Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de stand van zaken in het dossier van de Spartacuslijn 1
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Mijn vraag gaat over de stand van zaken rond de Spartacuslijn 1. Ik heb daar de voorbije jaren al een aantal vragen over gesteld. Mijn collega’s hebben dat ook al meermaals gedaan. Het is een dossier dat telkens een nieuwe wending kent en ik wil graag een aantal vragen stellen naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen tijdens de laatste maanden.
Op 13 januari 2020 was er een ontmoeting tussen vertegenwoordigers van de nieuwe Vlaamse Regering en de Nederlanders. Deze ontmoeting verliep niet in een gemoedelijke sfeer, want er werd over nieuwe ontwikkelingen in het dossier gesproken, ontwikkelingen die vooral vanuit Vlaamse zijde werden aangebracht. De oorzaak hiervoor ligt in het politieke akkoord dat de Vlaamse regeringspartijen, in de marge van het Vlaamse regeerakkoord, hebben gesloten over het tramtracé dat de Spartacuslijn zou volgen in Hasselt. Dit akkoord houdt in dat het sneltramtraject niet door de Heilig-Hartwijk zal gaan, maar dat er een traject rond de Kleine Ring wordt gevolgd. Ook de eindhalte van de tram werd hierbij gewijzigd: de eindhalte wordt voorzien aan de Bampslaan en niet langer aan het station van Hasselt.
Volgens Het Belang van Limburg en Radio 2 vrezen de Nederlandse partners, de stad Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg, dat dit nieuwe traject tot verdere vertragingen in het dossier zal leiden en zij vragen dan ook de garantie dat de deadline in 2024 wordt gehaald. Dat is, zoals ik heb begrepen, de harde eis vanuit Nederland. Een deel van hun financiering hangt immers vast aan de redelijke termijn van uitvoering en die vervalt in 2024.
Naar aanleiding van de interviews die u en de minister-president hierover hebben gegeven, heb ik in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare werken van 7 november 2019 u al bevraagd over de stand van zaken in dit dossier. U was toen erg vaag, allicht omdat u niet concreter wilde of kon zijn. U zei toen dat u weinig inhoudelijk kon zeggen over de plannen en dat u in eerste instantie met alle betrokken partners een gesprek wilde aangaan, en ik citeer: “Over het exacte tracé in en rond de hoofdstad van de provincie Limburg wil ik met alle betrokken partners aan tafel gaan zitten. Ik wil met het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV), het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, met De Lijn, het stadsbestuur van Hasselt en de wethouder van Maastricht aan tafel gaan zitten.” Ondanks de toen geuite intentie, heeft dat gesprek pas op 13 januari 2020 plaatsgevonden.
Minister, waarom heeft het zo lang geduurd vooraleer u de tijd hebt genomen of gevonden om de Nederlandse partners voor het eerst te informeren?
Bevestigt u het bericht dat de partners in Nederland not amused zijn en vrezen voor nieuwe vertragingen die de financiering aan hun kant op de helling zetten?
Volgens u houdt het politiek akkoord van september 2019 over de tram, die in Hasselt over de kleine stadsring zou rijden, geen scopewijziging in. De nieuwe eindhalte in Hasselt blijft ongeveer 300 meter van het station verwijderd. Waarop baseert u zich voor deze bewering?
Hebben de raad van bestuur en de operationele leiding van De Lijn het politiek akkoord van september 2019 ondertussen officieel goedgekeurd en aanvaard? Zo ja, kunt u dat staven met verslaggeving die u ons kunt bezorgen?
In september 2019 zou de raad van bestuur van De Lijn de leidraden voor de aanbestedingsdossiers voor de infrastructuur en het rollend materiaal voor de tramverbinding naar Maastricht hebben goedgekeurd. Wat houdt deze beslissing concreet in voor de voortgang van het dossier? Heeft het akkoord van 25 september 2019 dan geen impact op dit aanbestedingsdossier? Zou het tracé langs de kleine ring in Hasselt dan het voorwerp van een aparte aanbesteding vormen? Is het, ook ten aanzien van de geselecteerde consortia en ondernemingen, niet aangewezen om met betrekking tot de huidige aanbestedingsdossiers op zijn minst een time-out in te lassen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, ik heb een soortgelijke vraag om uitleg. We hebben in september 2019 vernomen dat de partijen in de Vlaamse Regering een politiek akkoord hebben om het tracé van Spartacuslijn 1 in de Hasseltse binnenstad aan te passen. In een antwoord op een vraag om uitleg in deze commissie hebt u verklaard dat u eerst een gesprek met alle betrokken actoren wilde voeren alvorens concrete uitspraken te doen. U hebt toen ook benadrukt dat het alleszins de bedoeling was om eindelijk met dit dossier te landen.
