Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, in het eerste jaar dat het Vlaams meldpunt voor tienerpooiers bestaat, kreeg het liefst 133 meldingen. U weet dat het aantal meldingen kleiner is dan het fenomeen in werkelijkheid is. Elke dienst die in aanraking komt met jeugdhulp, ziet dat er een stijging is van het aantal – vooral – meisjes dat in de handen van tienerpooiers valt. Alleen al in Vlaanderen werden de voorbije jaren telkens tussen de 40 en 60 slachtoffers van tienerpooiers en prostitutiebendes geïdentificeerd. Child Focus behandelde in 2018 voor heel België 97 dossiers. In de helft van de gevallen waarin melding gebeurt, blijkt het te gaan om mensenhandel met uitbuiting, zegt Payoke.
Veel slachtoffers blijven nog onder de radar. Men schat dat men ongeveer 10 procent van de slachtoffers bereikt. Lang leek het een Antwerps fenomeen, vooral vanwege de nabijheid van Nederland, waar het fenomeen al langer bekend was. We zien nu toch meer meldingen uit andere hoeken van Vlaanderen, zoals Gent, maar evengoed ook uit de provincie Limburg.
Minister, het meldpunt bestaat één jaar. Wordt er een evaluatie voorzien van het meldpunt?
We bereiken wellicht nog geen 10 procent van de slachtoffers. Zowel Child Focus als Payoke hamert op meer preventie en zoeken naar manieren om politiediensten en de hulpsector alert te maken voor de signalen van tienerprostitutie, maar ook om kwetsbare meisje al op erg jonge leeftijd te sterken en hun mogelijkheden te geven om uit de klauwen van de tienerpooiers te blijven. Hoe zult u hier meer op inzetten?
Hoever staat u met de uitrol van die innovatieve woonvormen specifiek voor deze doelgroep? Een aantal maanden terug was er een wachtlijst bij Payoke voor hulpverlening aan de slachtoffers van tienerpooiers. Dat zou natuurlijk niet de bedoeling mogen zijn. Ik hoor nog steeds dat men daar te weinig mankracht heeft om die meisjes, waarvan men na een assessment ontdekt dat ze wel degelijk slachtoffers van tienerpooiers zijn, ook daadwerkelijk te begeleiden. Is daarvoor intussen een oplossing voorhanden?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Van den Bossche, de overeenkomst met vzw Payoke is van start gegaan op 1 december 2018. Na een opstartfase, om de praktische voorbereiding te kunnen uitwerken, werd op 18 februari 2019 een ministeriële rondzendbrief verspreid waarin de inhoudelijke contouren van deze overeenkomst zijn geduid en de verwachtingen ten aanzien van de jeugdhulpaanbieders zijn verduidelijkt. Het project inzake melding en assessment met Payoke maakt deel uit van een ruimer Vlaams actieplan voor een betere bescherming van slachtoffers en een strengere aanpak van tienerpooiers. De opvolging van de projectovereenkomst met Payoke gebeurt dan ook binnen een Vlaamse stuurgroep, die het volledige actieplan aanstuurt. Ter voorbereiding van de verlenging van de projectovereenkomst is er aanvullend op de brede evaluatie binnen de Vlaamse stuurgroep overleg tussen het agentschap Opgroeien en Payoke om de diverse opdrachten in de overeenkomst te evalueren.
In een eerste evaluatie in juni, een half jaar na de opstart, bleek dat de cijfers die werden aangeleverd door Payoke, verdere verheldering nodig hadden. Uit het overzicht van de meldingen kon niet duidelijk worden opgemaakt in hoeveel van die meldingen er sprake was van een vraag om informatie inzake het fenomeen tienerpooiers, een vraag om teamondersteuning inzake mensenhandel, een informatievraag omtrent de inschatting van bepaald gedrag van een jongere dat kon worden gecatalogeerd als niet zorgwekkend, meldingen die werden geregistreerd als dossiers waarbij er uit het voorafgaande traject al duidelijkheid was over het slachtofferschap, en dossiers waarbij er een vraag tot assessment kwam.
