Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, ik heb het u vorige week ook al gezegd: u hebt een extra bevoegdheid. Er zijn namelijk negen ministers van Onderzoek en Ontwikkeling in Vlaanderen. Onderzoek en ontwikkeling is iets wat over alle domeinen heen werkt; Welzijn is bij uitstek een domein waarin onderzoek en ontwikkeling een antwoord kan bieden op de vele zorgnoden die zich stellen.
Het programma dat we daarrond sinds een aantal jaar in Vlaanderen hebben, heet Flanders' Care. Het is een programma dat erop gericht is om onderzoek, ontwikkeling en ondernemerschap in de zorg af te stemmen op de zorgnoden die er zijn en ervoor te zorgen dat de middelen gaan naar de projecten die daarvoor het meeste output bieden.
Minister, ik heb een vraag over hoe u de evolutie van Flanders' Care in de toekomst ziet. Ik heb dat opgehangen aan het domein van onderzoek naar dwarslaesie, deels omdat ik dat persoonlijk goed ken en in dat verband de afgelopen jaren veel zaken heb bezocht. Ik merkte dat er enerzijds veel potentieel zit in dat onderzoek. Er zijn daarin een aantal doorbraken op til. Anderzijds merkte ik, zeker in Vlaanderen, dat de middelen daarvoor heel versnipperd waren. Als ik bij projecten op het terrein kwam, hoorde ik dat men bijvoorbeeld graag meer proefpersonen zou aanwerven, maar dat de nodige steun daarvoor ontbrak. En als ik dan vroeg welke programma’s ze hadden onderzocht, kwam Flanders' Care daarbij bijna nooit ter sprake. Dat is misschien ook helemaal niet de bedoeling, maar ik merkte wel dat er op dat domein heel wat versnippering is.
Ik heb dat gebruikt als kapstok om mij af te vragen of we ons voor het geheel van onderzoek en ontwikkeling in de zorg niet moeten concentreren op meer speerpunten. Als ik de website van Flanders’ Care bekijk, zie ik een grote mission statement, en heel veel domeinen waarop ze actief willen zijn of die ze mee willen ondersteunen of coördineren. Ik vraag me dan af of we onderzoek en ontwikkeling in de zorg nog beter kunnen begeleiden in de toekomst door de middelen te concentreren op een aantal concrete uitdagingen, en de middelen die per definitie beperkt zijn daarnaar toe te leiden?
Minister, welke initiatieven zijn er inzake dat onderzoek en de behandeling van dwarslaesie? Hoe kunnen die verder worden gestimuleerd? Hoe ziet u de rol van Flanders’ Care binnen Welzijn om onderzoek en ontwikkeling in de zorg en de toekomst verder te stimuleren?
Minister Beke heeft het woord.
Minister Hilde Crevits is bevoegd voor het wetenschappelijk onderzoek. Ik vernam van haar dat er in het verleden drie projecten zijn gesteund door het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), voorheen het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en het Agentschap Ondernemen. Die drie projecten zijn gestart in 2013 en er werden geen recentere projecten ondersteund.
Deze drie recente projecten waren nog actief in de laatste vijf jaar. Ik som ze even op. Er was een project in partnerschap met de UGent en de VUB voor 711.000 euro, een project met UHasselt voor ongeveer 100.000 euro en een laatste project voor 100.000 euro. Die laatste twee zijn doctoraatsbeurzen.
Het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen (FWO) financiert fundamenteel en strategisch onderzoek in alle domeinen en disciplines op basis van een bottom-up approach. Dit gebeurt aan de hand van financiering van projecten en mandaten waarbij de selectie gebeurt op basis van excellentie. In het onderzoek en de behandeling van dwarslaesies werden de laatste vijf jaar een aantal projecten en mandaten gefinancierd voor een totaal van 1,3 miljoen euro: drie projecten voor 920.000 euro, en vijf mandaten – predoc fundamenteel en strategisch postdocs – voor een totaal van 390.000 euro.
Of onderzoek verder zal worden gestimuleerd, hangt mede af van de resultaten van die onderzoeken. Ze worden momenteel geëvalueerd. In functie daarvan kunnen er nieuwe initiatieven door de onderzoekers worden genomen.
Flanders’ Care is het programma van de Vlaamse overheid dat inzet op innoveren en ondernemen in de zorg. Zoals de missie zegt: op aantoonbare wijze en door innovatie het aanbod van kwaliteitsvolle zorg verbeteren en verantwoord ondernemerschap in de zorgeconomie stimuleren. In het regeerakkoord staat er op bladzijde 116 een hele passage over, maar die kent u ook, want we hebben ze samen geschreven.
Momenteel ben ik met minister Hilde Crevits en met de bevoegde administraties in overleg. We hebben vorige week maandag een eerste overleg gehad om het actieplan Flanders’ Care 4.0 concreet gestalte te geven.
Laten we geen misverstand laten bestaan over Flanders’ Care. Dat is een facilitator om transversale samenwerking te bevorderen bij de administraties en op het terrein tussen de zorgsector en de industrie. Op die wijze zorgt Flanders’ Care mee voor innovatieve oplossingen bij diverse aandoeningen. Flanders’ Care zelf doet geen onderzoek naar nieuwe behandelingen. Daar zijn ook geen middelen of budgetten voor gepland. Die zitten bij de anderen.
Minister, bedankt voor uw antwoord.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, ik wil even inpikken op Flanders’ Care, maar ik zal dit ook met minister Crevits bespreken. Hebt u al een idee van een timing die u samen met minister Crevits zult opstellen?
Er is nog geen verdere timing. We hebben een eerste kennismakingsgesprek gehad met de betrokken administraties om dat op te starten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.