Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het Vlaamse Team Gedragsinzichten (VTG) werd opgericht naar aanleiding van mijn voorstel van resolutie. Het team had als doel om kennis en ervaring te bundelen binnen een Vlaamse nudge-unit, maar ook om nauw samen te werken met de Vlaamse departementen en gedragswetenschappers uit de academische wereld. Het team fungeert als kennis- en ervaringsplatform en wijst geïnteresseerden ook de weg naar de meest geschikte onderzoekers, ofwel door op zoek te gaan naar experten in de academische wereld of via de raamovereenkomst voor gedragsonderzoek. Sinds 18 april 2016 kan men immers gebruikmaken van de raamovereenkomst ‘uitvoeren van onderzoeken om inzicht te verkrijgen in drempels en hefbomen om de effectiviteit van beleid en communicatie te versterken’, die werd afgesloten met de firma Tempera voor een periode van vier jaar. De overeenkomst loopt dus normaal tot 17 april 2020. Via het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 13 november 2019 kregen we alvast wat meer inzicht in de opdrachten die door Tempera werden opgestart.
Het voorstel van resolutie vroeg de Vlaamse Regering verder om via de beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid het parlement te informeren over de inhoud van de ingezette vormen van gedragswetenschappen of van projecten waarbij gedragsinzichten werden toegepast, de geboekte resultaten, het implementeren van deze projecten in het beleid dan wel het afvoeren van deze projecten, de kostprijs en het terugverdieneffect. Na twee jaar zou er bovendien een rapport ingediend worden over de evaluatie van deze resolutie. Deze voorwaarden werden vooral gesteld vanuit het belang van de transparantie. Een overheid moet toch kunnen zeggen waar en wanneer ze gedragsinzichten wil inzetten, waarom ze burgers via gedragsinzichten naar een bepaald gedrag of keuze leidt en wat na de toepassing ervan het effect is geweest van de aanpassing.
In de beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid beperkte de terugkoppeling inzake het Vlaamse Team Gedragsinzichten zich tot het volgende: “Mijn administratie zal een ondersteunende en sensibiliserende rol vervullen met betrekking tot het inzetten van gedragsinzichten om het gebruik van al te dwingende en gedetailleerde wetgeving te vermijden. Daarnaast zet ik ‘nudging’ in om de effectiviteit van het beleid te verhogen en een efficiëntere communicatie te bewerkstelligen, onder meer bij nieuwe wetgeving (waaronder regelluwe zones en experimentwetgeving).”
Onze fractie ondersteunt uiteraard dit engagement, maar maakt zich toch wel enige zorgen over het onderbelichten van de rol van het VTG. Daarenboven is het volgens mij ook een gemiste kans om aan de burgers en parlementsleden een belangrijk inzicht te verschaffen in de kostprijs en het terugverdieneffect van het inzetten van gedragswetenschappen. De Annual Update Reports van het Behavioural Insights Team in het Verenigd Koninkrijk kunnen alvast de nodige inspiratie bieden voor het te publiceren rapport.
Minister, hoe evalueert u zelf de huidige werking van het VTG? Voldoet het aan de gestelde verwachtingen? Wat loopt goed, wat kan beter? Wordt het terugverdieneffect ook berekend?
Werkt het VTG met een strategische agenda over wat men wil bereiken, wanneer en hoe?
Wanneer kunnen we het rapport verwachten in navolging van de goedgekeurde resolutie? Is het mogelijk hierover een gedachtewisseling te houden met u en eventueel externe sprekers?
Vindt u dat de randvoorwaarden voor de toepassing van gedragsinzichten in de politieke besluitvorming voldoende werden nageleefd?
Hoe evalueert u de reeds uitgevoerde opdrachten van Tempera? Hoeveel van het oorspronkelijk voorziene bedrag – 1,5 miljoen euro – van het raamcontract werd tot nu toe besteed aan onderzoeksprojecten? Werden deze ook beoordeeld door het team op basis van de gebruikte methodiek, met name de wetenschappelijke onderbouwing? Wat is de gemiddelde kostprijs van een onderzoeksproject? Hoeveel kostte bijvoorbeeld het onderzoek over het printverbruik in het Herman Teirlinckgebouw zoals besteld door het team Duurzame Ontwikkeling? Hebt u een idee van het terugverdieneffect van het inzetten van sommige gedragsinzichten? Wordt dit systematisch, waar mogelijk en opportuun, bijgehouden?