Ondertussen hebben we vernomen dat dit gesprek op 13 januari 2020 heeft plaatsgevonden. Er zou een eerste samenkomst zijn geweest en vooral de Nederlandse partners zouden redelijk ongerust zijn om het gewijzigde tracé van de tram in Hasselt. We weten dat het tracé in Nederland destijds is ingekort. Dat heeft tot een scopewijziging geleid, waardoor Nederland Vlaanderen een schadevergoeding van 6 miljoen euro moest betalen. Een van de vragen die ik nu heb, is of die wijziging in Hasselt eveneens een scopewijziging inhoudt en dat het contract bijgevolg moet worden herzien. Daarnaast zou er veel ongerustheid zijn over het halen van de deadline in 2024.
Minister, wat is de stand van zaken in het dossier van Spartacuslijn 1? Heeft dat overleg ondertussen plaatsgevonden? Wat heeft dat gesprek opgeleverd? Welke concrete afspraken zijn gemaakt?
Is er meer duidelijkheid over de wijziging van het tracé in de Hasseltse binnenstad? Is daar effectief sprake van een scopewijziging, met eventueel, indien nodig, een aanpassing van de te volgen procedure? Blijft het principe van het knooppuntensysteem overeind? Is er al meer duidelijkheid over de impact van de kosten van die wijziging?
Welke timing kunt u, tot slot, vooropstellen? Kunt u verzekeren dat de deadline in 2024 zal worden gehaald?
Minister Peeters heeft het woord.
Voorzitter, het is uiteraard goed dit voor Limburg zeer belangrijk dossier warm te houden. Ik dank de vraagstellers dan ook voor hun vragen.
Mijnheer Danen, u hebt me eerst gevraagd waarom het meer dan drie maanden heeft geduurd vooraleer we met de Nederlandse partners aan tafel zijn gaan zitten. Ik heb in november 2019 verklaard dat ik met alle mogelijke partners wilde spreken. Ik heb met heel wat partners gesproken. Ik ben on speaking terms met heel wat partners. Ik wil heel duidelijk schetsen dat de vergadering op 13 januari 2020 past in een vast vergaderstramien dat met de Nederlandse partners is afgesproken.
Eigenlijk gaat het om de bestuurlijke werkgroep voor de tramverbinding Maastricht-Hasselt. Die werkgroep had op 4 februari 2019 voor het laatst vergaderd. De voorzitter van de werkgroep is de wethouder van Maastricht, de heer Krabbendam. In de loop van december 2019 heeft hij ons een uitnodiging gestuurd met de vraag om de bestuurlijke werkgroep op 13 januari 2020 opnieuw te laten vergaderen.
We hebben die vergadering gehad. En in tegenstelling tot wat we her en der moesten lezen, namelijk dat Nederland not amused zou zijn, of dat er heel wat onrust zou zijn, hebben we daar in de eerste plaats gewoon kennis gemaakt met elkaar. We hadden elkaar immers nog niet ontmoet in die constellatie, in die vorm van bestuurlijke werkgroep voor de tram Maastricht-Hasselt. Het was dus vooreerst een kennismaking. Voor alle duidelijkheid: er was geen pers aanwezig op die vergadering.
Nadien heeft men van Nederlandse zijde wel gezegd dat zij zich wat ongerust maken, want ze hadden in de loop van de maand oktober en november in een aantal persberichten gehoord dat er een wijziging zou komen in het tracé. Wel, wat die wijzing betreft: het blijft nog altijd een tramtracé, een tracé voor Spartacuslijn 1, die gaat van het station van Hasselt naar Mosae Forum in Maastricht. Dat heb ik ook op die vergadering gezegd.
