Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
In het Vlaamse Regeerakkoord 2019-2024 lezen we het volgende: “Inzake de financiering van de hogescholen worden de OBE’s (onderwijsbelastingseenheden) tegen het licht gehouden en wordt de financiering van hogeschoolopleidingen gericht en gefaseerd verhoogd.” Zoals bekend, staat deze passage niet los van al langer bestaande pleidooien om in het bijzonder de OBE’s voor de STEM- en bedrijfsgerichte (Science, Technology, Engineering and Mathematics) opleidingen van hogescholen te herevalueren.
We zijn dan ook tevreden dat u deze ambitie bevestigde in uw onderwijsbeleidsnota en dat u bij de bespreking ervan aangaf dat er al in 2020 4 miljoen bijkomende middelen worden voorzien, als eerste stap in een groeipad dat in 2024 moet leiden tot een recurrent bedrag van 20 miljoen euro voor wat u knelpuntopleidingen noemde.
Uit de begrotingsdocumenten weten we dat volgend jaar de eerste 4 miljoen euro zullen worden ingezet als extra financiering van de STEM-opleidingen.
Het is naar aanleiding van deze elementen dat ik een aantal vragen voor u heb. Minister, welk timing hebt u voor ogen rond de verdere analyse van de OBE’s?
Zult u bij deze analyse uitgaan van bestaande analyses, zoals die van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), die onder meer het voorstel inhoudt om de OBE voor STEM-opleidingen op 1,4 te brengen? Of acht u het eerder noodzakelijk om opdracht te geven tot nieuwe analyses die mogelijk tot andere voorstellen kunnen leiden?
Tot slot verneem ik graag, in combinatie met uw antwoord op de vorige vragen, welke plannen en timing u voorziet voor een gerichte en gefaseerde verhoging van de financiering van de hogeschoolopleidingen.
Minister Weyts heeft het woord.
In de begroting 2020 hebben we al 4 miljoen euro extra voorzien. De doelstelling is van in het begin geweest dat we die middelen willen inzetten als extra financiering, met focus op die STEM-opleidingen. Dat is natuurlijk niet volledig dekkend, dus moeten we daarin keuzes maken. Ik maak geen abstractie van de bestaande analyses, maar neem die mee. Maar vanzelfsprekend vraag ik ook aan VLHORA om met een concreet voorstel naar voren te komen. Want we moeten daarin keuzes maken. We kunnen ons blij maken met de stijging van de middelen, maar mijns inziens is dat zelfs niet voldoende om al diegenen die nu gevat zijn door een 1,2-financiering, naar het niveau van 1,4 te brengen, ook al focussen we dan enkel op STEM-opleidingen. We moeten daarin keuzes maken.
VLHORA bepleitte in zijn memorandum niet enkel een aanpassing van de puntengewichten van de technologisch georiënteerde opleidingen, maar ook van de bedrijfsgeoriënteerde opleidingen.
We nemen de bestaande analyses dus mee, maar ik vraag hen wel om zelf ook met concrete voorstellen ter zake te komen. Want het zijn inderdaad wel extra middelen, maar ze zijn niet volledig dekkend, ze zijn niet voldoende om elke vraag te honoreren. En dus moeten we keuzes maken. En dan vraag ik vooral aan de VLHORA zelf om een voorstel te formuleren.
Ik dank u voor uw antwoord. Misschien kunt u nog meegeven welke timing u voor ogen hebt? Als er keuzes worden gemaakt, dan lijkt het mij inderdaad belangrijk dat we het niet gaan versnipperen, maar dat er effectief keuzes worden gemaakt. Dan denk ik dat we toch effectief de STEM-gerichte opleidingen naar voren mogen schuiven.
De heer Daniëls heeft het woord.
Het is inderdaad geen evidente oefening. Je hebt een bepaalde hoeveelheid middelen die we daartegenover kunnen zetten. Als je heel veel doet, dan heb je minder. Doe je iets minder, dan heb je meer. Dat is de logica van de zaak.
