Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Tijdens de vorige legislatuur was dit voor mij een nieuwe problematiek, want ik wist niet dat dit zo erg was. Het was mevrouw Talpe – ere wie ere toekomt – die nu de commissies Mobiliteit en Toerisme opvolgt, die deze problematiek heeft bovengespit. Ik wil voortbouwen op wat zij in de vorige legislatuur heeft nagevraagd, ongetwijfeld onder impuls van een uitstekende fractiemedewerker van Open Vld – om Raf niet bij naam te noemen. (Gelach)
U hebt op een schriftelijke vraag geantwoord dat er tot en met oktober 2019 maar liefst 126 agressiemeldingen zijn geweest. In 15 gevallen is de politie zelfs tussenbeide moeten komen. Ik denk dat we soms onderschatten hoe delicaat het werk is van VDAB-medewerkers die met werkzoekenden in contact komen. Soms moeten zij slecht nieuws brengen. Soms moeten zij strikt en streng zijn. Dat is blijkbaar niet geheel zonder risico.
In het verleden werden maatregelen genomen. Zo werden in bepaalde lokalen alarmknoppen en doorzichtige wanden geïnstalleerd en vluchtwegen uitgetekend. Dat kan misschien ook in het parlement worden geïnstalleerd. (Gelach)
Ten slotte werd het personeel getraind.
Minister, zijn er analyses gebeurd van de aanleiding voor de meldingen? Over welke contexten ging het? Wat waren de gevolgen voor het VDAB-personeel? Ik bedoel dan niet de fysieke gevolgen, maar welke maatregelen waren er voor de consulenten die het slachtoffer waren van agressie? Op welke manier wordt gevolg gegeven aan een daad van agressie ten aanzien van een VDAB-consulent? Werden de uitkeringen van alle werkzoekenden die zich agressief uitlieten geschrapt? Ik denk dat dit het minste is dat we kunnen doen. Als iemand uitkeringsgerechtigd werkzoekend is en een VDAB-medewerker slaat, dan moet die op zijn minst uitgesloten worden van de uitkering. Werd dat ook bij die 126 gevallen gedaan?
Hebt u zicht op extra aanbevelingen vanuit de preventiedienst naar aanleiding van deze thematiek?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, u zei dat u er van geschrokken bent dat dat een issue is. Ik kijk even naar collega Gennez. In de commissie Onderwijs leidde dit jaarlijks tot hetzij een actualiteitsdebat, hetzij actuele vragen, hetzij heel grote discussies. (Opmerkingen van Tom Ongena)
Ik geef u maar mee dat ik veel gewoon ben wat dat betreft. Het is een heel belangrijke thematiek, die mij na aan het hart ligt. Dat het nu ook bij VDAB een issue wordt, toont aan – ik zei het net tegen de voorzitter – dat er bij contactberoepen, waar mensen heel frequent met elkaar in contact komen, een groot risico is dat het uit de hand loopt.
Elke melding van agressie is er voor mij echt een te veel. Hoffelijkheid in de wijze waarop we elkaar benaderen, is misschien een onderschatte deugd, die we wat meer moeten koesteren in deze tijden. In het geval van VDAB kan het gaan over een gesprek met een klant dat uit hand loopt; niet-constructief of ongepast gedrag tijdens de begeleiding of een opleiding; discriminerende opmerkingen of agressie naar aanleiding van het stopzetten van een opleiding.
Meer dan de helft, 51 procent, van de personeelsleden die geconfronteerd worden met agressie, geeft aan dat ze op het ogenblik van de feiten zeer emotioneel aangeslagen zijn. Uit intern onderzoek blijkt dat een op de tien van de slachtoffers zich na een week nog mentaal gespannen en gestrest voelt.
Wanneer slachtoffers agressie melden, worden ze in eerste instantie opgevangen door hun leidinggevenden of door hun directe collega’s. Binnen de 48 uur neemt een regionaal meldpunt agressie contact op met het slachtoffer voor verdere emotionele en praktische ondersteuning. Indien extra hulp is aangewezen, heeft het slachtoffer de mogelijkheid om onmiddellijk gespecialiseerde hulp te vragen van een interne of externe preventieadviseur psychosociale aspecten.
Bij ernstige agressie wordt een klant daarop formeel aangesproken door middel van een schrijven van de teamleider. Afhankelijk van de situatie worden agressieve klanten ook rechtstreeks telefonisch aangesproken ter verantwoording. In overleg met het slachtoffer en het management worden indien nodig ook juridische acties opgestart. De uitkering van een werkzoekende kan niet worden geschrapt wegens agressief gedrag. De werkloosheidsreglementering voorziet daartoe geen juridische basis.
Vorig jaar werd het preventieagressiebeleid doorgelicht. In dit rapport werden bestaande maatregelen en aanbevelingen geclusterd in een aantal beleidsopties die in de loop van 2020 verder worden uitgewerkt. Het rapport voorziet in preventieve en curatieve maatregelen op het niveau van het individuele personeelslid, de teamleider en de organisatie. Die maatregelen worden rond deze periode binnen de directie en het sociaal overleg besproken. Het wordt dus heel ernstig genomen, ook binnen VDAB.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik heb daar weinig aan toe te voegen. Het wordt op een zeer strikte manier opgevolgd. Ik ben ook blij dat u daar zeer strikt mee zult omgaan. Ik ga ervan uit dat, wie zich aan zulke feiten bezondigt, op zijn minst geschorst en uitgesloten wordt van een uitkering.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, collega Ronse verwees er al naar: in het verleden werd die vraag regelmatig schriftelijk gesteld, onder andere door Emmily Talpe. Het is natuurlijk onaanvaardbaar. Daarover mag geen enkel misverstand bestaan. De medewerkers van VDAB doen hun best om de betrokkenen aan het werk te krijgen. En als ze dan worden geconfronteerd met gelijk welke vorm van agressie, in dit geval zelfs fysieke agressie, moeten we toch heel duidelijk stellen dat we dat totaal onaanvaardbaar vinden. Het is goed dat VDAB de moeite doet om die medewerkers dan ook goed te begeleiden.