Dan ga ik naar het verhaal van de wijziging van de scope. U kent die historiek van het dossier al. In 2014 heeft men vanuit Nederlandse zijde het hele dossier on hold gezet, en heeft men ook de omgevingsvergunning en de onteigeningsprocedures van dat alles on hold moeten zetten, omdat er toen effectief een scopewijzing op tafel lag. Men wilde niet meer naar het station van Maastricht, dus aan de andere kant van de Maas; men wilde naar Mosae Forum. Dat is toch een afstand van 1,3 kilometer, of 15 minuten stappen. Dat is ook een hele andere setting: toekomen in een station, of toekomen in een winkelcentrum. Ik ga niet de hele geschiedenis herhalen, want die kent u. Maar er is toen beslist om de scope te wijzigen, en men heeft daar een regeling rond getroffen. Het is wat het is.
Ik wil ten volle benadrukken dat er in het regeerakkoord dat in oktober werd goedgekeurd, wel degelijk staat dat Spartacus 1 en 2 zullen moeten worden uitgevoerd. Er is bij de onderhandelingen inderdaad ook een consensus gevonden over hoe het tracé het best in Hasselt loopt. Maar het gaat opnieuw over het verbinden van het station in Hasselt met Mosae Forum. In die zin is er dus sprake van een scopewijziging. Ik ga daar vandaag geen politieke uitspraken over doen; het is eerder aan juridische diensten om te kijken of er een mogelijke scopewijziging is. Maar voor mij blijft het alleszins een verbinding tussen Hasselt en Maastricht, zonder een dergelijke drastische wijziging zoals in 2014.
Collega Danen, u vraagt ook of het politieke akkoord van 25 september formeel ter goedkeuring werd voorgelegd aan De Lijn, en of u daaromtrent specifieke stukken of verslaggeving kunt krijgen. Ik moet wat dat betreft opnieuw verwijzen naar het regeerakkoord. Daarin staat dat Spartacuslijnen 1, 2 en 3 moeten worden uitgevoerd en gerealiseerd. Daar houden we ten volle aan vast. Het is De Lijn die wat dat betreft de opdracht krijgt rond deze dossiers.
We hebben met De Lijn meerdere vergaderingen gehad, en er zullen er nog heel wat volgen. Maar kan ik u specifiek zeggen dat er een politiek akkoord, een verslaggeving of een goedkeuring daaromtrent is op de raad van bestuur? Het is de raad van bestuur van De Lijn die dat hele dossier uiteraard nauwgezet mee opvolgt, en die onlangs de aanbestedingsdossiers rond infrastructuur en rollend materieel ten laste heeft genomen. Het is dus lopende, en ik denk dat het zaak is om zo snel mogelijk een en ander volledig uit te klaren. Daar zijn we op dit ogenblik ook volop mee bezig.
Dus opnieuw: ik denk niet dat een wijziging van scope of tracé aan de orde is. En ik denk dat het niet meer dan logisch is dat men rond de ring van Hasselt ook een optimalisatie wil inzake openbaar vervoer. Wat dat betreft, moet men zich niet meer zorgen maken dan wat sommigen in persberichten willen suggereren.
U vraagt ook om een time-out in te lassen. Wij zijn daar geen vragende partij voor. U bent van Bilzen, mijnheer Danen, en u was gisteren wellicht op de infomarkt in Diepenbeek over het afsluiten van de overwegen. Bij vijf van de zeven overwegen in Diepenbeek gaat het specifiek over overwegen die ook worden beveiligd, niet alleen voor het treintracé maar ook voor het tramtracé.
Er zijn ook volop werken aan de gang in Hasselt waarbij de Spartacuslijn een ondergrondse kruising krijgt. Dat zijn allemaal signalen dat wij proberen zo veel mogelijk de timing te respecteren.
Mevrouw Robeyns, u vraagt of de deadline van 2024 kan worden gehaald. U weet dat het altijd gevaarlijk is om uitspraken te doen over de timing in grote infrastructuurwerken. U hebt waarschijnlijk ook de actualisatienota’s gezien die ter goedkeuring zijn voorgelegd aan de raad van bestuur van De Lijn. De bedoeling is dat tegen 2024 de testfases kunnen ingaan op het tracé van Spartacus 1 en dat tegen 2025 de exploitatie kan beginnen. U weet echter ook dat er eerst nog een omgevingsvergunning moeten worden doorlopen en dat het project-MER uit 2008 nog moet worden geactualiseerd. Daarnaast moeten ook nog 250 onteigeningen worden goedgekeurd.