Dat heeft geleid tot een aangepaste registratie, waardoor duidelijk werd dat van de 129 vragen die Payoke in 2019 ontving, er 52 adviesvragen waren die geen melding inhielden. Inzake de 72 vragen voor assessment werden er 18 adviezen gegeven, waarbij in 16 dossiers de conclusie was dat het niet ging om slachtoffers van tienerpooiers.
Het installeren van het meldpunt is er in eerste instantie gekomen om een concreter zicht te kunnen hebben op de problematiek binnen de jeugdhulp. Uit de voorlopige cijfers blijkt dat dit in de lijn ligt van de oorspronkelijke inschatting dat het om ongeveer zestig slachtoffers zou gaan. Het is veel moeilijker om een inschatting te maken van een eventueel ‘dark number’ aan slachtoffers die op dit moment op geen enkele manier zijn te traceren.
In het bijgestuurde Vlaams actieplan zijn er daarom diverse acties opgenomen die daarop inspelen. Preventie is het eerste luik. Hieronder vatten we het inzetten op een brede sensibilisering met het oog op een verbeterde detectie en preventie bij jongeren én hun omgeving. Deze kennis moet alle betrokken partners ertoe in staat stellen om een beleid te ontwikkelen waarbij er gericht kan worden gehandeld wanneer ze in aanraking komen met deze problematiek. Een degelijke kennis van hoe het fenomeen en de impact ervan op minderjarige slachtoffers kunnen worden begrepen en herkend, kan ervoor zorgen dat de signalen sneller kunnen worden opgepikt en in de juiste context worden gezet, en er passend kan worden gehandeld.
Op het vlak van kennis en preventie is Child Focus onze kernpartner. Met de lancering van de website www.stoptienerpooiers.be bereiken we zowel de professionele partners als de brede maatschappij. Aanvullend richt het luik preventie zich ook uitdrukkelijk op het gebruik van sociale media: zo moeten jongeren een bredere alertheid ontwikkelen voor – vaak virtuele – ronselpraktijken. In nauwe samenwerking met Sensoa en jeugdhulpaanbieders werd door Child Focus GPS (Girl Power Squad) ontwikkeld, een online tool voor begeleiders uit jeugdhulpvoorzieningen om met kwetsbare meisjes vanaf 11 jaar aan de slag te gaan. De tool heeft zowel een online- als een offlinedimensie. Niet enkel het luik tienerpooiers komt er aan bod: er wordt ook ingezet op het leren stellen van grenzen en het werken aan een positief zelfbeeld. De tool is gratis beschikbaar. Organisaties kunnen ook een vorming volgen over tienerpooiers en over hoe je de tool kunt gebruiken.
Vanuit de Vlaamse stuurgroep wordt momenteel gewerkt aan een vormingsplan waarin de verschillende betrokken partijen de juiste handvatten aangereikt worden. Ter ondersteuning zal een draaiboek met alle concrete informatie ter beschikking gesteld worden. Ook het opnieuw onder de aandacht brengen van het materiaal dat al uitgewerkt werd door Child Focus en de mogelijkheden van de ondersteuning door de referentiecentra mensenhandel zitten vervat in het vergroten van de kennis over en de focus op deze problematiek.
Met de rondzendbrief van 20 maart 2019 riepen we op om in te tekenen voor een uitbreiding van nieuw te ontwikkelen kleinschalig innovatief aanbod voor jongvolwassen slachtoffers van mensenhandel. Na een evaluatie van de dossiers werden uit de verschillende kandidaturen vier organisaties geselecteerd, die vanaf 1 januari 2020 erkend worden voor een aanbod van innovatieve woonvormen. Drie van deze organisaties zullen effectief verblijf aanbieden, terwijl één organisatie erkend wordt om, ter ondersteuning van organisaties die slachtoffers begeleiden, onthemingstrajecten aan te bieden voor deze slachtoffers. Op deze manier creëren we een bijkomende capaciteit die specifiek op maat is voor deze doelgroep en de extra mogelijkheid tot ontheming.
