Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Op 9 december meldde de VRT dat de afvalberg aan polyester boten stijgt. Wie af en toe langs het water vertoeft, zal dat niets verbazen. Die afvalberg situeert zich immers langs en op onze waterlopen in de vorm van achtergelaten of verwaarloosde en vaak niet meer te recupereren boten.
Vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw gingen botenbouwers aan de slag met polyester. Die kunststof had voor de scheepsbouw heel wat troeven: scheepsrompen uit polyester zijn immers goedkoper dan houten en metalen varianten, ze zijn ook lichter en sterker en ze zijn beter bestand tegen de tand des tijds. Maar ook polyester boten hebben geen eeuwig leven. Veel van die vaartuigen komen nu aan hun levenseinde. Op zich is dat geen probleem, ware het niet dat veel eigenaars het nalaten om die boten op tijd uit het water te halen en te laten afbreken. In Nederland zou het gaan over een 25.000-tal boten. In Frankrijk en Engeland gaat het telkens over 50.000 boten. In heel Europa zouden er volgens de gegevens van de VRT elk jaar 140.000 verwaarloosde boten bij komen. Bij ons zijn er volgens de journalist niet meteen cijfers beschikbaar.
Boten die niet meer gebruikt of onderhouden worden, takelen af tot ze rijp zijn voor de sloop. De waarde van de polyester boten ligt echter vaak lager dan de kosten die het met zich meebrengt om ze te laten afbreken. Het gevolg is dat heel wat van die vaartuigen er verwaarloosd blijven bij liggen in jachthavens, op rivieren en kanalen. De Vlaamse Waterweg haalt alleen die boten uit het water die een gevaar vormen voor de scheepvaart. De Vlaamse Waterweg heeft een opslagplaats nabij Gent. De rest van die boten blijft liggen omdat het bergen van de boten geld kost.
Bij ons is er voorlopig geen concreet recyclageplan voor polyester. Vandaag worden polyester vaartuigen verzaagd en gaan ze zoals het gewone huisvuil mee de verbrandingsoven in, weinig duurzaam dus. In Frankrijk is er ondertussen een officiële organisatie, de APER of Association pour la Plaisance Eco–Responsable, die zich bezighoudt met de recyclage van polyester boten. Die organisatie zou vorig jaar ongeveer 2500 vaartuigen hebben gerecycleerd, veel minder dan het aantal aanwezige boten. Om de historische achterstand weg te werken moet dat aantal de komende jaren nog flink stijgen. Constructeurs betalen er een ecotaks en booteigenaars een registratietaks, taksen die dan gebruikt worden voor de recyclage van de polyester boten.
Een taks bij aankoop van een boot zou bij ons dreigen haar effect te verliezen, want er worden nogal wat boten in het buitenland gekocht, maar een soort bijdrage die gebruikt kan worden voor de recyclage – vergelijkbaar met de Recupelbijdrage of de taks op brandstof voor de sanering van tankstationbodems – is misschien wel een optie. Als ik naga welke certificaten en andere documenten vereist zijn om een boot in gebruik te nemen in Vlaanderen, moeten er wel aanknopingspunten te vinden zijn.
Daarom heb ik hierover de volgende vragen, minister. Hebt u een zicht op het aantal polyester boten dat ‘einde leven’ is naast en op de Vlaamse waterlopen?
Heeft Vlaanderen, naar Frans voorbeeld, de mogelijkheid om een recyclagetaks te heffen, gekoppeld aan de documenten nodig om een boot in gebruik te nemen? Valt dit onder uw bevoegdheden om dit verder uit te werken? Zo niet, zult u uw bevoegde collega daarover aanspreken?
Komt er een plan van aanpak om ervoor te zorgen dat polyester boten gerecycleerd worden? Zo niet, wat zijn de knelpunten dan? Ik denk dat er toch mogelijkheden zijn.
Met welke technieken uit binnen- of buitenland kan polyester op een meer milieuvriendelijke manier worden verwerkt dan de huidige manier van verzagen en verbranden? Is er al zicht op wanneer die technieken in Vlaanderen toegepast kunnen worden?
Tot slot, wat zijn de bevindingen van het proefproject van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in de jachthaven van Nieuwpoort? Zijn er plannen om dit proefproject uit te breiden naar de rest van Vlaanderen?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor uw vraag.
Heb ik zicht op het aantal polyester boten dat einde leven is? ‘Neen’ is daar het antwoord op. Er zijn geen Vlaamse cijfers over bekend en volgens de OVAM werd daar ook geen inventaris voor gemaakt. In een Europese studie van 2016 wordt melding gemaakt van zo’n 35.000 pleziervaartuigen in België. Als je dan een gelijkaardige schatting maakt, komt dat neer op zo’n 350 à 700 afgedankte pleziervaartuigen per jaar. Dat blijft, voor alle duidelijkheid, wel een ruwe schatting.