Ik wil niet aan doemdenken doen maar er moet toch nog wel heel wat gebeuren. Ik hoop dat we de deadline van 2024 halen maar grote infrastructuurwerken lopen wel vaker vertraging op wanneer bijvoorbeeld iemand een beroep aantekent tegen de aflevering van een omgevingsvergunning. Ik hoop dat we dat allemaal niet zullen meemaken maar dat we zo snel mogelijk de definitieve deadline kennen. Ik hoop dat we zo snel mogelijk een doorbraak kunnen realiseren in de dossiers van Spartacus 1 en 2 die nu toch al zeer lang lopen.
In Bilzen is het verhaal van de overwegen nog niet volledig rond maar ook daar zitten we met de partners aan tafel om snel tot een doorbraak te komen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik vind dit een vreemde gang van zaken. In september was er een akkoord om het tracé te wijzigen maar u hebt de partners pas in januari ingelicht, zij hebben dat in de krant moeten lezen.
U zegt ook dat u on speaking terms bent. Ik heb een radio-interview gehoord en de nieuwbrief gelezen van de wethouder daarover en die stemmen me niet echt gunstig. Hij zegt formeel dat hij wel spreekt van een scopewijziging. Wat hem betreft, valt er met hem te praten als dit niet voor vertraging zorgt, niet tot meerkosten leidt en als de vervoerswaarde intact blijft. Dat zijn – zo heb ik het toch begrepen uit het interview – allemaal zaken waarvan hij helemaal niet overtuigd was, dus ik zou het jammer vinden, moest u er nog maanden overheen laten gaan om over dit soort zaken tot een akkoord te komen. Meer nog: in een soort beleidsbrief van de stad Maastricht staat duidelijk dat de gunningsfase wordt opgestart na goedkeuring van de biedingsleidraad door de partners. Aan Nederlandse zijde is dat volgens de wethouder gebeurd. Maar door de gesprekken die in Vlaanderen nog plaatsvinden over het tracé in Hasselt is de behandeling van de biedingsleidraad on hold gezet.
Ik heb twee bijkomende vragen.Is het niet goed om een time-out in te lassen omdat er een aantal dingen on hold zijn gezet? Wat is er concreet gebeurd met het nieuwe tracé tussen september en nu om te kijken of dat tracé per definitie wel mogelijk is? Daaraan twijfelen ook heel wat deskundigen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. U zegt dat het een kennismakingsgesprek was en dat er aan Nederlandse zijde inderdaad wel een beetje ongerustheid was door de berichtgeving in de media. Ik wil mijn eerste vraag toch nog eens stellen. Wat heeft dat gesprek opgeleverd en welke concrete afspraken zijn er gemaakt? Ik wil die vraag nog eens herhalen. Wat is er tijdens dat eerste concrete kennismakingsgesprek afgesproken?
Als het klopt dat een deel van die Nederlandse cofinanciering afhangt van een redelijke termijn van uitvoering stel ik me daar toch wel vragen bij. Vooral omdat u zegt dat de timing van grote infrastructuurprojecten altijd onzeker is. Dat weten we uiteraard allemaal. We hebben allemaal in onze gemeenten grote infrastructuurprojecten lopen die we sneller zouden willen zien vooruitgaan dan ze in werkelijkheid vooruitgaan. Maar als je voortdurend zelf van tracé verandert, dan gaan we heel zeker de zaken niet vooruit laten gaan.
Ik hoor u zeggen dat we zo snel mogelijk het een en ander moeten uitklaren, maar wat is zo snel mogelijk. U antwoordde in november dat u geen uitspraken kon doen en eerst een gesprek wilde aangaan met alle partners. Het is nu februari. Zolang het tracé niet is uitgeklaard, kunnen al de rest en de procedures zeker niet starten.
Ik wil nog eens benadrukken dat de mobiliteitsuitdagingen in Limburg te groot zijn. Dat weten we allemaal. We moeten hier echt stappen vooruitzetten.