Het is inderdaad goed dat je overleg pleegt met VLHORA, en dat we het over een iets langere termijn bekijken, dus geen one-shots. Dat geeft ook iets meer mogelijkheden.
Langs de ene kant hebben we de STEM-opleidingen; dat is iets wat we al heel lang zeggen in dit parlement. Maar langs de andere kant hebben we ook een aantal opleidingen in de handels- en de economische richting die ook vragende partij zijn. Ook ICT is een vragende partij. Ik denk dat VLHORA de ideale plaats is om het overleg met die collega’s te voeren. Hoe zien zij het? Waar is de nood het hoogst? Dat kan eventueel gefaseerd gebeuren. Dan kan men tot een gedragen beslissing komen. Er moet daar iets gebeuren, en ik denk dat dit de legislatuur is om het effectief te doen. Want we zeggen al twee legislaturen dat we iets moeten doen aan die OBE’s. We kunnen het niet blijven zeggen en dan niets doen. Alle succes daarmee, en houd ons op de hoogte over de afloop.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ten eerste maak ik een kleine kanttekening. Ik vind dat we een beetje moeten opletten dat we ons ook niet blindstaren op die STEM-opleidingen. Die zijn uiteraard zeer belangrijk, maar ik vind niet dat we ons in ons hoger onderwijsaanbod alleen daarop moeten focussen. Het moet breder zijn dan dat. We mogen daar niet te rigide naar kijken.
Ik ben natuurlijk ook wel voorstander van een evaluatie van de OBE’s. Ik vind het natuurlijk een goede zaak dat de financiering van de hogeschoolopleidingen in het licht daarvan zou worden verhoogd. Maar nu het systeem van die OBE’s toch wordt geëvalueerd, is dat voor de minister eigenlijk ook een kans om die hele financiering via gesloten enveloppe in het hoger onderwijs eens tegen het licht te houden.
Mijn concrete vraag is: overweegt u om, naar het voorbeeld van het leerplichtonderwijs, ook daar eens na te denken over open-endfinanciering?
Ik zou vooral de zaken niet nog complexer willen maken dan ze al zijn. Ik dank u voor uw bijdrage ter zake. Er zijn additionele middelen, maar we moeten daar ook niet flauw over doen.
Wat de timing betreft: dat kan nu onmiddellijk. De middelen staan al ingeschreven in de begroting voor 2020. Er is dus geen begrotingsaanpassing mee gemoeid; de middelen zijn er. De kwestie is: hoe gaan we ze verdelen? En dan moeten we daar ook niet flauw over doen: het is natuurlijk ook een discussie tussen hogescholen. Naargelang je focus, je perimeter, zal de ene hogeschool veel meer profiteren dan de andere, die misschien helemaal niet zal profiteren van een additionele financiering. Daar gaat de discussie natuurlijk ook om.
Het zou dus zinvol kunnen zijn om ook in ogenschouw te nemen dat het gaat over een financiering voor de volledige beleidsperiode. In plaats van dat je 4 miljoen te verdelen hebt, heb je dan misschien 20 miljoen te verdelen. Dat kan misschien wel een sleutel tot de oplossing zijn. Maar daarvoor wacht ik dus in eerste instantie het voorstel van VLHORA af.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Collega’s, mevrouw Goeman, het is niet omdat er een vraag wordt gesteld over een bepaald onderwerp, dat dat dan ook de hele visie is die we hebben over dat bepaald item in het onderwijsbeleid. Dat wil ik toch even benadrukken.
Ik ben blij dat we de OBE’s evalueren. Het is al gezegd. Er is al veel water naar de zee gevloeid.
Er wordt nu effectief actie ondernomen. Ik ben heel blij dat dit in overleg gebeurt met de VLHORA die in dezen de geschikte partner is. Ik wens u heel veel succes bij het proces.
De vraag om uitleg is afgehandeld.