Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Op de ministerraad van 24 januari heeft de Vlaamse Regering de nieuwe tarieven bij De Lijn vastgelegd. Deze tarieven zijn sinds 1 februari van toepassing. Opvallend daarbij is de prijsstijging van sms-tickets en biljetten en het grote verschil tussen sms-tickets en m-tickets. In het nieuwe systeem kost een sms-ticket 2,65 euro, of 2,50 euro plus 0,15 euro operatorkost, terwijl een m-ticket 1,80 euro kost. Dat is een verschil van 0,85 euro.
Uit een antwoord op mijn recente schriftelijke vraag blijkt dat er toch veel meer mensen een sms-ticket kopen dan een m-ticket. In de eerste tien maanden van vorig jaar zijn er 9,1 miljoen sms-tickets verkocht, naast 1,2 miljoen m-tickets en 2,5 miljoen m-cards. Er zijn dus beduidend meer mensen die een sms-ticket kopen. Dat betekent dat die nieuwe tarieven bij De Lijn voor al die mensen toch een serieuze tariefverhoging met zich meebrengen. Bovendien raakte eerder al bekend dat men binnenkort niet meer cash een ticket op de bus zal kunnen kopen.
Waarom worden sms-tickets zoveel duurder? Hoe gaat u ervoor zorgen dat die tariefverhoging, samen met het verdwijnen van de mogelijkheid om cash te betalen op de bus, geen platte prijsverhoging veroorzaakt voor mensen die nog geen smartphone hebben, of nog niet op de digitale trein zitten?
Minister Peeters heeft het woord.
Zoals u weet, worden de tarieven sinds 1 februari 2010 elk jaar geïndexeerd, dit onder meer om de verhoging van de kosten te compenseren, maar ook om te zorgen dat onze kostendekkingsgraad kan stijgen. Ik verwijs daarvoor naar de resolutie van 2016.
U vraagt specifiek naar de stijging van de sms-tickets. Dat was doorgevoerd op voorstel van de raad van bestuur van De Lijn. Zij wilden een aantal vervoersbewijzen aligneren. Het gaat dan specifiek om de tickets in voorverkoop, het sms-ticket en het tarief voor contactloos betalen.
U weet dat de tickets in voorverkoop vroeger 3 euro kostten; de prijs zakt nu naar 2,5 euro. De sms-tickets kostten vroeger 2,1 euro, waarvan ook nog een percentage moet worden afgedragen aan de operator. Die stijgen van 2,1 naar 2,5 euro. De tickets voor het contactloos betalen zitten op hetzelfde tarief. De m-tickets, of tickets via de app, kosten 1,8 euro. Die zijn later doorgevoerd. Alleszins heeft men die drie op één lijn willen brengen om daar meer duidelijkheid in te brengen. De prijzen in vergelijking met Nederland of andere landen zijn nog altijd zeer concurrentieel.
We gaan zoveel mogelijk over naar het cashless systeem; dat is ook een beveiliging voor onze buschauffeurs. Het zorgt ook voor een versnelling: als men cashless op de bus kan stappen, gaat dat veel vlotter dan wanneer er nog met geld moet worden betaald.
Het verdwijnen van cash op het voertuig gaat gepaard met een alternatief aan een lager tarief. De reiziger betaalt opnieuw 2,5 euro in plaats van 3 euro. Reizigers die nog niet cashless kunnen betalen, kunnen in voorverkoop nog altijd een ticket kopen. In dat geval is het aangewezen om die mensen aan te moedigen om een Lijnkaart te kopen omdat een rit met een Lijnkaart nog altijd goedkoper is dan een ticket in voorverkoop. Zeker wanneer het gaat over mensen die het financieel moeilijk hebben, is het aangewezen om hen er via alle kanalen op te wijzen dat ze beter een Lijnkaart kunnen kopen. Dat kost in aankoop iets meer maar de prijzen per rit liggen wel een stuk lager.