Daarnaast moeten we ook het knooppuntensyteem bewaken, want dat is uiteindelijk de essentie van heel dat Spartacuslijnverhaal. We willen dat mensen snel en efficiënt op andere vervoersmodi kunnen overstappen. Daarover moeten we nog altijd waken.
Welke concrete afspraken zijn er nu op dat overleg gemaakt en hoe snel zal er duidelijkheid zijn over die tracé-aanpassing?
De heer Keulen heeft het woord.
Spartacus is dood. Spartacus heeft de geest gegeven, want diegenen die de actualiteit volgen, weten dat gisteren Kirk Douglas is gestorven. Hij is 103 jaar oud geworden en is onmetelijk beroemd geworden dankzij het vertolken van de rol van Spartacus, de leider van de slaven die het tegen de Romeinen in het jaar 70 voor Christus opnamen. Die geschiedenis leeft dankzij zijn rol tot in de eeuwigheid verder in de hoofden van de volgende generaties. Laat dat misschien ook een aanknopingspunt zijn geweest om de naam Spartacus voor dit sneltramdossier te gebruiken.
Minister, u was daarin helder en duidelijk. Voor Open Vld is en blijft het regeerakkoord uiteraard onze bijbel, onze leidraad. We hebben daarin duidelijk afgesproken dat we voor de realisatie van die twee sneltramlijnen gaan en daar zetten we volop op in. De Lijn moet daarbij rekening houden met de lokale gevoeligheden. Ik kijk naar mijn collega Steven Vandeput in Hasselt. Die boodschap is ondertussen aangekomen. Men moet voor een lokaal draagvlak zorgen.
De scopewijziging in Nederland is er eentje die kan tellen. Daar spreken we over het opschuiven van het kopstation aan de Nederlandse kant met 1 kilometer. Dat wordt dus niet het treinstation van Maastricht, maar het Mosae Forum. Ondertussen kent iedereen dat, maar eigenlijk ging het om een administratief kwartier van de gemeente Maastricht. Dat ligt net voor de Wilhelminabrug, die niet stabiel bleek te zijn. Dat valt op geen enkele manier te vergelijken met de situatie in Hasselt en dat kan zelfs wiskundig worden bewezen.
Minister, de Nederlanders zijn uiteraard allemaal mercantiel. De wethouder, de heer Krabbendam, verwijst tijdens elke ontmoeting trouwens naar het feit dat hij met een Belgische vrouw uit de gemeente Riemst is getrouwd. U kunt dat misschien ook als een aanknopingspunt hanteren.
De Nederlanders hebben ondertussen 3 miljoen euro gestort. Met de overige 3 miljoen euro komen ze over de brug, wat altijd heel gevaarlijk is, want die bruggen blijken achteraf niet heel stabiel, op het ogenblik dat de sneltram rijdt.
Het moet duidelijk zijn dat het Vlaams regeerakkoord het Vlaams regeerakkoord is. We moeten rekening houden met een aantal gevoeligheden in Hasselt. Dat kan de vergunningsprocedure achteraf alleen maar versnellen. Een overweging is dat het publiek al die berichtgeving ondertussen als walkietalkieberichten tussen overheden en politieke verantwoordelijken beschouwt. Het geloof van het publiek zal pas opnieuw worden hersteld op het ogenblik dat de sneltram rijdt.
We moeten ervoor zorgen dat we het publiek een signaal geven met betrekking tot een dossier dat in 2004 is gestart. Toen was mevrouw Van Brempt nog minister van Mobiliteit. Dat stond toen in het Vlaams regeerakkoord en zij heeft me toen gevraagd wat Spartacus was. Wie dacht toen dat dit dossier zo veel politieke generaties zou overleven? We hebben ten aanzien van onze geloofwaardigheid en zeker ten aanzien van het Limburgs publiek de morele plicht de daad bij het woord te voegen in verband met iets waarover we al meer dan vijftien jaar spreken. We moeten zo tonen dat we ook zware mobiliteitsdossiers, zoals de noord-zuidverbinding en de Spartacuslijn, in de praktijk kunnen laten rijden. Dat is deze legislatuur voor ons allemaal de uitdaging.
De heer Vandeput heeft het woord.
