Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik heb een kleine vraag over het RegHub-project van het Europees Comité van de Regio’s, het Europese adviesorgaan dat adviezen geeft aan de Europese Raad en aan de Europese Commissie en dat bestaat uit gekozen leden van lokale en regionale overheden. Ook Vlaanderen heeft daar zijn vertegenwoordigers, maar ook Schotland, Catalonië en Duitse deelstaten, maar ook bepaalde steden en plattelandsstreken of bepaalde provincies. Het RegHub-project is een netwerk van regionale hubs ter beoordeling van de uitvoering van het EU-beleid. Ook dat kadert in het dichten van de kloof tussen de Europese instellingen en de lidstaten en de deelstaten.
Vlaanderen neemt deel aan dat project, dat er probeert voor te zorgen dat ervaringen van lokale en regionale overheden met betrekking tot het EU-beleid meer ingang kunnen vinden in de Europese besluitvorming. Het initiatief van het Comité van de Regio’s kwam er als antwoord op een van de aanbevelingen van de Subsidiarity Task Force die door de Europese Commissie werd opgezet.
Onlangs werd het eerste rapport van het RegHub-netwerk gepubliceerd over de Europese richtlijn met betrekking tot openbare aanbestedingen. Een volgend rapport, over luchtkwaliteit, werd inmiddels ook al aangekondigd. Over het rapport over de werking van het RegHub-netwerk zelf, heb ik de volgende vragen voor u.
Kunt u meer toelichting geven over de werking van het netwerk? Is dat opportuun? Kunt u meer toelichting geven over dat eerste rapport, om dus de ervaringen van de lokale en regionale overheden met betrekking tot het EU-beleid meer ingang te doen vinden in de Europese besluitvorming, eigenlijk een informatie-uitwisseling? En hoe kan het beter?
Kunt u toelichting geven over hoe de samenwerking tussen Vlaanderen en dat netwerk verloopt? Hoe evalueert u de werking van het RegHub-netwerk na dat eerste rapport? Is Vlaanderen daarmee gediend? Is dat nuttig voor ons? Of kan het beter stopgezet worden, als dat niet nuttig zou zijn?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, het netwerk van regionale hubs heeft in juli 2019 inderdaad een eerste rapport opgeleverd. Het doel van die eerste consultatie was om de uitdagingen voor regionale en lokale overheden bij de implementatie van de uit 2014 daterende EU-richtlijnen inzake overheidsopdrachten te identificeren. In het rapport, dat opgemaakt werd op basis van de ervaringen van de 36 deelnemende RegHub-regio’s, worden de EU-richtlijnen over het algemeen positief onthaald. Toch wordt de praktische uitvoering van een aantal technische bepalingen in bepaalde regio’s als een uitdaging beschouwd. De RegHub-regio’s verwelkomen onder meer de nieuwe vereenvoudigde procedure voor gezondheidszorg en sociale diensten en de verhoogde drempelwaarden voor aanbestedingen. Aangehaalde werk- en verbeterpunten zijn het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA), dat een grote administratieve last meebrengt, en de door sommigen weinig effectief bevonden integriteits- en transparantieverplichtingen.
Deze conclusies sluiten grotendeels aan bij de inzichten en ervaringen van de Vlaamse administratie en de Vlaamse belanghebbenden. Ze zijn maximaal en woordelijk terug te vinden in het hele rapport. Zo is de Vlaamse kritische evaluatie van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) onverkort opgenomen, en wordt Vlaanderen ook uitgebreid geciteerd in het kader van de vereenvoudiging van de procedure. Vlaanderen wordt in totaal meer dan tien keer geciteerd in het rapport.
De Vlaamse overheid is een actieve en constructieve deelnemer van het RegHub-netwerk en wordt op de viermaandelijkse RegHub-vergaderingen steeds vertegenwoordigd door de Vlaamse Eurocoördinator. Hij doet op zijn beurt een beroep op de expertise van de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen. De opmaak van de Vlaamse insteek voor de RegHub-rapporten wordt opgenomen door experts met ervaring in de materie. Zo werd de Vlaamse bijdrage voor het eerste rapport voorbereid door het Vlaams Samenwerkingsforum Overheidsopdrachten, waarin niet alleen alle beleidsdomeinen van de overheid maar ook belanghebbenden uit de academische en de privésectoren vertegenwoordigd zijn. Net omdat Vlaanderen ruime bevoegdheden, ervaring en expertise heeft met de uitvoering van EU-regelgeving, meen ik dat wij een zeer waardevolle bijdrage kunnen leveren aan dit project.
Hoe evalueren wij de werking van het RegHub-netwerk? Dit netwerk moet zijn vooropgestelde potentieel nog waarmaken. De Vlaamse inzet en deelname aan het netwerk zijn van bij het begin afhankelijk gesteld van de impact die het forum heeft op de Europese beleidsvorming. Het is daarbij de bedoeling dat het RegHub-netwerk de afstand tussen de EU en de Europese regio’s en Vlaanderen verkleint. Finaal moet deze oefening ertoe leiden dat de EU-regelgeving beter uitvoerbaar wordt en beter wordt afgestemd op de noden van regionale en lokale overheden. Het eerste rapport vormt alvast een heldere en bruikbare beleidsaanbeveling. Maar of dat op EU-niveau in rekening zal worden genomen, moet nog blijken. Het is met andere woorden nog te vroeg om de werking van het netwerk ten gronde te evalueren. Ik hoop en verwacht in elk geval dat het netwerk zich verder toespitst op die gebieden waar het van toegevoegde waarde kan zijn voor de Europese beleidsvorming en dat de administratieve last van onze deelname verder tot een minimum beperkt blijft.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik denk inderdaad dat het een nuttig netwerk is. Het is alvast bijzonder goed dat bij de aanbevelingen rekening wordt gehouden met de bekommernissen en de noden vanuit Vlaanderen. Vlaanderen heeft dit inderdaad kritisch geëvalueerd, of dan toch bepaalde onderdelen. Ik hoop dan ook dat we daar zullen blijven participeren en dit in de toekomst zullen blijven evalueren, in de hoop dat de kloof tussen de Europese instellingen en de burger, in dit geval de Vlamingen, kan worden verkleind. Men moet wel rekening houden met wat er in Vlaanderen leeft.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Het tweede rapport, over luchtkwaliteit, staat ondertussen online. Minister-president, ik ben ook geïnteresseerd naar uw bevindingen daarover. We kunnen daarover het best een afzonderlijke vraag indienen. Ook wij kunnen in het algemeen dit project, dat lokale en regionale overheden zeggenschap geeft en de kloof dicht, alleen maar toejuichen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.