Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Op 7 januari 2020 verscheen in verschillende media het bericht dat een onbekend virus op een markt in de stad Wuhan in China 44 mensen een longontsteking had bezorgd. Intussen is dat aantal al stevig opgelopen. Hoewel er geen parallel te trekken is met het SARS-virus (severe acute respiratory syndrome) uit 2002 en China vandaag ook beter voorbereid is om een pandemie onder controle te krijgen, maakt deze case opnieuw duidelijk dat er steeds risico's op nieuwe ziekten bestaan, die mensen op korte tijd kunnen besmetten. Vandaag kwam ook in het nieuws dat iemand uit Thailand, die op vakantie was geweest in China, hetzelfde virus zou hebben opgelopen en in het ziekenhuis werd opgenomen.
Dichter bij huis was er recent de besmetting van de helft van de bewoners en het personeel van woonzorgcentrum Herdershove in Brugge met een virus dat leidde tot maag- en darmklachten. Dat is gelukkig van een heel andere orde, maar niet onbelangrijk als thema. Vorige week werden er in een woonzorgcentrum in Putte 61 bewoners geïsoleerd op hun kamer nadat ook daar het norovirus uitbrak. Dat is een bijzonder besmettelijk virus dat toch wel veel last kan geven. Het gaat hier over besmettingen in omgevingen in Vlaanderen waar er al bovengemiddeld veel aandacht is voor hygiëne.
Wat is op dit moment het kader in Vlaanderen omtrent het voorkomen en het beperken van de verspreiding van agressieve virussen?
Welke richtlijnen omtrent hygiëne zijn van kracht in de Vlaamse woonzorgcentra (wzc’s) om de uitbraak van ziekten en de verspreiding ervan te voorkomen?
Hebt u zicht op de naleving van deze richtlijnen?
Is, specifiek voor de cases van de besmettingen in de wzc’s, Zorginspectie ter plaatse gegaan om te kijken wat er eventueel is fout gegaan en of de richtlijnen goed zijn nageleefd? Welke bevindingen hadden zij toen zij ter plaatse zijn gegaan?
Minister Beke heeft het woord.
Voor nieuwe infecties en infectieuze dreigingen met een internationaal karakter wordt overleg gepleegd tussen de federale overheid en de gemeenschappen en de gewesten in het kader van het Internationaal Gezondheidsreglement IHR (International Health Regulations) van de Wereldgezondheidsorganisatie. In dat kader bestaan er in België een RAG (Risk Assessment Group) en een RMG (Risk Management Group) voor structureel overleg, risicoanalyse en, zo nodig, ook het nemen van indijkbeslissingen.
Wanneer artsen in Vlaanderen een vermoeden hebben van een dreigende epidemie of uitbraak, moeten ze dit melden aan de dienst Infectieziektebestrijding van het agentschap Zorg en Gezondheid. Ook voor individuele gevallen van een veertigtal types infectieziekten geldt die meldingsplicht. Deze dienst is bevoegd om de nodige maatregelen te nemen of op te leggen in het kader van het Preventiedecreet en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten.
De Vlaamse wzc’s zijn wettelijk verplicht een beleid te voeren rond het voorkomen van infecties en rond de afzondering van bewoners die lijden aan een infectie met besmettingsgevaar. De wzc’s dienen daarvoor te beschikken over de nodige procedures, producten en materiaal. De coördinerend en raadgevend arts (CRA) speelt hierbij een belangrijke en coördinerende rol, in samenspraak met de directeur en de hoofdverpleegkundigen. Zorg en Gezondheid ondersteunt de wzc’s hierin met een werkinstrument Infectiepreventiebeleid in Vlaamse woonzorgcentra en met richtlijnen en adviezen bij infectieziekten. Deze documenten zijn ook beschikbaar op de website van Zorg en Gezondheid.