Voorzitter, ik heb goed geluisterd en ik ben tevreden met uw antwoord. U was waarschijnlijk op een bepaald ogenblik samen met mij verbaasd om de houding van Groen en sp.a. Ik stel me soms de vraag of die partijen hier de belangen van Maastricht, waar met betrekking tot dit dossier eigenlijk vals is gespeeld, of de belangen van de Limburgers, die voor hen hebben gekozen en hen hier hebben geplaatst, verdedigen. De Limburgers hebben recht op een ontsluiting met het openbaar vervoer die naam waardig.
Ik wil heel duidelijk zijn. Voor ons is het absoluut noodzakelijk dat Spartacus als duurzaam ontsluitingsplan voor Limburg in zijn geheel wordt uitgevoerd. Ik denk dat het Vlaams regeerakkoord daar ook heel duidelijk over is. We gaan voor de eerste lijn en de tweede lijn. We moeten nu bekijken hoe we dat snel kunnen laten vooruitgaan.
Ik heb ook geluisterd toen u sprak over de werken die nu al vooruitgaan. Ik zie dat in mijn eigen stad voor meer dan 20 miljoen euro in de onderdoorgang onder de Grote Ring wordt geïnvesteerd. Er is een krant die soms andere zaken naar voren brengt, zoals artikelen over ontmoetingen in Maastricht die niet helemaal juist zijn of over de opvolging van een gouverneur die totaal uit de lucht zijn gegrepen, maar vandaag hebben ze een correct stuk geschreven over de overwegen in Diepenbeek. Die overwegen worden aangepakt en binnen twee jaar zal de gemeente een volledig ander uitzicht hebben. Ook dat gebeurt in voorbereiding van wat ooit een duurzaam openbaar transport moet worden.
Als het over de scopewijziging in Nederland gaat, wil ik iedereen met een aantal cijfers het een en het ander duidelijk maken. Wat ons betreft, is de voorgestelde halte een halte aan het station van Hasselt. De plaats waarop De Lijn nu een tramhalte zou plaatsen, ligt op welgeteld 137 meter van de ingang van het station. Dat is positief gemeten, voor iemand die in het eerste stel zit. Wie in het laatste stel zit, zit een stuk verder.
Wat wij voorstellen, ligt 368,5 meter van datzelfde punt. En dan nemen wij de slechte meting, waarbij je helemaal achteraan zou zitten in welk vervoersmiddel er op dat moment ook zou staan. Dat is een verschil van 230 meter. 230 meter, dat wil voor de geoefende wandelaar die 5 kilometer per uur stapt 2,4 minuten. En dan moet je nog niet heel erg geoefend zijn. Dat is de scopewijziging, mevrouw Robeyns: 2 minuten en 20 seconden.
Laat mij duidelijk zijn: voor ons moet dat geheel beantwoorden aan een aantal voorwaarden, en een daarvan is duurzaamheid. Duurzaam betekent ook: betaalbaar op lange termijn, en aangepast aan de noden van vandaag en de toekomst. Als u zelf zou kijken naar een mobiele telefoon of pc van het jaar 2004, dan zou je vandaag zeggen: hoe hebben we daar ooit mee vooruit gekund? Wel, het concept waar we vandaag over spreken moeten we ook kritisch tegen het licht durven te houden.
Daarom is onze houding in Hasselt altijd duidelijk geweest: als we gaan voor een ontsluiting van Limburg met het openbaar vervoer, laat ons dat dan doen op een manier die goed is voor heel Limburg, dus ook voor de hoofdstad. En laat het duidelijk zijn: die hoofdstad is duidelijk bereid om haar rol als belangrijk knooppunt voor Limburg op te nemen.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. Ik heb eigenlijk geen bijkomende vragen meer, behalve de vraag dat men bij De Lijn blijft kijken naar oplossingen voor de toekomst, en dat men daar effectief aan doorwerkt. De werken die vandaag bezig zijn tonen aan dat het ons menens is met de Vlaamse Regering. We moeten daar ook allemaal achter staan, om het vooruit te laten gaan.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Gelet op het feit dat mijn parate kennis over de filmgeschiedenis zeer beperkt is, in tegenstelling tot die van collega Keulen, ga ik het wat korter houden. Dit dossier is voor alle Limburgers heel belangrijk. Maar ik zou toch even willen zeggen dat voor mijn fractie Spartacus nog altijd het einddoel is. En dan gaat het over drie lijnen die zorgen voor een knooppuntennetwerk in heel Limburg. Het moet een ruggengraat van openbaar vervoer vormen dat vandaag nog ontbreekt. Voor onze fractie is dit regeerakkoord dan ook heel erg belangrijk. Daarin zeggen we ook heel duidelijk dat we die lijnen 1 en 2 al willen realiseren en aanvatten.
