Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Wereldwijd is partnergeweld de meest voorkomende vorm van geweld. Het treft dan ook heel wat gezinnen en komt voor in alle lagen van de bevolking. Partnergeweld kan worden gepleegd door mannen op vrouwen en vrouwen op mannen, door mannen op mannen en vrouwen op vrouwen. Het noodnummer van de hulplijn voor alle vormen van geweld is 1712. Ik gebruik het woord ‘noodnummer’, want voor veel mensen is het op dat moment echt een noodnummer. Dat nummer is er voor iedereen: slachtoffers, getuigen en daders. Professionele hulpverleners geven advies, raad en informatie, en verwijzen indien nodig door naar een centrum algemeen welzijnswerk (CAW), en als de persoon aan de telefoon in gevaar is, komen zij in actie. Het gesprek is gratis, discreet, de oproep verschijnt niet op de telefoonrekening en je hoeft niet te zeggen wie je bent.
De hulplijn 1712 is op drie manieren te bereiken: via telefoon, mail of chat. Per mail is dat altijd het geval. Binnen de twee werkdagen krijg je normaal een antwoord. De chat is er enkel op maandag, dinsdag, woensdag of donderdag van 17 tot 19 uur. Telefonisch is dat elke werkdag van maandag tot vrijdag van 9 tot 17 uur. Wat mij hierbij opvalt, is dat slachtoffers op geen enkele manier de hulplijn kunnen bereiken na 19 uur en in het weekend.
Geweld is een groot probleem, dat zich niet alleen tijdens de kantooruren afspeelt. Het is dan ook wenselijk dat er snel werk van wordt gemaakt om deze hulplijn permanent open te stellen.
Minister, waarom is dit noodnummer niet de klok rond en in het weekend bereikbaar? Hoe evalueert u de bereikbaarheid van het noodnummer en de opvolging van de oproepen? Hebt u ter zake al klachten ontvangen? Plant u desgevallend initiatieven om de toegankelijkheid te verbeteren, zodat het noodnummer permanent bereikbaar wordt? Indien niet, wat is daarvan de reden?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, ik wil toch een misvatting rechtzetten. U hebt het over een noodnummer, maar 1712 is geen noodnummer. Het is een informatie- en advieslijn. Onderaan de infopagina op de website staat duidelijk dat er bij acuut gevaar moet worden gebeld met de politie of met een medische spoeddienst. Net omdat het dus niet om een noodnummer gaat, is er niet gekozen voor een permanente bereikbaarheid. Dit permanent van het benodigde personeel voorzien, zou sowieso veel meer kosten, omdat ervoor is gekozen om een provinciale structuur op te zetten. Dat was ook een bewuste keuze. Een provinciale structuur heeft immers het grote voordeel dat de 1712-hulpverlener een professional is uit de socialprofitsector, die met beide voeten in de praktijk staat, met een sterke kennis van de regionale sociale kaart. Die kennis is nodig om mensen naar de juiste hulpverlening te kunnen doorverwijzen.
Bovendien heeft in de periode oktober-december 2018 een proefproject gelopen met een uitbreiding van de openingsuren: één dag per week was dit tussen 17 en 19 uur bijkomend bereikbaar. De aanleiding was de vaststelling, op basis van de oproepenlijst na 17 uur, dat er veel oproepen voor 1712 werden gemist door het ontbreken van een avondpermanentie. Tijdens het proefproject werden toen slechts twaalf terechte oproepen geregistreerd. Andere oproepen waren niet-terechte oproepen. Ter vergelijking werd ook navraag gedaan naar het aantal doorverwijzingen door Tele-Onthaal in diezelfde periode: het zou gaan om negentien oproepen die werden doorverwezen. Er bleek dus een beperkte instroom van terechte oproepen te zijn, waardoor is beslist om de openingsuren van 1712 niet te verruimen.
