Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Hier is de visboer. Minister, een duurzame visserijsector creëren, zowel op sociaal, economisch als ecologisch vlak, is een van de grootste uitdagingen in ons visserijbeleid.
Het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) ontwikkelde daarom de afgelopen jaren in overleg met de sector een wetenschappelijk onderbouwd meetinstrument voor de duurzaamheid in de visserijsector: VALDUVIS, een acroniem voor ‘valorisatie van duurzaam gevangen vis’.
Het meetinstrument kijkt niet enkel naar ecologische aspecten van duurzaamheid, zoals de staat van de visbestanden en de bodemimpact, maar houdt ook effectief rekening met sociale en economische aspecten, zoals veiligheid aan boord en rentabiliteit. In het project ‘Markterkenning voor een Visserij in Transitie’ (MaViTrans) van de Rederscentrale en ILVO was het de bedoeling om een breed gedragen duurzaamheidserkenning voor de Belgische visserij te implementeren.
Het instrument is sinds juni 2018 officieel op de veilklok van de verschillende visveilingen geplaatst onder de naam ‘Visserij verduurzaamt’. Vanaf deze datum worden partijen vis die voldoen aan een minimumscore op verschillende indicatoren, als dusdanig op de veilklok geïdentificeerd.
De ambitie was om na de implementatie van het instrument de duurzaamheidsscores van de deelnemende vaartuigen nog te verbeteren door ze een verbetertraject te laten volgen. Ook zou worden getracht de enkele reders die momenteel nog niet deelnemen, te overtuigen om ook in het traject te stappen.
Tot slot zou ook gestart worden met een onderzoek naar de mogelijkheden om het duurzaamheidskenmerk te gebruiken verderop in de keten en dus voorbij de veiling. Hiervoor diende echter nog een traceerbaarheidssysteem te worden opgezet, waarbij de consument betrokken wordt.
Wat is anderhalf jaar na de implementatie van ‘Visserij Verduurzaamt’ de huidige stand van zaken? Hoe evalueert u deze werking?
Hoeveel reders hebben intussen al ingetekend om deel te nemen aan een verbetertraject? Zullen er effectieve resultaten worden geboekt in dat traject?
Welke knelpunten zijn er?
Hoe zult u in de toekomst de reders die momenteel nog niet deelnemen, overtuigen om ook in het project in te stappen? Met uw overtuigingskracht zal dat wel lukken.
De sector is vragende partij om ‘Visserij verduurzaamt’ naar de consument door te trekken. Dat stopt nu in de veiling. Zou het mogelijk zijn dit verder in de keten op te nemen? Is er een mogelijkheid om ‘Visserij verduurzaamt’ verder naar de rest van de keten uit te breiden? Welke stappen kunnen we hiervoor ondernemen en welke timing kunnen we hiervoor voor ogen houden?
In de prioriteitennota Visserij 2019-2024 vraagt de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij (SALV) bij de implementatie van ‘Vizier 2030’ de visserijdoelstelling zo in te vullen dat de actuele inspanningen op het vlak van verduurzaming worden erkend en ondersteund, zich primordiaal op de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) te richten en te anticiperen op de urgente en structurele uitdagingen voor de visserijsector. Hoe kunnen we hier gevolg aan geven?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat een belangrijke verwezenlijking voor de visserij is opgemerkt en in deze commissie aan bod komt. Op 11 juni 2018 is het initiatief ‘Visserij verduurzaamt’ officieel gelanceerd. Ondertussen is de bekendheid van en het vertrouwen in dit kwaliteitssysteem enkel toegenomen.
‘Visserij verduurzaamt’ heeft tot doel de Vlaamse visserij in haar geheel naar een hoger niveau van duurzaamheid te begeleiden en de inspanningen van de reders en de vissers te erkennen en zichtbaar te maken. Tot nu toe lag de focus voornamelijk op de vissersvaartuigen en hun bemanningen. De reders die met betrekking tot verschillende duurzaamheidsindicatoren aan een minimumscore voldoen en die aan het begeleidingstraject voor de verdere verduurzaming van de Vlaamse visserijvloot deelnemen, krijgen de ‘Visserij verduurzaamt’-erkenning. Die erkenning is voor kopers zichtbaar op de veilklok en op de facturen.
Het is de bedoeling dat ‘Visserij verduurzaamt’ in de toekomst wordt uitgebreid en toonaangevend wordt voor de volledige ketenwerking. Op dat vlak wordt met de projecten MaViTrans en VALDUVIS verder gebouwd op de inspanningen van de voorbije jaren.
Mijnheer Tommelein, voor wie van West-Vlaanderen is, is het ‘VALDUVIS’ en anders isĀ het ‘VALDUVIES’.
Het is wel een beetje vies.
Toen mijn kinderen kinderen uit Antwerpen leerden kennen, zijn er grote spraakverwarringen over de betekenis van het woord ‘vis’ geweest.
