Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, op 10 januari stond in De Tijd dat een groot deel van de besparingen op preventief gezondheidsbeleid gewoon doorgaan. Vlak voor kerst kondigde u aan dat de 1,3 miljoen euro aan besparingen op preventie zouden worden teruggedraaid. Een deel ervan kon u al aankondigen omdat ze al eerder specifiek omschreven waren via het concept ‘mentale gezondheid’, maar ook andere besparingen zouden worden teruggedraaid, al was het nog minder duidelijk welke dat zouden zijn. U had ook 1,3 miljoen gevonden door voor dat bedrag vaccins aan te kopen en deze te verhalen op de begroting 2019, waardoor er ruimte ontstond in 2020. U gaf ook mee dat er voor 7,7 miljoen euro aan nieuw beleid werd gepland.
Als we kijken naar de beslissingen inzake de begroting, dan is via een herverdeling van een provisie in de begroting 2019 inderdaad 1,3 miljoen euro toegekend. Dat is op zich een goede ingreep, maar er werd slechts voor 520.000 euro aan besparingen op preventief gezondheidsbeleid ongedaan gemaakt. Dat betekent dat er nog 800.000 euro over is, waarmee u ofwel iets anders wilt doen dan de besparingen terugdraaien – misschien denkt u aan nieuw beleid –, ofwel besparingen alsnog wilt terugdraaien maar dat u nog wacht om die beslissing te nemen omdat er misschien voorwaarden aan gekoppeld zijn. In ieder geval is daar nog wat onduidelijkheid over.
Ook omtrent het nieuwe beleid is er bij mij onduidelijkheid gerezen. Ik begrijp dat u het geld voor de uitvoering van de genderneutrale HPV-vaccinatie (humaan papillomavirus) die door uw voorganger werd beslist, kadert onder nieuw beleid. Voor ons is dat niet zo nieuw omdat de beslissing al een tijd geleden werd genomen, maar voor de bevolking is het dat wel. ‘Fair enough’. Maar voor de rest gaat het louter om de verlenging van de beheersovereenkomsten die niet ter discussie stonden. Ik denk dan aan Sciensano, de onderzoekscentra Aangeboren Aandoeningen en de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculose. Overigens hebben die laatste twee organisaties nog altijd de besparing van 1,3 procent te dragen.
Tot slot zijn er uw verklaringen in de commissie van 17 december en ook in de plenaire aangaande de besparingen op de vertrouwenscentra kindermishandeling en het expertisecentrum eraan gekoppeld, waarbij het voor u onduidelijk was of u die besparingen kon terugdraaien of niet. Maar u zou zoeken naar een oplossing zonder dat u specifiek een toezegging op dat domein hebt gedaan.
Ik had ondertussen gehoopt te zien dat de besparingen teruggedraaid zouden zijn en daarom heb ik enkele vragen voor u.
Wat is de stand van zaken omtrent het terugdraaien van de besparingen? Hebt u alle besparingen die u wilde terugdraaien ook effectief teruggedraaid of zullen er nog andere volgen? Hoe zit het dan met de 520.000 euro aan besparingen die u al hebt toegewezen? Wat zult u doen met het resterende bedrag?
Klopt het dat u om die resterende 800.000 euro uit te geven nog in overleg bent met organisaties? Zo ja, was het niet goed geweest om dat overleg te doen vooraleer er werd beslist over hoe en waar de besparingen zouden gebeuren? Op dit moment lijkt het voor organisaties oncomfortabel. Moeten ze allemaal vechten om hetzelfde geld? Krijgen ze elk een deel? Het is vrij onduidelijk.
Wat is het rationale waarom de regering specifiek de organisaties die werken rond preventieve gezondheidszorg niet hebben gevrijwaard van besparingen? Iedereen – ook mensen uit de oppositie – begrijpt dat de rekening moet kloppen, maar ik vind het heel bijzonder dat er precies in preventie wordt gesnoeid. Wat is het rationale om bijvoorbeeld niet voor Sensoa de nodige middelen vrij te maken op het moment dat er nogal wat soa-besmettingen (seksueel overdraagbare aandoening) zijn bij jongeren maar ook bij vijftigplussers?
