Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, in een nieuwsbrief aan zijn supporters bood voetbalclub KAA Gent vorige maand aan om een dagje mee te lopen met een topspeler van de club. De voorwaarde om kans te maken op die unieke ervaring was niet mals: men moest een weddenschap plaatsen op de website van Napoleon Games. De nieuwsbrief zette supporters dus overduidelijk aan tot gokken. De enige manier om deel te nemen, was namelijk door geld in te zetten bij Napoleon Games. Het is zeer waarschijnlijk dat veel minderjarigen aan die actie hebben deelgenomen.
Napoleon Games is een van de vijf gokbedrijven die recent aankondigden enkel nog op de eigen website te zullen adverteren, of gepersonaliseerd naar geregistreerde spelers. Dat is bij dezen al helemaal niet gebeurd. Als we aan zulke bedrijven vragen om zichzelf te reguleren, blijkt dat helemaal niet te werken. Wij hadden dat eerder ook al gezegd.
Er moet de gokbedrijven op federaal niveau een halt worden toegeroepen, maar ook de sportclubs moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Of ze moeten ten minste op hun verantwoordelijkheid worden gewezen. Een club als KAA Gent, die ethiek hoog in het vaandel draagt, zou beter moeten weten. Met dit soort acties zet de club zijn fans aan tot gokken.
Minister, wat vindt u, als minister van Sport, van gokreclame in brieven van Vlaamse sportverenigingen, die subsidies krijgen van ons, aan hun supporters? Zult u onze sportclubs, en in dit geval specifiek KAA Gent, erop wijzen dat elke vorm van gokreclame moet worden geweerd uit de communicatie met hun fans, zowel online als offline? Wat zult u doen om gokreclame in de communicatie van sportclubs aan supporters definitief te bannen? Hoe staat u als minister van Sport tegenover een verbod op gokreclame in de sportwereld? Dat is misschien een idee waar we ons met velen achter kunnen scharen in deze legislatuur.
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn twee aspecten verbonden aan de problematiek: enerzijds het juridische en anderzijds het ethische. Voor het tweede ben ik bevoegd, voor het eerste niet. Als je over de ethische en de morele benadering spreekt, denk ik dat deze concrete promoactie geen goede promo is voor de voetbalclub in kwestie en voor de voetbalsport in het algemeen.
De hele regelgeving met betrekking tot kansspelen is federaal geregeld. Ik begrijp trouwens dat de Kansspelcommissie een onderzoek geopend heeft. Het is de Kansspelwet die de regels bepaalt en die stelt onder welke voorwaarden je een kansspel mag inrichten, hoe dat mag gebeuren en ook hoe daarover gecommuniceerd mag worden. De Kansspelcommissie is daar de bewaker van.
De Kansspelcommissie kan op basis van haar bevoegdheden inzake de spelregels rond gokreclame ook een en ander vastleggen. Ik heb begrepen dat een subcommissie binnen de Kansspelcommissie bezig is met duidelijke regels inzake communicatie rond gokreclame en dat er ook samen wordt gezeten met het profvoetbal. Volgens mijn informatie wordt er eind november een beoordeling verwacht. Dat is een goede zaak.
Je hebt dus het ethische aspect, waarbij ik denk dat dit een slechte zaak is voor de club en voor het voetbal. Wat het juridische betreft, zit je natuurlijk nog altijd met een federale regelgeving. En zelfs mocht ik de intentie hebben om aan de voetbalclubs te zeggen dat wij niet willen dat ze gokreclame toelaten: ik ben daar niet voor bevoegd.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, u zegt dat u juridisch niet bevoegd bent, en dat klopt inderdaad, maar wel ethisch. Vijftien van de zestien clubs in eerste klasse hebben een gokbedrijf als sponsor. Er is maar één club, namelijk Eupen, die dat heel bewust niet heeft. Dat is de filosofie van de club, zij stelt daar zelf de ethische grens. Als minister van Sport kunt u dat misschien doortrekken naar alle clubs.
U hebt in het verleden in de pers al vaker uw verontwaardiging geuit over onjuistheden. U hebt nu nieuwe bevoegdheden, waaronder Sport. Ik en velen met mij zouden zeer tevreden zijn indien u ook hierover uw verontwaardiging had uitgedrukt, al was het maar met een tweet. Het zou goed zijn dat u als minister van Sport zegt dat dit niet kan, dat u weliswaar geen juridische bevoegdheid hebt, maar dat u er op Vlaams niveau, het niveau dat u zwaarder wilt laten doorwegen, alles aan zult doen om ervoor te zorgen dat dergelijke gokreclame, die toch vooral minderjarigen zal aanzetten tot gokken, wordt vermeden. Dit is niet het beleid van ‘Sport voor Allen’ in Vlaanderen waar u voor wilt staan.
Ik reken dus een beetje op u, minister. We zijn nog maar net gestart, maar wanneer zich nog dergelijke gevallen voordoen, krijgt u van ons alle steun om die een halt toe te roepen.
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, de problematiek van gokreclame en de gokindustrie op zich is groot, omdat het aantal problematische gokkers en gokverslaafden de afgelopen jaren enorm is toegenomen in Vlaanderen. Vandaag stond een artikel in de krant waaruit blijkt dat in 2017 de onlinegokplatformen een winst hebben gehaald 147 miljoen euro, dat is 40 miljoen euro meer dan in 2016.
