Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, u bent vorige week heel kort op deze vraag ingegaan, maar ik denk dat er nog een aantal vragen niet beantwoord werden. Het regeerakkoord stelt dat De Lijn verder een hogere kostendekkingsgraad moet realiseren en dat kostenefficiëntie een permanente drijfveer moet blijven.
In de media verschenen er berichten dat er binnen De Lijn nagedacht werd over variabele ticketprijzen. Tijdens de spitsuren zouden reizigers iets meer betalen voor een ticket dan in de daluren. Ook de taxidienst Uber werkt met piekprijzen. Er zijn professoren, zoals Juan Camilo Castillo, verbonden aan de universiteit van Stanford, die heel duidelijk zeggen dat de reiziger zelf gebaat is bij die variabele prijzen. Is dat wel of niet waar?
Werd de mogelijkheid om variabele ticketprijzen bij De Lijn in te voeren recent onderzocht binnen De Lijn of zijn daarover studies lopende? Wat zijn de conclusies? Wat is uw standpunt aangaande dergelijke variabele ticketprijzen bij De Lijn? Zal dit voorwerp worden bij de onderhandelingen van een nieuwe beheersovereenkomst, die De Lijn met de Vlaamse overheid moet afsluiten? Is er al meer duidelijkheid over de impact van zulke variabele ticketprijzen op de abonnementenverkoop bij De Lijn? Zijn daar studies over, is daar onderzoek naar verricht?
Minister Peeters heeft het woord.
We hebben het er al in de plenaire vergadering over gehad. De Lijn heeft inderdaad gecommuniceerd dat men erover denkt om die variabele ticketprijzen in te voeren. Ik heb daarover al persoonlijk gezegd dat ik daar niet echt een voorstander van ben.
Naar aanleiding van uw vraag hebben we nog eens contact opgenomen met De Lijn om te vragen hoe het daarmee zit. We hebben gelezen dat het voorkwam in het memorandum van De Lijn, dat door het management naar aanleiding van de verkiezingen werd opgemaakt. Daarin heeft men wel gezegd dat men naar een tariefdifferentiatie wil gaan, maar tegelijkertijd zeggen ze ook dat ze eenvoud in de tariefstructuur willen. Ik denk dat die twee niet zo heel goed met elkaar te verzoenen zijn.
De Lijn heeft ons alleszins laten weten dat ze wel een onderzoek naar de verschillende scenario’s is gestart inzake de toekomstige tarievenpolitiek, rekening houdend met de impact op de kostendekkingsgraad. U verwijst hiervoor terecht naar ons regeerakkoord. en daarop zullen wij echt blijven focussen. Deze studie is alleszins nog niet beëindigd. Er is daarover op dit ogenblik niet veel meer te zeggen, maar zoals ik u al zei, ben ik zelf niet echt een onmiddellijke voorstander van dit verhaal omdat we in eerste instantie van de reiziger moeten uitgaan, van een goede service voor de reiziger. Die moet centraal staan.
Ik maak me ook wel wat zorgen dat als men naar dat variabele ticketprijzensysteem zou gaan, men enerzijds problemen zou creëren in de perifere gebieden, en men anderzijds mensen die het financieel iets moeilijker hebben nog meer in de richting van vervoersarmoede zal duwen. Daar moeten we ons zeker voor hoeden. Tegelijkertijd denk ik ook dat we door dit variabele ticketprijzensysteem ook heel wat zullen inboeten op de transparantie van de prijzen. Dat is toch ook heel belangrijk.
U weet dat wij nu een gedifferentieerd prijzensysteem hebben ten aanzien van mensen die het moeilijk hebben of van een aantal specifieke doelgroepen. Als we dit ook nog moeten differentiëren volgens dal- en spitsuren, maakt dat alles alleen maar complexer. Daarom ben ik daar geen voorstander van.
Wij hebben er ten slotte het strategisch plan 2020-2030 van De Lijn op na gekeken. Daarin staat niet specifiek iets vermeld over het systeem van variabele ticketprijzen. Voor 2020 heeft het management de prijzen al goedgekeurd. Dit zal binnenkort ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering worden voorgelegd. Ook daar is geen sprake van hogere of lagere prijzen in spits- of daluren.
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw zeer duidelijk antwoord.
Ik was wat verrast door de berichtgeving in de media over dat onderzoek en het mogelijke standpunt van De Lijn zelf omdat er daarover in het regeerakkoord niets staat. Wij vragen een hogere kostendekkingsgraad. Het is de opdracht van De Lijn om te onderzoeken hoe ze dat zullen realiseren. Dat moet in dialoog met de Vlaamse Regering worden vastgelegd, ook in de nieuwe beheersovereenkomst. We zien natuurlijk vaak dat achter ideetjes die plots wat aandacht krijgen, er toch wat meer zit dan sommigen zouden beweren. Vandaar mijn vraag.
U zegt dat er een onderzoek is gestart en dat het nog niet is beëindigd. Weet u welke timing daar wordt aangehouden? Als er een onderzoek is uitgevoerd, kunnen er conclusies aan worden verbonden. We moeten die conclusies hier grondig durven te bespreken.
