Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, een belangrijke doelstelling van het Maatwerkdecreet, dat vorig jaar van kracht is geworden, is de doorstroming naar de reguliere economie. Tijdens de ministerraad van 17 januari 2020 heeft de Vlaamse Regering besloten de start van de doorstroomstage te vereenvoudigen. Nu volstaat een eenvoudige kennisgeving aan de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten en de vakbondsafvaardiging. Een formele goedkeuring hoeft niet meer. Dit vormde immers een administratieve drempel om de stage door een doelgroepwerknemer in een regulier bedrijf te laten aanvatten. Deze vereenvoudiging is een stap in de goede richting om het doorstroomtraject vlotter te laten verlopen.
Minister, u zult tevens werk maken van een duidelijk monitoringskader met kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren. Deze analyse zal toelaten de doorstroombeweging beter op te volgen en te evalueren. Op basis daarvan kunnen aanpassingen volgen met het oog op een betere en verhoogde uitstroom van doelgroepwerknemers naar de reguliere economie.
Hoe zult u het monitoringskader concreet uitwerken? Met welke kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren zult u aan de slag gaan? Wat is de timing voor de uitrol hiervan? Wat is uiteindelijk de verwachte output van dit monitoringskader? Op welke manier kan dit kader ertoe bijdragen meer doelgroepwerknemers naar de reguliere economie te laten doorstromen?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat de Vlaamse Regering de procedure voor de doorstroomtrajecten op 17 januari 2020 heeft aangepast. We hebben ervoor gezorgd dat er een doorstroomstage komt als een verplicht onderdeel van het doorstroomtraject van de sociale economie naar de reguliere economie. We zorgen ervoor dat dit vlotter kan gebeuren. Er is een belangrijke administratieve vereenvoudiging doorgevoerd. De federale Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten en de vakbondsafvaardiging moeten enkel een kennisgeving van de stage ontvangen en moeten de stage niet meer voorafgaand expliciet goedkeuren. Er is geen formele goedkeuring meer nodig, wat betekent dat de doorstroomstage sneller kan aanvangen.
Een van de beleidsdoelstellingen is het aantal doorstroomtrajecten vanuit de sociale economie naar de reguliere economie te verhogen. Dat kan natuurlijk niet voor iedereen. Het aantal doorstroomtrajecten en doelgroepwerknemers die doorstromen, blijft nu beperkt. Het is niet de bedoeling dat iedereen kan doorstromen, maar dat is me ook niet gevraagd. De bedoeling is, net als in het geval van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA’s), dat het duurzaam is en dat die mensen in het regulier circuit aan de slag kunnen blijven.
Sinds het najaar van 2019 is effectief werk gemaakt van de verplichte evaluatie van de 10 procent zittende werknemers in het collectief maatwerk. Daarnaast lopen op 1 april 2020 een groot aantal inschakelingstrajecten in de lokale diensteneconomie definitief af. Ik ben benieuwd wat het resultaat zal zijn.
Om het doorstroomkader objectief te kunnen beoordelen, hebben we eerst en vooral een goede monitoring nodig. Meten is weten. Er is ook hier nood aan een duidelijke transparantie. Wat de huidige cijfers betreft, hebben VDAB en het departement samen de opdracht gekregen de doorstroombewegingen beter in kaart te brengen en nauwkeurig op te volgen. Dat staat ook expliciet in het besluit van de Vlaamse Regering. In 2019 heeft de bevoegde administratie ook een eerste proeve van een mogelijk beleidskader voor de monitoring van de doorstroombewegingen en -trajecten uitgedacht.
Wat de kwantitatieve indicatoren betreft, wensen VDAB en het Departement Werk en Sociale Economie een aantal elementen inzake doorstroom te monitoren.
Opzet is om tegen eind 2020 de kwantitatieve indicatoren nog te verrijken met het aantal doelgroepwerknemers dat intern of extern doorstroomt. Ik stel wel vast dat de echte monitoring van de kwaliteitsindicatoren een enorme uitdaging vormt en ook complex is omdat VDAB en het departement data moeten opvragen bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Deze data zijn zeer geschikt voor diepgaande analyses, maar minder voor snelle monitoring gelet op de tijdskloof die daar vandaag op zit.