Specifiek voor de vertrouwenscentra kindermishandeling: bent u er al uit of u de besparingen wilt terugdraaien of niet?
Kunt u bevestigen dat het cijfer van 7,7 miljoen euro – later bijgesteld naar 9 miljoen euro – aan nieuw beleid gaat over de HPV-vaccinaties en het bestendigen van beheersovereenkomsten met organisaties waarvan het nut niet werd betwijfeld? Vindt u dat er ook nog nieuw beleid is? Misschien mis ik iets.
Ten zesde: aangaande de bevolkingsonderzoeken naar aangeboren aandoeningen stelt het begrotingsakkoord met minister Diependaele dat dit dient te gebeuren binnen de voorziene middelen. Er mag dus niets gebeuren dat aanleiding kan geven tot een meervraag in de toekomst. Dat meer mensen bijvoorbeeld een beroep doen op vaccinaties, wordt blijkbaar niet gezien als een externe kostendrijver. Ik kan mij bijvoorbeeld inbeelden dat meer mensen zouden deelnemen aan het onderzoek naar darmkanker. Dat is een externe kostendrijver en kan voor een stuk gecorreleerd zijn aan de inspanningen die een overheid doet om mensen te motiveren, maar verder is het natuurlijk ook de keuze van de mensen zelf om hierin mee te stappen. Mogen wij het zo lezen en begrijpen dat als meer mensen werkelijk in die initiatieven stappen, er dan geld tekort is voor én die vaccinaties én die screening? Dat waren vragen 6 en 7.
En tot slot, de achtste vraag: de communicatie rond de besparingen op preventief gezondheidsbeleid en de vele bijstellingen daar gaven toch wel wat redenen tot ongerustheid op vele plekken. De eerste communicatie was dat er op 13 december 2019 door de regering was beslist om niet te besparen. Toen documenten opdoken met een besparing, was de communicatie dat er wel een besparing was, maar dat die onmiddellijk ongedaan werd gemaakt door een ander besluit. Maar toen we dat besluit opvroegen, bleek er geen besluit te zijn dat opgevraagd kon worden. Op 17 december gaf u dan aan oplossingen te zoeken om een aantal besparingen terug te draaien, op 18 december hebt u gezegd dat ze teruggedraaid worden. Op 20 december wisten we dan dat het ging om 1,3 miljoen euro, toen was er de veronderstelling dat dat voldoende was om al die besparingen terug te draaien. Maar op 10 januari 2020 merkten we dan dat er maar 520.000 euro van gebruikt is of op dit moment toegewezen. Die communicatie op zich lijkt me eerder ongelukkig. Welke lessen trekt u eventueel daaruit?
Minister Beke heeft het woord.
Dank u wel voor die vragen: ze geven mij de kans om hier nog eens een aantal zaken heel helder en duidelijk te stellen, en ook te zeggen waar we intussen al stappen gezet hebben in datgene dat we hier bij de begrotingsbesprekingen afgesproken hebben.
Tijdens de laatste ministerraad van vorig jaar is er beslist om 1,3 miljoen euro vrij te maken voor de preventie in dit jaar. Deze budgettaire meevaller – zoals ik toen ook gezegd heb – kunnen we gebruiken om een aantal besparingen te herbekijken. Ik heb in de plenaire vergadering ook op uw vraag – als ik me niet vergis – geantwoord dat we in eerste instantie zouden focussen op de preventie op het vlak van de geestelijke gezondheidszorg. Ik denk dat ik in de plenaire vergadering ook punctueel alle organisaties vermeld heb die daaronder zouden vallen. Zo zal er niet bespaard worden op de Zelfmoordlijn, het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP), het Vlaams Instituut Gezond Leven (VIGeZ) en het Vlaams Expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD). Die laatste twee zien de besparingen gemilderd of stopgezet met respectievelijk 96.000 en 198.000 euro. Ook de initiatieven Eetexpert, het Vlaams Instituut Mondgezondheid – GezondeMond, Free Clinic, De Sleutel, het Centrum voor Kankeropsporing en de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg zijn vrijgesteld. De Vlaamse Regering heeft die besparingen via een elektronische procedure op 28 december 2019 bekrachtigd.