Aangezien het om nieuw, innovatief aanbod gaat, wordt een intervisietraject uitgestippeld waarin de verschillende aspecten van het aanbod aan bod komen.
Behalve de opstart van deze innovatieve woonvormen blijft ook het projectmatige aanbod van vzw Ne(s)t lopen. Hieraan wordt een nauwe samenwerking met Pleegzorg Oost-Vlaanderen gekoppeld.
In de registratie van de aanmeldingen die Payoke ontving, is duidelijk merkbaar dat er in 2019 een wachtlijst aangelegd werd en er niet onmiddellijk op elke vraag ingespeeld kon worden. Van de 72 aanmeldingen waarbij er een vraag tot assessment kwam, stonden er eind 2019 25 op de wachtlijst.
Vanuit deze vaststelling werd overleg gepleegd met Payoke om dit probleem te analyseren. Hieruit bleek dat er mogelijk verwarring was tussen het assessment op zich en de mogelijke vervolgbegeleiding. Er werden afspraken gemaakt om via verdere afstemming tussen Payoke en het hulpaanbod te komen tot een duidelijker taakafbakening, zodat het luik assessment beperkt kan worden in tijd zonder in te boeten op de kwaliteit. Het werd eveneens duidelijk dat de jongeren die op de wachtlijst voor een assessment staan, ondertussen wel een lopend hulpverleningstraject hadden, en het dus niet gaat om mogelijke slachtoffers zonder enige vorm van ondersteuning.
Payoke gaf aan dat er in de loop van 2019 verschillende personeelswissels zijn geweest, waardoor er vertraging werd opgelopen in de opstart van sommige assessments. Ook dit verklaart mee de wachtlijst.
In het kader van de verlenging van de projectovereenkomst met Payoke zullen ook het luik van assessment en het wegwerken van de wachtlijst nauw opgevolgd worden.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik hoor dat u werk wilt maken van het wegwerken van de wachttijden. Payoke is nu zo georganiseerd dat een aantal mensen die assessments doen, die drie tot zes weken duren, en er andere mensen zijn die in principe de begeleiding doen voor die groep waar inderdaad blijkt dat men slachtoffer is. Het is natuurlijk belangrijk dat die begeleiding kan gebeuren.
Op welke manier wilt u de 132 nieuwe beveiligde opvangplaatsen voor jongeren in problematische leefsituaties waarin u voorziet, invullen voor deze slachtoffers? Het gaat om een investering van 20 miljoen euro. Wij weten allemaal dat zij vooral nood hebben aan heel gespecialiseerde begeleiding. Dat gaat zowel om psychische begeleiding als om een politioneel-juridisch luik, waarvoor kennis nodig is. Men moet ervoor zorgen dat men uit de klauwen blijft van dat milieu. Soms is er helaas een soort van afkicken nodig en moet men de meisjes weghouden van de pooiers. In andere gevallen is het veel beter om in een kleinschalige opvang terecht te komen. Maar hoe het ook zij, elke expert pleit voor een homogene samenstelling van de groep die wordt opgevangen, onder andere wegens het eventuele gevaar van, zoals men dat dan noemt, besmetting. Het is niet zelden zo dat slachtoffers in het begin nieuwe slachtoffers maken. Zij ronselen omdat zij zich op de een of andere manier loyaal voelen ten aanzien van die pooiers.