Zo heeft mijn administratie pas deze zomer de data voor 2017 en 2018 binnengekregen. We gaan na of dat sneller kan, maar de cijfers moeten natuurlijk wel volledig zijn.
De finale doelstelling van deze monitoring is in eerste instantie om een goed zicht te krijgen op het hele doorstroomtraject en om mogelijke knelpunten te identificeren en op te lossen.
Zoals ik eerder al zei, is het voor mij echt ook van belang om te waken over de duurzaamheid en de kwaliteit van de tewerkstelling na de doorstroom. Daar maak ik me nog wat zorgen over na het eerste gesprek dat ik met de sector van de sociale economie heb gehad.
Mevrouw Claes heeft het woord.
De doorstroom binnen de sociale economie blijft een belangrijk aandachtspunt. Het Maatwerkdecreet benadrukt deze doelstelling, en ik besef zeer goed dat dit niet evident is. We hebben in het verleden al tal van projecten en experimenten gehad, en de ideale aanpak hebben we nog niet gevonden. Er bestaat ook nog geen mirakeloplossing.
Die vereenvoudiging is belangrijk omdat het ook drempels wegwerkt, maar het zal de uitstroom ook niet echt plots verhogen of in een stroomversnelling brengen. Daarom wil ik u oproepen, minister, om out of the box te denken, en nieuwe experimenten op te zetten. Dat begint met een goede monitoring van de gegevens. Maar dat gaat ook verder. Daarom is het belangrijk om de lopende doorstroomprojecten goed te evalueren en te luisteren naar de sector. Daarnaast moet ook verder worden gewerkt aan de drempels.
In de beleidsnota staan nog een aantal belangrijke principes waar werk van gemaakt zal worden. Ik denk dan aan de terugkeergarantie, een incentive voor maatwerkbedrijven en bedrijven waar de doelgroepwerknemers aan de slag gaan, en het individueel maatwerk. Hoe zult u dat verder aanpakken en is de timing daarvoor al bekend?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Het echte probleem dat wij zien, is het ontbreken van het bredere kwaliteits- en voorwaardenkader voor de tewerkstelling van doelgroepwerknemers in de reguliere economie, want de verantwoordelijkheid ligt voor een groot deel bij de doorstroompartner, het reguliere bedrijf, maar het zijn wel de maatwerkbedrijven die worden afgerekend op de effectieve doorstroom. Wanneer die niet goed werkt, is de rekening voor hen, bij wijze van spreken.
Minister, ik neem aan dat u het eens bent met een betere monitoring en evaluatie, maar eigenlijk zouden we beter vooraf een kader scheppen in plaats van achteraf te monitoren en te evalueren. Ik denk dat een aanpak ex ante nog beter zou kunnen werken dan een aanpak ex post.
Elk kader zal altijd theoretisch blijven. Het gaat over mensen die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt, die een kwetsbaarheidsindicator hebben. Sommigen onder hen doen dat fantastisch in het maatwerkbedrijf, sommigen kunnen doorstromen naar de reguliere economie maar voor anderen lukt dat niet. Voor nog anderen lukt het wel maar niet duurzaam. Volgens mij zal dat altijd mensenwerk zijn: men mag dat in om het even welk kader stoppen, maar altijd zullen er mensen door de mazen van het net vallen. Vandaar dat ik vind dat de evaluaties die nu gebeuren, zeer zorgvuldig moeten gebeuren. We moeten echt kunnen bekijken wat haalbaar is en wat niet, en we moeten ook rekening houden met het feit dat veel mensen sowieso in het reguliere circuit terechtkomen omdat de arbeidsmarkt in brand staat. Daardoor worden de profielen die in het maatwerk zitten, niet sterker.
Dit is een belangrijk dossier, dat we opvolgen en waarvan ik het monitoringkader zal uitwerken. De precieze datum kan ik nog niet geven omdat we eerst een zicht willen krijgen op de evaluaties.
Minister, ik dank u voor de verduidelijking. Ik hoor dat u stap voor stap tewerk zult gaan. Ik zal dat ook verder blijven opvolgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.