Er zijn natuurlijk een aantal manieren om tot dat resultaat te komen. Maar we mogen dat niet doen door spijkers op laag water te zoeken. En ik begin zo een beetje het gevoel te krijgen dat we daarmee bezig zijn. We zijn hier bezig over hoe de gemoedstoestand in de vergadering in Nederland was. Eerlijk gezegd zal het mij worst wezen hoe de gemoedstoestand daar was. Het is leuk dat het een gezellige vergadering is geweest, maar de resultaten zijn het voornaamst.
Wat de scopewijziging van het station betreft: ik heb de burgemeester van Hasselt de afstand horen voorlezen. Als we vandaag op Google Maps kijken en ik kijk hoe ver de perrons tot bij die Bampslaan komen, dan denk ik dat het mogelijk is om die afstand nog veel korter te maken dan vandaag. Ik zou daar dus zeker en vast niet spreken over die scopewijziging.
Ik weiger ook mee te gaan in het doemdenken dat er vandaag heerst. Als we dat project voor ogen zien, dan denk ik dat we dat allemaal het liefst morgen al gerealiseerd zien. Laat ons daar niet flauw over doen: het duurt ons allemaal te lang. Maar dat is nu eenmaal eigen aan dergelijke grote infrastructuurwerken. En toch: als ik denk aan de vorige legislatuur, toen de problemen rond de Maastrichtse brug zijn opgedoken, dan zijn we er uiteindelijk in geslaagd om met de Nederlanders tot een akkoord te komen. De problemen van de overwegen, en wie die uiteindelijk zou betalen, zijn opgelost. Gisteren zijn de eerste werken daar gestart.
Ik denk dus dat we eerder moeten focussen op het zoeken naar oplossingen dan op het zoeken naar problemen. En het regeerakkoord is heel duidelijk over lijn 1 en 2. We moeten rekening houden met de omgeving en met de passage in Hasselt maar als ik goed geïnformeerd ben, zit u mee in het bestuur. U hebt dus de kans om mee het gesprek te voeren over de bestaande bezorgdheden.
Minister, wij horen van u graag de problemen op het moment dat die opduiken en dan zult u in ons een medestander vinden om die op te lossen. Maar laat ons geen problemen zoeken waar er vandaag geen bestaan. Laat ons heel duidelijk achter het regeerakkoord staan, niet zozeer voor de meerderheidspartijen maar wel voor de Limburgers, die daarmee gebaat zijn.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Danen, u komt nog eens terug op de timing en op wat de wethouder van Maastricht, de heer Krabbendam, daarover zou hebben gezegd. Naar aanleiding van de persberichten hebben wij op 27 november een mail gestuurd naar de wethouder met de vraag om samen te zitten. Er werd niet onmiddellijk een geschikte datum gevonden. Daarop kregen wij op 18 december een brief kregen van de wethouder waarbij beslist werd om op 13 januari samen te zitten.
Nu de indruk wekken dat wij niets zouden hebben gedaan, is niet juist. Er zijn al heel wat vergaderingen geweest met heel wat instanties. We moeten positief naar de toekomst kijken. We moeten niet aan doemdenken doen maar de positieve elementen benadrukken. In december 2019 heeft de Vlaamse Regering de overheveling van de middelen van Zwankendamme naar Limburg goedgekeurd om die overwegdossiers te kunnen uitvoeren.
Gisteren is de infomarkt in Diepenbeek van start gegaan om opnieuw de werken voor te stellen aan de mensen. Alle overwegen worden beveiligd. Vijf van de zeven overwegen in Diepenbeek zijn gelegen langs het Spartacustracé. De werken zullen tegen 2022 klaar zijn. Dat zijn alvast positieve elementen.