Wat gebeurt er momenteel met de reeds opgedane kennis?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het Team Gedragsinzichten adviseert de departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid over het gebruikmaken en toepassen van gedragsinzichten bij de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het Vlaams beleid. Het team fungeert ook als een platform om kennis en ervaring bijeen te brengen en te delen. Het legt daarvoor contacten met de academische wereld, zowel universiteiten als hogescholen, of met andere onderzoekers en wetenschappers, onderzoeksinstellingen, onderzoeksbedrijven enzovoort, met het oog op een meer gestroomlijnde benadering in Vlaanderen en een betere afstemming met de beleidsbehoeften van de Vlaamse overheid.
De kennisdelingssessies die het team organiseert, hebben veel succes en worden sterk gewaardeerd. Ook de werkvormen zoals de gedragsverkenner en de checklist voor betere brieven en betere mails, worden goed onthaald en ook vaak gevraagd.
In mijn gecoördineerde antwoord op uw schriftelijke vraag van 13 november laatstleden heb ik u een opsomming gegeven van de initiatieven die de Vlaamse departementen en agentschappen in samenwerking met het Team Gedragsinzichten hebben genomen. Ook in antwoorden op vroegere parlementaire vragen in de vorige regeerperiode is daar al op ingegaan. Dit blijft beperkt tot initiatieven ad hoc. Wij zien weinig doorvertaling van het gebruik van gedragsinzichten op structurele basis naar het beleid en in de werkprocessen van de departementen en de agentschappen. Vaak zien we ook dat er bij entiteiten van de Vlaamse overheid wel interesse is in gedragsinzichten, maar dat dat niet altijd wordt vertaald in concrete projecten.
Het Team Gedragsinzichten behoort tot het Departement Kanselarij en Bestuur dat het voorwerp uitmaakt van een fusietraject met het Departement Buitenlandse Zaken. In het kader van die fusiebeweging wordt onderzocht hoe er zoveel mogelijk efficiëntiewinsten en synergieën kunnen worden geboekt door te focussen op kerntaken. Het Team Gedragsinzichten is uiteraard mee betrokken in die oefening die momenteel loopt. Terugverdieneffecten zijn berekeningen die per initiatief, waar dat kan, moeten worden gemaakt door de initiatiefnemers.
Werkt het Team Gedragsinzichten met een strategische agenda? Het stimuleert een cultuur van innovatieve besluitvorming gebaseerd op testen en experimenteren. Alleen zo kan men weten welke beleidsmaatregelen effectief zijn, welke niet en waarom.
Departementen en agentschappen moeten zelf aan de slag gaan met gedragsinzichten. Het Team Gedragsinzichten van het Departement Kanselarij en Bestuur coördineert vandaag het netwerk dat zo ontstaat en biedt ondersteuning via kennisdeling, raamcontracten en het aanreiken van werkvormen zoals degene die ik daarnet heb vermeld.
Dat er twee jaar na de resolutie een rapport zou moeten worden ingediend, stond in het voorstel van resolutie dat u samen met andere initiatiefnemers hebt ingediend, maar niet in de door het Vlaams Parlement aangenomen tekst. In de goedgekeurde resolutie is gevraagd om via de jaarlijkse voortgangsrapportage het Vlaams Parlement te informeren. De vorige minister-president heeft dat gedaan via de jaarlijkse beleidsbrief, en ik zal die werkwijze voortzetten.