Zorginspectie gaat bij de algemene opvolgingsinspectie van een woonzorgcentrum de volgende elementen na: zijn er binnen het wzc schriftelijke afspraken voor het personeel waarin instructies met betrekking tot handhygiëne en de basisvereisten inzake persoonlijke hygiëne omschreven zijn? Zijn de afspraken gekend bij het personeel? Worden de basisvereisten voor persoonlijke hygiëne nageleefd? Zijn het materiaal en de producten aanwezig om een goede handhygiëne toe te passen? De bevraging en beoordeling focust dus op het voorkomen van infecties, en is afgestemd op de genoemde richtlijnen die door de dienst Infectieziektebestrijding van Zorg en Gezondheid aan de sector worden gegeven.
Er is ook in andere sectoren met verhoogd risico reeds een deels verplicht beleid rond infectieziekten. In ziekenhuizen geldt het koninklijk besluit (KB) van 26 april 2007 waarin de normen beschreven zijn die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd. Dit KB vermeldt de taken en opdrachten van het team en het comité voor ziekenhuishygiëne. Het gaat dan onder andere over het ontwikkelen, implementeren en opvolgen van een beleid ter preventie van de overdracht van besmettelijke kiemen en een epidemiebeleid.
Voor kinderdagverblijven ondersteunt Kind en Gezin de kinderdagverblijven in hun preventieve aanpak bij (infectie)ziekten met informatie op hun website en via de infectieziekteklapper.
Ten derde beschikken de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s) eveneens over een draaiboek infectieziekten dat door Zorg en Gezondheid en de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ) ontwikkeld werd. Het geeft een overzicht van de hygiënische maatregelen die scholen en schoolartsen moeten hanteren bij het voorkomen van infectieziekten.
De uitbraak in het woonzorgcentrum Herdershove werd gemeld aan de dienst infectieziektebestrijding van Zorg en Gezondheid, die de nodige opvolging en ondersteuning bood door middel van adviezen.
Een uitbraak van maag-darmontsteking, gastro-enteritis, door virussen is helemaal niet uitzonderlijk. Virussen die uitbraken van gastro-enteritis veroorzaken zijn erg besmettelijk en kunnen zich ook voordoen in zorginstellingen die een volledig correct beleid voeren op het vlak van infectiepreventie. Zorg en Gezondheid heeft voor woonzorgcentra een specifiek advies over de te nemen maatregelen bij dergelijke uitbraken ter beschikking gesteld op zijn website. Indien nodig kan de dienst infectiebestrijding van Zorg en Gezondheid ter plaatse gaan in het kader van zijn toezichtsbevoegdheid. Zorginspectie voert geen specifieke inspecties uit bij dergelijke uitbraken.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Zijn er mogelijke situaties waarin wel ad hoc wordt beslist om de Zorginspectie te sturen, minister? U zegt dat ze bij dit soort van virus niet ter plekke gaan, dat begrijp ik, maar zijn er specifieke situaties waarin de Zorginspectie wel ad hoc zou worden gestuurd om een situatie in te schatten en te kijken of de juiste voorzorgsmaatregelen genomen zijn?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
We moeten ons ook deze vraag stellen. Als mensen bij de uitbraak van zo’n virus enorm dicht op elkaar zitten – ik denk bijvoorbeeld aan crèches – is het natuurlijk niet altijd even evident. De verspreiding is grotendeels al gebeurd voor er effectief een uitbraak van die ziekte is. De voornaamste maatregelen die men kan treffen zijn de hygiënische maatregelen, door regelmatig de handen goed te ontsmetten door de verzorgende verpleegkundigen en artsen. Dat is onder andere ook zeer belangrijk voor het tegengaan van de ziekenhuisbacterie, maar dat geldt evengoed voor het tegengaan van de verspreiding van virale infecties.
Minister Beke heeft het woord.
Wat mevrouw Saeys zegt, klopt natuurlijk helemaal. Terugkomend op uw vraag, mevrouw Van den Bossche: indien nodig kan de dienst infectiebestrijding van Zorg en Gezondheid altijd ter plekke gaan. Dat kan dus, ja.
De vraag om uitleg is afgehandeld.