Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft op 13 december vorig jaar beslist om de stimulanspremie af te schaffen. Dat was een premie van 100 euro bruto per maand waarbij kwetsbare werklozen met gezinslast de stimulus kregen om langere opleidingen te starten en vol te houden. Die opleidingspremie vormde een antwoord op drie concrete problemen, waar we vandaag nog steeds mee kampen: de dalende instroom in langdurige opleidingen van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB), de grote vraag uit bepaalde sectoren naar voldoende opgeleide mensen, bijvoorbeeld in de zorg, en het voorkomen dat werklozen mikken op quick wins om te ontsnappen aan hun dalende uitkering. Bijna vijfduizend kwetsbare werklozen begonnen aan een langdurige opleiding en 75,4 procent slaagde ook voor de opleiding.
Daarom hebben wij de volgende vragen, minister.
Komt deze beslissing voort uit een evaluatie van de maatregel waaruit bleek dat hij zijn doel miste? Wat was het resultaat van deze evaluatie?
De Vlaamse Regering laat in haar beslissing weten dat de middelen ingezet worden voor inactieven zonder uitkering die een beroepsopleiding zullen volgen. Dat komt neer op een herbestemming van 1,2 miljoen euro die al verrekend is in de begroting voor 2020. Hoe en waar zult u deze middelen precies inzetten?
Minister Crevits heeft het woord.
De beslissing die we hebben genomen, past in een ruimere beleidsstrategie om zuiver flankerende middelen te heroriënteren van een focus op niet-werkende werkzoekenden naar de bredere inactieve arbeidsreserve, dus het aantrekken van mensen die nu nog niet actief zijn. Belangrijk om op te merken is dat aan de bestaande cursistenvergoedingen, ook de verplaatsingsvergoeding en terugbetaling van kinderopvang, niet wordt geraakt, omdat dat heel belangrijke zaken zijn om ervoor te zorgen dat mensen opleidingen willen blijven volgen. Ze garanderen voor alle werkzoekenden dat het volgen van een opleiding kosteloos kan gebeuren.
Wat betreft de herbestemming van de middelen, gaat het om een zeer diverse doelgroep, die onder de noemer inactieven zonder uitkering valt. We zijn die in kaart aan het brengen, en dan moeten we kijken waar de prioriteiten liggen om daar de middelen naar te heroriënteren. We gaan die beslissing niet uit de lucht laten vallen. Ook daarover zullen we in dialoog gaan met de sociale partners om daarin de meest zinvolle keuzes te maken. Ik heb uiteraard ook de afschaffing van de maatregel met de sociale partners doorgesproken. Belangrijk is dat we op zoek gaan naar wat er werkt voor niet-actieven om actief te worden. Hoe kunnen we hen overtuigen om de stap naar de arbeidsmarkt te zetten?
We zoeken dit momenteel uit samen met VDAB en zullen hierover met de sociale partners in overleg gaan. De middelen worden dus nog niet ingezet. Voor de lopende opleidingscontracten waarbij de werkzoekende rechthebbend was in 2019, is een uitdoofscenario voorzien. Zij blijven de stimulanspremie dus wel houden. Er worden geen nieuwe premies toegekend, maar de bestaande gaan we natuurlijk honoreren.
Dit wordt dus vervolgd, zodra we goed zicht hebben waar we de prioriteiten willen leggen in de doelgroep niet-actieven.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Minister, u zegt eigenlijk dat het een verschuiving van middelen is naar een nieuwe doelgroep. U weet dat sp.a ook sterk vragende partij is dat niet-actieve mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en die vandaag weinig interesse of goesting betonen om die stap te zetten, de instrumenten krijgen aangereikt om die stap te zetten. Op dat punt hebben we dus geen probleem. Maar het is natuurlijk spijtig dat een andere kwetsbare groep daardoor in de kou komt te staan, want het gaat effectief om leefloongerechtigde mensen met gezinslast, om uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die meer dan één jaar ingeschreven zijn en een gezinslast dragen. Dat zijn toch ook niet de allersterkste profielen op de arbeidsmarkt. Het is een gemiste kans. Of is het louter een besparing of een verplaatsing van middelen die maakt dat we ook die niet-actieven willen betrekken? We moeten er toch voor opletten dat we andere kwetsbare doelgroepen op die manier niet in de kou laten staan. Ik heb het gevoel dat dat met de afschaffing van een weliswaar beperkte premie wel gebeurt. Hoe gaat u dat ondervangen?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik wil ook even reageren op collega Gennez. Voor onze fractie lijkt het veeleer logisch dat die middelen worden geheroriënteerd. Natuurlijk heeft elke werkzoekende eigenlijk de plicht of het recht om werk te zoeken, om opnieuw actief te worden op de arbeidsmarkt, dus enige inspanning, zoals onder andere een opleiding volgen, hoort daar ook bij. Mevrouw Gennez, u zegt dat ze die premie zullen verliezen, maar, zoals de minister het daarnet ook al eens heeft aangehaald, de verplaatsingskostenvergoeding blijft bestaan, de onkostenvergoeding voor de kinderopvang blijft bestaan en ook de studiekosten blijven beschikbaar als een soort onkosten. We volgen dus zeker wat de minister heeft gezegd over de heroriëntering van die middelen. Minister, ik heb echter nog een bijkomende vraag: hoe zit het dan met de timing? U gaat in gesprek met de sociale partners. Is het dan de doelstelling om tegen eind dit jaar meer concrete details te hebben over de uitwerking, en dan in 2021 te starten met die heroriëntering van die premie? Of is er een andere timing vooropgesteld?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Collega Gennez, ik was iets vergeten te zeggen. U had in uw vraag gezegd dat er 5000 mensen zijn die al aan die opleiding begonnen. Uw cijfer was juist, maar dat was voor 2017 en 2018. Per jaar zijn het er ongeveer 1800. Het is dus niet zo dat men 5000 mensen treft. Het bestaande honoreren we.
