Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Op 12 november heeft Tesla bekendgemaakt waar het zijn nieuwe vestiging zou openen. Dat is jammer genoeg niet in Vlaanderen, maar wel in Brandenburg, Duitsland. Het is een vestiging die goed is voor tienduizend extra jobs.
In september 2015 is Elon Musk nog in Vlaanderen geweest, toen we nog in de running waren om die fabriek naar hier te kunnen halen. U zult zich dat nog wel herinneren. Ik heb dat toen mee opgevolgd, en uw voorganger is toen actief bezig geweest om die fabriek naar hier te halen. De haven van Zeebrugge is immers de invoerhaven voor Tesla, met ruim 3500 à 5000 wagens per kwartaal.
De oefening om grote vestigingen, die een hele cluster van activiteit rond zich kunnen creëren, naar België of Vlaanderen te lokken, is toch wel belangrijk. Daar zijn een aantal lobbyinspanningen voor nodig, maar er moet natuurlijk ook een aantrekkelijk algemeen economisch klimaat zijn. Daarbij moeten we er ook voor zorgen dat we aan de top staan op het vlak van innovatie in die bepaalde sector. Er zijn dus heel wat factoren die een rol spelen bij het naar hier halen van een grote onderneming. We hebben dezelfde inspanning geleverd voor Umicore. Dat is een bedrijf van eigen bodem, dat uiteindelijk naar Polen is vertrokken.
Ik vond het wel belangrijk om achteraf eens de analyse te maken. Waarom is het niet gelukt, en wat kunnen we in de toekomst beter doen om zulke belangrijke investeringen alsnog naar Vlaanderen te halen?
Welke inspanningen heeft de Vlaamse Regering gedaan om de nieuwe Teslavestiging naar Vlaanderen te halen? Waarom koos Tesla uiteindelijk voor Duitsland? Hoe zult u ervoor zorgen dat we potentiële buitenlandse investeringen in de toekomst wel zouden kunnen binnenhalen? Wat is de impact van de keuze van Tesla voor Duitsland op de haven van Zeebrugge?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Voor ik punctueel op de vragen inga, geef ik mee dat dit een typische materie is waarvoor geldt: ‘sometimes you win, sometimes you lose’. En hopelijk win je vaker dan je verliest. Het moet onze ambitie zijn om grote investeringen naar Vlaanderen te halen en het zou natuurlijk geweldig zijn om een succesratio van 100 procent te halen. Telkens wanneer een bedrijf kiest voor een andere locatie dan Vlaanderen, zijn er zaken waaruit we moeten leren. Dat is duidelijk.
Ik was veertien dagen geleden in China, en daar zijn toch weer een aantal contacten gelegd. Het gaat om heel prille contacten met bedrijven die aan het kijken zijn om naar Europa te komen. We gaan natuurlijk gigantische inspanningen leveren om ervoor te zorgen dat die bedrijven uiteindelijk voor Vlaanderen kiezen.
Welke inspanningen zijn er gebeurd om Tesla naar Vlaanderen te krijgen? Via Flanders Investment & Trade (FIT) hebben we altijd nauw contact gehouden met Tesla doorheen het keuzeproces voor een Europese vestiging. We waren er dus bij betrokken en we zijn via FIT altijd in contact geweest. FIT zal deze contacten met Tesla ook blijven onderhouden, aangezien de vestiging van Tesla in Europa over meerdere fases loopt. Brandenburg is een eerste fase voor de uitbreiding van hun activiteiten; ze plannen dus nog verdere fases. Daardoor maken we in de toekomst nog altijd kans om een vestiging van Tesla aan te trekken.
Het is belangrijk om te weten waarom Tesla uiteindelijk voor Brandenburg koos. Eerst en vooral is er de nabijheid van Berlijn – en niet Brussel. De grootte van de site die ter beschikking stond – het aantal vierkante meter – speelde ook een rol, net als de snelheid waarmee Tesla zijn productieactiviteiten zou kunnen opstarten. Daarbij is vooral de grootte van de site belangrijk, want we konden in Vlaanderen geen geschikt terrein aanbieden aan Tesla.
