Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Uit cijfers die het Gentse stadsbestuur heeft gepresenteerd, blijkt dat alleen al in Gent de voorbije maand maar liefst 10.000 dagjestoeristen of andere bezoekers de lage-emissiezone (LEZ) binnenreden, zonder hun wagen vooraf te hebben geregistreerd. Veel buitenlandse bezoekers blijken dus slecht geïnformeerd te zijn over de LEZ’s in onze Vlaamse steden en de bijhorende registratieverplichting.
Een van de problemen is het gebrek aan uniformiteit tussen de verschillende LEZ’s. De steden Antwerpen en Gent hebben elk hun eigen registratiesysteem. Nederlanders moeten hun wagen níet zelf registreren in Antwerpen, omdat Nederlandse voertuigen die aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, automatisch worden geregistreerd aan de hand van de informatie in het kentekenregister van de Dienst Wegverkeer (RDW), maar in Gent moeten ze dat wél doen. De regeling voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is dan weer totaal anders, met bijvoorbeeld ook een andere vervaltermijn van de registratie. Tussen Antwerpen en Gent wordt de informatie over wagens bovendien uitgewisseld, maar niet met Brussel.
Bovendien blijkt het zeer pover gesteld te zijn met de communicatie over de LEZ’s op de toeristische websites van de betreffende steden en de Vlaamse overheid. Op www.visitflanders.com is er zelfs geen enkele communicatie over de LEZ’s. De websites www.visitantwerpen.be en www.visit.gent.be verwijzen wel naar de LEZ, maar onvoldoende prominent.
Vanaf 1 februari is de gedoogperiode voor de Gentse LEZ voorbij en ontvangen buitenlandse bezoekers die hun wagen niet vooraf lieten registreren, een boete. Er valt dan ook te vrezen voor de negatieve gevolgen van de LEZ’s op de bezoekersaantallen van onze Vlaamse steden en onze economie in het geheel.
Minister, hoe komt het dat bezoekers zo slecht geïnformeerd blijken te zijn over de LEZ’s en de registratieverplichting? Vreest u er niet voor dat de boetes potentiële bezoekers kunnen afschrikken, met alle negatieve economische gevolgen van dien?
Dringt er zich geen vereenvoudiging op van de toegangsmodaliteiten tot de LEZ voor buitenlandse bezoekers en dus meer uniformiteit tussen de steden, met inbegrip van Brussel? Welke initiatieven neemt u ter zake?
Bent u niet van mening dat de cijfers ook aantonen dat er nood is aan meer sensibilisering in onze buurlanden inzake de LEZ’s? Wil Vlaanderen daar – in samenwerking met de steden en eventueel ook Brussel – mee in investeren? Zo ja, minister, welke initiatieven neemt u hiervoor?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, ik dank u voor de zeer interessante vraag, over een domein waarop er nog wel wat werk aan de winkel is, zoals u ook aangeeft in uw vraagstelling.
Zoals jullie weten, wordt de LEZ in Vlaanderen, net als in Brussel, gecontroleerd aan de hand van de nummerplaat. Om op basis van de nummerplaat te kunnen achterhalen of het bijhorende voertuig in de LEZ is toegelaten, is informatie over de kenmerken van het voertuig nodig. Voor voertuigen die buiten België geregistreerd zijn, is deze informatie niet beschikbaar. In Vlaanderen en Brussel werd daarom een registratieverplichting voor buitenlandse voertuigen ingevoerd.
Een registratieverplichting houdt een administratieve last in, niet alleen voor buitenlandse bezoekers, maar ook voor de inrichters van de LEZ. Want uiteindelijk zijn we voor die registratieverplichting afhankelijk van de goodwill van die buitenlandse bezoekers en wordt er veel ingezet op informatie. Ik kom daar straks nog op terug. Om dat beter te kunnen organiseren, zou er een gegevensuitwisseling tussen de lidstaten moeten zijn, in functie van de handhaving van een LEZ op Europees niveau. Momenteel lijkt er binnen de Europese Unie onvoldoende draagvlak om voor die uitwisseling een wettelijke basis te voorzien.
Zolang er op Europees niveau geen wettelijke basis is om voertuiggegevens uit te wisselen in het kader van de LEZ’s, zijn we aangewezen op de nationale wetgeving. Recent werd de federale wet op de Kruispuntbank Voertuigen aangepast, zodat met andere lidstaten voertuiggegevens kunnen worden uitgewisseld. Om deze uitwisseling mogelijk te maken, moet het ratificeringsproces van het protocol dat het EUCARIS-verdrag uitbreidt, echter eerst worden afgerond.
