Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vandenhove heeft het woord.
Het onderwerp van mijn vraag is spijtig genoeg heel actueel naar aanleiding van een moord, een overlijden. Ik wil een aantal vragen stellen over het gegeven dat een man en vrouw niet goed met elkaar opschieten wat uiteindelijk kan leiden tot heel erge agressie en geweld en in het ergste geval tot moord. Minister, zult u in uw beleid voldoende aandacht schenken aan dat fenomeen waarvoor de nieuwe term ‘feminicide’ wordt gebruikt? Ik heb in uw beleidsnota gekeken en daar is de formulering heel algemeen en dus zeker niet specifiek.
Ik besef ook wel dat dit een aangelegenheid is die op het randje ligt tussen de Vlaamse en federale bevoegdheden. Meestal is in dergelijke gevallen het verwijt dat er al voldoende preventie en welzijn was ingeschakeld en dat de politie al een aantal keren was opgeroepen. In sommige gevallen kwam ook het parket tussen of was er zelfs een huisverbod van toepassing. Maar toch blijven die zaken gebeuren en neemt het aantal feiten zelfs toe.
Deelt u de bezorgdheid over dit zorgwekkende fenomeen? Zo ja, dan moeten we daar als overheid ook meer aandacht aan besteden. Wat gaat de Vlaamse overheid daar vanuit de bevoegdheid Welzijn aan doen?
Beaamt u in datzelfde licht dat de idee dat mannen zich superieur aan vrouwen voelen, en vrouwen eenmaal in een relatie een soort eigendom van de man worden, bijzonder problematisch is? Zijn hierover gegevens voor Vlaanderen beschikbaar?
Welke mogelijkheden ziet u binnen de Vlaamse bevoegdheden om feminicides te voorkomen, en welke initiatieven kunnen we nemen om de gelijkheid tussen man en vrouw op dat specifieke terrein breder ingang te laten vinden?
Een van de oplossingen zou natuurlijk zijn om de Family Justice Centers (FJC’s) uit te breiden. U kent die ongetwijfeld goed, want naast Antwerpen, is Limburg een van voorlopers op dat vlak. Kunnen zij daarin een rol spelen? Lijkt een versterking van de FJC’s u aangewezen en hebt u ter zake plannen?
Minister Beke heeft het woord.
In eerste instantie wil ik benadrukken dat de recente gevallen van intrafamiliaal en partnergeweld schokkend en zorgwekkend zijn. Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling om in deze commissie in te gaan op de specifieke casussen, maar ik wil wel mijn medeleven uitdrukken aan de betrokken slachtoffers en hun familieleden.
Als Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding deel ik samen met andere bevoegde ministers de bezorgdheid rond fenomenen van intrafamiliaal geweld, partnergeweld, feminicide en toxic masculinity. Dergelijke vormen van geweld zijn dermate verontrustend dat we er als overheid gerichte aandacht aan moeten besteden. De overheid moet mijns inziens op alle bestuursniveaus alert zijn en gericht bijdragen aan een aanpak vanuit de verschillende bevoegdheden.
Ik heb geen weet van een uitgebreide studie die dit in kaart brengt. Het lijkt me wel belangrijk dit fenomeen te onderzoeken en te bestuderen, zodat we gerichte maatregelen op het vlak van hulp- en dienstverlening kunnen inzetten en de cruciale samenwerkingspartners uit andere beleidsdomeinen kunnen identificeren. Daarbij is het interessant om een zicht te krijgen op de werkzame buitenlandse praktijken.
De voortzetting van de prioritaire aanpak van intrafamiliaal geweld is uitdrukkelijk opgenomen in het Vlaams regeerakkoord. Er is bijzondere aandacht voor een Vlaamse bijdrage aan de nieuwe kadernota Integrale Veiligheid (KIV), die mijn collega, minister Zuhal Demir, voor Vlaanderen zal coördineren. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan het nationaal actieplan gendergerelateerd geweld en aan de uitvoering van de resolutie van het Vlaams Parlement van 4 juli 2018.
We kiezen voor een integrale aanpak, die vertrekt vanuit de noden van het slachtoffer. De acties zullen worden afgestemd op de federale inspanningen zodat ze voldoende kunnen kaderen in de bredere veiligheidsketen.
In de vorige legislatuur werd reeds sterk ingezet op het uitrollen van een ketenaanpak rond intrafamiliaal geweld en kindermishandeling in Vlaanderen. Die werd intussen in elke regio opgestart. In bepaalde regio’s is dit samenwerkingsverband verder ontwikkeld en werkt een multidisciplinair team samen onder één dak om intrafamiliaal geweld aan te pakken vanuit een Family Justice Center. Minister Demir zal verder het voortouw nemen in de uitbouw van de ketenaanpak intrafamiliaal geweld en de ontwikkeling van FJC’s.
Vanuit mijn bevoegdheden zal ik nagaan hoe we verder kunnen bijdragen aan een intersectorale aanpak van intrafamiliaal geweld. Geweld in al zijn vormen is en blijft een omvangrijk maatschappelijk probleem. Vanuit de hulpverlening investeren verschillende diensten en organisaties hier heel wat tijd en energie in. Ze hebben een eigen aanpak en regulier aanbod ontwikkeld. Denk maar aan de werkingen binnen de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s), die begeleiding bieden aan slachtoffers en daders van intrafamiliaal geweld, zowel op ambulant als residentieel vlak met vluchthuizen, maar ook de 1712-werking, hulpverlening door de centra voor geestelijke gezondheidszorg (cgg’s), voorzieningen in de jeugdhulp enzovoort. Maar we moeten met z’n allen vaststellen dat dit soms niet volstaat. Te veel kinderen en volwassenen blijven in situaties van geweld leven. We missen nog bepaalde signalen, en het lukt niet altijd om geweld te voorkomen of de hardnekkige patronen ervan duurzaam te doorbreken.
Intersectorale afstemming en samenwerking blijven kritische succesfactoren, want de complexiteit in veel dossiers en de verwevenheid met problemen op verschillende levensdomeinen maakt het zowel voor professionals als voor de betrokkenen zelf moeilijk om soms de juiste weg te vinden. De afgelopen jaren zijn er op dat vlak gelukkig al heel wat positieve stappen gezet in alle Vlaamse regio’s, maar hierin moet verder worden geïnvesteerd.
Wat uw laatste vraag betreft, is het aan minister Demir bevoegd voor de uitbouw van de ketenaanpak intrafamiliaal geweld en de ontwikkeling van de Family Justice Centers, om daarin initiatieven te nemen. Ik stel voor dat u die vraag dan ook aan haar stelt.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Het is vooral belangrijk dat er goede samenwerking is tussen politie, Welzijn en Justitie. Dat is de sleutel om te komen tot een betere risico-inschatting. Daar kunnen de Family Justice Centers zeker en vast een belangrijke rol in spelen. We kunnen niet alle gevallen vermijden en dat zal ook nooit kunnen, maar we kunnen het aantal wel drastisch verminderen als we alle elementen samenbrengen en kijken hoe hoog het risico is.
De heer Parys heeft het woord.
Er is al veel gezegd dat zeer pertinent is, zoals de ketenaanpak en het uitbouwen van de Family Justice Centers. Ook het stalkingalarm kan effectief een rol spelen. Ik hoop inderdaad op een goede samenwerking tussen minister Beke en minister Demir om ervoor te zorgen dat we wat we de afgelopen dagen in de pers opgelijst hebben gezien, in de toekomst niet meer hoeven te lezen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.