Hoe zullen we ervoor zorgen dat potentiële buitenlandse investeringen in de toekomst daadwerkelijk naar hier kunnen komen? Het vehikel dat we daarvoor hebben is FIT, dat in het verleden en ook nu in het regeerakkoord de rol toegewezen kreeg van coördinator voor het aantrekken van buitenlandse investeerders. De strategische beleidskeuzes van FIT en de volgehouden inspanningen in de operationele uitwerking ervan wierpen reeds duidelijk hun vruchten af. Zo werd er in 2018 een recordaantal buitenlandse investeringen in Vlaanderen geregistreerd, en dat op drie niveaus. Ten eerste, in euro’s uitgedrukt: 4,24 miljard euro. Nooit eerder ging zo veel geld in investeringen naar Vlaanderen. Ten tweede, in aantal investeringen: 234 investeringsprojecten. Dat is ook een record in aantal. Ten derde, in tewerkstelling: die 234 investeringsprojecten, goed voor 4,24 miljard euro, vertalen zich in ongeveer 5400 nieuwe jobs die in Vlaanderen gecreëerd zullen worden. 2019 is ook veelbelovend gestart. Ik verwijs naar de aankondiging van INEOS in de haven van Antwerpen in het begin van dit jaar. Daar alleen al spreken we over een investering van 3 miljard euro.
Wat is nu een belangrijke factor voor deze succesvolle cijfers? FIT neemt de centrale coördinatie waar om investeringen aan te trekken en werkt optimaal samen met de verschillende administraties, zowel op regionaal als federaal niveau, en speelt dus die coördinatierol in complexere dossiers. Welke coördinatierol is dat? Langs de ene kant met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), maar ook met de ParticipatieMaatschappij Vlaanderen (PMV), met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en op federaal niveau met de cel Fiscaliteit van de Buitenlandse Investeringen van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën.
In de beleidsnota hebben we ook duidelijke keuzes gemaakt. Je kunt immers op elke slak zout leggen en dan loop je het risico van er overal langs te vliegen, of je kunt je inspanningen targeten. Wij zetten dus actief in op het versterken en connecteren van onze kennisinstellingen in het buitenland, het versterken van de clusterwerking, het opzetten en laten groeien van een ecosysteem voor buitenlandse start-ups en het verder uitvoeren van de internationaliseringsstrategie van ‘Vlaanderen versnelt!’. Maar ook de operationele werking van FIT versterken we, onder andere door bijkomende technologieattachés in het buitenland, en door het invoeren van moderne digitale technieken om opportuniteiten in de regionale clusters vroegtijdig te detecteren.
U vroeg ten slotte nog wat de impact was van de keuze van Tesla voor Duitsland op de haven van Zeebrugge. Tesla dient zelf intern nog te bekijken welke modellen van wagens precies waar gealloceerd zullen worden en dient nog logistieke simulaties rond hun bevoorradingsketen uit te voeren. Het is bijgevolg nog te vroeg om een concreet antwoord te geven op uw laatste vraag.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister-president.
Er zijn natuurlijk mooie cijfers op het vlak van investeringen in Vlaanderen. Het is natuurlijk ook een weerkerende discussie dat het interessant zou zijn om ook een zicht te hebben op de desinvesteringen in Vlaanderen, die we niet kennen. Er zijn investeringen en desinvesteringen, maar wat is de nettoverhouding tussen beide? Het zou goed zijn om in de toekomst statistieken te hebben over de netto-investeringsgraad in Vlaanderen. Ik stel die vraag omdat de investeringen jaar na jaar blijven stijgen, op wat correcties na van soms eens een grote investering meer of minder, maar dat staat in schril contrast met de gemiddeld lage economische groei, toch bij de laagste in de Europese Unie – en dat geldt evenzeer voor Vlaanderen als voor heel België – die we de laatste twee of drie jaar kennen. Dat is een problematiek die we toch wat nauwer zouden moeten bekijken.
In het microverhaal, als het gaat over Umicore, Tesla en dergelijke meer, stel ik toch vast dat de reconversie van belangrijke sites zoals Opel Antwerpen sneller kan dan nu het geval is. Dat is een andere oefening dan FIT doet. Ik denk dat FIT goed werk levert en ik denk dat men het daar over de partijgrenzen heen over eens is. Maar de reconversie van belangrijke bedrijfsterreinen in Vlaanderen, groot en klein, zouden we veel beter kunnen doen dan vandaag. Op dat vlak kunnen we wel van de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) leren. En misschien moeten we kijken of we PMV of een andere instelling toch een meer proactieve opdracht kunnen geven om belangrijke industriesites beter te ontwikkelen dan we vandaag doen. Ik vind dat we op dat vlak kansen missen. Ik beweer niet dat we Tesla naar hier hadden kunnen halen. Ik denk wel dat we dit op een proactievere wijze kunnen aanpakken dan nu het geval is.
