Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, kinderen met specifieke zorgnoden kunnen binnen het groeipakket een beroep doen op een zorgtoeslag, die kan variëren tussen 82 en 549 euro per maand, afhankelijk van de zorgnood. Het systeem en bijhorende bedragen werden overgenomen uit het oude kinderbijslagsysteem. Een evaluerend arts, erkend door Kind en Gezin, evalueert deze specifieke ondersteuningsbehoefte van het kind via de medisch-sociale schaal op drie verschillende onderdelen. Nieuwe aanvragen sinds 1 januari 2019 worden behandeld door Kind en Gezin; dossiers van voor 1 januari 2019 en waarvoor een herziening nodig is, worden nog behandeld door de Federale Overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid. Een dergelijke herziening kan ambtshalve of op aanvraag van de ouders.
Zorgtoeslagen zijn een belangrijke doelstelling, maar het systeem kampt met wachtlijsten. Zowel bij de FOD Sociale Zekerheid als bij Kind en Gezin. Bij een ambtshalve herziening bij de FOD Sociale Zekerheid is de gemiddelde wachttijd 159 dagen, dus iets meer dan 5 maanden, en wacht 8 procent langer dan 6 maanden. Bij een herziening op aanvraag bij de FOD Sociale Zekerheid, dus voor de dossiers van voor 1 januari 2019, is die wachttijd nog hoger, namelijk 196 dagen, of 6,5 maanden, waarbij 30 procent of 1 op 3 langer dan 6 maanden moet wachten. Bij Kind en Gezin is de gemiddelde wachttijd iets korter, maar nog altijd 123 dagen. Maar ook hier wacht 21 procent of 1 op 5 langer dan 6 maanden. Die gegevens heb ik gekregen via een schriftelijke vraag aan de minister. Het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Brussel liet op 9 mei 2019 weten de verhoogde kinderbijslagen verder uit te betalen, ook als de medische beslissing uitblijft.
Op 1 januari 2020, dus binnen veertien dagen, neemt het Agentschap Opgroeien de dossiers over van de FOD Sociale Zekerheid, behalve de lopende herzieningsdossiers die de FOD Sociale Zekerheid nog tot uiterlijk eind juni 2020 zal behandelen. De minister liet in het antwoord op mijn schriftelijke vraag weten dat het agentschap Opgroeien zal 'ingrijpen' indien nodig. We zijn nu twee weken voor die datum, daarom de volgende vragen.
Minister, wat gebeurt er met dossiers in Vlaanderen die ambtshalve worden herzien door de FOD Sociale Zekerheid, en waarvan de herziening dus zes maanden voor het aflopen van het attest wordt opgestart, maar waarvan de wachttijd ondertussen die zes maanden overschrijdt? Verliezen deze ouders de zorgtoeslag bij de kinderbijslag of niet?
Op 1 januari 2020 neemt het agentschap Opgroeien nog heel wat dossiers over van de FOD Sociale Zekerheid. Welke maatregelen zult u nemen om deze extra dossiers te kunnen opvangen, zodat de wachtlijst binnen het agentschap Opgroeien niet verder toeneemt?
Minister Beke heeft het woord.
Collega, geen enkele ouder verliest de zorgtoeslag specifieke ondersteuningsbehoefte wegens een overschrijding van de termijnen. Het is wel zo dat de uitbetalers van het groeipakket de zorgtoeslag uitbetalen zolang de beslissing van het recht op zorgtoeslag de einddatum niet heeft overschreden. Als er ambtshalve een herziening loopt en er is op het moment van de einddatum van het attest geen nieuwe beslissing, dan wordt de betaling tijdelijk geschorst. Maar als nadien een positieve beslissing binnenkomt, wordt de betaling, met retroactieve toepassing, voortgezet. Deze ouders verliezen op zich dus niet, maar het kan gebeuren dat de uitbetaling met wat vertraging komt, als de beslissing op zich laat wachten.
Momenteel hebben we geen zicht op de redenen van overschrijding van de termijn van zes maanden. Er kunnen immers verschillende factoren een rol spelen. Zes maanden op voorhand wordt de ambtshalve herziening opgestart en ontvangen de begunstigden twee formulieren die moeten worden ingevuld, respectievelijk door de ouders en de behandelende arts, en worden teruggestuurd binnen de zes weken. Als de formulieren ontvangen zijn en het dossier volledig is, kan er een datum worden vastgelegd voor de evaluatie van het kind bij de evaluerende arts. Als er geen gevolg wordt gegeven aan de uitnodiging wordt er een tweede afspraak vastgelegd.
Als de evaluatie is gebeurd, dan bezorgt de evaluerend arts binnen de dertig dagen na het onderzoek het resultaat van die vaststelling aan het agentschap Opgroeien, die het bezorgt aan de uitbetalingsactor. Die uitbetalingsactor informeert de begunstigden en zorgt ervoor dat de betaling gecontinueerd blijft. Bij de FOD Sociale Zekerheid beschikte de arts nog over negentig dagen om een beslissing te nemen, terwijl we binnen de regelgeving van het groeipakket de termijn op dertig dagen hebben gezet, wat dus al een extra inspanning is om ervoor te zorgen dat de zorgtoeslag zo snel mogelijk kan worden uitbetaald en er geen onderbreking is in de uitbetaling van de zorgtoeslag.
