worden in het beleidsproces zelf. Aan de direct betrokken stakeholders wordt dan een ruimere vorm van medezeggenschap verleend, waarbij tijdens het verloop van het beleidsproces op meer aanhoudende wijze inbreng mogelijk is. Dat is een van de voordelen die u zelf hebt aangegeven om veel proactiever input te krijgen van die stakeholders. Er is in dit geval sprake van een interactief en dynamisch beleidsproces, en net wegens de verwevenheid is een afzonderlijke verslaggeving veel moeilijker. U hebt erop gewezen om dat in vertrouwen te kunnen doen. Die stakeholders moeten ook hun punt kunnen maken in dat overleg en daar het achterste van hun tong laten zien, bij wijze van spreken. Om alsnog aan het principe van openbaarheid en transparantie te voldoen, opteren we ervoor om in de nota aan de Vlaamse Regering een aparte rubriek op te nemen die het proces van participatie duidt en de resultaten ervan samenvattend weergeeft.
Ik kan u meegeven dat het stakeholdersoverleg in feite al is opgestart. Het is al lopende. Het is de secretaris van de Vlaamse Woonraad die nu ook trekker is van het stakeholdersoverleg. En zoals ik reeds eerder heb gezegd, staat het u vrij om die eventueel uit te nodigen om de werkwijze van het stakeholdersoverleg eens te schetsen. Ik weet dat er nog geïnteresseerden zijn. Er is een bezorgdheid van de oude Vlaamse Woonraad dat er eenzelfde input vanuit het middenveld wordt voorzien. Ik denk dat u daar veel van kunt leren door die eens uit te nodigen om de nieuwe werkwijze eens toe te lichten.
Mevrouw Jans heeft het woord.
De minister heeft inderdaad een heel aantal zaken verteld. Minister, ik ben blij met uw antwoord, omdat ik de controlefunctie van het parlement goed ken. Het lijkt me echter toch goed dat we zoeken naar een manier om in een aantal woondossiers te kijken via welke vaste stramienen wij op de hoogte gebracht kunnen worden van de stakeholders. We kunnen natuurlijk elke keer hoorzittingen gaan houden, dat kan, het een sluit het ander niet uit. We kunnen schriftelijke vragen stellen, hele batterijen zelfs. Maar ik hoor u zeggen dat er bij een eenmalige stakeholdersconsultatie de mogelijkheid bestaat van een visienota en een rapport. Dat zou ons op de hoogte kunnen brengen, en dat vind ik een meerwaarde, van de aparte visie van de verschillende stakeholders. Vroeger had men ‘een advies’ en dat was dan ‘een compromis’. Dan moest men nog op pad gaan om te horen wie voor en wie tegen was. Nu krijgen we meer informatie.
Dat participatief proces begrijp ik ten volle. Als we mensen echt willen betrekken, moeten we hun de mogelijkheid geven om in vertrouwen te kunnen werken. U zegt hier nu dat u erover denkt om in de nota aan de Vlaamse Regering – die we natuurlijk kunnen consulteren, met de besluiten – een aparte rubriek gaat voorzien. Dat is positief. Zo kunnen wij zien welk proces er gevolgd is. Is er voldoende participatie geweest? Wie was daarbij betrokken? Dat geeft ons, met de controlefunctie die we hebben, voldoende handvatten om op dit moment het stakeholdersoverleg alle kansen te geven. Het is positief dat we daar op geijkte momenten met geijkte nota’s, rapporten en extra nota’s inzicht in kunnen krijgen.
De heer Veys heeft het woord.
Ik ben ook blij met het antwoord. Ik ben blij dat wij onze decreetgevende en controlerende functie kunnen uitoefenen.
Ik heb een heel concrete vraag. Vorige week hadden we het over de wijziging in de vennootschapswetgeving. Minister, toen verwees u naar de eerste inhoudelijke thematische stakeholdersbevraging, die had plaatsgevonden op dinsdag 4 februari en de bestuurlijke reorganisatie van het woonlandschap behandelde. Andere thematische stakeholdersbevragingen zullen nog volgen in 2020. Met de input kan aan de slag worden gegaan om de visienota’s of rapporten over de respectieve thema’s te voeden. De bestuurlijke organisatie vind ik een interessant thema in het kader van de openbaarheid van bestuur. Is het mogelijk om dat verslag in te kijken? Als dat niet kan wegens de vertrouwelijkheid, willen wij ze zelf bevragen. Wie was daar allemaal aanwezig op dat overleg? Dat zou handig zijn om te weten.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Jans, zoals u correct hebt omschreven, zullen we dat, zodra het is afgerond, opnemen in de nota aan de Vlaamse Regering. De commissie voor de openbaarheid van bestuur zegt trouwens zelf ook dat men de zaken tijdens het proces hun weg moeten laten gaan. Zodra het proces rond is, kunnen de voorbereidende documenten worden opgevraagd, maar als die zaken tijdens het proces worden opgevraagd, zal dat de stakeholders ervan weerhouden in vertrouwen samen te werken. Ik denk dat die mensen ook wel een keer willen doorpraten en we mogen dat niet doorkruisen door midden in het proces al zaken vrij te geven.
Mijnheer Veys, die documenten zullen worden vrijgegeven, maar, conform het standpunt van onder meer de commissie voor de openbaarheid van bestuur en het decreet van 2004, zal dat pas op het einde gebeuren. Blijkbaar hebt u als lid van de Vereniging van Vlaamse Huisvestingsmaatschappijen (VVH) al een briefing gekregen.
Ik weet nog altijd niet wie tijdens dat stakeholdersoverleg allemaal aanwezig was.
VVH was aanwezig.
Minister, gaat het dan enkel om VVH? U hebt vermeld dat ook een advocatenkantoor aanwezig was.
Blijkbaar gaat het om VVH, samen met de vertegenwoordigers van een advocatenkantoor, maar dat is in dit geval slechts één partij. Wij waren daar ook met een advocatenkantoor.
Minister, mag ik de naam van dat advocantenkantoor? U hoeft dat nu niet meteen te zeggen. (Opmerkingen van minister Matthias Diependaele)
De vraag om uitleg is afgehandeld.