Ook in mijn eigen provincie zijn er nog altijd bijzonder veel bedrijventerreinen die, mits kleine investeringen, met een rollend fonds kunnen worden gereconverteerd. Ik zie dat LRM hier op een succesvolle wijze en zonder financiële putten te graven werk van heeft kunnen maken.
Minister-president, volgens u heeft Tesla voor Duitsland gekozen omdat daar snel van start kan worden gegaan en snel kan worden gebouwd. Ik vermoed dat dat iets te maken heeft met de vergunningenproblematiek. In het Vlaams regeerakkoord zijn een aantal zaken ingeschreven om de vergunningen te versoepelen zonder daarbij te soepel te worden. Het vergunningenbeleid is iets wat we zelf in handen hebben en waar we zelf een stap vooruit in kunnen zetten.
In het geval van Umicore was er sprake van een gebrek aan juist geschoold personeel. Er waren vooral te weinig ingenieurs op de Vlaamse arbeidsmarkt aanwezig om die batterijenfabriek van de grond te krijgen.
De reconversie van oude bedrijventerreinen, de snelheid waarmee vergunningen voor belangrijke investeringen kunnen worden afgeleverd en de aanwezigheid van geschikt personeel zijn drie punten waarop de Vlaamse overheid kan inzetten. Een aantal zaken lopen al goed. VLAIO levert inspanningen. De investeringen blijven jaar na jaar stijgen. Daar zijn ook grote investeringen bij, zoals in het geval van INEOS. We moeten echter ook eens naar de desinvesteringen kijken.
De heer Muyters heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik wil me bij uw vraag om uitleg aansluiten. Ik ben het ermee eens dat FIT zeer goed werk levert om investeringen aan te trekken. Als we bekijken welke investeringen de voorbije jaren het succesvolst zijn geweest, blijkt het te gaan om investeringen die aan onderzoek, ontwikkeling en innovatie zijn gekoppeld. We moeten ons focussen. We kunnen uiteraard overal nakijken wat nog beter kan, maar voor mij is het belangrijkste dat we goed weten in welke richting we investeringen willen aantrekken.
Dat we een bedrijf als Ineos kunnen aantrekken, heeft uiteraard te maken met de chemische cluster die in Vlaanderen aanwezig is. We zien vaak dat het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de andere activiteiten in Zwijnaarde investeringen aantrekken omdat bedrijven het vanwege dat ecosysteem belangrijk vinden in Vlaanderen te kunnen zijn en met de universiteiten en onderzoeksinstellingen te kunnen samenwerken. We beschikken over een kwaliteit die anderen niet hebben. Ik denk dan aan het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec), het VIB, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) of het Instituut voor Materialenonderzoek in Limburg. Ik denk dat we vooral hierop moeten inzetten, maar de vraag is ook of we niet moeten focussen op een aantal zaken waarin we kunnen uitblinken. Het gaat dan om wetenschappelijk onderzoek, instellingen en de samenwerking in de zogenaamde tripel of quadruple helix.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, ik deel het grootste gedeelte van wat u hebt gezegd en ik wil wel eens nagaan of we iets van LRM kunnen leren. Wat de desinvesteringen betreft, kunnen we de tewerkstellingsstatistieken volgen. Daar zitten stijgingen en dalingen in. Dat is natuurlijk niet hetzelfde als investeringen en desinvesteringen, maar het is wel een indicator.
Mijnheer Muyters, wat de focus betreft, moeten we van onze sterktes uitgaan. Toen ik veertien dagen geleden in China was, viel het me op dat imec zelfs in de meest hightech omgevingen een referentie is. Als er Chinezen rondlopen met het plan in Europa te investeren, is de aanwezigheid van imec zeker een aantrekkingspool. Ik heb al geleerd dat het meestal niet de beste strategie is op elke slak zout te leggen. We moeten vanuit onze sterktes vertrekken en daar de focus op leggen. Maar dan, als je dan prospecten hebt die binnen onze focus vallen, dan moeten we ons voor 500 procent inzetten om die daadwerkelijk naar hier te trekken.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Ik hoef niet altijd het laatste woord te hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.