Er ligt nog veel werk op tafel en er zullen her en der nog problemen opduiken maar voor het Spartacustracé, specifiek voor lijn 1, waarvan dertig kilometer door Limburg loopt, zijn al heel wat werken uitgevoerd waaronder de werken op de ring rond Hasselt. Nu zijn er de werken in Diepenbeek, straks de werken in Bilzen. We zijn volop bezig met uitvoeren.
De heer Keulen heeft daarnet al gezegd dat dit dossier dateert van 2004 en heeft de geschiedenis daarvan nog eens geschetst maar de vertraging ligt voor een groot stuk aan de scopewijziging in Maastricht in 2014 terwijl Maastricht nauwelijks een tracé van drie kilometer heeft in het hele tracé. Ik zeg dat hier niet om de zaken op de spits te drijven, we willen allemaal wat daarover in het regeerakkoord staat en dat is een snelle realisatie van Spartacus 1 en 2. Ik hoop dat we zo weinig mogelijk problemen tegenkomen en dat we ons kunnen houden aan de timing. We hebben echter niet alles in handen op ervoor te zorgen dat die timing wordt gehaald. We spreken vandaag dan ook over een indicatieve timing. Toch wil ik positief zijn en met vertrouwen naar de toekomst kijken.
Ik ben blij met de reactie van de heer Vandeput, die zegt dat het zou gaan om een wijziging van nauwelijks 2 à 3 minuten. Ik denk dan ook niet dat we echt moeten spreken van een scopewijziging.
Maar, opnieuw, we werken verder, en ik hoop dat we met z’n allen kunnen zeggen dat we het gerealiseerd hebben. Dat is uiteindelijk de opzet, het volledige verhaal. Ik dank u.
De heer Danen heeft het woord.
Het is niet de bedoeling om hier te zwartepieten. Ik wil duidelijk zeggen dat ik geen problemen zoek. Ik ben heel constructief en ik zoek meestal oplossingen. Mensen die me kennen, weten dat. Ik vind het wel een beetje vreemd dat in de eindfase van het project tal van veranderingen die tot nieuwe problemen leiden, worden doorgevoerd. Die vind ik niet uit, maar ik hoor ze aan de Nederlandse kant van de grens, niet in gesprekken, maar in de publieke media en op de radio. Ik probeer dat hier aan te brengen en vraag wat u daaraan wilt doen, maar ik krijg er geen bevredigend antwoord op. Dat vind ik bijzonder jammer. Ik denk dat we te weinig inschatten welke gevoeligheden er aan de andere kant van de grens leven en ik hoop, minister, dat als u elkaar in februari ziet en er een nieuw overleg is, u dat zult aangrijpen om de plooien glad te strijken.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Mijnheer Vandeput, als er iets is wat wij altijd hebben gezegd, is het dat wij achter Spartacus staan en zullen blijven staan omdat de mobiliteitsuitdagingen in Limburg ontzettend groot zijn en we vooral stappen vooruit willen zetten. Ik heb niet gesproken over een scopewijziging, ik heb vragen gesteld omdat er nog altijd onduidelijkheid is over wat nu juist de tracéwijziging zal inhouden.
Als er efficiëntiewinsten te boeken zijn, zullen wij de eersten zijn om daarin mee te gaan, zolang het doel van efficiënt openbaar vervoer in Limburg bereikt wordt. Waarom zouden we dan geen aanpassingen kunnen doen? Ik heb die ook niet in vraag gesteld. Alleen blijft er onduidelijkheid. De minister zegt dat ze nog het een en ander moet uitklaren. Dat uitklaren mag ook niet tot in den treure blijven duren. Ik zal van mijn goede collega, de heer Ceyssens, nog even een mooie uitspraak aanhalen: ‘Als de schup bijna in de grond kan, terug achter het bureau gaan zitten om opnieuw enkele jaren te gaan studeren, zo gaat het niet vooruit. Dat pikt CD&V niet.’
Limburg heeft ook recht op degelijk openbaar vervoer. Laat ons daarvoor allemaal de krachten bundelen. Dat is mijn enige oproep. Laat ons ook duidelijkheid krijgen over wat die tracéwijziging juist inhoudt. Het hoofddoel blijft efficiënt en effectief openbaar vervoer, en daarvoor zult in ons altijd een constructieve partner vinden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.