Volgens de digimeter heeft ongeveer 81 procent van de Vlamingen een smartphone waardoor zij digitaal kunnen betalen. Acht op de tien van de 55- tot 64-jarigen hebben een smartphone en voor het eerst heeft ruim de helft van de 65-plussers ook een smartphone. We denken dan ook dat de groep die niet cashless kan betalen, almaar kleiner zal worden.
De armoedetoets is ook uitgevoerd. Men heeft specifiek gevraagd om een lager tarief te overwegen voor een individueel ticket. De prijs dan ook verlaagd van 3 naar 2,5 euro. Om ervoor te zorgen dat zo veel mogelijk mensen mee zijn, is geopteerd voor een langere overgangsperiode voor het invoeren van cashless betalen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik blijf het wel opvallend vinden dat het ticket dat het meest wordt gebruikt, 9 miljoen ten opzichte van 1 miljoen via de app, een aanzienlijke prijsstijging kent. Uiteraard is het positief dat steeds meer mensen op die digitale trein springen en een smartphone hebben maar er zullen altijd mensen zijn die daar geen gebruik van maken en die moeten toch ook op een vlotte, toegankelijke en betaalbare manier gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.
U hebt gezegd dat dit is gebeurd op voorstel van de raad van bestuur en vooral te maken heeft met de kostendekking.
Is ook becijferd hoeveel de tariefverhoging voor De Lijn zal opbrengen inzake ontvangsten?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, er zijn heel goede redenen om het cashless betalen in te voeren vanaf 1 juli, u hebt die hier zonet nog weergegeven. Ik vrees echter dat dit bij de mensen die de bus nemen, zeker bij de sporadische gebruikers, nog onvoldoende gekend is. Los van de tarieven, is mijn vraag of De Lijn al bezig is met een communicatietraject om aan de Vlaming kenbaar te maken dat men vanaf juli cashless op de bus zal moeten stappen.
In welke mate is die communicatie al op gang gekomen? Ik heb niet de indruk dat veel Vlamingen dat al weten, zeker niet de mensen die maar sporadisch de bus gebruiken. Hoe zal De Lijn dat aanpakken?
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, ik denk dat het zaak is dat we de reizigers naar de goedkopere varianten leiden. Het m-ticket of de tienrittenkaarten zijn nog altijd de zeer goedkope varianten. Het andere wat nu geïndexeerd is, kostte ook al tien jaar hetzelfde. Intussen is alles toch merkelijk duurder geworden.
Ik denk dat het goed is als we via promotie en allerhande kanalen mensen naar die goedkopere varianten leiden en duidelijk maken hoe ze die kunnen verwerven. Hiervoor is voor de communicatieverantwoordelijke van De Lijn een belangrijke opdracht weggelegd.
Bedankt voor uw bijkomende vragen.
Mevrouw Robeyns, ik moet zeggen dat ik eind oktober van de Lijn een tarievennota heb gekregen. Daarin is een raming opgenomen van de meerinkomsten. Naar aanleiding van deze inflatieaanpassing gaat het bij de abonnementen over een meerinkomst van 839.000 euro en voor de biljetten, de kaarten en de dagpassen over een bedrag van 734.000 euro. Dat is om en bij de 1,5 miljoen euro aan meerinkomsten. U weet natuurlijk ook dat alle andere kosten waar De Lijn mee te maken krijgt ook aan inflatie onderhevig zijn. In die zin zijn er meer inkomsten, maar de prijzen van heel wat andere zaken die De Lijn moet bekostigen, zijn ook gestegen.
De communicatie is uiteraard heel belangrijk. De Lijn heeft aangegeven dat men daar begeleidende maatregelen zal voor nemen. Het cashlessverhaal gaat in vanaf 1 juli 2020. Men zal op dit ogenblik wel volop bezig zijn met de ‘uitrol van de’ communicatie, maar ik heb daar vandaag nog niet te veel details over.
De vraag om uitleg is afgehandeld.