Zoals u aangeeft, is het jammer dat we niet automatisch tot een schorsing kunnen overgaan op basis van die agressie. Maar misschien zijn er wel mogelijkheden. Er is iets dat ons een beetje verontrust. Uit eerdere antwoorden die op onze vragen zijn gegeven, blijkt dat men in sommige extreme gevallen overgaat tot uitsluitend telefonische begeleiding. Men verbiedt die mensen dus om nog naar een VDAB-kantoor te komen. Dat doet ons een beetje vermoeden dat je, voor je het weet, denkt: dat is een ambetante mens, die is agressief geweest, ik ga daar niet te veel meer mee bezig zijn, want ik loop het risico om weer slachtoffer te worden. Dat is een menselijke reactie. Maar voor je het weet, worden zij dus met rust gelaten.
Dat zou natuurlijk een compleet verkeerd signaal zijn. Want dan wordt hun agressief gedrag beloond, wat natuurlijk totaal niet de bedoeling kan zijn. Daarom zou mijn suggestie eerder zijn om zulke gevallen, als je ze niet automatisch kunt schorsen, integendeel nog veel actiever op te volgen. Want iedereen wordt actief opgevolgd, maar bij hen zou er misschien nog wat extra moeite kunnen worden gedaan om hen te activeren en op te volgen. Zo geven we hun de kans om hun fout recht te zetten en snel aan de slag te gaan. En uiteindelijk is dat de bedoeling. Maar als blijkt dat ze volharden, denk ik wel dat er mogelijkheden zijn om, puur op basis van hun onvoldoende zoekgedrag, over te gaan tot schorsing. Met een wat pragmatische aanpak zouden we wel tot een bijna automatische sanctie kunnen overgaan, wanneer blijkt dat men volhardt in de boosheid en niet aan de slag wil gaan.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Ik kan alleen maar steunen wat de heer Ongena zegt. Ik vind dat het niet kan dat die persoon niet geschorst wordt wegens agressie. Bij ons in de buurt worden de sociaal assistenten van de OCMW’s regelmatig aangevallen door asielzoekers en personen van een andere origine, wanneer zij komen vragen om een leefloon en dat wordt geweigerd. Als overheid moet je hier zeker en vast het signaal geven dat agressie ten aanzien van personeelsleden van de overheid niet door de beugel kan. De overheid moet een juridische basis voorzien om die personen uit te sluiten van een uitkering.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank jullie voor jullie aanvullende opmerkingen. Ik ben heel blij dat iedereen de zorg deelt dat de werknemers van VDAB hun job op een fatsoenlijke wijze moeten kunnen uitvoeren. Er wordt duidelijk ‘neen’ gezegd tegen elke vorm van agressie.
Collega Ronse, u weet dat door de zesde staatshervorming VDAB ook bevoegd is voor controle en sanctie. Dat zorgt ervoor dat het aantal contacten gestegen is en dat het aantal heel moeilijke gesprekken ook gestegen is. Dat is natuurlijk logisch. Ze moeten daarin hun weg vinden.
Collega Ongena, collega Malfroot, ik kan mij voor een stuk vinden in wat jullie zeggen. Maar agressie staat natuurlijk niet gelijk aan onvoldoende zoekgedrag. Het is niet omdat je onvoldoende zoekt, dat je meteen ook agressief bent. Er is mij verder iets opgevallen. Ik ben op bezoek geweest in het callcenter van VDAB in Limburg. Mijn waardering voor wat die mensen doen, is ontzettend toegenomen. Je zegt vaak: onbekend is onbemind. Maar ik heb zo'n fictief gesprek gevoerd, waarin ik werd opgevolgd als werkzoekende. De werknemers van VDAB moeten soms ook slecht nieuws brengen. We moeten dat meenemen in de tevredenheidsbevraging van het personeel. Die grens ligt bij de ene persoon helemaal anders dan bij de andere. En de manier waarop je ermee omgaat, is ook anders. Sommige mensen worden wat agressief en kun je kalmeren door het contact dat je ermee hebt. En anderen ontploffen bij alles wat je zegt. Het is in ieder geval iets dat we in de gaten moeten houden. Daarover ben ik het zeker met u eens. Zoals ik al zei, lopen er gesprekken met de sociale partners en VDAB over hoe je gepaste maatregelen kunt nemen naar het personeel. Dit wordt zeker vervolgd.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben het volledig met u eens. Het is een mooie kans om ons, over de partijgrenzen heen, kamerbreed aan te sluiten bij wat de minister zegt, namelijk dat het werk van heel wat VDAB-werknemers vaak onderschat wordt, heel delicaat is en zeker sinds de zesde staatshervorming nog gevoeliger geworden is. We mogen dat niet onderschatten. Het kan een signaal zijn dat we vanuit het parlement aan de duizenden VDAB-medewerkers meegeven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.