Zoals ik al zei, de praktische ongemakken, de praktische kosten blijven we terugbetalen. De kinderopvang wordt terugbetaald. De zaken om dat doenbaar te houden, betalen we dus terug. De opleiding is ook gratis. De vraag is: moet je er dan nog iets bijgeven? Ik vind het verstandiger dat we bijvoorbeeld in 2021 naar een jobbonus gaan, waarbij je netto iets extra’s krijgt. Dat is een bonus omdat je aan het werk bent, maar nog een bonus geven omdat je niet aan het werk bent... Dan zou ik die middelen liever investeren in het aantrekken van mensen die nu nog niet actief zijn, in hun het comfort kunnen geven om toch die sprong naar een job te maken. Het is dus een beetje een verschil qua visie.
Collega Gennez, wat ik ook belangrijk vind, is dat we op termijn ook eens gaan kijken naar de premie inzake de aanwerving van langdurig werklozen. Daar is nu ook een premie voor. Die wordt veel te weinig gebruikt. Ik vraag me dan af of we ook die middelen niet beter kunnen inzetten op een andere manier. Dat kan als doelgroepkorting, maar dat zou ook bijvoorbeeld coaching op de werkvloer kunnen zijn als men start. We zien immers dat sommige mensen na een lang traject starten en toch weer uitvallen, omdat ze op de een of andere wijze nog kwetsbaar zijn. We moeten dus eens bekijken hoe we die middelen gaan inzetten, maar zomaar nu nog een brutovergoeding van 100 euro geven omdat men een opleiding volgt die gratis is en waarbij we ook al de kosten errond wegnemen, dat lijkt me nu niet... Ik vind dit een correcte maatregel, maar het zou u verbazen dat ik iets anders zou zeggen, want ik ben ermee akkoord gegaan om dit af te schaffen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
We zijn het daarover uiteraard niet eens, omdat wij denken dat niet-actieven bereiken een nobele doelstelling is, die echter andere kwetsbare groepen niet mag raken. Wat toch zorgen baart, is die dalende instroom in die langdurige opleidingen bij VDAB. Dat was toch ook een van de doelstellingen van de stimulanspremie. Hoe verhoudt zich dat dan als men dat afschaft? Die quick wins, die sommige werklozen inspireren om te ontsnappen aan een dalende uitkering, dat werd hierdoor natuurlijk ook wel ondervangen, omdat het hier over langdurige opleidingen gaat. Ik denk dus dat dat op gespannen voet staat met toch twee belangrijke doelstellingen, ook in het regeerakkoord. Er zijn die langdurige opleidingen bij VDAB en er zijn die quick wins die sommige werklozen nastreven door zich snel in te schrijven voor een cursus, hoewel ze eigenlijk gezien hun afstand tot de arbeidsmarkt meer belang hebben bij een langdurige opleiding. Hoe wil men die drie initiële doelstellingen ondervangen als men de stimulanspremie gewoon afschaft en de middelen heroriënteert naar een andere doelgroep?
De minister was nog iets kleins vergeten toe te voegen.
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Claes, u vroeg wanneer. Zo snel mogelijk. Je wordt bevoegd voor Werk en dan vraag je aan VDAB of ze een schema hebben, of er in een steunpunt of god weet waar informatie is over hoe dat in elkaar zit wat die inactieven betreft. Dat ligt niet hapklaar daar. Men moet dat ook gaan bekijken. Men is dat nu aan het doen, en zodra ik daar gegevens over heb, kunnen we prioriteren en kunnen we ook hier daarover discussiëren. Dus as soon as possible, liever gisteren dan morgen. We werken daaraan.
Tekstfragment nog niet beschikbaar.