Wat uw vraag over de recyclagetaks betreft, moet u zich voor de taks zelf misschien ook even tot collega Diependaele richten, maar in principe kunnen we in het kader van een aanvaardingsplicht op plezierboten een recyclagetaks laten heffen bij het op de markt brengen van een schip. De scheepseigenaar zou dan bij de aankoop van een boot een milieubijdrage betalen die de inzameling en recyclage ervan nadien moet bekostigen, maar zoals u ook in uw vraag aanhaalt, zou dat in dit geval niet goed werken, omdat heel veel boten in het buitenland worden aangekocht. Soms worden er ook buitenlandse schepen bij ons achtergelaten. Volgens de huidige regelgeving, zonder de invoering van een aanvaardingsplicht, is het de ontdoener, de eigenaar, die moet opdraaien voor de recyclagekosten. In het geval van schepen zijn dat dus diezelfde mensen die onderhevig zouden zijn aan de recyclagepremie. Om deze reden is de invoering van een aanvaardingsplicht niet aan de orde.
Komt er een plan van aanpak om ervoor te zorgen dat polyester boten gerecycleerd worden? Op dit moment is zo’n plan er niet. Wij proberen eerst zoveel mogelijk kennis te vergaren om nadien te kijken hoe we de recyclage kunnen bevorderen. Zoals u weet, ondersteunt de OVAM de lopende projecten van De Vlaamse Waterweg en van de jachthaven van Nieuwpoort. Daarnaast is de OVAM ook een partner in het Europese interregionale project Recy-Composite rond nieuwe recyclage- en afzetmogelijkheden voor polyesterafval.
Met welke technieken uit binnen- en buitenland kan polyester op een milieuvriendelijke manier worden verwerkt dan nu het geval is? Dat is een zeer technische vraag. Koolstofvezels kunnen op een economisch haalbare manier gerecupereerd worden via het afbranden of oplossen van het matrixmateriaal. Technisch is dit ook perfect mogelijk voor glasvezels, maar economisch gezien is dit nog niet haalbaar gezien de te lage marktwaarde van het gerecupereerde vezelmateriaal. In het reeds aangehaalde Europese project zijn reeds verschillende opties en combinaties uitgetest. Zo werd de techniek voor breken en zeven geoptimaliseerd, waardoor het mogelijk is om af te zeven in fracties met verschillende gehaltes aan vezelmateriaal. U hoort dat dit een zeer technisch antwoord is. Ik denk dat we dit beter niet in de commissie behandelen, maar overlaten aan ingenieurs. U mag natuurlijk de vragen stellen die u wilt stellen, voor alle duidelijkheid.
Het proefproject in de jachthaven van Nieuwpoort is een kleinschalig recyclageproject. Het wordt ondersteund door de OVAM via het open-callproject. Het proefproject werd verlengd. Het einde is voorzien voor het begin van de zomer. Pas nadien zullen we kijken hoe we dat project kunnen opschalen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Heel erg bedankt voor het antwoord en de technische details van de recyclagetechnieken, minister.
Ik wil nog even inzoomen op de waterloopbeheerders en het feit dat ze alleen die boten uit het water halen die een gevaar betekenen. Plant u opvolging van de acties van de waterloopbeheerders, het nagaan in welke mate iets voor gevaar zorgt? Ik kan mij heel goed voorstellen dat wat gevaarlijk is voor een binnenschip, anders is dan wat gevaarlijk is voor een kajakker of een kleiner pleziervaartuig.
Minister, ik wil me aansluiten met een suggestie. Uiteindelijk zal er wel een regeling moeten worden getroffen, want dit is een sector waar de veroudering van de booteigenaars ontzettend snel aan het gaan is. Bovendien gaan oplossingen die rekening houden met belasting van nieuwe boten, op zich niet veel bijbrengen, want het voornaamste probleem is de gigantische hoeveelheid aan tweedehandse, vaak decennia oude boten en bootjes die nog in gebruik zijn of die ergens verwaarloosd liggen te worden. Welke oplossing er ook zal komen, die zal op een of andere manier moeten inspelen op het feit dat het gaat om heel wat oudere eigenaars met heel oude en nog amper bruikbare vaartuigen. Anders zal het hoe langer hoe meer een geval zijn van achterlaten, al dan niet ten laste van clubs, organisaties en terreinen waar ze zijn blijven liggen, of letterlijk verzekeringsfraude, waarbij iemand de boot in brand steekt, wat ook courant voorkomt. Daar moet toch enige rekening mee worden gehouden als men dit probleem wil oplossen. Want we gaan daar hoe dan ook op een of andere manier mee blijven zitten.
Minister Demir heeft het woord.
Collega's, sta mij toe om de suggesties mee te nemen. Het is voor mij een zeer specifieke materie, dus ik ga de suggesties sowieso meenemen. Ik besef wel dat we eens goed zullen moeten nadenken over hoe we dat gaan aanpakken, want het gaat inderdaad over veel bootjes. Ik ben het ermee eens dat we daar samen met de OVAM en de waterloopbeheerders naar moeten kijken.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Bedankt voor de antwoorden. Ik kijk er alvast naar uit om oplossingen te zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.