Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, gelet op de aanlijningsplicht voor honden, wordt er meer en meer geïnvesteerd in de aanleg van losloopweides voor honden. Dat gebeurt veelal op lokaal niveau of in samenwerking met instanties als het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) of Natuurpunt. Het maakt dat de losloopweides in zeer verschillende vormen en gedaanten voorkomen. Dit valt dan ook niet onder uw bevoegdheid van Dierenwelzijn. Wat echter wel uw zorg is, minister, heeft betrekking op de bijdrage van losloopweides aan het welzijn van de honden. Daarbij worden echter meer en meer kritische kanttekeningen geplaatst door sommige gedragstherapeuten voor honden. Meer bepaald groeit het inzicht dat het eenvoudige concept van een hondenweide, zijnde een stuk weide dat omheind wordt zonder verdere flankerende maatregelen, kan leiden tot heel wat stress en bijtincidenten. Daarom merken we ook dat er meer en meer weides worden uitgerust met een instructiebord voor hondeneigenaars en hun dieren, maar ook met aangepaste inrichtingen, zoals inkomsluizen en onderverdelingen voor kleine en grotere honden. Een aantal weiden, zoals die in Tielt-Winge in Vlaams-Brabant, bevatten ook al constructies die eerder een decoratieve functie hebben, maar die wel de grote vlakke oppervlakte breken en als dusdanig een bufferfunctie hebben voor overenthousiaste, hyperactieve honden.
Tevens groeit het inzicht dat vooral kleinere hondenlosloopweides vaak beperkt in oppervlakte zijn, waardoor de kans op stress en bijtincidenten tijdens piekmomenten exponentieel kan stijgen bij aanwezigheid van honden met een bovengemiddeld temperament, niet in het minst wanneer mensen daar apporteeroefeningen met stokken of andere speeltuigen bij gaan uitvoeren.
De vraag naar meer uitgebreide losloopzones voor honden maakt dan ook opgang. Daarnaast is er ook het concept van het hondenlosloopbos. Een schitterend voorbeeld daarvan is terug te vinden in Gerhagen, deel van Tessenderlo. Het gaat om een zone van 7,5 hectare die gelegen is in een groot natuurgebied, maar die volledig omheind is. In de zone gelden heel wat regels, die terug te vinden zijn op de website van de gemeente Tessenderlo. Een belangrijke kanttekening is bovendien dat eigenaars duidelijk wordt gemaakt dat ze vooraf een rondje moeten wandelen met de hond om zo zijn energie te laten verbranden. Dan is hij rustiger als hij aan de losloopzone komt en zal hij andere honden minder storen en stress bezorgen.
Minister, werden er door de administratie Dierenwelzijn reeds inspecties van hondenweides gedaan om na te gaan in welke mate de inrichting en de geldende regels stress en bijtincidenten kunnen voorkomen? Ontving het departement Dierenwelzijn vragen of klachten rond losloopweides voor honden? Werd er reeds een evaluatie gemaakt van de impact van hondenweides op het welzijn van honden en werd meer bepaald onderzocht welke flankerende maatregelen nodig zijn om de kans op stress en incidenten zo laag mogelijk te houden? Hoe staan u en de administratie Dierenwelzijn tegenover het concept van losloopgebieden en losloopbossen voor honden ten aanzien van het klassieke concept van losloopweides? Is het aangewezen om de klassieke hondenlosloopweides uit te rusten met beplantingen of andere elementen die het monotone karakter breken, met het oog op het vermijden van incidenten?
Minister Weyts heeft het woord.
Eerlijk gezegd krijgen we van de dienst Dierenwelzijn geen klachten over mogelijke problemen van dierenwelzijn in het kader van hondenlosloopweides of -bossen of -gebieden. Dat valt dus niet echt onder de prioriteiten. Er worden ook geen proactieve controles uitgevoerd. In de praktijk is het natuurlijk meer een zaak van respect van hondeneigenaars voor elkaars dieren en voor elkaar.