Het gaat inderdaad over een bedrag van 527.385 euro, om precies te zijn. Wat er met het resterende bedrag van 800.000 euro zal gebeuren, is nog niet beslist. Zoals ik op 19 december 2019 in de plenaire vergadering gezegd heb, zijn er nog mogelijkheden om ook andere organisaties extra te ondersteunen. We zullen dat in de komende periode bekijken en met hen in overleg treden.
Wat uw tweede vraag betreft, hebben we de begrotingen en de besparingen al uitgebreid besproken. Ik zal daar dus nu niet in detail op terugkomen. Ik wil wel benadrukken dat efficiëntieoefeningen voor elke organisatie aan de orde moeten kunnen zijn. Zelfbevraging daaromtrent moet voor iedereen aan de orde kunnen zijn. Wat goed is, moeten we bewaren. Wat voor verbetering vatbaar is, moeten we ook proberen te verbeteren. Met alle partnerorganisaties sluiten we beheersovereenkomsten af waarin we de prioriteiten voor de volgende jaren zullen scherpstellen. Dat is wat volop aan de gang is en wat we in de komende periode ook zullen doen.
Zoals gezegd, blijven we overtuigd van het nut van een efficiëntieoefening. Daarnaast zijn er nog geen beslissingen genomen over die 800.000 euro. Wat betreft de nood aan actie aangaande het stijgende voorkomen van soa’s in het jaarplan van Sensoa, is wel degelijk opgenomen dat er daarover een campagne zal worden ontwikkeld.
Ik wil beklemtonen dat de financiering van de vertrouwenscentra kindermishandeling de voorbije jaren is gestegen met bijna 20 procent. Alleen al in 2019 kregen zij nog 150.000 euro extra.
Naast dat extra budget kregen de centra ook een versterkte plaats in het jeugdhulplandschap. Vroeger was dat allemaal projectmatig, nu gebeurt dat via een erkenning voor meerdere jaren. Dat geeft een sterkere rechtszekerheid enzovoort. Verder kregen de centra de mogelijkheid tot uitbouw van een Vlaams Expertisecentrum Kindermishandeling (VECK), dat naast de lopende financiering ook een manier is om extra opdrachten te kunnen krijgen. Hierdoor kon VECK een partner zijn bij de introductie van Kindreflex in Vlaanderen, een beleidskeuze die ook deze legislatuur zal worden gecontinueerd en verbreed. Ook werd de overkoepelende chat www.nupraatikerover.be steviger op de kaart gezet en kregen de centra de mogelijkheid tot uitbreiding van de chat, met extra openingsuren.
Op de hulplijn 1712, waar mensen terechtkunnen via telefoon of chat, wordt niet bespaard. Hier kunnen zowel minderjarigen als volwassenen terecht, als zij zelf slachtoffer zijn van een vorm van geweld of als zij weet hebben van situaties van geweld. Het gaat hier over alle mogelijke vormen van geweld.
Wij vragen dat de vertrouwenscentra 1,3 procent besparen, in totaal 92.000 euro. Maar ik geef u mee dat zij alleen al in 2019 een stijging met 150.000 euro hebben gekregen van deze dotatie. Men kijkt op een kritische manier naar de eigen werking. Er zijn verschillende provinciale centra. Met een optimalisering van de bestaande middelen kunnen we allicht op meer vragen een zorgantwoord bieden.
Tegenover die efficiëntieoefening staat de volgende jaren ook een uitbreiding van de jeugdhulp, voor een bedrag van in totaal 92 miljoen euro. Ik zal met de vertrouwenscentra in gesprek gaan. Dat heb ik ook in de commissie gezegd. Voor de kerstvakantie heb ik trouwens al een eerste gesprek gehad, om te bekijken welke rol zij kunnen opnemen in die uitbreiding, gekoppeld aan een efficiëntieoefening die iedereen voortdurend moet doen.