Minister, hoe ziet u die opvang wanneer u extra plaatsen creëert? Blijft u voor homogene groepen gaan of denkt u eerder aan gemengde opvang?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Voorzitter, het is schrijnend dat we nog geen 10 procent van de slachtoffers bereiken. Het aantal slachtoffers wordt op een duizendtal geschat. De vraag is natuurlijk waarom zo veel slachtoffers onder de radar blijven. De vraag is ook of er geen betere samenwerking tussen de voorzieningen voor bijzondere jeugdzorg, politie en justitiediensten moet komen. Moeten we die samenwerking niet nog meer intensifiëren en moeten de daders geen zwaardere straffen krijgen? Die daders hebben vaak totaal geen schuldbesef, wat heel schrijnend is. Zoals daarnet is gezegd, zien we bij de slachtoffers een zekere loyaliteit ten aanzien van de daders en is er vaak sprake van een hervallen.
Minister, zult u de samenwerking met de justitiediensten en de politie nog meer intensifiëren?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, de stijging van het aantal tienerpooiergevallen in ons land is onrustwekkend en zeer triest. Tijdens de begrotingsbesprekingen heeft mijn fractie al de nodige aandacht voor dit schrijnend probleem gevraagd.
Zoals daarnet al is gezegd, weet niemand goed wat met deze zwaar getraumatiseerde minderjarigen aan te vangen. Het probleem is acuut, waardoor een effectiever beleid zich snel opdringt. Er is nood aan een betere opsporing, aan een verbeterde preventie en repressie en aan een aangepaste hulpverlening voor de slachtoffers. Ik verwijs naar wat Payoke hierover heeft verklaard. Die zorg is zeer specifiek en complex.
Minister, het is tijd dat alle betrokken instanties over mogelijke oplossingen nadenken. Hoe verloopt het overleg tussen u en de ministers die in de Vlaamse Regering en de Federale Regering bevoegd zijn voor Justitie en voor Binnenlandse Zaken?
De heer Parys heeft het woord.
Minister, er zijn 132 nieuwe beveiligde opvangplaatsen. Is er rekening gehouden met een vorm van regionale spreiding tussen de 4 organisaties? Waar kunnen we die plekken juist situeren?
We hebben het hier over het dark number gehad. Het is belangrijk dat we op de eerstelijnsdetectie inzetten en dat we onder meer de politie erop wijzen dat het belangrijk is de signalen van de slachtoffers van tienerpooiers op te vangen. Onderneemt u op dat vlak concrete stappen?
In februari 2019 is er een evaluatie van het centraal meldpunt voor de slachtoffers van mensenhandel geweest. Welke werkpunten zijn uit die evaluatie naar voren gekomen? Welke acties onderneemt u om die werkpunten in concrete realisaties om te zetten?
Ik ben blij dat de vraag om uitleg die ik op 15 oktober 2019 heb gesteld over de aantallen en de opsplitsing nu heel gedetailleerd is beantwoord. We weten nu hoeveel meldingen eigenlijk adviesvragen zijn en hoeveel meldingen in een assessment resulteren. Ik heb er toen echter op gewezen dat Payoke tijdens een stuurgroepvergadering heeft verklaard dat er echt werk moet worden gemaakt van een betere informatiedoorstroming en van een betere afstemming tussen wat Payoke doet en wat de voorzieningen doen waar de slachtoffers verblijven. Op die manier kan de wachtlijst voor assessments kleiner worden. Hebt u hier werk van gemaakt? Wat hebt u concreet ondernomen?
Mijn laatste vraag betreft het Nationaal Actieplan ‘Strijd tegen mensenhandel’, dat in 2019 is afgelopen. Hoe zit het met het overleg om tot een nieuw actieplan voor de periode 2020-2024 te komen?
Minister Beke heeft het woord.
Ik denk dat we de bezorgdheden die hier naar voren zijn gebracht absoluut delen.
Er is concrete informatie gevraagd, die ik op dit ogenblik niet kan geven maar die we zullen opvragen. Dat is geen probleem. We kunnen nadien het debat daarover voeren.
We gaan nu in de komende periode met een aantal zaken aan de slag. We zijn pas begonnen. We zullen dit issue verder ontwikkelen in de nabije toekomst. Ik zal ook in overleg gaan met het agentschap Opgroeien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.