Er wordt de mogelijkheid gegeven om een nummer op het antwoordapparaat na te laten, zodat iemand van 1712 zo snel mogelijk tijdens de openingsuren naar de oproeper kan bellen. Daarnaast werden wel de permanentie-uren van de chat uitgebreid. Die is bereikbaar op maandag-, dinsdag-, woensdag- en donderdagavond van 17 tot 19 uur.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik weet wel dat 1712 een hulplijn is maar ik haalde daarnet al aan dat het voor sommige mensen die bellen op dat moment toch een noodnummer is. Partnergeweld is een ernstig maatschappelijk probleem en het is essentieel om actie te ondernemen. Om de 3 dagen sterft er in België iemand aan de gevolgen van partnergeweld. Onderzoek toont aan dat de slachtoffers gemiddeld pas na 35 incidenten aangifte doen bij de politie. Dat betekent dat ze vaak 2 jaar in een gewelddadige relatie zitten voor ze hulp zoeken.
Bellen naar deze hulplijn is voor deze mensen een grote stap en op dat moment een noodkreet om hulp. In vier op vijf gevallen worden ook kinderen blootgesteld aan geweld. In drie van de vijf gevallen zijn zij ook zelf slachtoffer of medeslachtoffer. Vandaag stond er nog een groot artikel in de krant waarin stond dat de hulplijn twaalf oproepen per dag krijgt over kindermishandeling. Dat is slechts het topje van de ijsberg volgens de hulplijn.
Minister, ik blijf erbij dat het toch van groot belang is dat dit nummer vooral ook 's avonds en in het weekend, al is het maar voor enkele uren, bereikbaar is.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, een aantal jaren geleden is 1712 opgericht. De doelstelling was om een gemakkelijk meldpunt te hebben voor alle vormen van geweld en mishandeling. Dat heeft zijn resultaat niet gemist, durf ik te zeggen. Als je ziet hoeveel oproepen in al die jaren bij 1712 zijn terechtgekomen, denk ik dat dat absoluut een positieve actie was. Mensen worden er op een professionele manier te woord gestaan en ook doorverwezen. Doorheen die jaren is er een stukje een verschuiving gekomen van meldpunt tot ook wel hulplijn. Dat is nog iets anders dan een noodnummer zoals de collega het stelt. Zoals de minister terecht zegt, mogen we die verwarring niet zaaien, waarbij mensen denken dat ze in een acute situatie 1712 moeten bellen. Dan moeten de echte noodnummers natuurlijk worden gebeld.
De bekendheid en de bereikbaarheid van 1712 zijn al meermaals in het parlement ter sprake gekomen, ook in het kader van resoluties die zijn opgemaakt, onder meer naar aanleiding van de commissie historisch misbruik, en ook vorige legislatuur nog naar aanleiding van de #MeToo-commissie zoals we die commissie toen genoemd hebben. Op een vraag die ik toen gesteld heb aan de minister, heb ik het antwoord gekregen dat in het proefproject einde 2018 gebleken is dat er na 17 uur heel weinig oproepen terechtkomen bij 1712 en dat er dan beslist is om dat stop te zetten. Er is dan wel bijkomend ingezet op de chat, ook tijdens de avonduren. Dat is iets om op te volgen.
Een ander punt dat ik hier wil benadrukken is de vraag naar de kindvriendelijkheid van 1712. Dat is een van de elementen die niet onder ogen zijn genomen toen men de chat heeft mogelijk gemaakt. Daar zijn een aantal inspanningen voor gebeurd. Ik denk dat het nog te vroeg is om dat te evalueren maar ik wil toch vragen, minister, om dat in de toekomst te doen, zodat de drempel voor kinderen zelf zo laag mogelijk gehouden wordt.
Vandaag hoorden we dat er een nieuwe campagne start. Dat is heel goed. Er zijn al heel effectieve campagnes geweest, onder meer op de bussen van De Lijn, om mensen toe te leiden naar dat nummer 1712. Enige tijd geleden heb ik hierover een actuele vraag gesteld aan minister Dalle in het kader van de weigering van Facebook om in dat kader advertenties toe te laten. Ik heb vernomen dat daar intussen een oplossing aan geboden is. Ik hoop dat de volgende dagen ook van die verschillende kanalen, die zeker ook belangrijk zijn om jongeren te kunnen bereiken, gebruik kan worden gemaakt.
De heer Parys heeft het woord.