Op de ministerraad van 20 december zijn verschillende beslissingen genomen over de investering in preventie, onder andere over de door u genoemde beheersovereenkomsten, maar bijvoorbeeld ook over de preventiebarometer. Die investeringen zijn gecommuniceerd. Ik heb die communicatie bij mij. Ik heb toen niet gesproken over nieuw beleid. Dat was beslist beleid op de begroting van 2019. Het gaat inderdaad over 7,7 miljoen euro voor preventie. Dat wil zeggen: 3.684.000 euro voor de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding, voor de tuberculosebestrijding en het wetenschappelijk onderbouwen van het tuberculosebeleid; 2.067.239 euro voor het Vlaamse Centrum Brussel voor opsporing Metabole Aandoeningen en het Vlaams Centrum Antwerpen Bevolkingsonderzoek Aangeboren Aandoeningen. Daarbij willen we de aangeboren aandoeningen bij pasgeborenen via een bloedstaal optimaliseren en nagaan welke bijkomende aandoeningen zinvol zijn om op te sporen.
Er is ook 611.000 euro voorzien voor het voeren van een effectief en preventief gezondheidsbeleid. Daarnaast is ook beslist – en dat heb ik toen ook aangegeven – om die vaccins, ter waarde van 1,3 miljoen euro, aan te kopen, wat ons marge geeft voor 2020. De beleidsruimte voor preventie neemt tegen 2024 toe met 9 miljoen euro.
Wat uw zesde vraag betreft, is wat u stelt, niet correct. De subsidie voor de nieuwe beheersovereenkomst bedraagt 2 miljoen euro. Dat komt overeen met het bedrag zoals opgenomen in de vorige overeenkomst, maar met daarop de doorgevoerde besparing van 1,3 procent, een budget dat vroeger met ad-hocsubsidies werd betaald en een extra budget van 110.000 euro voor initiatieven rond communicatie en registratie.
De bepaling opgenomen in het begrotingsakkoord heeft enkel betrekking op de vraag om de stijgende kosten van analyses te erkennen als kostendrijver, omdat geweten is dat de werkelijke kosten hiervan stelselmatig toenemen. Dit betreft enkel het variabele deel van de subsidie. Het begrotingsakkoord heeft natuurlijk betrekking op wat nu in de beheersovereenkomst staat en dus op de ziekte waarop nu al gescreend wordt. Indien er later beslist zou worden om ook op bijkomende ziektes te screenen, dan zullen we de vraag naar bijkomende budgetten binnen de regering moeten bekijken.
In verband met uw zevende vraag, vind ik het een goede zaak als er meer mensen zouden kunnen deelnemen aan de screening, laat dat duidelijk zijn. Als zou blijken dat een grotere participatiegraad tot bijkomende kosten leidt, dan zullen we daar de nodige middelen voor moeten zoeken.
Wat uw achtste vraag betreft, denk ik dat ik bij dit soort beslissingen altijd zo transparant mogelijk geweest ben. Een aantal besparingen en efficiëntieoefeningen zijn nodig, om zo in totaal voor 1,2 miljard euro aan nieuw beleid of uitbreidingen mogelijk te maken. Die besparingen zijn op de ministerraad van 13 december 2019 aan bod gekomen en na afloop is duidelijk geworden – en dat heb ik hier in het parlement ook gezegd – dat er nog budgettaire ruimte was op de begroting van 2019 voor bijkomende maatregelen. Ik heb die toen meteen aangegrepen om extra ruimte te creëren voor de begroting van 2020 op het vlak van preventie, maar ook, collega Van den Bossche, op andere terreinen. Ik herinner mij uw vraag over de centra voor algemeen welzijnswerk (CAW’s) en uw bezorgdheid daarover, een gedeelde bezorgdheid. Ik heb toen gezegd dat ik mij er maximaal toe zou engageren om in 2020 ruimte te creëren om die overgang zo goed mogelijk te maken. Wel, dat hebben we ook gedaan. Voor de CAW’s is voor het jaar 2020 de helft van de te verminderen voltijdsequivalenten gecompenseerd, wat neerkomt op 1.842.989 euro. Deze compensatie wordt net zoals de besparingen verdeeld over de CAW’s.