Wat is nu het probleem? Er is een een-op-eenverband tussen reclame maken voor gokken en problematisch gokgedrag. Als we dan zien van vijftien van de zestien clubs in eerste klasse reclame maken voor een gokbedrijf, dat het onlineplatform van de openbare omroep voor sport, Sporza, reclame maakt voor een gokbedrijf, dat tijdens voetbalwedstrijden en in voetbalstadia reclame wordt gemaakt voor gokbedrijven, dan moeten er bij u als minister van Sport toch alarmbellen afgaan. Dit heeft immers een impact op heel veel domeinen waar de Vlaamse Regering voor verantwoordelijk is waaronder jeugd, welzijn, reclame, de openbare omroep en sport.
Mijn vraag gaat niet over communicatieadvies voor uw tweets of Facebook, hoewel dat ook al zou helpen, mijn vraag is wel om daar een belangrijke rol in op te nemen en niet te doen alsof u een gewone man in de straat bent. U bent de minister van Sport, u bent verantwoordelijk voor al die jongeren in onze samenleving die op een gezonde manier willen sporten, maar dan moet u hen ook beschermen tegen mogelijke vormen van verslaving die via gokreclame worden geuit. Ik vraag u dan ook om veel proactiever contacten te leggen met de Voetbalbond en andere sportbonden om na te gaan hoe de reclame voor gokbedrijven en gokplatformen kan worden geminimaliseerd. Op dit moment loopt het de spuigaten uit en u hebt meer verantwoordelijkheid dan u nu laat uitschijnen.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, dat niet zo uitvoerig was – maar dat is ook logisch, collega’s. Er is wel degelijk een problematiek van gokverslaving, daarin treed ik de vorige sprekers bij. Het staat ook buiten kijf dat de gokindustrie een belangrijke invloed heeft in de sportwereld, maar we moeten de verantwoordelijkheden daarvoor ook leggen waar ze te leggen vallen. Wanneer er maatregelen moeten worden genomen, moet dat gebeuren daar waar ze kunnen worden genomen. Ik denk niet dat het aan een minister is om te pas of te onpas via Twitter of andere kanalen meningen te uiten, er moet een beleid worden gevoerd.
Wat het gokken betreft en de manier waarop men aan gokpromotie doet, bestaan er andere instanties, waaronder de Kansspelcommissie. Er kan volgens mij op een andere manier aan sensibilisering worden gewerkt. We zouden ver buiten onze lijntjes kleuren indien we van de minister van Sport zouden verwachten dat hij maatregelen neemt om een en ander te verbieden,
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik ben zelf een trouwe supporter van AA Gent, en het was me vorige vrijdag ook al opgevallen. Toen ik dit initiatief zag, kwam dit ook bij mij op. We kunnen ons natuurlijk vragen stellen bij gokreclame in het algemeen en bij dit initiatief in het bijzonder, zeker als het met sport wordt gecombineerd. Ik denk dat we moeten nadenken over concrete richtlijnen.
Hoewel de bevoegdheden natuurlijk verspreid zijn, moeten we nagaan hoe we dit eventueel kunnen aanpakken zonder extreem regelgevend te zijn. Wat is anders het volgende? Ik heb er begrip voor dat gokreclame, zeker in deze context, kan aanzetten tot gokken. Dat is de bedoeling van reclame. Maar het volgende zou bierreclame kunnen zijn, want die reclame zet aan tot alcoholisme. Er is een grens die we moeten bewaken.
Minister, we moeten zeer aandachtig zijn met betrekking tot gokreclame. Zult u hieromtrent initiatieven nemen, zonder natuurlijk in tweeten te vervallen? Ik vind het geen goed systeem het beleid langs Twitter aan te kondigen. We hebben al een president Trump in de VS en we hebben al de heer Francken in Vlaanderen. We kunnen van u toch niet vragen dat u zich tot een proto-Trump zou ontwikkelen.
Ik zou u gewoon willen vragen de nodige aandacht te schenken aan de combinatie van sport en gokken, zeker indien dit ook met jongeren wordt gecombineerd. Iedereen weet dat een gokverslaving tot ernstige zaken kan leiden.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, wat tweets betreft, verwart u me mogelijk met andere persoonlijkheden. Ik ben niet van plan mijn werkwijze op dat vlak te wijzigen.
Er is me gevraagd ten aanzien van de federaties of met de clubs te communiceren over de spelregels inzake gokreclame. Ik moet dan wel de instrumenten en de bevoegdheid krijgen. Ik wil best discussiëren over de overdracht van bevoegdheden, wat mij betreft met betrekking tot het hele juridische instrumentarium. Ik wil graag de mogelijkheden krijgen in debat te treden, maar dan wel met een stok achter de deur.
Wat de gokreclame ten gronde betreft, moeten we dit al dan niet toelaten, maar we moeten wel een duidelijke streep trekken en de moed van onze overtuiging hebben. We kunnen niet stellen dat we gokreclame daar wel en daar niet toelaten. Uiteindelijk is het de bedoeling met reclame langs zo veel mogelijk kanalen een zo breed mogelijk publiek te bereiken. We moeten daar gewoon een lijn in trekken. We kunnen niet zeggen dat de ene wel en de andere geen gokreclame mag voeren. Er moet een duidelijke lijn zijn.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik denk dat u perfect iets kunt doen. U kunt een ethische grens opleggen. U zou, bijvoorbeeld, AA Gent kunnen schrijven dat dit niet past in de filosofie van het sportbeleid dat u in Vlaanderen wilt voeren. U kunt dit aan de andere clubs laten weten. We kunnen zeker stappen zetten. Ik heb de cijfers niet bij me, maar ik wil erop wijzen dat de levens van duizenden individuen door gokken zijn verwoest. Het gaat niet enkel om die individuen zelf, maar ook om vele families. Dit noopt ons ertoe niet zo maar te stellen dat we verder niets zullen doen omdat we niets kunnen doen. Op ethisch vlak kunnen we zeker signalen geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.