Minister, ik had nog een aantal aanvullende vragen. Het is inderdaad zo dat internationaal onderzoek laat zien dat 3 procent van de minderjarigen te maken krijgt met ernstige kindermishandeling. Dat zou eigenlijk betekenen dat er in Vlaanderen 38.300 minderjarigen met kindermishandeling te maken krijgen. Als we dan gaan kijken naar de meldingen, dan zien we dat dat er maar 4400 zijn. Daar zit dus een heel groot verschil tussen. Er wordt gezegd dat dat met de handelingsverlegenheid van de Vlamingen of van de burgers te maken heeft, want als ze iets zien en zich ergens zorgen over maken, zeggen ze dat ze zich niet willen bemoeien met die situatie en dat ze het zo willen laten.
Wat wilt u ten eerste doen, minister, om ervoor te zorgen dat wij als burgers, als samenleving die handelingsverlegenheid achter ons laten? Het gaat hier wel over kinderen die vaak gruwelijke feiten meemaken.
Ten tweede wil ik iets over de chat vragen. Iets ruimere openingsuren zouden misschien verstandig zijn. Ik heb uw antwoord uiteraard beluisterd. Misschien is het al een oplossing om een chatbot te installeren, om op bepaalde vragen ook buiten de openingsuren een antwoord te geven. Zo kan artificiële intelligentie ons hier al een beetje vooruithelpen. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als een mens die antwoorden geeft, maar het is al beter dan niets. Chatbots zouden dus een tussenoplossing kunnen zijn. Daarnaast was in 2018 96 procent van alle interacties via de chat met volwassenen. Dat vond ik wel opmerkelijk. In december 2019 zei u dat ondertussen al een vierde van de chatters minderjarig was. Ik weet niet of u intussen zicht hebt op cijfers voor heel 2019 en of daar een groot verschil is met 2018.
Ten derde wil ik u iets vragen over het regeerakkoord. Daarin staat dat er één digitaal kader komt waaronder alle hulplijnen en chatboxen met betrekking tot de hulpverlening aan elkaar gekoppeld worden zodat we voor een maximale doorverwijzing kunnen zorgen. Wat is de stand van zaken van dat project? Wanneer kunnen we ervan uitgaan dat die continue bereikbaarheid van en die doorverwijzing door deze diensten maximaal geregeld zullen zijn?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Er is al heel wat gezegd. Ik begrijp natuurlijk de vraag naar een permanentie. Ik denk dat we dat allemaal wel zouden willen, maar we moeten ons afvragen of dit op verschillende vlakken haalbaar is: op het vlak van budgetten, op het vlak van mensen. Maar het zou eventueel wel een oplossing kunnen zijn, moesten we ervoor kunnen zorgen dat men via de chat toch te allen tijde bereikbaarheid heeft. We moeten natuurlijk wel opletten dat de kwaliteit gegarandeerd is. Het is inderdaad ook zo dat men in geval van nood de politie verwittigt en die zijn natuurlijk wel 24 uur op 24 beschikbaar.
Minister Beke heeft het woord.
1712 wordt bemand door hulpverleners die in staat zijn om professioneel door te verwijzen. Dat is de grote toegevoegde waarde van die hulplijn: helpen en doorverwijzen wanneer dat nodig is. We zijn aan het kijken hoe we de campagne rond 1712 in de toekomst verder kunnen organiseren en dit in de verschillende sectoren. Ik denk aan grensoverschrijdend gedrag in de culturele sector en in de sportsector, met een driedubbele focus. Het gaat niet alleen over de slachtoffers, maar ook over de daders en de omstaanders, die vaak ook met vragen zitten. Hoe moet men daarmee omgaan? Wat als iets gesignaleerd wordt? Wat is de juiste weg daarnaartoe? Dat is iets wat we op een geïntegreerde manier willen aanpakken.
Mijnheer Parys, we hebben binnenkort overleg over de onlinehulp. We willen bekijken hoe we daar een volledig zicht op kunnen krijgen en op welke manier we daarin de volgende stappen kunnen zetten.
De chat heeft een veel groter bereik bij jongeren dan bij volwassenen, voor zover ik weet. En er zijn nu al verruimde openingsuren. Uw suggestie om daar eventueel ook met artificiële intelligentie op te werken, zal ik meenemen in de bespreking die we daarover zullen voeren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.