Ik herinner mij dat u ook een vraag gesteld hebt over het steunpunt Mens en Samenleving (SAM). Ik maak van de gelegenheid gebruik om mee te geven wat de stappen zijn die we daaromtrent gezet hebben. Voor SAM wordt 750.000 euro voorzien om de kosten van de herstructurering te dragen. Ook op dat vlak hebben wij dus ons woord gehouden om te kijken hoe we daar in de toekomst mee omgaan en om de zaak voor een stukje te verlichten.
Ik wil daarbij ook nog zeggen dat SAM eind 2019 nog een projectsubsidie heeft gekregen van 210.000 euro voor het project ‘ondersteuning casemanagers Zorg binnen de activeringstrajecten’, een subsidie die loopt van december 2019 tot eind november 2020. Binnen het project dient SAM een handelingskader te ontwikkelen voor de betrokken casemanagers, zodat zij dat in hun dagelijkse praktijk kunnen toepassen. SAM fungeert daarbij ook als inhoudelijk aanspreekpunt.
Ik geef dit voorbeeld omdat we hebben besloten de structuren kritisch door te lichten. We willen veeleer op de structuren besparen dan alle projectmiddelen voor de komende jaren schrappen. Dat zou ook een beleidskeuze kunnen zijn, maar we hebben besloten dat niet te doen. We willen binnen onze bevoegdheden ook blijven investeren in innovaties en in projecten die inspelen op de nieuwe noden en uitdagingen die in de maatschappij opduiken en die in de samenleving, maar ook in het Vlaams Parlement, wel eens aan bod komen. Indien we gewoon op alle projectsubsidies zouden besparen, zou dit ons misschien wat soelaas geven om minder naar de werking van de structuren te kijken, maar dit zou ons ook achteruitstellen om een antwoord op de nieuwe maatschappelijke noden te geven.
Mevrouw Van den Bossche, pas op het einde van een werkjaar wordt duidelijk of er geld over is. U weet op basis van uw eigen vroegere bevoegdheid als minister van Begroting dat dit nu eenmaal eigen is aan begrotingen. Als er geld over is, moeten we nagaan over hoeveel geld het gaat en waarvoor we dat geld kunnen inzetten. Dat is de reflectie die wij hebben gemaakt.
Ik vind het uiteraard niet zo comfortabel dat er vanwege tijdsdruk onzekerheid en onrust bij de organisaties is ontstaan, maar de essentie van het verhaal is dat een aantal besparingen zijn herbekeken, gemilderd of teruggedraaid. Hierdoor kunnen verschillende organisaties in 2020 voortwerken. Ook wat de focus betreft, kunnen we voortwerken. Het gaat om 800.000 euro, maar ook om nieuw beleid voor de toekomst. We zullen in de komende periode met de verschillende organisaties overleggen over de manier waarop we dit kunnen uitstippelen.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, ik begrijp vanzelfsprekend dat, als er aan het eind van de rit wat geld over is, dit geld bij voorkeur in Welzijn zal worden geïnvesteerd. Het is goed dat u een paar noodingrepen hebt uitgevoerd om alsnog wat budget vrij te maken en besparingen deels terug te draaien. Op dat vlak verwijt ik u zeker niet dat u tot inkeer bent gekomen of dat u de mogelijkheid hebt gegrepen om een gedeelte van de besparingen terug te draaien. De helft van uw collega’s zou dat niet hebben gedaan. Ook wanneer we met valabele argumenten komen, willen mensen soms niet op hun beslissingen terugkomen omdat ze denken zo hun gezicht te verliezen. Ik ben oprecht blij dat u zo niet in elkaar zit.
Ik leid uit uw antwoord af dat de tijdsdruk u een beetje de das heeft omgedaan. In het Vlaams regeerakkoord staan generieke maatregelen. Indien er ergens wat vet op de soep drijft, kan dat eraf. Als er efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt, moet dit zeer zeker gebeuren. Ik geloof echter niet dat die efficiëntiewinsten overal even eenvoudig kunnen worden geboekt. Zeker organisaties met veel mensen op het terrein, bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdzorg of organisaties met sociale werkers, zullen efficiëntiewinsten snel vertalen in ontslagen en in het helpen van minder mensen. Dat is een concrete bezorgdheid.