We bouwen voort op de inspanningen van de voorbije jaren. We gaan voor een uitbreiding van het systeem, zowel aan boord van nog meer vaartuigen als in de zichtbaarheid van de inspanningen voor de consument. Onze slagzin ‘van zee tot bord’ omvat onze ambities en ik ben bijzonder blij dat er met betrekking tot de voortgang der resultaten positief nieuws is. Ik zal de verdere uitbouw zeker stimuleren.
In september 2019 zijn de deelprojecten ‘Visserij verduurzaamt Support’ en ‘Visserij verduurzaamt Market’ goedgekeurd. Die projecten lopen tot eind 2021. Voor ‘Visserij verduurzaamt Support’ is voorzien in 335.000 euro, waarvan de helft Vlaams geld en de helft Europees geld is. Dit deelproject wordt door ILVO uitgevoerd. Er is voorzien in acties om het intern datasysteem verder uit te bouwen. Om de vissers te stimuleren op duurzame investeringen en technieken in te zetten, worden verbetertrajecten voor vissersvaartuigen ontwikkeld. Voor ‘Visserij verduurzaamt Market’ is voorzien in 65.000 euro. Dit deelproject wordt door de producentenorganisatie de Rederscentrale uitgevoerd. De focus ligt op de valorisatie van het erkenningssysteem op de markt. Tegelijkertijd wordt de communicatie van de sector ten aanzien van de keten verder uitgebouwd. Die deelprojecten zijn absoluut noodzakelijk om onze visserijactiviteiten te kunnen verduurzamen en om de consument te kunnen garanderen dat zijn product duurzaam gevangen is.
‘Visserij verduurzaamt’ wordt geëvalueerd door een stuurgroep met vertegenwoordigers van alle belanghebbenden en door de Task Force Duurzame Noordzeevisserij. Er is een controleorgaan opgericht om het geheel kritisch op te volgen en zo de betrouwbaarheid en de continuïteit van de ‘Visserij verduurzaamt’-erkenning te garanderen.
Er is me ook om cijfers gevraagd. Op dit ogenblik werkt 80 procent van de actieve Belgische vaartuigen actief mee aan het traject naar de verduurzaming van de visserijsector. Dit betekent dat 52 reders al zijn ingeschreven. We hebben in totaal 65 actieve vaartuigen. Hun duurzaamheidsscore werd berekend bij aanvang en er wordt voor elk een verbetertraject uitgewerkt in samenwerking met ILVO.
Uiteraard worden effectieve resultaten geboekt. De ambitie om continu te verbeteren stopt absoluut niet. De visserijsector is een complex systeem en onderhevig aan heel wat interne en externe factoren die ook de dynamiek binnen ‘Visserij verduurzaamt’ kunnen beïnvloeden.
Het meest vervelende is de onzekerheid die een grote impact heeft op de bedrijfsvoering. Ook de impact van de brexit mag momenteel echt niet onderschat worden. Wantrouwen ten opzichte van het mogelijke openbaar gebruik van individuele gegevens en resultaten is ook aan de orde, maar ik zie wel dat het vertrouwen stelselmatig groeit door intens te overleggen en bij te sturen als dat nodig is. Om bijkomende reders te overtuigen om ook deel te nemen, zetten we voornamelijk in via stimulansen. Aangezien dit systeem bottom–up wordt ontwikkeld, is het niet de bedoeling om te straffen. U kennende is dat ook voor u het laatste van het laatste van het laatste. (Gelach)
We voorzien in Vlaamse en Europese steun voor reders die investeren om de duurzaamheid van hun vaartuig te verhogen. Ook de sector zelf kan zorgen voor een stimulerend effect via de voorwaarden die de groothandel en de retail stellen aan de visserijproducten die ze aankopen. Dat marcheert goed en het wordt bijgestuurd. Ik zal ook mijn best doen om iedereen te overtuigen om daaraan mee te werken.
Om ‘Visserij verduurzaamt’ uit te breiden naar de rest van de keten, moeten we dit laten opnemen door de producentenorganisatie de Rederscentrale. Zij dienden hiervoor een deelproject in, namelijk ‘Visserij verduurzaamt Market’, dat recent werd goedgekeurd Dit project loopt van september 2019 tot eind december 2021. Daar wordt nu volop werk van gemaakt en het wordt uitgerold.
Het ontwikkelde datasysteem waarop alles steunt en draait, is zeer flexibel ontworpen. In die zin kunnen indicatoren, analyses, basiswaarden maar ook toekomstige doelstellingen makkelijk geïntegreerd worden. Het instrument ‘Visserij verduurzaamt’ is zeer nauw verbonden met en geschoeid op de doelstellingen van het Europees gemeenschappelijk visserijbeleid. Dat is het best merkbaar in de visuele voorstelling van de inspanningen van een vaartuig en de bemanning via een duurzaamheidsster. Deze bevat drie grote thema’s: ecologisch, economisch en sociaal, elk met eigen indicatoren.