Bij het overnemen van de bevoegdheid met betrekking tot de beoordeling van de specifieke ondersteuningsbehoefte heeft het agentschap Opgroeien in eerste instantie gekozen voor continuïteit, door de bestaande attestering voort te zetten. Bij die keuze nemen we ook de pijnpunten van de werkwijze van de FOD Sociale Zekerheid mee. Een van die pijnpunten is de intensieve voorbereiding van het dossier, dat de arts moet toelaten de ernst van de specifieke ondersteuningsbehoefte te evalueren. Deze voorbereiding vraagt tijd en vraagt zowel een inspanning van de ouders als van het agentschap en de artsen.
De migratie van de dossiers van de FOD Sociale Zekerheid naar het agentschap Opgroeien is momenteel bezig en zal half december zijn afgerond. Ambtshalve herzieningen die aflopen vanaf 1 juli 2020, zullen begin januari worden opgestart vanuit het agentschap Opgroeien. We zullen die transitie nauwgezet opvolgen en in kaart brengen waar eventuele vertragingen zich situeren.
Bovendien zetten we bijkomend in op het aanwerven van nieuwe evaluerend artsen. We willen op termijn ook de procedures voor ouders en artsen verder vereenvoudigen en optimaliseren. Tot slot streven we er ook naar om de zorgtoeslag zoveel als mogelijk te automatiseren en de drempels weg te werken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U spreekt van die overname. We hopen die half december af te ronden. Die migratie zou dus ongeveer nu afgerond moeten zijn. Ik hoop dat u er nu ondertussen al duidelijkheid over hebt dat dat zo is.
Ik maak mij wat zorgen, omdat u zegt dat u nog aan het bekijken bent waar die vertraging zich zou situeren. Mijn schriftelijke vraag dateert van 23 oktober 2019. Dat is dus toch al twee maanden geleden. Vertragingen tot zes maanden, een op de vijf jongeren... Ik had toch gehoopt dat het op twee maanden tijd duidelijk zou zijn vanwaar die vertraging nu komt. Want pas als we weten vanwaar die vertraging komt, zullen we ze ook kunnen oplossen en inlopen. Ik vind het dus toch wat problematisch dat dat nu nog niet geweten is.
Als die einddatum overschreden wordt, wordt het tijdelijk geschorst. Minister, ik heb daarover een uitdrukkelijke vraag. Van de groep waarbij de ouders en de arts tijdig, dus binnen de zes weken na ontvangst, die documenten hebben teruggestuurd en die dus in orde zijn, zijn er die ook meer dan zes maanden moeten wachten. Ik kan mij voorstellen dat documenten worden teruggestuurd wanneer ze niet in orde zijn, wanneer er bepaalde zaken niet zijn ingevuld en dat de tijd er dan over gaat. Maar van de groep die dat wel binnen de zes weken doet, hoeveel lopen er vast in de procedure?
Ik heb nog een laatste vraag. Worden ouders geïnformeerd? Want als die einddatum van zes maanden overschreden wordt, dan wil dat in sommige gevallen zeggen dat mensen ineens 549 euro per maand minder krijgen. Dat scheelt een stevige slok op de borrel. Dat kan nadien, na bevestiging, wel terugbetaald worden – dat is maar logisch, denk ik. Maar in het ergste geval stellen mensen plots vast dat ze 549 euro per maand minder op hun rekening krijgen. We weten wanneer die einddatum valt. We weten hoelang we ermee bezig zijn. Dan kunnen we die mensen toch minstens informeren over het feit dat er een probleem is en dat we dat nog aan het uitzoeken zijn. Dus ik hoop dat u toch nog iets meer info over die mogelijke vertragingsoorzaken kunt geven, zodat we die tenminste kunnen aanpakken en zodat die mensen erover geïnformeerd worden dat die migratie van die dossiers wel gebeurd is.
Minister Beke heeft het woord.
Ik kan alleen zeggen dat de vertraging zich meestal situeert in het eerste stadium van het onderzoek, wanneer de medische informatie ontvangen wordt, die aangeleverd moet worden door de ouders. Daar doet de grootste bottleneck zich voor.
U hebt cijfers gevraagd, maar die kan ik hier niet zomaar uit mijn mouw schudden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik zou het agentschap toch nog heel graag willen oproepen om die redenen van vertraging heel goed in kaart te brengen en ervoor te zorgen dat mensen die binnen de zes weken de juiste documenten hebben bezorgd, toch niet bij die een op de vijf horen die langer dan zes maanden moeten wachten. Als er stukken ontbreken, moeten we mensen zo snel mogelijk informeren en hen ook informeren over wat de potentiële gevolgen daarvan zijn, net om te vermijden dat ze tussen de 82 en 549 euro per maand mislopen en dan moeten vaststellen dat dat niet op de rekening staat, want dat is echt wel vrij veel geld. Ik wil dus heel uitdrukkelijk een oproep doen om dat samen te bekijken, nogmaals, met alle begrip voor het agentschap Opgroeien en alle inspanningen die gebeurd zijn om die overname te doen. We moeten heel voorzichtig omgaan met die specifieke doelgroep. Waarvoor dank.
De vraag om uitleg is afgehandeld.