Het is goed dat u de projectmiddelen in de toekomst niet zo maar eenzijdig wilt wegsnoeien. U wilt nog ruimte voor nieuwe initiatieven hebben. Ik begrijp uit uw antwoord dat u de volgende keer liever eerst zou overleggen om de precieze grootte van een efficiëntiewinst te kunnen inschatten. Bepaalde organisaties, zoals de centra voor geestelijke gezondheidszorg, hebben jarenlang minder werkingsmiddelen gekregen en zitten op hun tandvlees. Misschien zouden zij wat meer werkingsmiddelen moeten krijgen. Ook dat moet eerlijk worden bekeken. Misschien is er hier en daar wat ruimte, maar er zijn plekken waar het water niet gewoon aan de lippen, maar al voorbij die lippen staat. Indien in de twee richtingen zou kunnen worden geschoven, zou dit voor een veel fairder landschap zorgen. Het kan een keer wat minder, maar ook een keer wat meer zijn.
Van het bedrag van 1,3 miljoen euro gaat 520.000 euro naar de preventie van geestelijke problematieken. Het zou een fout kunnen zijn, maar u kunt dit nog rechtzetten. Het is misschien een vergetelheid, maar de besparingen bij De Sleutel zijn niet teruggedraaid. In het besluit van de Vlaamse Regering van 28 december 2019 hebt u met betrekking tot de elektronische procedure de verschillende domeinen weergegeven waarvoor de besparingen gedeeltelijk of grotendeels zijn teruggedraaid. De Sleutel is daar niet in opgenomen. Volgens mij staat De Sleutel wel op de lijst met organisaties die u hebt opgesomd. U hebt het hier ook nog eens herhaald. Het gaat mogelijk om een vergetelheid, maar ze staan er echt niet tussen. Als dat zo is, kunt u dat dan misschien nog meenemen in de komende periode waarin u die 800.000 euro alloceert? Want het leek mij wel uw bedoeling om dat te doen.
Het is goed nieuws dat u een deel van die middelen zult gebruiken om de besparing op de CAW’s minder hard te laten voelen. Het blijft bitter en jammer dat er nog moet worden bespaard, met het oog op wat zij doen en hoe noodzakelijk dat is. Anderzijds zijn wij ook blij dat die besparing nu minder groot is. Minder minder is beter dan alleen maar minder.
Hetzelfde geldt voor SAM. U hebt het over een budget voor herstructurering. Mag ik daaruit begrijpen dat dat enkel dient om de ontslagkosten te dragen, of kunnen daarmee ook meer mensen aan boord blijven? Dat is geen onbelangrijke vraag.
Voor de vertrouwenscentra kindermishandeling begrijp ik vanzelfsprekend dat u zegt dat ze de voorbije jaren wat meer ruimte hebben gekregen. En dat was ook echt noodzakelijk. Ik weet dat u, net als uw voorganger, wilt inzetten op de preventie van mishandeling, vroegdetectie, ingrijpen waar nodig, en dat u in middelen voorziet voor jeugdzorg.
Maar die vertrouwenscentra hebben een cruciale rol. Ik vind het jammer dat een deel van die middelen nu opnieuw wordt afgebouwd, al zegt u dat er in de toekomst misschien wel weer wat extra middelen kunnen komen. De recente, nogal harde campagne rond seksueel misbruik bij kinderen heeft in elk geval geleid tot heel wat meldingen – veel meer dan voordien. Het is toch wel zeer belangrijk dat mensen die met dat soort meldingen komen – het kind zelf, de buren, een bezorgde tante – snel gehoor vinden. Het gaat hier om kinderen die in echt onveilige omstandigheden moeten opgroeien.
Ik vraag dus opnieuw om te kijken wat u daar kunt doen. Kunt u het op dit moment niet doen, voorzie dan alstublieft bij de eerstvolgende begrotingsopmaak in voldoende ruimte voor dat soort initiatieven. Ze zijn erg belangrijk.