Diezelfde beleidsthema’s vinden we ook in het Belgisch operationeel programma van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Het volledige concept zal nog meer gericht worden opgenomen in het nieuwe Visserijfonds voor de periode 2021-2027, waarvoor de opmaak aan de gang is. Ook internationaal worden onze inspanningen opgemerkt en gewaardeerd. Het potentieel van dit initiatief werd onlangs nog door de Europese Commissie expliciet vernoemd. Ik ben daar heel blij mee. Mocht u er nog aan twijfelen: ik zal hier absoluut op verder bouwen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik merk dat we elkaar in heel wat zaken vinden, ook in het veroordelen van haatberichten op sociale media, want gisteren was te merken dat we allemaal zij aan zij staan op dat vlak.
Ik denk echter dat we ook in deze materie op dezelfde lijn zitten. ‘Visserij verduurzaamt’ is een heel belangrijk instrument om de visserijsector zichtbaar duurzamer te maken. Daar liggen heel wat opportuniteiten. Ook uit contacten die ik heb met de Vlaamse Visveiling, die in mijn stad is gevestigd, blijkt dat daar opportuniteiten liggen.
In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld kijkt men op een andere manier naar het aantal vissoorten, naar duurzame maar ook diverse vissoorten, en vindt men een heel belangrijke afzetmarkt in onze regio en in ons land. Als we daar verder op werken, kan dit ook op het internationale niveau een kenmerk zijn dat voor Vlaanderen heel belangrijk kan zijn.
Met dit instrument worden ook de goede leerlingen in de kijker gezet. Ik zie dat 80 procent mee is in het verhaal en dat stemt mij bijzonder tevreden. Het komt er nu natuurlijk op aan om de overige 20 procent ook nog te motiveren om mee te doen. Ik heb er goede hoop op. Als je 80 procent van de visserijfamilie kunt overtuigen om mee te doen, dan denk ik dat die 20 procent ook nog te overtuigen is. Als we dat samen doen, kunnen we heel goede resultaten behalen. Dat betekent dat wij hun moeten aantonen waar ze voordeel hebben. Het is altijd hetzelfde: de betrokkenheid van op het terrein – in dit geval het water – moet worden vergroot.
Ik ben hoopvol dat de bekendheid vergroot. De uitbreiding van het project naar de consument kan hier een antwoord op bieden en is zelfs, zoals ik al zei, een grote opportuniteit voor onze rederijvloot. Uiteraard moeten daarvoor promotionele inspanningen worden geleverd. Ik weet niet in welke mate het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) al betrokken is of kan worden. Wij kunnen vanuit de overheid ook vragen om het goede voorbeeld te geven en we moeten zelf ook het goede voorbeeld geven door in de restaurants van de Vlaamse overheid te promoten dat er duurzame vis wordt geserveerd. Gaan we het goede voorbeeld geven? Zoals u weet, stellen mensen zich altijd de vraag waarom zij het moeten doen, als de overheid het zelf niet doet. Het zou alvast een goed voorbeeld zijn, als we die lijn kunnen trekken.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Tommelein, bedankt voor de aanvullingen en bedankt dat u blij bent. Ik kon ook bevroeden dat Oostende er voor iets tussen zat, maar het was een terechte vraag. Het gaf mij ook de gelegenheid om vandaag de goede resultaten in de kijker te zetten.
Ik zal echt mijn best doen om die overige 20 procent – het klinkt meer dan het is als het over 65 vaartuigen gaat – mee aan boord te krijgen. De Vlaamse Visveiling zit trouwens in werkgroepen van de taskforce en volgt het dus van daaruit op.
Voor VLAM zijn eigenlijk al initiatieven genomen. De Rederscentrale en VLAM zitten vandaag al samen om na te gaan op welke manier VLAM een rol kan spelen. Ook deze suggestie is dus mee opgenomen. Als je de restaurants wilt overtuigen, is het goed dat VLAM overtuigd is. (Opmerkingen)
Ja, en we zullen onderzoeken of het kan in de restaurants van de Vlaamse overheid. Ik had het idee eerst verkeerd begrepen, maar we nemen het mee.
De heer Tommelein heeft het woord.
Dertien vaartuigen en dertien reders overtuigen, dat moet kunnen. Minister, als we dat samen doen, kunnen wij die dertien zelfs persoonlijk benaderen.
Ik ben vooral blij dat ik een bijdrage heb kunnen leveren aan een nieuw idee om ook met de personeelsrestaurants als overheid het voorbeeld te geven. U weet dat ik daar altijd zwaar de nadruk op leg: wat we zelf doen, volgen de mensen dan ook. Zonnepanelen leggen bijvoorbeeld, dat is net hetzelfde.
De vraag om uitleg is afgehandeld.