De doelstellingen van het Team Gedragsinzichten zijn vandaag opgenomen in het ondernemingsplan van het Departement Kanselarij en Bestuur waartoe het team behoort. De jaarrapporteringen over de ondernemingsplannen van de entiteiten van de Vlaamse overheid zijn raadpleegbaar door het Vlaams Parlement. Bovendien communiceert het Team Gedragsinzichten op zijn website over voltooide projecten en de lessen die daaruit worden getrokken. Het staat het Vlaams Parlement natuurlijk vrij om gedachtewisselingen te organiseren en het parlement bepaalt zelf wie het daarvoor uitnodigt. Lees: als u mij uitnodigt, zal ik daar natuurlijk met veel enthousiasme op ingaan, dat kunt u zich wel voorstellen.
De resolutie vermeldt de volgende randvoorwaarden. Eén: het gaat om thema's waarover het beleid al beslissingen heeft genomen, waardoor gedragseconomische interventies juist middelen aanreiken om die doelstelling te behalen. Twee: de vooropgestelde keuze is een wetenschappelijk onderbouwde en op de praktijk gebaseerde effectieve oplossing of levert een belangrijke bijdrage aan de oplossing van het maatschappelijk probleem. Drie: de vooropgestelde keuze moet legitiem zijn en dus altijd in het belang van de burgers en de maatschappij. Ten slotte: de burger heeft op eenvoudige wijze de mogelijkheid om een andere dan de vooropgestelde keuze te maken zonder daar direct of op een later ogenblik voor te worden gesanctioneerd. Die randvoorwaarden werden naar mijn inschatting voldoende nageleefd.
Dan kom ik tot Tempera. Er werden voor 422.434 euro projecten uitgevoerd via het raamcontract. Er werd ook gevraagd of die door het VTG werden beoordeeld. Het Team Gedragsinzichten was telkens betrokken bij een eerste intakegesprek tussen de opdrachtgever en Tempera. Naargelang de vraag van de opdrachtgever werd het team al dan niet betrokken bij de volledige opdracht. De opdrachten werden steeds beoordeeld op de gebruikte methodes en analyses.
De gemiddelde kostprijs is minder relevant, omdat de projecten verschillen in omvang. De prijzen variëren tussen 10.084 euro en 137.105 euro. Het onderzoek over het printgebruik in het Herman Teirlinckgebouw kostte bijvoorbeeld 42.830 euro.
Wat de terugverdieneffecten betreft: zoals ik al heb aangehaald, bevinden we ons momenteel nog volop in de fase van een cultuurshift, en is het daarom nog te vroeg om reeds te spreken over terugverdieneffecten. Momenteel worden hierover geen gegevens bijgehouden.
De opgedane kennis wordt op een aantal manieren gebruikt. Ten eerste: voor vervolgprojecten rond hetzelfde thema. Ten tweede: voor het aanpassen van werkvormen, zoals de gedragsverkenner. Ten derde: voor kennisdeling, van de afgeronde projecten zijn samenvattingen beschikbaar op de website van het Team Gedragsinzichten. Ten vierde: in functie van samenwerking met de academische wereld. Ik kan daarvoor verwijzen naar de publicatie ‘Nudging in perspectief. Een verkennend kader voor de toepassing van gedragsinzichten in beleid’ van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing. Ik verwijs ook naar de opleiding ‘Gedragsinzichten en nudging: beter beleid ontwerpen met kennis van gedrag’ bij het Instituut voor de Overheid verbonden aan de KU Leuven. Ten vijfde: in functie van de uitwisseling van gedragsinzichten bij andere overheden met experten, bijvoorbeeld op de European Behavioral Insights Expert Meeting, op 18 en 19 juni vorig jaar in Den Haag.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden. U zegt eerst en vooral dat u contacten hebt gehad met de academische wereld. Zou u mij daar iets meer uitleg over kunnen geven? Want dat kan één persoon zijn, dat kunnen veel grotere groepen zijn, dat kunnen universiteiten zijn. Ik had daar graag wat meer informatie bij gekregen.
U zegt zelf wel dat er veel interesse is in de gedragswetenschappen, maar dat er weinig structureel beleid is. Ik kan dat alleen maar beamen. Ik denk dat we daar veel meer moeten op inzetten. Want als we een bepaalde maatregel nemen, dan moeten we toch weten wat de beweegredenen zijn van mensen. Waarom stellen ze een bepaald gedrag? Ik denk dat we alleen op die manier gefundeerd bepaalde maatregelen kunnen treffen, ik denk maar aan mobiliteit of levenslang leren. Dat zijn toch ook belangrijke domeinen, waarvoor dit absoluut een meerwaarde kan bieden.