Wat het begrotingsakkoord betreft dat u hebt gekregen van collega Diependaele: u hebt gezegd dat, als er meer mensen deelnemen aan campagnes – bijvoorbeeld kankerscreening – of als er meer vaccins worden toegediend, die middelen zullen moeten worden gezocht. Mag ik daaruit afleiden dat ook dat geen externe kostendrijvers zijn? Of worden zij wel als externe kostendrijver meegerekend, en zult u dan ook automatisch de middelen krijgen?
Ik vraag het vanwege deze zin: de variabele subsidieparameters worden niet erkend als kostendrijver. Ik weet hoe begrotingsministers denken, en dat kan heel veel dekken. Het aantal mensen dat deelneemt aan een onderzoek of een vaccin is immers variabel; u hebt dat niet zelf in de hand. Zou u dat nog even kunnen toelichten? Ik ben bang dat, als u daar veel inspanningen voor doet – en dat wensen we allemaal –, u opnieuw elders geld zult moeten gaan vinden.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik wil met een algemene bedenking aansluiten bij de interpellatie van mijn collega. Moeten we ons afvragen of besparen op preventie wel een goed beleid is? Want we weten dat voor elke euro die we vandaag besparen op preventie, we de komende jaren vier keer zoveel gaan moeten betalen. En ik ben niet de enige die dat zegt. Er zijn veel gezondheidswerkers en artsen die zeggen dat, als je nu veel te veel snoeit, je in de toekomst veel meer gaat moeten inzetten op ziekenzorg.
Minister, bij al die efficiëntieoefeningen die er moeten gebeuren bij de organisaties, vraag ik mij af of dat echt wel moet gebeuren, en of u beseft dat we in de komende legislaturen – misschien nog niet volgend jaar of het jaar daarop, maar wel daarna – veel meer zullen moeten inzetten op ziekte en ziekenzorg.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik dank de collega voor deze interpellatie; zo kan mijn vraag om uitleg ook met een weekje worden vervroegd. De budgetbesprekingen in de commissie waren nog maar net achter de rug, en ondertussen blijkt alweer dat niet alles is wat het lijkt. Net voor de plenaire budgetbesprekingen kwam het kwalijke gerucht dat er serieuze, en voor de betrokken organisaties bedreigende, besparingen zouden worden doorgevoerd in de preventieve gezondheidszorg. De Zelfmoordlijn, Sensoa, het Vlaams Instituut Gezond Leven, VAD en het Instituut voor Tropische Geneeskunde waren toen de voornaamste slachtoffers. Na de eerste berichtgeving in de pers over de besparingen van meer dan 1 miljoen euro in de provincie werd een deel door u teruggedraaid. Onbegrip was de teneur in de reacties van het werkveld en van de bevolking.
Door een budgettaire meevaller vond de ministerraad plots 1,3 miljoen euro om de besparingen in de preventieve mentale gezondheidszorg ongedaan te maken. Ondertussen blijkt het terugdraaien van deze besparing een doekje voor het bloeden te zijn geweest, inderdaad ingegeven door de felle reacties. Snoeien in de subsidies is pijnlijk voor organisaties die werken rond preventieve gezondheidszorg. Voor ons is het onbegrijpelijk hoe dat kan gebeuren.
Een van de slachtoffers is het Vlaams Instituut Gezond Leven. Volgend jaar moet dit instituut het met ongeveer 220 miljoen euro minder doen. Dat is inderdaad beter dan de initiële 320 miljoen euro. Maar toch zal dat voor deze organisatie een serieuze aanslag zijn op de werking. Het Vlaams Instituut Gezond Leven wil mensen op een toegankelijke manier stimuleren om gezonder te leven. Om een groot bereik te hebben, werken ze samen met lokale besturen, scholen en dergelijke.
Net in tijden van besparingen is preventie belangrijk. Investeren in preventie staat immers gelijk met besparen in de zorg nadien. In vergelijking met het Europese gemiddelde is de preventie in Vlaanderen al ondergefinancierd. En toch schrapt u verder. Wij zijn verwonderd dat u verder schrapt. Minister, ik heb het u al in de plenaire vergadering gevraagd: deelt u de visie dat preventie toekomstige kosten kan vermijden? U hebt daar toen niet op geantwoord. Ook collega De Martelaer vraag dit nu expliciet.