De stad Antwerpen gebruikt momenteel open data om de Nederlandse nummerplaten te controleren. Daardoor moeten Nederlanders hun voertuigen niet registreren bij de stad Antwerpen. Begin vorig jaar heeft het Departement Omgeving een opdracht afgesloten met Informatie Vlaanderen om de Vlaamse LEZ-databank uit te breiden. Een van de geplande uitbreidingen was om een verbinding te leggen met de open data van Nederland. Toen echter bleek dat de Federale Regering werk maakte van een officiële verbinding met de Nederlandse overheid via EUCARIS en dat die verbinding bovendien zou toelaten om gegevens uit te wisselen met andere lidstaten, is destijds beslist om de officiële gegevensuitwisseling via EUCARIS mogelijk te maken. Op die manier zou ook de stad Gent meteen gebruik kunnen maken van die officiële gegevensuitwisseling. Door het uitblijven van een regering heeft dat proces echter wat vertraging opgelopen. In Gent moeten Nederlanders daardoor hun voertuig registreren. De stad Antwerpen maakt op dit moment nog gebruik van de open data. Ik hoop dat men dat ratificeringsproces binnenkort kan afronden, zodat de officiële gegevensuitwisseling tussen lidstaten mogelijk wordt.
In de tussentijd blijft de registratieverplichting een noodzakelijk kwaad. Het schrappen van die verplichting zou in de praktijk immers betekenen dat enkel de Belgische voertuigen aan de LEZ-criteria moeten voldoen, wat discriminerend zou zijn en de effectiviteit van de LEZ negatief zou beïnvloeden. Vorig jaar werd het decreet wel aangepast om steden de mogelijkheid te geven om de negatieve gevolgen van het niet-registreren voor buitenlandse bezoekers te verzachten. Als de buitenlandse overtreder bij het ontvangen van de boete kan aantonen dat het voertuig wel aan de toegangsvoorwaarden voldoet, kan de stad de boete vervangen door een lagere retributie voor het regulariseren van een laattijdige registratie.
Wat de informatie en sensibilisering betreft, heb ik van de steden een overzicht gekregen dat aangeeft dat zij toch heel veel inspanningen hebben geleverd. De cijfers wijzen er ook helemaal niet op dat bezoekers slecht geïnformeerd zijn. Er zijn inderdaad 7911 buitenlandse overtredingen vastgesteld in Gent. Daar staat echter tegenover dat de stad ook al 16.178 buitenlandse registratieaanvragen heeft verwerkt. Ruim twee derde van de buitenlandse bezoekers blijkt dus wel degelijk op de hoogte van de registratieverplichting.
Er staat wel een vermelding op visitflanders.com over de lage-emissiezone. Er wordt expliciet naar de LEZ’s van Antwerpen, Brussel en Gent verwezen, telkens met een link naar de stedelijke websites. Zowel de stad Antwerpen als de stad Gent hebben al bijzonder veel inspanningen geleverd om bezoekers op de hoogte te brengen van het bestaan van de LEZ en de registratieverplichting voor buitenlandse voertuigen. Omdat een opsomming van die acties ons te ver zou leiden, zal ik u het overzicht bezorgen.
Het gaat echt wel ver. Kijken we bijvoorbeeld naar de najaarscampagne van 2019 van de stad Antwerpen: contentartikels in Discover Benelux, online native advertising, vermelding op Tripadvisor, canvassen en affichage in de stad, slagbomen bij automaten, ‘truckvertising’ op Vlaamse wegen, communicatie op de digitale snelwegmasten richting Antwerpen in Nederland en allerlei communicatie in tankstations, zelfs in Ranst. Dat is mij opgevallen toen ik vanuit Limburg naar Antwerpen reed. Ik moest tanken en zag daar ineens de communicatie ‘U betreedt een LEZ-zone’.
Ook de stad Gent heeft heel wat initiatieven genomen: de viertalige website lez2020.gent, Google ads-campagnes en noem maar op. Er zijn ook heel wat affiches in parkeergarages, digitale boodschappen, de video ‘Hoe kom je naar Gent’ in het Engels enzovoort.
Dat is een hele lijst. Ik kan die overmaken aan het secretariaat, zodat men kan zien hoe de steden daarmee zijn omgegaan in het verleden.
Zelf bekijken we momenteel nog met onze buurlanden binnen de Benelux welke acties we kunnen ondernemen om de communicatie en sensibilisatie nog te verbeteren, maar uiteraard zou het het beste zijn, mochten we Europees die ratificatie van die officiële gegevensuitwisseling via EUCARIS kunnen afronden. Dat zou de zaak voor iedereen natuurlijk vereenvoudigen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben heel blij dat u mijn vraag ook interessant vond, dat u beaamt dat er nog werk aan de winkel is en dat u ook pleit voor een handhaving op het Europese niveau en een uitwisseling tussen de lidstaten.
Ik had nog een bijkomende vraag over de lagere retributie waarover u het daarnet had in het geval dat een dagjestoerist toch een boete zou krijgen. Hoe gaat dat dan in zijn werk? Hoe kan dat worden opgevraagd of verkregen?
Ik heb zelf daarnet nog even gesurft naar www.visitflanders.com, en in de zoekbalk ‘LEZ’ ingegeven. Ik kreeg nul resultaten. Ik moet misschien iets over het hoofd hebben gezien. Ik zal zelf dan nog die oefening eens maken. Ook het overzicht van de inspanningen van de toeristische diensten, van de toeristische acties die zijn gebeurd, had ik graag verkregen. Toch blijkt dat een derde nog niet op de hoogte is.
