Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord
Ik heb onlangs een schriftelijke vraag gesteld over ongevallen met prioritaire voertuigen. Ik moet zeggen dat ik toch wel een beetje verrast was over de resultaten. In de periode tussen 2014 en 2018 waren er maar liefst negentig ongevallen met ziekenwagens, geen ongevallen met politievoertuigen, omdat die simpelweg niet geregistreerd worden en geen ongevallen met brandweerwagens. Er blijkt toch dat heel wat mensen gestresseerd raken als er een prioritair voertuig nadert en zelfs niet meteen weten wat ze op dat moment moeten doen.
Nadat die cijfers bekend waren, heb ik ook een aantal berichten gekregen vanuit de hulpverleningsector zelf. Die zeiden dat het niet alleen de bestuurders zijn die opgeschrikt worden door een sirene en vaak niet weten wat ze moeten doen, maar ook een aantal mensen die prioritair rijden zijn te weinig opgeleid. De ambulanciersvereniging vraagt al langere tijd om een praktische opleiding om prioritair te leren rijden. Die opleiding is vandaag nog niet verplicht.
Hoe staat u tegenover een verplichte opleiding voor bestuurders die rijden met prioritaire voertuigen? Hebt u hierover reeds overleg gehad met de federale collega’s? Hoe kan een eventuele opleiding voor bestuurders die rijden met prioritaire voertuigen vanuit Vlaanderen gestimuleerd en gefaciliteerd worden?
Minister Peeters heeft het woord.
Een opleiding voor bestuurders van prioritaire voertuigen is zeker een meerwaarde voor de verkeersveiligheid, zowel voor de bestuurders van de prioritaire voertuigen zelf als voor de andere weggebruikers.
In eerste instantie is het aangewezen dat een dergelijke opleiding voorzien is in de basisopleiding van de diverse beroepscategorieën die prioritaire voertuigen voorzien, we denken aan de ambulanciersdiensten, politiediensten en brandweerdiensten, maar er zijn ook andere jobs waarin men een prioritair voertuig gebruikt, zoals bij Fluvius en Infrabel.
Het zou in eerste instantie goed zijn indien de werkgever dit voorziet in de opleidingen indien prioritair rijden noodzakelijk is voor een kwaliteitsvolle uitvoering van de opdracht, zodat werknemers wel degelijk weten hoe ze moeten omgaan met een prioritair voertuig om dit zo veilig mogelijk te laten gebeuren. Zo werd binnen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken een opleiding prioritair rijden voorzien voor de wegeninspecteurs, zodat zij zich op een veilige manier leren bewegen in het verkeer en hun opdracht op een veilige manier kunnen uitvoeren. Er bestaat op dit ogenblik geen verplichting voor de werkgever om dit te doen, maar het is wel ten zeerste aangewezen.
Een alternatieve aanpak zou kunnen zijn om, parallel aan het rijbewijs G, een specifiek rijbewijs te voorzien voor bestuurders van prioritaire voertuigen, waardoor een aangepaste opleiding mogelijk is die door elke bestuurder van een dergelijk voertuig zou moeten gevolgd worden. Dit is nu niet voorzien en behoort tot de bevoegdheid van de federale overheid. Ik heb hierover nog geen overleg gehad met de federale collega’s. Dat is zeker wel een terechte bekommernis, we zullen dit zeker meenemen naar een volgend overleg.
Momenteel wordt de opleiding prioritair rijden aangeboden door diverse opleidingsinstanties. De politie voorziet in eigen opleidingen, maar ook op de private markt zijn er verschillende aanbieders, zoals ProMove, Jesco Auto Training School, PRiODRIVE en de Vlaamse Automobilistenbond (VAB).
Tot zover mijn antwoord op uw vragen, maar dit zijn terechte bekommernissen die u hier uit.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben zelf ook verbaasd over de uitkomst van mijn vraag. Want toen ik mijn vraag stelde, deed ik dat echt vanuit een bekommernis die ik zelf dagelijks ervaar in het verkeer. Hier in Brussel zie je al sneller prioritaire voertuigen rijden. Je merkt dan dat heel wat mensen helemaal in paniek slaan wanneer ze een prioritair voertuig zien naderen en daardoor blokkeren, met alle gevolgen van dien: vertragingen, verkeersonveiligheid. Sommigen rijden bijvoorbeeld plots de stoep op en vergeten daarbij te kijken naar fietsers. Bij de evaluatie van die rijopleiding kan daaraan misschien wat aandacht worden besteed. Dat is vandaag niet het geval.
Ik was vooral verrast door de reacties vanuit de sector zelf. Want eigenlijk zeggen ze dat ze het niet goed vinden dat die verplichting vandaag niet wordt opgelegd. Ook private organisaties bieden ambulancevervoer aan. De kostprijs heeft er natuurlijk mee te maken. Zolang je het niet oplegt, zal het ook niet gebeuren. Ik zou u toch willen vragen om een verplichte opleiding te voorzien voor wie met een prioritair voertuig rijdt.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is inderdaad zeer belangrijk om in een opleiding te voorzien voor het rijden met prioritaire voertuigen. Maar er is nog een bijkomend probleem dat ons vaak wordt gesignaleerd, namelijk de onduidelijkheid over de plaats op de weg van die prioritaire voertuigen, zoals brandweerwagens en ambulances, in gevaarlijke situaties.
Mijn partij heeft op het federale niveau een voorstel ingediend, dat het verplicht maakt dat automobilisten bij filevorming en op autosnelwegen en tweevaksbanen een soort van reddingsstrook vormen. De wagens begeven zich dan naar de buitenkant van de rijbaan, waardoor er in het midden een strook ontstaat waarop die prioritaire voertuigen kunnen rijden. Wij hebben dat niet zelf uitgevonden. Wij kijken rond en hebben gemerkt dat dat zeer goed werkt in Duitsland en Oostenrijk.
Minister, kent u dit initiatief? Staat u er positief tegenover om dit toe te passen op onze wegen?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik dank u voor uw bijkomende vragen. Die interventiediensten, die hulpverleningsdiensten genieten zeker een goede opleiding. Maar dat wordt vooral opgelegd door de werkgever. Onze politiediensten leren bijvoorbeeld assertief te rijden wanneer ze interventies moeten doen.
Ik zal het opnemen met het federale niveau, en zeker bij de evaluatie van de rijbewijzen, zoals u zelf suggereert, wanneer we in overleg zijn met de federale overheid.
Mevrouw Lambrecht, dat systeem van de stroken is niet overal mogelijk. Maar daar waar het mogelijk is, is dat zeker een meerwaarde. We nemen uw suggestie zeker mee.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u. We hebben vandaag al heel veel suggesties gedaan voor overleg met de federale collega. Ik ga ervan uit dat we op tijd en stond op de hoogte worden gehouden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.