Ik ben een groot voorstander van het concept van losloopbossen en -gebieden ten opzichte van het klassieke concept van hondenlosloopweides. In Vlaanderen is er dikwijls een strijd om de schaarse ruimte en is dat niet altijd realiseerbaar. Niet elke gemeente heeft zo'n bos op haar grondgebied. De zoektocht naar een zo geschikt mogelijke ruimte voor honden en hun eigenaars op wandelafstand waartegen de omwonenden ook nog geen bezwaar maken, dat is vaak een lijdensweg. Ik heb dat mogen beleven in mijn eigen gemeente. Die is er wel in geslaagd om een losloopbos van 6 hectare te realiseren in samenwerking met het ANB.
Het is ook wel belangrijk dat daar een bereidheid begint te ontstaan. Dan spreken we toch over een grootgrondbezitter. Gelukkig maar, want het ANB heeft veel eigendommen in zijn portefeuille. Soms bestaat er bereidheid om werk te maken van zulke hondenlosloopweides, of losloopbossen in dit geval.
Daarnaast zijn er ook steeds meer steden en gemeenten die aandacht hebben voor honden op hun grondgebied en die hun best doen om hen de nodige ruimte te geven, ondanks de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd.
Een ander aspect is het volgende. Misschien niet zozeer de losloopbossen, gelet op hun omvang, maar wel de gewone losloopweides worden plaatsen van gemeenschapsvorming. Het zijn ontmoetingsplaatsen en dat is een belangrijk aspect dat gemeenten moeten kunnen meenemen. Sommige gemeenten maken daar ook een soort van schuilplaats waar mensen samenkomen en daar ontstaan vaak echte vriendschaps- en gemeenschapsbanden. Op zich is dat ook een pluspunt, gelet op de beperkte investering en als de grond natuurlijk voorhanden is. Als de grond voorhanden is, dan is de investering voor de gemeenten al bij al beperkt. Je ziet dat het heel positieve effecten heeft, zowel inzake dierenwelzijn als menselijk welzijn.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het uitgebreide antwoord. Uiteraard zijn wij grote voorstander van die weiden en bossen. Dat dat heel veel sociale contacten bij mensen en uiteraard ook bij dieren teweegbrengt, is een goede zaak. Daar staan wij uiteraard ten volle achter. Het is ook heel positief vast te stellen dat steeds meer steden en gemeenten werk maken van het inrichten van die ruimte voor de honden. Er is een aanlijningsplicht. Het is goed dat daar meer aandacht naartoe gaat. Ik zou u toch willen vragen om in overleg te gaan met gedragstherapeuten. U gaf immers aan dat u geen weet hebt van die incidenten. Ik heb mij bevraagd. Elk lokaal bestuur op zich is aan het proberen om dat zo goed mogelijk te doen. Ik denk dat het goed is om van elkaar te leren, en om in samenspraak met gedragstherapeuten en andere specialisten die actief zijn in de sector, te bekijken wat de goede praktijken en voorbeelden zijn en wat de eventuele verbeterpunten. Ik heb daarnet een aantal voorbeelden aangehaald van mogelijkheden die er zijn, bijvoorbeeld met natuurlijke beplantingen, struiken en de honden op voorhand eens te laten wandelen. Dat zijn allemaal dingen die ik vernomen heb van gedragstherapeuten. Op 4 februari is het de Dag van het Dierenwelzijn waar de schepenen en de ambtenaren bijeenkomen. Dat is misschien een moment om eens te informeren naar de positieve dingen en de minder positieve dingen die ze hebben opgemerkt en om een lijn uit te stippelen, een code van goede praktijk voor de gemeenten. Zo moet niet ieder op zich zoeken naar het beste maar krijgt men goede richtlijnen mee via uw departement. Ik zou hier echt op willen aandringen.
U hebt aangegeven dat een bos van 6 hectare is gerealiseerd in samenwerking met het ANB. Dat is uiteraard een heel goede zaak. Dat mag ook verder gestimuleerd worden. Minister Demir heeft daar natuurlijk ook een belangrijke bevoegdheid in. Heel vaak worden ze niet alleen door het ANB maar ook door Natuurpunt uitgebaat. We zien ook de nood om goed te communiceren met de boswachters over de noodzaak en het nut van die weiden en bosgebieden. Het is belangrijk om dat nog extra aan hen mee te geven want we hebben vernomen dat daar toch nog verbeterpunten zijn. Minister, dat wil ik u graag nog meegeven.
Dat zijn nuttige suggesties, ik neem dat mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.