U zegt zelf dat er ongeveer 422.000 euro werd opgebruikt van de 1,5 miljoen euro. Mijn vraag is: hoe ziet de toekomst eruit? Gaan daar meer projecten mee worden gelanceerd, of staan er dingen in de steigers? Men werkt op dit moment samen met Tempera, maar die samenwerking loopt af in april. Gaat daar een nieuw raamcontract worden uitgeschreven?
U verwijst ook naar de rapporten van de projecten die gedaan zijn, die staan online. Ik heb die rapporten ook bekeken, en ik was eerlijk gezegd wat teleurgesteld. Dat zijn rapportjes van met moeite twee pagina’s. Als we gefundeerd en wetenschappelijk onderbouwd willen werken, dan mogen we toch iets uitgebreider rapporteren. Als ik dit vergelijk met de rapporten uit Groot-Brittannië, dan is dat toch een zeer groot verschil. Als we dit serieus willen nemen, dan denk ik dat we het veel serieuzer moeten aanpakken.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik wil zeker niet onderschrijven dat dikke rapporten zomaar betekenen dat het om een heel interessante studie gaat. Ik heb geleerd dat het zeer moeilijk is om de essentie kort samen te vatten en bij elkaar te brengen op een of twee A4’tjes.
Ik heb de rapporten ook gelezen en bekeken, en ik heb ook de hele resolutie gelezen, want ik kende die niet. En ik moet eerlijk zeggen dat je daar wel een zicht krijgt op wat men wilde doen, en wat men daarmee heeft bereikt. Voor mij is dat de essentie. Ik ben geen vragende partij om dikke rapporten te krijgen, die uiteindelijk niemand leest.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Saeys, het team had contacten met de academische wereld, niet ikzelf. Maar als u daar vragen over stelt, zal ik u de antwoorden bezorgen.
Wordt er een nieuw raamcontract afgesloten? Ja, maar daarbij zal ook de markt een rol spelen nadat het huidige raamcontract is afgelopen.
Verder onderschrijf ik wat de heer Muyters zei dat je de kwaliteit van een rapport niet moet aflezen aan de dikte van het rapport, maar wel aan de inhoud. Ik zou er wel nog willen aan toevoegen dat u niet moet vergeten dat ook dit team betrokken is in de fusieoperatie tussen de Kanselarij en het Departement Buitenlandse Zaken en zoals u weet, is dat in een administratie niet anders dan in andere organisaties. Niet alles functioneert op een normaal ritme als er een reorganisatie of fusie bezig is.
Als u me verdere vragen over de contacten met de academische wereld of zo wilt bezorgen, dan ga ik natuurlijk met zeer veel plezier achter de antwoorden aan.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel. Ik ben het absoluut eens dat kwaliteit boven kwantiteit fungeert, maar u zult de rapporten ook wel duidelijk hebben gelezen en aan de kwaliteit kan er ook nog wel iets gebeuren volgens mij. Maar goed, als je het vergelijkt met de rapporten die in het Verenigd Koninkrijk werden opgesteld dan kan de kwaliteit mijns inziens een pak beter.
U hebt toch nog wel wat geld over. Mijn vraag is … Ja, ik kan geen vraag meer stellen.
Nee, u kunt geen vraag meer stellen. U kunt nog een opmerking maken.
Of ik kan een suggestie geven. Kunt u dat geld eventueel spenderen om dat team groter te maken? Want op dit moment zijn er maar vier voltijdsequivalenten (vte’s). Omdat er heel veel interesse is, kunnen we door een uitbreiding een structureler beleid uitwerken, want ik begrijp dat als men maar met vier vte’s is, men ook niet heel veel zaken kan realiseren.
Ik ben ook blij dat u openstaat voor eventuele hoorzittingen die kunnen plaatsvinden. Ik zal ze hier ook zeker voorstellen aan de commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.