U zei ook nog dat binnen de Benelux wordt bekeken welke acties er nog kunnen worden ondernomen. Dat kan ik alleen maar toejuichen, want de nefaste gevolgen van die LEZ blijken steeds duidelijker. De waanzin van die LEZ leidt soms tot hilarische toestanden in onze steden, met vrijwillige ambulanciers die afhaken, agenten die het tarief moeten betalen wanneer ze in de stad moeten zijn, vakmannen die simpelweg niet meer binnenkomen in het centrum door die hoge kosten. De Vlaamse liefhebbers van oldtimers worden ook getroffen. Gisteren nog werd in het nieuws aangekondigd dat wie naar de spoeddienst of op doktersbezoek moet, of een naaste wil bezoeken in het ziekenhuis UZ Jette, ook een dagpas moet kopen om in die LEZ binnen te kunnen.
Minister, ik werd vorige week ook nog gecontacteerd door een werknemer van een depannagebedrijf dat binnen de LEZ van een Vlaamse stad ligt. Die persoon rijdt dus de stad uit om voertuigen te depanneren, met als gevolg dat de eigenaar van de wagen die wordt getakeld, een LEZ-boete krijgt omdat zijn wagen boven op die vrachtwagen staat. Die boete wordt uitgeschreven op basis van de nummerplaatregistratie. Dat is dus wel heel gek.
Minister Demir heeft het woord.
Er was de vraag over het kunnen vervangen van de boete door een lagere retributie. Daarin voorzien wij dus in het decreet. De gegevens zelf heb ik niet. De stad kan dat dus doen, maar de aantallen of hoe ze dat concreet hebben omgezet, heb ik op dit moment niet bij me.
Voor de duidelijkheid – en ik heb dat vorige keer ook aan uw collega uitgelegd –: voor de LEZ is wel in een uitzondering voorzien. Uw collega zei ook dat er een politieagent was die voor een toelating moest betalen. Ik wil dan wel weten over welke toelating het gaat, want in principe is dat niet zo. Het decreet voorziet echt wel in uitzonderingen, ook voor ambulanciers, of voor mensen met een handicap die een verbouwde auto hebben. Die moeten natuurlijk geen splinternieuwe auto komen. Als er dus zo’n anomalie is, dan ben ik de eerste om te zeggen dat dat niet kan. Wat de auto op die takelwagen betreft: die rijdt niet, dus ik vind het raar dat die dan een boete krijgt. Ik zou dan ook echt wel zeggen dat ze dat moeten melden aan de stad, want dat is niet de bedoeling. Heel belangrijk: er zijn uitzonderingen voorzien voor ambulanciers, politie, heel kwetsbare mensen.
Ten slotte, wat Visit Flanders betreft, zegt men bij ons dat er expliciet wordt verwezen naar de lage-emissiezones. Als er gekke toestanden zijn – dat is natuurlijk niet de bedoeling –, dan moet dat worden doorgegeven, want dat kan niet de bedoeling zijn.
De Vlaamse overheid voorziet in een decreet waar lokale besturen op ingaan en moeten voldoen aan een aantal toelatingsvoorwaarden. Steden doen dat niet voor de pret of om mensen te pesten, het gaat wel degelijk over een goede luchtkwaliteit en dat is ook belangrijk. In onderzoeken die in Antwerpen zijn gebeurd, zien we een verbetering van de luchtkwaliteit op de punten waar er werd gemeten. Er bestaan niet veel alternatieven om de luchtkwaliteit te verbeteren.
Ofwel zeg je dat niemand nog de stad in komt, dat je geen auto's meer wilt. Dat is een optie. Ofwel zeg je: jawel, maar we bekijken welke auto's. Benzinewagens van 25 jaar oud mogen bijvoorbeeld wel de stad binnen. Iemand met een oude, vervuilende auto, kan die bijvoorbeeld wel inruilen voor een oude benzinewagen.
Rotterdam heeft gekozen om dat te wijzigen, maar de LEZ bestaat nog altijd voor de vrachtwagens. Rotterdam heeft ook gekozen voor een autoluw centrum. Als er andere oplossingen zijn voor een betere luchtkwaliteit in bepaalde steden met dat probleem, dan hoor ik dat graag. Niemand hier pleit ervoor om geen auto’s meer toe te laten. Dat zou het probleem wel oplossen, maar dat is niet wenselijk. Dus moeten we natuurlijk wel een keuze maken. Er zijn steden zoals Gent en Antwerpen en ook heel wat Europese steden die daar gebruik van maken. Wij volgen dat verder op, maar de anomalieën moeten eruit.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, misschien hoort u het minder graag, maar zolang het LEZ-spook in het Vlaams Parlement en onze Vlaamse steden rondwaart, zullen we kritische vragen blijven stellen over lage-emissiezones. We zullen ons ook blijven verzetten tegen de maatregel. Dat weet u van onze partij. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Ik wil ook nog iets rechtzetten: onze fractie is wel degelijk bekommerd om de luchtkwaliteit in Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.