Volgens uw woordvoerder wordt binnen de preventie 800.000 euro geheroriënteerd. Zijn er volgens u initiatieven of projecten uit het verleden die hun doel al hebben bereikt en dus niet meer nodig zijn? Hebt u daar objectieve wetenschappelijke cijfers van?
Heel wat vragen in de commissie Welzijn behandelen preventieve zorgen. Kunt u een tipje van de sluier oplichten over welke initiatieven, naast de uitbreiding in onder andere de jeugdhulp, u neemt en welke nieuwe uitdagingen en noden u ziet en wilt honoreren met een subsidie?
Minister Beke heeft het woord.
Wat Welzijn betreft, vragen wij niet aan alle organisaties om lineair 6 procent te besparen. Ik heb dat in de communicatie van sommige organisaties gelezen, maar dat klopt niet. Heel wat organisaties zijn volledig vrijgesteld van besparingen. Aan andere organisaties hebben we een beperkte inspanning gevraagd van 1,3 procent, om hun eigen werking te bekijken. En nog andere moeten inderdaad 6 procent besparen. Het gaat hier over het preventieve luik. Daar hebben we de organisaties zoveel mogelijk ontzien.
We vragen inderdaad dat men de eigen organisatie en de eigen werking bekijkt, om het daar met een beetje minder te kunnen doen, om dan nadien veel meer te kunnen doen voor de mensen. In overleg met het voorziene groeibeleid en met de 800.000 euro waarover we het daarnet hadden, zullen we daarover onderling overleg voeren.
Collega Van den Bossche, De Sleutel is inderdaad vrijgesteld, maar omdat het bedrag valt onder de bedragen die door de Inspectie van Financiën moeten worden goedgekeurd, moesten wij die niet aanmelden. De Sleutel valt daar wel degelijk onder, als dat u kan geruststellen.
Ik wil hier niet het institutionele debat openen. Daar zal op het gepaste ogenblik wel een andere commissie voor worden geïnstalleerd. Uiteraard is preventie belangrijk. Vlaanderen heeft daar zijn rol en bevoegdheid in. We hebben dat al gedaan.
Ik wil verwijzen naar de mucoscreening die geïnstalleerd is, waar we ook een aantal belangrijke resultaten mee hebben geboekt. Dat moet op dit ogenblik wel – als het gaat over preventieve gezondheidszorg, over een aantal screenings bijvoorbeeld – gebeuren in overleg met de federale overheid, omdat zij daar ook een bevoegdheid in heeft en omdat daar ook een aantal kosten in zitten. Dus, op de vraag wat ik hier bespaar met mogelijke maatregelen luidt het antwoord: het moet gebeuren in dialoog en in overleg met de federale overheid, die daar vandaag bevoegd voor is en – ik verwijs naar het voorbeeld dat ik daarnet heb aangehaald – dat kan soms ook wel tot succes leiden.
Wat preventieve gezondheidszorg betreft, zou het goed zijn dat we in deze commissie op een bepaald ogenblik eens een apart moment wijden aan wat de juiste aanpak daarover is, aan hoe we dat in kaart moeten brengen, want er zijn verschillende vragen en verzuchtingen, maar daarover in wijsheid oordelen, met alle argumenten en expertise die aanwezig zijn, kan ons ook wel nog meer inzichten bijbrengen dan degene die hier vandaag uiteraard al bij de commissieleden talrijk aanwezig zijn.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik heb nog één vraag: is de 750.000 euro voor SAM in het kader van de herstructurering louter de kost van de herstructurering of is dat de kost van herstructurering en eventueel het terugdraaien van een aantal ontslagen? Dat is me niet helemaal duidelijk.
Dat is de kost van de herstructurering.
Dat betekent dus dat de besparing daar wel gehandhaafd blijft, dat de besparing zich vertaalt in een aantal ontslagen, maar dat de kost van die ontslagen nu wordt gedragen door de overheid.
Ja, en wij zijn met SAM in overleg, zoals ik heb hier gezegd bij de bespreking van de beleidsnota, om te kijken naar een nieuwe beheersovereenkomst en om te zien wat de finaliteit voor de komende jaren moet zijn.
De interpellatie is afgehandeld.