U zegt terecht dat het vooral belangrijk is dat de service centraal staat. Ik heb drie woorden neergepend die voor mij cruciaal zijn en die voor De Lijn in de toekomst cruciaal zullen zijn om nog meer mensen te overtuigen om te kiezen voor de bus of de tram van De Lijn: de stiptheid, zoals we allemaal weten, de kwaliteit en het reizigerscomfort. Daarop moeten we in eerste instantie inzetten om meer reizigers te vervoeren en de kostendekkingsgraad te laten stijgen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
De vraag is ondertussen wat verouderd, maar ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn standpunt daarover nog eens scherp te stellen. Wij denken dat lagere prijzen tijdens de daluren à la limite nog wel zouden kunnen, maar hogere prijzen opleggen aan de reizigers – ondanks de complexiteit, minister, daar hebt u gelijk in – op een ogenblik dat het aantal klachten nog nooit zo hoog is geweest, dat is voor ons een brug te ver. Op den duur krijgen we nog een ‘reversal modal shift’, waarbij mensen die nu het openbaar vervoer gebruiken en noodgedwongen moeten gebruiken, zullen teruggrijpen naar de wagen. Wij vinden dit niet zo’n goed idee. Maar CD&V is een partij die altijd openstaat voor discussie. Wij zullen dus die studie afwachten. Ik ben benieuwd wat erin zal staan.
Minister, ik zie dat u niet weet wanneer die studie klaar zal zijn. Het valt te hopen dat we daar een zicht op hebben voor de nieuwe beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Regering en De Lijn wordt afgerond, zodat we zien wat er aan tariefzettingen enzovoort dient te gebeuren. Het belangrijkste is inderdaad: service, comfort, stiptheid en een goede communicatie naar de reiziger. Laten we daar eerst op inzetten.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het klinkt alvast goed wanneer u zegt geen voorstander te zijn van die variabele tickets. U bent niet alleen. Naar aanleiding van dat nieuws heb ik gesproken met mensen die vaak gebruikmaken van het openbaar vervoer en van De Lijn. Zij maken zich net dezelfde bedenking.
Maar het is inderdaad zo dat dit voor een aantal mensen die het financieel moeilijker hebben, tot onzekerheid leidt: welke tariefstructuur wil De Lijn gaan hanteren? Zij maken zich daar zorgen over. Het zijn ook juist die mensen die in veel gevallen een beroep moeten doen op De Lijn. En we mogen ook niet vergeten dat we de pendelaars, de mensen die moeten gaan werken met het openbaar vervoer, niet uit het oog mogen verliezen. Het is juist de bedoeling om zo veel mogelijk mensen naar dat openbaar vervoer te krijgen. Om dan hogere prijzen te gaan vragen tijdens de spitsuren, dat is volgens mij niet direct een voorbeeld van hoe het moet.
De studie die De Lijn nu opstart omtrent variabele tarieven, is eigenlijk een duidelijk bewijs dat er momenteel geen visie is bij De Lijn. Men weet blijkbaar niet goed welke kant men op moet. Men moet inderdaad naar een hogere kostendekkingsgraad. Er zijn hier al voorstellen geopperd door de collega’s om het comfort te verhogen en de verbindingen te verbeteren met de trein, desnoods met mobipunten en noem maar op. Alleen zo'n goede, comfortabele en goed uitgebouwde lijn kan mensen vanuit de auto naar het openbaar vervoer trekken. Als we dan nog de tarieven gaan verhogen, denk ik dat we veeleer een omgekeerd effect gaan krijgen. Dat u zich daarbij aansluit, stemt ons in ieder geval hoopvol.
Minister Peeters heeft het woord.
Nog even ter verduidelijking, collega's: die studie gebeurt niet in onze opdracht. Het management heeft zelf beslist om een studie rond de differentiatie van prijzen aan te vragen. Zij mogen dat doen. Het is een extern verzelfstandigd agentschap (EVA), dus zij mogen zo veel studeren als zij willen. Daar heb ik als dusdanig geen problemen mee.
Ik heb al duidelijk gezegd dat ik persoonlijk geen voorstander ben. En ik hoor toch dat meerdere mensen ons daarin volgen. Ik neem wel aan dat, zodra dat onderzoek klaar is, De Lijn naar ons zal terugkoppelen. Daar heb ik uiteraard wel vertrouwen in.
Mijnheer Maertens, stiptheid, kwaliteit en comfort zijn inderdaad drie zeer belangrijke elementen in heel ons openbaar vervoer. Daar moet blijvend op gefocust worden. Ik denk dat we allemaal voorstander zijn van een goed tariefbeleid. Een goed tariefbeleid dat het combimodelgedrag moet sturen, daar moeten we voor gaan. Maar hogere prijzen tijdens de piekuren, terwijl mensen dan juist aangewezen zouden moeten zijn op het openbaar vervoer, is mijns inziens geen goede zaak. Het zou inderdaad veeleer leiden tot onzekerheid en het zou mensen wegsturen van het openbaar vervoer in plaats van hen aan te trekken. En het is net dat laatste dat we willen bereiken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.